Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Dubbelliefde door Adriaan van Dis

Beoordeling 8
Foto van een scholier
Boekcover Dubbelliefde
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 5427 woorden
  • 6 januari 2004
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 8
19 keer beoordeeld

Boekcover Dubbelliefde
Shadow
Dubbelliefde door Adriaan van Dis
Shadow
SAMENVATTING: Het begint met het ikfiguur en Werner, zijn beste vriend. Werner en hij wonen op dat moment samen en Werner zijn vader liegt op sterven. Werner en hij zijn vaderhaters, dat is wat hen voornamelijk verbindt. De ikfiguur kijkt terug naar vroeger, naar de momenten dat hij groots wilde worden en wat wilde betekenen voor de wereld. Het verhaal van zijn vroeger, is opgedeeld in vijf delen. Deel 1: In deel een is het 1969, de ikfiguur zit in zijn laatste klas in de Halfstad en speelt in het schooltoneel. Dit doet hij samen met Werner, die net zoals hij één van de hoofdrollen speelt. Hij speelt Tony uit ‘The West Side Story’. Dit wordt echter een beschamend stuk voor de ikfiguur want het gaat helemaal mis. Als de examens achter de rug zijn begint hij met naar feestjes te gaan. De ikfiguur komt niet uit de meest welgestelde gezinnen. Hij woont in een flat, maar zijn vrienden in villa’s. De ikfiguur wil naar de toneelschool. Hij voelt zich de beste toneelspeler van de wereld en weet zeker dat hij het gaat redden. Hij vindt ook dat hij een uitzonderlijk goede dichter is en als toelatingsexamen besluit hij gedichten te gebruiken. Deze zijn van Rilke en Baudelaire, zij inspireren de ikfiguur erg en hij denkt vaak aan hun gedichten. De ikfiguur verandert, van uiterlijk en innerlijk. Hij wordt geïnspireerd door een model, een playboy en ladykiller, hij schaft een gouden kettinkje aan. Dan verlangt hij opeens naar ontroering, een groot gevoel, hevigheid en opwinding. Bij de meisjes heeft hij niet zoveel succes, maar wel bij hun moeders. Hun moeders maken het hem zo dat hij zich geweldig voelt. Omdat de ikfiguur met vragen over seksualiteit zit, gaat hij naar een klasgenootje van hem, Jaap Schouten, die altijd als vraagbak werd gebruikt op het seksgebied. Op een gegeven moment begint de ikfiguur te twijfelen over zijn geaardheid. Jaap zijn vader concludeert na hem onder vuur te zetten dat hij homoseksueel is. Daarom wordt hij doorgestuurd naar Mart Koning, die volgens Jaap homoseksueel is. Eenmaal bij Mart aangekomen komt hij erachter dat Mart geen homoseksueel is. Hij krijgt van hem een boekje mee: ‘Knal’. Een boek over een modeontwerper Max Heymans. Hij vindt het geweldig, verkleedkunstenaar. Hij besluit dat dat is wat hij wil en begint te sparen voor een uitstapje naar Amsterdam. Zodat hij zich daar op de wereld van schrijvers, kunstenaars en artiesten kan storten. Verder verdiept hij zich in de boeken over homoseksualiteit, zodat hij daar wat meer vanaf weet. Hij gaat naar Amsterdam. In een witzijden onderbroekje van zijn zus en met zijn gouden ketting om. Hij gaat naar een homocafé van lesbienne Bet van Beren, geliefd bij schrijvers en artiesten. Daar in het café krijgt hij de travestiet Sally achter zich aan. Toch is het anders als dat hij gedacht had. Dan ontmoet hij Piet, een ‘keurige’ homo, vindt hij, geen nicht of asociaal persoon en de ikfiguur besluit dan dat Piet hem in moet wijden in de herenliefde. Dit is een zeer pijnlijke ervaring en hij komt dan ook onder het bloed te zitten. Thuis zit hij onder het bloed en dan ontdekt zijn zus dat hij haar slipje aan heeft. Ze wordt kwaad en begint hem uit te schelden voor flikker.
