Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Dromen van de bok door Nico Dros

Beoordeling 6.8
Foto van Cees
Boekcover Dromen van de bok
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 4115 woorden
  • 12 juli 2006
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
18 keer beoordeeld

Boekcover Dromen van de bok
Shadow
Dromen van de bok door Nico Dros
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Gebruikte editie Eerste druk: april 2006
Gebruikte druk: 2e Aantal bladzijden: 254
Uitgever: G.A. van Oorschot, Amsterdam Gegevens voorkant Overwegend rode omslag met daarop een groot open oog afgebeeld. Genre Psychologische roman met trekjes van een literaire thriller. De roman is daardoor wel geschikt voor leerlingen van de eindexamenklassen havo en vwo. Er gebeurt vrij veel, het thema van stalking is actueel en aantrekkelijk, de stijl is doorspekt met humor (niet altijd even geslaagd) en er wordt een flinke portie seks in de roman verwerkt. Het boek heeft de spanning van een thriller en is dus een nummer op de literatuurlijst van middelbare scholieren waard. De waardering van scholieren.com is 2 punten. De flaptekst Het leven van de verguisde schrijver Iwan Lautier verandert in een nachtmerrie wanneer een vrouw een obsessieve liefde voor hem opvat. Eerst overstelpt ze hem met post en nachtelijke telefoontjes, daarna belaagt ze hem in eigen persoon. Maar behalve met deze erotomane stalker kampt Iwan met een minnares die zich, nadat hij de dubieuze relatie met haar heeft verbroken, blijft opdringen en hem tot het uiterste tergt. In de beleving van Iwan raken beide affaires meer en meer met elkaar verwikkeld. Zijn vlucht in buitensporig drankgebruik doet hem de greep op de werkelijkheid verliezen. Wanneer hij uiteindelijk pogingen doet zich uit het warnet van ziekelijke hartstochten te bevrijden, loopt de situatie verschrikkelijk uit de hand. Dromen van de bok gaat over de nachtzijde van het gevoelsleven, de duistere diepten van de ziel, over wanen, perversies en ontaarding. Nergens wordt de liefde meer ontluisterd dan in dit boek dat het midden houdt tussen een scabreuze roman en een kwaadsappige komedie over de rafelranden van de menselijke natuur. Een boek dat op adembenemende wijze de elementen van een thriller en literatuur weet te combineren Motto en opdracht De roman wordt opgedragen aan Femmy (Witte). Er is geen motto.
Structuur en verhaalopbouw De roman wordt onderverdeeld in drie delen: Deel I (blz. 7-131) wordt onderverdeeld in 8 getitelde hoofdstukken: het gaat voornamelijk over de aanleiding tot het stalken
Deel II ( blz. 135-179) telt 3 getitelde hoofdstukken en gaat voornamelijk over het Indische verleden van Iwan Lautiers ouders
Deel III (blz. 183-254) wordt onverdeeld in 4 getitelde hoofdstukken en beschrijft de afloop van de stalkersgeschiedenis. Deel I wordt niet-chronologisch verteld: eerst is er sprake van een onderzoek door de politie en daarna vertelt de ik-verteller van de kennismaking met de vrouw die hem stalkt vanaf een periode van ongeveer 10 maanden daarvoor. Deel II wordt vrijwel chronologisch verteld: dit deel betreft het Indische verleden van de familie met de bekendmaking van de buitenechtelijke kinderen van Iwans vader en de zelfmoord van zijn moeder, met wie Iwan een slechte relatie onderhoudt. Deel III geeft de afloop van de stalkersgeschiedenis in december 2001 en deze wordt chronologisch verteld. Deel II wordt dus tussen de twee delen van het heden geplaatst en moet voor d e lezer dienen als een verklaring voor het karakter van de ik-verteller. Zowel in Deel I als in Deel III heten twee hoofdstukken “Dossier.” Deze vier hoofdstukken bevatten slechts een brief die de stalkende Fanny aan de hoofdfiguur schrijft en die derhalve het bewijs moet aanleveren voor haar gedrag. De brieven zijn als bewijsstuk