Deel 2 De ikfiguur mag het op de toneelschool proberen. Alleen het gaat niet helemaal zoals hij gedacht had dat het ging. Hij had allerlei oude gedichten geleerd, maar het toneel gebruikte het moderne. Ze vertelden hem dat hij niet echt in zich had. En de lyceumtoneelvereniging dat was echt iets voor hem geweest. Zijn rivaal Werner was uiteindelijk zijn vriend geworden. Beiden hebben ze het moeilijk met hun vaders. De vader van de ikfiguur is overleden, maar de ikfiguur vind dat eigenlijk niet zo erg. Beiden plannen ze om de vader van Werner te vermoorden. Ze willen zijn remkabels doorsnijden van de auto, om zo de perfecte moord te plegen. Maar dat word uiteindelijk toch niets. Ze konden de remkabel niet eens vinden. Hij besluit dat hij duidelijkheid wil over zijn geaardheid en gaat boeken lezen over homoseksualiteit. Hij komt tot de conclusie dat hij homo wil ‘zijn’, omdat je je dan vrij in de maatschappij kon gedragen en dat was wat hij wilde. Hij wilde vrij zijn! De ikfiguur gaat weer studeren, dit keer gaat hij Nederlands studeren. Hij vertelt het aan niemand want hij schaamt zich voor het beroep. Als hij in de trein naar Amsterdam gaat, kleedt hij zich om, omdat hij er in Amsterdam anders uit wilde zien, opstandig in de plaats van braaf. Op een avond gaat hij naar een forumdiscussie voor homoseksuele studenten. Als het uitmondt in een eng dansfeest, besluit hij te gaan. Hij belandt uiteindelijk bij een hoer. Tijdens de treinreis naar huis ontmoet hij Maud Fannisch ten Cate, een oud-klasgenootje van het Goois Lyceum, zijn middelbare school. Ze werkt als leerling-journalist bij de Telegraaf, nadat ze met haar studie is gestopt. Wegens geldgebrek en een drang naar nieuwe kleren, laat de ikfiguur zich naakt fotograferen. ( hier verandert hij van een ik- naar een hij-perspectief) Deel 3: (de hij- wordt weer een ik-perspectief) De ikfiguur vind een kamer, een zoldertje bij een alcoholistenechtpaar en naast hem woont dan een Surinaams gezin. Hij heeft geen zin in studeren en gaat meestal bij de Griek eten. Hij hoort daar verschillende meningen over het Griekse kolonelsregime. Door de bezettingen en stakingen bij Neerlandistiek hoeft de ikfiguur een tijd niet meer naar colleges. Daarom sluit hij zich aan bij een leesgroep. Ze discussiëren erop los over ‘de bevrijding van de massa’, alleen blijkt dat hij daar nogal anders over denkt. De mensen kijken hem raar aan, tot het moment dat hij zegt dat hij homoseksueel is. ’s Nachts was hij de Nachtman. Een andere man, waar hij ver vanaf stond en die van alles durfde, soms durfde hij zelfs zijn gouden ketting te laten zien. Als hij de Nachtman is gaat hij naar bordelen. De ikfiguur houd zich steeds meer bezig met de Griekenlandgroep. Hij vraagt Maud er een stuk over te schrijven. In ruil daarvoor zou hij haar helpen aan een verhaal met een verhaal over een ontsnapte beer. Hierdoor ontstaat er een band tussen hen. Hij vertelt haar dat hij zichzelf nog niet heeft gevonden. Hij vertelt haar over zijn homoseksualiteit, dat hij naar de hoeren gaat en dat hij tot vreselijke dingen in staat is. Ze komen er ook achter dat ze beiden heel verschillend zijn en elkaar niet erg goed begrijpen. Toch gaan ze samen naar een artiestencafé, genaamd Le Fiacre, waar ze Ramses Shaffy en hun leraar Duits van het lyceum tegenkomen. Het lukt Maud goed om indruk te maken op Ramses, maar de ikfiguur maakt het te bont en staat gigantisch voor paal. Hij gaat boven op de piano liggen en probeert zwoel in Ramses zijn ogen te kijken. Aan het einde van de avond belandt hij in bed met een stoelenontwerper en diens vriend. Hij begint te schrijven met Maud. Maud vertelt de ikfiguur dat ze hem lief vind en de ikfiguur stelt voor samen zelfmoord te plegen. Bij een kijk in zijn garderobe komen er pijnlijke herinneringen naar boven. Herinneringen over zijn vader en zijn vader zijn rijbroek. Over hoe zijn vader in brand had gestaan, hoe hij gered werd door de brandweer. Hoe koud en tegelijk warm hij het toen wel niet had gehad. En de weken daarna waarin zijn vader stierf. Om dit te verdringen gaat hij op pad als de Nachtman en bezoekt de mannelijke prostituees. Als Robert laat hij zich door een oudere getrouwde man meenemen in diens auto. Deel 4: Tijdens een bijeenkomst van de Griekenland groep besluiten ze dat de ikfiguur een bom in moet gooien. Dit moet bij een reisbureau waar ze reizen naar Griekenland door laten gaan. Deze bom is nep, maar dat wordt hem later pas verteld als hij al heeft gezegd dat hij het zou doen. De ikfiguur vraagt Werner hem te helpen. Werner was net terug uit Griekenland. Hij probeerde zijn militaire dienst te ontduiken. Eigenlijk zouden ze het samen doen, maar toen het moment daar was, was het Werner die de bom gooide. Na de misdaad gaan ze naar ‘de Blauw Ballon’. Daar ontmoet hij Alecia, een zangeres die teksten van Baudelaire zingt. Hij weet dat ze dat voor hem doet en ze imponeert hem. Als ze wat praten komen ze er achter dat ze een band hebben. Ze noemen elkaar daarom ook Broertje en Zusje. De ikfiguur gaat bij Maud in wonen, vlak bij Artis en na een tijdje komt ook Werner bij hen in wonen. Hij laat Werner weten dat hij teleurgesteld is in het leven. Dat hij zo graag groot wilt zijn, maar dat het enige wat hij kan, toneelspelen is. Iets dat hij niets eens volgens de regels kan en hij weigert een amateur te zijn. Ook van zijn dichterlijke kunst is weinig over. Hij voelt zich een nietsnut. Dan gaat Maud de ikfiguur interviewen voor haar studie. Beer ( het koosnaampje van Maud en Werner voor de ikfiguur) vertelt over de misdaad en over zijn sympathieën daarvoor. Maud en hij belanden daarna met zijn tweeën in één bed. Maar de liefde die hij bedrijft is voor hem slechts een rol. Als zijn moeder hoort dat hij een vriendinnetje heeft is ze in de wolken. Ze heeft namelijk een duidelijke afkeur voor homoseksuelen en ze stort dan ook meteen geld als zoonlief duidelijk maakt dat hij krap bij kas zit. Voor dit geld koopt hij kleren, omdat hij vindt dat hij er voor Maud goed uit hoort te zien en zij zich niet mag schamen. Voor Maud koopt hij cadeautjes. Toch wordt hij onrustig als hij de rol blijft spelen en op een nacht verschijnt de Nachtman weer. Als hij zich in het nachtleven bevindt, veranderd de vertelsituatie zo dat het niet meer de ikfiguur aan het woord is, maar Hij die verte Thuis wordt hij weer Beer en hij verwent Maud extra om alles te vergeten. Op een avond gaan de drie vrienden naar een duur restaurant. In het toilet kust Werner de ikfiguur en tijdens een gesprek over gigolo’s merken Maud en de ikfiguur dat ze uit elkaar groeien. Die avond in bed stopt de relatie dan ook. Hij gaat frauderen, dit omdat hij blut is. Hij fraudeert met girobetaalcheques, door aan te geven dat ze gestolen zijn. Als hij later toch spijt krijgt besluit hij de aangifte in te nemen. Tijdens een gesprek met de politieman die zijn zaak behandelt, komt zowel het gemis als de haat tegen zijn vader naar boven. Deel vijf: De ikfiguur raakt alles kwijt, hij raakt in de war. Hij laat niets meer van zich horen tegenover zijn familie en hij verlaat Maud en Werner voor een andere kamer. Hij gaat af en toe naar Sjeng, een illegale Chinees met een soort van café. Daar komen de raarste mensen bijeen: gekken, illegalen, hoeren, travestieten, vechters, woonwagenbewoners en geflipte professoren. Maar iedereen bij Sjeng was mooi, dat stond vast. Op een avond danst hij met Mireille. Hij noemt zich zelf Graham en Hij vertelt verder. Hij gaat mee met haar, naar haar huis vol met stinkende spullen en troep. Mireille wil met hem naar bed, maar ze worden gestoord door haar drie dochtertjes. Zij gaat naar achter en slaat haar kinderen. De Nachtman kan hier niet tegen en vertrekt. Iets later gaat hij op drugs pad. Hij koopt cocaïne en gaat met een Duitse dealer, Mischa, naar een kroeg van de motorclub. De ikfiguur wil meedoen en laat zich meevoeren. Hij drinkt, snuift, betast en word betast, hij likt en laat zich likken. Dan houdt hij het niet meer en gaat. Zijn gouden ketting, reeds vernieuwd, word weer weggegooid. Hij gaat terug naar ‘De Blauwe Ballon’, een café waar hij wel eens met Werner heen was geweest. Daar ontmoet hij Alicia weer. Omdat ze allebei aan geldgebrek lijden gaan ze op dievenpad. Ze bedonderen zelfs een bejaarde dame. Maar de ikfiguur doet dat niet, dat doet Hij. De relatie tussen Alicia en de ikfiguur wordt steeds intiemer, hoewel hij toch wel eens de Nachtman wordt en naar de hoeren gaat. En steeds weer speelt hij andere rollen. De ikfiguur moet, na lange tijd, terug naar de Halfstad omdat zijn moeder haar zestigste verjaardag viert. De bijeenkomst loopt uit op schaamte van zijn kant. Hij voelt zich minderwaardig en ‘het monster van de familie’. Op hij eind is de begrafenis van Werner zijn vader geweest. De ikfiguur zegt dat het spel uit is en dat hij geen rollen meer wilt spelen. Hij wil zijn eigen kant is laten zien. Hij besluit zijn rollen op te schrijven en neemt zichzelf voor gelukkig te worden. Verhaalanalyse: Thema van het verhaal: geschiedenis van een jongeman met een identiteitsprobleem.