opgenomen in het dossier van de rechtbank. Perspectief De roman heeft een ik-verteller die in deel I en III in de o.t.t. als een onwetende meebelever vertelt. Dat verhoogt de spanning vooral in deel III, omdat je als lezer niet weet hoe het met Iwan zal aflopen. In deel II vertelt Iwan in de o.v.t. over het verleden van zijn ouders in Indië. Daar is hij dus een achterafverteller. In de hoofdstukken “Dossier”is de verteller in feite Fanny die in deze delen brieven schrijft aan de hoofdfiguur om haar obsessieve liefde te verklaren. Doordat de roman vrijwel geheel door de ik-verteller Iwan wordt verteld in een onbetrouwbaar perspectief, moet je je als lezer constant afvragen of Iwan wel zo onschuldig is als hij door de twee vrouwen wordt lastig gevallen. Zijn gedrag ten aanzien van vrouwen in het algemeen en ook ten aanzien van Jitske is op zijn minst twijfelachtig, hij stookt bovendien illegaal drank waarvan hij gedurende de vertelling ook voldoende nuttigt, waardoor je niet precies weet of hij de waarheid wel vertelt. Bovendien verraadt hij het adres van Fanny die ondergedoken zit in een brief aan haar man. In het verleden is zijn gedrag ten aanzien van het hondje van zijn moeder ook niet al te fraai. Titelverklaring In het Nederlands bestaat de uitdrukking: “je zult nog van de bok dromen.” Dat betekent min of meer: “er staat je nog het een en ander te wachten.” Dat zou dus heel goed van toepassing kunnen zijn op Iwan, die door zijn minder fraaie levensstijl (in het heden met vrouwen en in het verleden met betrekking tot het hondje van zijn moeder) eigenlijk een straf in het vooruitzicht wordt gesteld. Hij krijgt te maken met twee vrouwen die hem het leven zuur maken. Tijd en decor Door de data die in deel I en III expliciet worden genoemd is het vrij gemakkelijk om de roman qua tijd te situeren. De roman speelt zich bijna geheel af in het jaar 2001. Het eerste hoofdstuk van deel I begint in november 2001 en daarin wordt verteld dat het stalken van Iwan door Fanny als zo’n tien maanden aan de gang is. De laatste episode in deel III is rond de kerstdagen van het jaar 2001. In deel II wordt zoals gezegd het Indisch verleden van de familie Lautier besproken. Iwan wordt in 1957 geboren en beleeft zijn avonturen tot ongeveer zijn vijftiende jaar. In het laatste hoofdstuk van deel II wordt ook nog beschreven hoe zijn moeder zelfmoord heeft gepleegd. De verteller Iwan Lautier woont in een afbraakbuurt (! = symbolische ruimte) in Amsterdam. De woning is ook niet al te veel soeps. In deel II speelt het verhaal zich in een luxe woonwijk in Noordwijk, waarheen zijn ouders na het Indische echec zijn verhuisd. Van de luxe woonwijk maar het krakkemikkige pand in Amsterdam geeft het verval van de in zijn midlifecrisis verkerende schrijver Lautier aan.
Thematiek “Dromen van de bok”is een tragikomische roman over de gevolgen van een rampzalige liefde. Iwan Lautier wordt het slachtoffer van twee stalkende vrouwen (beiden onaantrekkelijk, maar wel even vasthoudend) Met de oudste Fanny Stiggel heeft hij een
leraar-leerlingverhouding en zij wordt vanaf de eerste les op hem verliefd. Iwan doet het als verteller voorkomen alsof hem helemaal geen blaam treft, maar de lezer mag toch ernstig twijfelen aan de oprechtheid van zijn gedrag: ook met andere vrouwen in zijn leven is hij namelijk heel onzorgvuldig omgegaan. Wanneer hij er seks mee heeft gehad, is de interesse na korte tijd weer over. Met een woordspeling op het adagium van het oude taalgenootschap uit de 17e eeuw, De Eglantier, (In Liefde Bloeyende) vindt Iwan zichzelf “in liefde knoeyende.” Iwan is docent creatief schrijven op de academie D‘Eglantier uit de 21 e eeuw
Twee kortstondige relaties hebben hem twee dochters opgeleverd. Een was van de vrouw van een politie-inspecteur met wie hij al een overspelige relatie onderhield, toen die nog bij elkaar waren. Die inspecteur komt hij in het heden weer tegen als zijn echte vriendin Sylvie hem aanraadt een aanklacht tegen de steeds opdringeriger wordende Fanny in te dienen. Dan blijkt ook dat Iwan een verhouding heeft met Jitske Roggeman met wie hij via zijn werk in aanraking is gekomen. Sterker nog, op het Instituut waar hij werkte, heeft ze hem in zijn baan verdrongen, maar ze wil wel contact met hem blijven onderhouden. Dat wil hij eigenlijk niet, maar ze belandt toch regelmatig bij hem in bed en hij laat haar allerlei seksuele handelingen verrichten, waaruit duidelijk blijk hoe dominant hij in die relatie is. Dat “knoeien in de liefde” schreeuwt natuurlijk om wraak en die komt dan ook uit de hoek van Fanny. Ze gaat tot het uiterste in de achtervolging op hem, maar Iwan blijft “in de liefde knoeien” Hij verkeert bovendien in een soort midlifecrisis, moet inspiratie opdoen voor zijn nieuwe romans, wordt daarentegen als leraar ontslagen op de academie, waardoor hij zonder geld komt te zitten. Hij heeft toch weer een keer gewelddadige seks met Jitske en wel voornamelijk uit eigen belang: hij heeft direct geld nodig en nadat hij van zijn zelfgestookte jajem heeft genoten, komt hij haar op straat weer tegen. Hij wordt opnieuw agressief, randt haar aan en denkt haar vermoord te hebben. Dan komt de wraakgodin Fanny verhaal halen in zijn eigen huis. Hij heeft immers lafhartig haar adres verraden aan haar echtgenoot, die daardoor zijn kinderen bij haar kan weghalen. Haar laatste brief waarin ze de wraak min of meer aankondigt is dan ook met haar eigen bloed geschreven en volgens het dossier waarin die brief terechtgekomen is die slechts met hulp van een deskundige ontcijferd. Met de Indonesische kris (immers de oorzaak van Iwans karaktertrekken komt uit zijn Indische verleden –vader en moeder) wil ze hem doden, wat bijna lukt, maar de ware vriendschap van Sylvie blijkt Iwan tot twee keer toe te redden. Op het laatst wordt hij zelfs door haar gereanimeerd om een tweede kans te krijgen. Die lijkt hij met beide handen aan te zullen grijpen. Al met al een happy end van een vrij humoristische roman over “stalking.” Een aantal literair-historische motieven die een rol spelen, zijn dus: - moeder-zoonrelatie (slecht) - het Indonesische verleden, met cultuurverschillen - erfelijk bepaalde afwijkingen (Iwan erft van zijn vader bepaalde trekjes) - problemen in de liefde - stalking - wrede seksualiteit (sm-seks vooral met Jitske) - wraak ( Fanny wil wraak nemen voor haar onbeantwoorde liefde) - eenzaamheid (in feite is Iwan een eenzame man, die in een afbraakbuurt zijn leven slijt, een beetje mislukt als romanschrijver, ontslagen als docent en in liefde knoeyende) - drankmisbruik (Iwan maakt met Walter zijn eigen drank en nuttigt daar veel van) - midlifecrisis (Iwan is 44 jaar en zit in een diepe crisis van zijn leven) Samenvatting van de inhoud In Deel I maken we kennis met de 44-jarige ik-verteller Iwan Lautier (op zijn Frans uitgesproken s.v.p.) die door zijn vriendin Sylvie min of meer gedwongen wordt om te praten met een politie-inspecteur Tiberio Vitalis. Sylvie is als politiemedewerkster (ze onderzoekt de medische feiten bij misdrijven) betrokken bij de ongewenste activiteiten die een vrouw Fanny Stiggel genaamd sinds een aantal maanden ontplooit. Ze komt uit Zutphen en heeft als leerling van Iwan (die een cursus creatief schrijven geeft op de schrijversacademie D’Eglantier) gemeend dat Iwan op haar verliefd is. Vanaf het eerste moment gedraagt ze zich heel vreemd, schrijft brieven naar zijn privé-adres en laat haar schrijfopdrachten vergezeld gaan van privé-ontboezemingen die steeds verder gaan. Fanny Stiggel is verder een heel onaantrekkelijke vrouw: dik, vies en ouderwets gekleed. Iwan is noodgedwongen de cursus gaan geven, omdat hij als