Motieven: A: Het gaat over een man die vertelt over zijn jeugd en hoe hij verschillende rollen speelt. Op het eind vertelt hij dat hij geen rollen meer wilt spelen, maar zichzelf wilt zijn. Hij is dus nooit zichzelf geweest, want hij wist niet wie hij zelf wás. B: Als hij iemand anders was en niet was zoals hij dacht dat hij was. Sprak hij in de ‘Hij’ vorm, in plaats van de ‘ik’ vorm. C: De man heeft altijd een gouden kettinkje om. Het zorgt ervoor dat hij zich er goed door voelt en geeft hem zekerheid. Maar niemand mag hem zien. Vaak ontdoet hij zich van zijn ketting, maar koopt later een ander. D: Er komen geen dromen in het verhaal voor. Titel, ondertitel en Motto: Titel: Mij lijkt het dat de titel over het feit gaat dat de man biseksueel is, maar ik heb ook een verklaring gelezen waar diegene zegt dat het de liefde van zijn vader is, die dubbel is. Hij heeft namelijk een hekel aan zijn vader, maar hij houd ook wel van hem. Ondertitel: een roman over seks en politiek. Motto:“ En al zoû ik nu eens schrijven een boek, waarvan de held een modern auteur was; al zoû ik dien held laten schrijven werken, die verwant aan de mijne waren, de held zoû ik niet zijn, zijn kunst niet de mijne; en de roman zou een roman blijven, niet dan een roman, en zich nooit realizeeren tot autobiografie.” Louis couperus, Metamorfoze
De man wil bekend worden, groots. Maar hij wordt niets, hij komt erachter dat hij niets is, dat hij een en al gehuld in maskers is en nooit zijn échte ‘ik’ heeft laten zien. Zijn vriend was wel een goede acteur, dat maakte hem niet beter. Hij kon het niet. Hij bleef het proberen, maar groots en bekend, dat zou h ij nooit kunnen zijn. Zijn conclusie was dat hij gewoon gelukkig wilde zijn, gelukkig zoals hij was. Structuur: A: Proloog: De ikfiguur en zijn beste vriend Werner wonen in hetzelfde huis op het moment dat Werner vader op sterven ligt. Werner en hij zijn vaderhaters. De ikfiguur kijkt terug op vroeger, hij wil zichzelf onder ogen komen, en dan vooral de zichzelf van toen hij nog een jongen was, een dromer, met het verlangen vooral heel groots te worden. Hij concludeert dat alles minder mooi is gelopen dat hij gedroomd had. Als hij het gemaakt had, was het altijd van korte duur geweest, altijd had hij het weten te verknallen. Oud noemt hij zichzelf, en nagenoeg kaal. Epiloog: De begrafenis van Werner zijn vader is geweest. De ikfiguur zegt dat het spel uit is, hij wil geen rollen meer spelen. Hij zegt hierover: “Ik wil nog maar één kant laten zien. Mijn eigen kant. Toen ik me vanmiddag aan dat graf stond te vervelen, heb ik die jongen van vroeger met al zijn maskers en toneelkleren in de kuil gemieterd, de kist met vaders erachteraan”. Werner concludeert dat de ikfiguur in oorlog was met zijn vader. Hij besluit zijn rollen op papier te zetten. Hij gaat schrijven. Hij neemt zich voor gelukkig te worden. Hieruit zie je wat er precies is gebeurd, wat er van de ikfiguur is geworden. Het proloog zorgt er ook voor dat je nieuwsgierig wordt naar de rest van het verhaal. Het Epiloog zorgt voor duidelijk op het eind. B: De inleiding is het heden, wat er nu gebeurt. Dan ga je terug in een flashback, die zelf ook weer flashbacks bezitten. Als eind komt de schrijver weer terug op het begin. C: Het eind is heel duidelijk. Je hebt een epiloog waar de ikfiguur zijn conclusie trekt over hoe hij was en wat hij nu wil zijn. Je ziet dan hoe het hem is gegaan. D: Nee, er is maar één verhaallijn. E: Het boek is in 5 delen ingedeeld. In elk deel is hij weer verder verandert en is hij weer ouder. F: Nee, er zijn geen hoofdstuktitels, aangezien er geen hoofdstukken zijn.