schrijver met de verkoop van zijn romans weinig resultaten boekt. Iwan laat de brieven zien aan Tiberio. In dat gesprek komt hij er ook achter dat ze dezelfde vrouw hebben bemind. Ze zijn zogezegd “kutzwagers” van elkaar. Een van de vrouwen, Tiziana, bij wie Iwan een kind heeft (Lucia) is ook een relatie geweest van Tiberio. Bij een tweede bezoek blijkt zelfs dat Iwan al een verhouding met Tiziana had, terwijl ze nog een relatie met Tiberio had. Het kind dat uit die verhouding voortkwam, was al verwekt voordat de eigenlijke relatie tussen Tiziana en Tiberio was verbroken. Maar dat verzwijgt Iwan voor de politie-inspecteur. Die neemt de brieven van Fanny mee, omdat ze een vreemde en zware geur verspreiden. Later blijkt dat ze de brieven met urine en bloed heeft doordrenkt. Het is voor Tiberio een signaal dat Iwan erg goed moet oppassen, want erotomane stalkers die dergelijke dingen doen, deinzen meestal niet terug voor geweld. Via flashbacks in andere hoofdstukken worden we als lezer op de hoogte gesteld van de eerste kennismaking tijdens de schrijflessen van Iwan. Fanny gaat steeds verder met haar avances, ze weet zijn geheime privé telefoonnummer te krijgen, omdat ze een smoes bij de administratie van de school ophangt. Iwan verlangt dat ze als leerling van de school wordt geschrapt, maar de kleine academie kan niet zoveel leerlingen missen. Aan het einde van het schooljaar wordt het contract van Iwan niet verlengt en zit hij op zwart zaad. Het is bijna het enige zaad waarover hij nog beschikt, want zijn liefdesleven is ook op een dood spoor gekomen. De lezer wordt duidelijk gemaakt dat hij er een heleboel vrouwen op na heeft gehouden. Bij twee ervan (Madeleine en Tiziana) heeft hij een kind verwekt: Kim en Lucia. De twee vrouwen weten het echter van elkaar en zijn in 2001 zelfs goede vriendinnen van elkaar die met hun nieuwe relaties zelfs met elkaar op vakantie gaan. Iwan heeft een bijzondere hobby. Met zijn vriend Walter maakt hij zelfs op illegale wijze een alcoholische drank, die ze vervolgens in ruimte mate nuttigen. Hij is dan ook een flink aantal keren in de roman aangeschoten of dronken. Onverwachts is de onthulling dat er nog een tweede vrouw achter Iwan aanzit. Het is een jonge vrouw, ook niet zo heel aantrekkelijk (Jitske Roggeman) die stage bij hem heeft gelopen en daarna zelfs zijn baan in Leiden van hem heeft overgenomen. Het verschil met de relatie met Fanny is, dat Iwan wel af en toe Jitske in zijn leven toelaat ,omdat ze een bizarre en wrede (sadomasochistische) seksuele relatie kunnen onderhouden. Maar daarna stuurt hij haar meestal weer weg. Ook zij komt via een truc aan zijn geheime telefoonnummer en dan zijn de poppen voor Iwan pas goed aan het dansen. Maar uit de bekentenissen van Iwan blijkt wel dat hij het niet zo nauw heeft genomen met de vrouwen in zijn leven. Fanny Stiggel verlaat haar echtgenoot, neemt twee kinderen mee en wil eigenlijk het liefst bij Iwan in huis komen. Ze staat ook enkele keren bij hem voor de deur met haar beide kinderen. Omdat Iwan intussen besloten heeft een officiële aanklacht in te dienen wegens stalking (artikel 285b Wetboek van Strafrecht, vgl. de gelijknamige roman van Christiaan Weijts die in juni 2006 verscheen) roept hij de hulp van de politie in. Maar die reageert beter op de jammerklachten van Fanny dan op de hulpvraag van Iwan. Tiberio raadt hem aan de gehele doos met post van Fanny Stiggel door te nemen om zich goed voor te bereiden op de komende
rechtszaak. Iwan heeft ruim een week nodig om alle brieven door te lezen en ze te rangschikken in dozen. Ook komt hij veel cadeautjes van Fanny tegen. Wanneer hij een officiële aanklacht wil indienen, weten de agenten op het bureau er niet zo goed raad mee: ze kennen het artikel 285b. blijkbaar niet goed. Voor Iwan wordt het verder een nachtmerrie: wat ze in werkelijkheid niet voor elkaar krijgt, lukt Fanny wel in haar dromen: ze komt in de nabijheid van Iwan: hij droomt er zelfs van seks met haar te hebben. Deel II is geheel gewijd aan het Indische verleden van Iwan. Zijn ouders hadden in Indonesië gewoond en de Japanse bezetting en de naoorlogse opstand van de Indonesiërs meegemaakt. Ze hadden er als God in Frankrijk gewoond, maar waren er toch in 1956 vandaan gegaan. In 1957 wordt Iwan geboren. Hij heeft ook nog een ouder halfzusje in huis: Didi op wie hij erg gesteld is. Ook heeft hij nog een regulier broertje (Edo) en zusje (Katja) Met zijn moeder kan hij helemaal niet goed opschieten. Dat wordt erger als ze zijn lievelingshond Max aan zijn oom heeft meegegeven. Dagenlang zwerft de veertienjarige Iwan door Scheveningen om zijn hond die later weggelopen is, terug te vinden. Zijn moeder heeft een heel klein hondje voor Max in de plaats genomen en de woede en haat van Iwan richt zich nu geheel op het hondje Sarina. Het is een echt zenuwlijertje en Iwan maakt de hond heel erg bang. Hij laat hem op een dag in de keuken pissen en poepen en dan wordt zijn moeder ook weer boos. Maar hij laat haar zelf alles schoonmaken. Later laat zijn zusje Katja het diertje uit en wordt het aangereden. Iwan legt het dode dier in de diepvries, want dan kan zijn moeder die enkele dagen afwezig is, afscheid nemen van het dode diertje. Het is natuurlijk allemaal bedoeld om zijn moeder te zieken. Iwan kan ook veel beter met zijn vader opschieten. Die blijkt een gewiekst en succesvol zakenman: hij moet nog vele keren naar het Midden-Oosten en blijkt later in Indonesië nog een minnares en drie kinderen nagelaten te hebben. Zijn moeder die nog onder de invloed van Indische vriendinnen staat, neemt op een dag een flesje gif in, waarna ze sterft. Zou het zijn omdat ze van het overspel van haar man op de hoogte is gebracht? Of komt het doordat ze in de Japanse bezettingstijd als troostmeisje werd gebruikt? Iwan gaat in de tachtiger jaren ook terug naar het land van zijn ouders. Deel II lijkt vooral bedoeld om een verklaring te zoeken voor de karaktertekening van Iwan: hij heeft trekjes van zijn vader en hij haatte zijn moeder. Verklaart dat zijn afkeer voor vrouwen? Uit Indonesië heeft hij een kris meegenomen. In deel III zijn twee van de vier hoofdstukken weer brieven uit het dossier van de rechtbank. Het zijn brieven waarin Fanny steeds opdringeriger wordt: ze wil het liefst een kind van Iwan. Het lukt haar zelfs om toegang tot zijn woning te krijgen. Door een zielig verhaal op te hangen breekt de politie bij hem in, maar daarna is Fanny natuurlijk gevlogen. Witheet gaat Iwan naar de politie toe. Die belooft de deur te repareren, maar hij moet dan wel eerst het geld voor de reparatie voorschieten. Dat geld heeft hij niet, maar dan belt ineens Jitske weer op. Hij dwingt haar min of meer het geld (1500 gulden) te geven, want dan wil hij wel een keer in januari met haar praten. Voor de kerst 2001 komt Jitske langs met slechts een deel van het geld, maar ze belandt wel in het bed van de schrijver, die haar op een gewelddadige manier anaal verkracht. De volgende morgen kan hij zich nauwelijks iets herinneren, want de zelfgemaakte drank tast zijn geheugen behoorlijk aan. Intussen heeft Fanny in een nieuwe brief meegedeeld dat ze de rechtszaak voor haar kinderen heeft verloren en dat ze nu ondergedoken zit. Een beetje lafhartig spoort Iwan haard adres uit een van haar vorige brieven op en stuurt dit met sleutel en al naar de echtgenoot van Fanny. Die gaat onmiddellijk naar het adres toe en haalt zijn kinderen daar weg. Fanny schrijft in een brief dat ze Iwan een verrader vindt. Sylvie geeft aan dat ze graag met de kerst een aantal dagen bij hem wil logeren, omdat ze in Amsterdam voor de politie moet werken. Iwan gaat vlak voor de kerst