Personages: A: De hoofdpersoon is de ikfiguur. Hij heeft geen naam, hij geeft zichzelf wel vaak uit voor anderen. Hij is een student Nederlandse taal, zijn leeftijd varieert. Volgens mij is hij zo rond de 23. De man noemt zichzelf tijdens het uitgaan meestal Nachtman. Het liefst draagt hij een ketting, wel verborgen want hij schaamt zich er ook wel voor. Maar met deze ketting voelt hij zich zekerder en durft hij alles aan. Af en toe vertelt de man niet meer in de ikvorm, maar in de hijvorm. Dit doet hij op het moment dat hij eigenlijk iemand speelt die helemaal niet op hem lijkt. Waar hij dus heel ver vanaf staat. De ikfiguur wil zich onderscheiden van de rest. Hij speelt verschillende rollen omdat hij eigenlijk anders wil zijn. De hoofdpersoon probeert erachter te komen of hij hetero is, of homoseksueel. De ikfiguur verwijt zijn vader voor zijn rotjeugd en wil graag loskomen van hem, dit is voor hem heel moeilijk, aangezien een deel van zijn kleren van hem afkomstig is. Aan het eind van het boek weet de ikfiguur wat hij eigenlijk wil; hij wil alleen maar gelukkig zijn. Geen rollen meer spelen, maar zichzelf zijn. Andere personages: - Werner Trip: Hij is heel anders dan de ikfiguur. Werner ziet er beter uit dan de ikfiguur is beter op het toneel dan hij. De meisjes willen hem liever dan de ikfiguur. Hierdoor lijkt het alsof Werner het perfecte leventje heeft, dit is echter niet waar. Zijn vader verwaarloosde het gezin en wilde werner niet meer zien. Als vrienden helpen Werner en de ikfiguur elkaar aan woonruimte, bij acties en bij het verwerken van vroegere problemen. - Maud Fannisch ten Cate. Journaliste bij de Telegraaf. Ze is een tijd langde verhuurster van woonruimte in Amsterdam voor de ikfiguur en Werner, en een tijdje zijn vriendin. B: Je leert zijn karakter kennen, al is dat wel ingewikkeld. Toch krijg je wel beetje bij beetje een beeld hoe hij over dingen denkt. Hij laat zien wat hij goed en fout vind. Waar zijn grenzen liggen, hoe hij over mensen denkt. C: Ik weet niet precies wat ik van hem moet vinden. Hij kan me interesseren. Ik kan ook wel om hem lachen, hoe hij over zichzelf en over anderen denkt. Misschien komt daarbij dat ik niet precies weet wat sympathie nou precies is. In het woordenboek staat:’genegenheid, zielsverwantheid’. Misschien dat daarmee bedoeld of ik kan begrijpen wat hij doet? Ik kan dat namelijk wel. Hij weet niet wat hij is, wie hij is en op een rare manier probeert hij daar achter te komen. Hij vindt het niet erg om te laten zien dat hij verschillende kanten heeft, hij vindt het niet erg om in het diepe te vallen. Want zo kun je dat toch noemen? Hij besluit steeds om van personage te veranderen, hij weet niet wat hem te wachten staat en met een beeld van hoe die personage er uit zal zien gaat hij die wereld in. Dat is toch best knap, want je weet nooit echt precies wat je kan verwachten. Zielsverwantheid. Daar kan ik wel iets bij zeggen. Spelen wij allemaal geen rol. Iedereen probeert toch zijn beste kant te laten zien, je probeert uit hoe je op je beste kant bent, zet maskers op bij bepaalde mensen. Hij doet dat alleen een beetje extreem. D: Een beetje in de hoofdpersoon. Hij laat zichzelf eigenlijk nooit zien. Ik heb dat natuurlijk minder extreem, maar er zijn natuurlijk mensen waar je je beter voor wilt doen dan je bent en je een rol probeert te spelen zodat diegene je wat aardiger vind. Of om er achter te komen dat je juist niet zo bent en dat je die rol nooit meer wilt spelen. En dan vergeet ik nog de rol die je speelt als je dingen wilt verbergen. Hij verbergt zijn gevoelens achter een personage, dat doe ik ook wel eens. Op zich is een zeker punt van herkenning. Historische tijd: A: Het verhaal speelt zich af in de jaren ‘60 en ‘70. Dit kun je zien aan meerdere dingen. In het begin bijvoorbeeld spelen de ikfiguur en Werner in een toneelstuk, dat was in 1969. Tijdens de studie van de ikfiguur zit hij bij een griekenlandgroep die tegen de militaire regimes strijd. Deze strijd is gestreden vanaf 1967 tot 1974. Er wordt ook in het boek vermeld dat Franco aan de macht is in Spanje, hier door aannemen dat het in de tijd van zijn heerschappij heeft afgespeeld (1934-1975). Het proloog en epiloog spelen zich later af, omdat Werner en de hoofdpersoon nu geen studenten meer zijn, maar al kalend zijn. Dit stuk zal zich in de jaren 80 afspelen. Ze zijn namelijk geboren in 1946, wordt genoemd op bladzijde 265, en wanneer je aanneemt dat een man gemiddeld op zijn 40ste begint te kalen, zijn ze veertig in 1986. B: De verteltijd is belangrijk, omdat mensen toen anders begonnen te denken. Ze begonnen zich anders te kleden en anders te gedragen. Als het boek zich nu had afgespeeld had het een heel ander effect gehad. Homoseksualiteit is hier nu gewoner en iemand die van alle twee de geslachten houd is ook niet abnormaal. Heel veel mensen proberen uit de massa te komen. Of als het verhaal zich eerder had afgespeeld. Homoseksualiteit was toen zeldzaam, niemand kwam er voor uit. Laat staan dat je biseksueel bent. Ik denk dat de schrijver hier wel over na heeft gedacht. C: Iets meer over wat er in Griekenland gebeurde, met het militaire regime. Over de tijd ben ik niet zoveel te weten gekomen, meer over hoe de personen toen waren. Ruimte: A: Het verhaal speelt zich eerst af in Halfstad. Hier woont de ikfiguur met zijn ouders. Hij ziet het als een beschaafd dorp waar iedereen elkaar kent en in de gaten houdt. Amsterdam trekt hem erg aan, omdat je daar anoniem kunt zijn. Je kunt dingen doen die door de massa niet worden opgemerkt. De hoofdpersoon is te vinden in het huis van Maud, vlakbij Artis, in de buurt van de hoeren en in de kroegen. B: Ja de plaats is af en toe wel belangrijk. Hij gaat namelijk wel eens naar de hoeren, maar niet als zichzelf. Dan gaat hij als de Nachtman om naar de hoeren te gaan, naar de mannelijke hoeren ( in het boek vernoemd als Tules) en naar de homobars te gaan. Tijdsduur: A: Het verhaal duurt ongeveer veertig jaar. De ikfiguur vertelt van af zijn jeugd tot aan het moment dat hij kaal wordt. B:-
Tijdsvolgorde: A: Het begin en het einde zijn chronologisch, de rest is allemaal flashback. B: Dat je de man ziet als hij ouder wordt en wat hij vind van zijn jeugd. Perspectief: A: Meestal vanaf binnen af, dan heb je gewoon de ikvorm. Maar als de ikfiguur een rol speelt waar hij ver vanaf staat word de ikvorm opeens hijvorm. B: Het valt niet echt op dat ze af en toe wisselen, alleen als je er op let. Het laat zien dat de ikfiguur niet die persoon wilt zijn en het dus volgens hem ook niet is. C: Nee het stoort niet Idee: A: Volgens mij is het niet met een bepaalde bedoeling geschreven, maar gewoon omdat de schrijver daar ooit al eens een boek over wilde maken. Als ik het goed heb gelezen was dit een ‘soort van’ autobiografie, misschien wilde hij daarom zo’n boek. B: Ik weet het dus niet zeker. Maar als het zo is dat hij het voor zich zelf doet dan vind ik dat wel goed. Misschien krijgt hij zo wel alles op een rijtje. Fictie/ Werkelijkheid A: In het verhaal word veel gewezen naar gedichten, en dingen die andere beroemde mensen hebben gezegd. B: Ik vind het wel netjes dat hij andere werken gebruikt en daar bijzet dat het van iemand anders is. Het laat zien door wie hij geïnspireerd is. Recensies met uitwerkingen: Recensie 1 Recensent: Daniëlle Serdijn
Recensietitel: Het Keurigheidcomplex
Conclusie: De recensent noemt het op het laatst: “ …Schaamteloze treurigheid komt langzaam iets als een totaalidentiteit van de ikfiguur bovendrijven; deze is niet geheel omlijnd, dat niet, maar de uitersten van beschaving en driften zijn versmolten tot een aannemelijk compleet geheel”. Ze vindt het verhaal ook verrassend, een rauwe ruk aan het slot, op de valreep nog compleet, innemend en gruwelijk. Ik denk dat ze het boek op zich nog wel goed vindt. Ze vindt het niet een geweldig boek, maar het is in ieder geval origineel en verrassend. Positieve argumenten: “Eindelijk is de Hades geopend en kan het personage van Van Dis zich wentelen in een apocalyptische bevrijding. Die timing is perfect. En ook wat stijl betreft kan je Van Dis ineens goed velen: weg zijn de gemanicuurde zinnen, melodieus zijn ze nog wel, maar ruwer…” ( boven aan bladzijde 2) Negatieve argumenten: “Voor het boek mogen deze passages ene noodzakelijk bestanddeel zijn, dat neemt niet weg dat je als lezer na ruim tweehonderd pagina’s toch af en toe de indruk krijgt dat je naar een parodie op een film van Ingmar Bergman zit te kijken. De loden ernst, het voortdurend opsteken van sigaretten, en het onvermijdelijke Ascenseur pour L’échafaud van Miles Davis doen eerder denken aan de Nouvelle Vague-persiflage van het duo Tosca Niterink en Arjan Ederveen, dan aan de evocatie van een prangend identiteitsvraagstuk.” Titelverklaring: De ikfiguur wil van zijn keurigheid afkomen. Hij is namelijk heel beschaafd opgevoed en dat zich in hem. Dat wil hij niet meer. Hij heeft dus een keurigheidcomplex. Moeilijke woorden en de betekenis: Recensie 1: Behept – lijdend aan een moreel gebrek
Casusbeschrijvingen – Naamval beschrijvingen

Androgynie – tweeslachtig
Component – samenstellend
Complementatie – samenloop
Diagnosticeert – onderkennen
Louche – ongure
Cultiveren – onderhouden
Solipsistisch – wijsgierige leer alleen eigen kenbaar
Spleen – landerigheid
Evocatie - oproeping
Ridicuul – belachelijk
Behaagzieke – complimentjes vangende
Apotheose – verheffing naar God
Apocalyptische – rampzalig ( einde van de wereld) Gemanicuurde – verzorgd Recensie 2 Recensent: Elsbeth Etty
Recensietitel: Op barricades van bordkarton
Conclusie: Deze recensent vindt het boek niet geweldig, aangezien hem steeds vergelijkt met andere schrijvers en hem niet echt positief beschrijft. Het lijkt erop dat ze hem een meeloper en onorigineel vindt. Positieve argumenten: “Over het algemeen staan als roman verpakte autobiografieën mij tegen omdat er geen literaire fantasie, structuur of stijl aan te pas komt. Dat kan van Dubbelliefde niet worden gezegd. Naar vorm, inhoud en stijl is het wel degelijk een ‘echte’ roman, waarin werkelijkheid en fictie met elkaar verweven zijn tot een nieuwe, literaire realiteit. Negatieve argumenten: “Alleen zijn fictie overtuigt niet: Van Dis herschapen jaren zestig en zeventig hebben het aanzien van een humorloze karikatuur. Wat mij betreft is dit ene grote zwakte, want het is wel degelijk Van Dis zijn bedoeling geweest om – naar analogie van feministische auteurs als Anja Meulkenbelt en de Amerikaanse Erica Jong- een generatie roman te schrijven, waarin een individuele problematiek wordt veralgemeend tot die van een tijdperk.” “In Dubbelliefde worstelt Van dis met zijn schrijverschap. De roeping is er. Waar is de bagage? Laten we het er op houden nadat deze ‘damesroman’ een mannelijke inhaalslag is, een fase om in termen van de jaren zeventig te blijven waar Van Dis als schrijver, tja, ‘doorheen moet’ Titelverklaring : Volgens de recensent leeft de ikfiguur in een ‘geleende wereld’, een bordkartonnen decor. De ikfiguur heeft ondertussen, terwijl hij speelt in die ‘geleende wereld’ moeilijkheden die hij moet overwinnen. Dat zijn dan de barricades. Wat ook nog zou kunnen; de barricades van bordkarton zijn: het kan breken
het is niet echt

je kan er maar even zijn
De ikfiguur kan dus maar even iemand anders zijn, hij ziet niet wie hij zelf is en telkens als hij iemand anders is, gaat het mis. Moeilijke woorden en betekenis Recensie 2: Corrumperen - bederven
Asem – adem/ruimte
Subiet - plotseling
Schunnigste - oneerbaar
Extravagante - buitensporig
Adolescent - jongeling
Ambivalente - dubbele
Component - samenstellend
Etaleert – mee pronkt
Verguisde – beschimpen/uitgescholden
Gereduceerd - herleiden
Authentiek - echt
Analogie - overeenstemmen
Gekunstelde – onnatuurlijk gedwongen Iets over de schrijver: Adriaan van Dis
Adriaan van Dis werd in 1946 geboren in Bergen. Hij groeide op temidden van halfzussen en ouders met een Indische geschiedenis, Zijn vader, die door zijn papanse) oorlogservaringen en zijn fysieke conditie arbeidsongeschikt was geworden, voedde Adriaan op met harde hand. Van Dis studeerde Nederlands en Zuid-Afrikaans aan de Universteit van Amsterdam. Al tijdens zijn studie publiceerde hij bij NRC Handelsblad, waar hij later redacteur was, Landelijke bekendheid verwierf Adriaan van Dis met het programma Hier is... Adriaan van Dis, dat op 16 maart 1983 zijn premiere op de Nederlandse televisie beleefde. Hij ontving er in 1986 de Nipkowschijf voor. Op 3 mei 1992 vond de laatste uitzending plaats. Na 1992 wijdde hij zich jarenlang volledig aan de literatuur. In 1999 keerde hij terug op de televisie en presenteerde voor vier seizoenen het VPRO-programma Zomergasten. In September 2002 sloot hij zijn televisiewerk definitief af, Adriaan van Dis debuteerde in 1983 met de novelle Nathan Sid die hem een jaar later het Gouden Ezelsoor opieverde, de prijs voor het best verkochte iiteraire debuut. Nathan Sid werd door de literaire kritiek zeer lovend ontvangen, waarbij vrijwel steeds Van Dis' zorgvuldige stijl werd geprezen. In 1986 verschenen achtereenvolgens De rat van Arras en de reisverhalenbundel Casablanca, In hetzelfde jaar debuteerde Van Dis als toneelschrijver met het stuk Tropenjaren, in 1988 gevolgd door Komedie om geld. In 1988 verscheen ook de roman Ziiver of Het verlies van de onschuid, die vanwege de lyrisch-poe'tische stijl, door de critici zeer uiteenlopend werd besproken. Inmiddels is Ziiver niet meer weg te denken van de Miteratuurlijst' van vele scholieren uit het voortgezet onderwijs. In het voorjaar van 1990 bezocht Adriaan van Dis Zuid-Afrika. In december van dat jaar verscheen de reisroman Het beloofde land. In 1991 volgde een tweede reisroman over Afrika (Mozambique), onder de toepasselijke titel In Afrika. In 1992 verscheen Waar twee olifanten vechten - Mozambique in oorlog (samen met de fotograaf K. van Lohuizen). In 1994 verscheen de dikke, uiterst succesvolle roman Indische duinen, over een in Nederland geboren zoon van een Indische familie die wordt opgevoed in de sfeer van verzwegen leed. Zesenveertig jaar later breekt bij hem de woede over zijn familie los Dit boek werd bekroond met de Gouden Uil (1995) en de Trouw Publieksprijs en genomineerd voor de Libris-prijs, de AKO-prijs en de Aristeion-prijs. In 1999 verscheen de grote roman Dubbel/iefde, de 'geschiedenis van een jongernan' (de ondertitel van de roman) die, opgejut door de roerige tijd - de jaren zeventig - grenzeloos wil leven. De critici waren uitermate verdeeld; de een roemde Van Dis' humor en stijl, de ander sprak juist van een vhumorloze karikatuur van de jaren zestig en zeventig' (Elsbeth Etty). Hoogleraar Moderne Letterkunde Ton Anbeek constateerde in Literatuur dat weinig boeken zulke tegenstrijdige reacties in de kritiek hebben opgeroepen hebben als deze roman. Ter gelegenheid van de Boekenbeurs van Tokio bezocht Van Dis in het voorjaar van 2000 Japan - het Verboden land' van zijn jeugd. Deze reis inspireerde hem tot de novelle Op oor/ogspad in Japan, De confrontatie met de vijand werd ook een confrontatie met zichzelf. Op oorlogspad in Japan is dan ook, veel meer dan een reisverhaal, een psychologische novelle. Arnold Heumakers (in NRC Handelsblad} spreekt van een 'innemende appendix bij Indische duinen'. In September 2002 verscheen bij uitgeverij Augustus de roman-in-taferelen Familieziek. De critici waren eensgezind enthousiast. 'De vlag kan uit: in Familieziek is Van Dis op z'n best,' jubelde Arjan Peters in de Volkskrant, Vrij Nederland kopte: 'Adriaan van Dis overtreft zichzelf. Familieziek is beter dan Indische duinen en Nathan Sid.' Bibliografie: Nathan Sid (Novelie, 1983) Casablanca (Schetsen en verhalen, 1986) Een barbaar in China (Een reis door Centraal Azte, 1987) Zilver of Met verlies van de onschuld (Roman, 1988) Met beloofde land (Reisroman, 1990) InAfrika (Reisroman, 1991) Indische Ouinen (Roman, 1994) Palmwijn (Novelie, 1996) (Boekenweekgeschenk 1996) DubbeKiefde (Roman, 1999) Op oorlogspad in Japan (Reisverhaal, 2000) De Indische boeken (Nathan Sid, Indische duinen en Op oorlogspad in Japan, 2002) Familieziek (Roman in taferelen, 2002)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dubbelliefde door Adriaan van Dis"