op een avond weer naar Walter om zijn eigengemaakte jajem te drinken en wanneer hij dronken is en weggaat, komt hij Jitske op straat tegen. Als ze wat handtastelijk lijkt te worden, slaat hij haar neer en denkt dat hij haar gedood heeft. Wanneer hij naar zijn huis loopt, merkt hij dat er iemand in zijn huis is. Natuurlijk is het Fanny die op hem afkomt met de Indonesische kris in haar hand. Ze steekt hem in zijn zij en het lijkt erop dat het einde van Iwan nabij is. Gelukkig komt Silvie net op tijd om hem naar het ziekenhuis te laten brengen. Fanny wordt in het gevangenishospitaal opgenomen: ze heeft veel medicijnen ingenomen, maar zal het wel overleven. Wanneer Iwan op IC bijkomt, denkt hij dat hij zelf een moordenaar is, maar opeens staat Jitske in zijn ziekenhuiskamer met een bos rode rozen. Hij laat haar echter wegsturen, maar ziet nog wel dat ze behoorlijk toegetakeld is. Maar ze heeft het overleefd: hij is geen moordenaar en hij is bevrijd van zijn achtervolgster Fanny. Het nieuwe leven kan beginnen. Bovendien komen zijn beide kinderen van hun vakantieadres over om hem te bezoeken. Wanneer ze allemaal (zijn twee dochters Kim en Lucia, Sylvie (al 30 jaar een vriendin) en Madeleine (zijn ex-vrouw) op zijn IC-kamer staan, lijkt het toch ineens fout te gaan. Maar Sylvie weet hem te reanimeren en terug naar het leven te halen. Iwan (44 jaar oud) haalt het weer en kan helemaal opnieuw beginnen. Dat komt mooi uit, want het jaar 2002 lijkt voor hem te liggen. Een nieuwe roman (misschien over een stalker) ligt in het vooruitzicht. Recensies Marja Pruis in de De Groene Amsterdammer: Muziek maakt Dros zeker. Hij heeft een opvallende, eigen stijl, af en toe nogal plechtstatig en licht archaïsch, wat in deze roman een ironisch effect heeft. In zijn formele zinsbouw, zijn voorkeur voor onbekende woorden als 'sfincter' en 'reeuw', en zijn grappige neologismen als 'paranymfomane' en 'paalvast' vertoont Dros verwantschap met Thomas Rosenboom. Zijn materie is echter heel wat dagelijkser en seksueler; de combinatie van pseudo-deftige taal en banaal zuipen en neuken pakt erg gelukkig uit. (...) ik kreeg een beetje heimwee naar de vroegere AFTh. Niet dat die Dros had kunnen evenaren in de wijze waarop deze de onderwerping van een hond in gloeiende zinnen neerzet, maar juist omdat het zo'n genot is dit soort paalvast proza te lezen en je opeens beseft dat je dat nog maar weinig leest.' Daniëlle Serdijn in Het Parool:
'Dros overtuigt ons van de driehoeksverhouding tussen werkelijkheid en fictie én het schrijverschap. Niet zonder reden verwijst hij naar E du Perrons Het land van herkomst [...] en wat die driehoeksverhouding betreft laat Dros zich kennen als een volwaardig erfgenaam. Qua perversiteit en spanning [...] kan dit boek, zoals te lezen was in het eerdere deel van de roman, de vergelijking met publieksfilms als Cape fear, Sleeping with the enemy en Fatal attraction gemakkelijk doorstaan. Maar het mooiste aan deze roman is nu juist dat de schrijver een uitstekend midden heeft weten te vinden tussen het populaire gemak en het serieuzere spul.' Op 23 juni 2006 is Pieter Steinz in het NRC niet zo positief: Dromen van de bok, dat zijn titel ontleent aan de uitdrukking ?hij zal dromen van de bok' (er staat hem een bestraffing te wachten), wil heel veel tegelijk zijn, maar slaagt in weinig opzichten. Een goede thriller is het niet, daarvoor ligt het tempo te laag en is de plot te weinig verrassend. Als psychologische roman voldoet het louteringsverhaal van Iwan nauwelijks - al was het alleen maar omdat de ikfiguur (met al zijn karikaturale trekjes) nooit een mens van vlees en bloed wordt. En hoewel Dromen van de bok tal van smerige scènes bevat, van kinky sex tot uit de hand lopende gezondheidsproblemen, is het geen serieuze kandidaat voor de eretitel ?goorste boek van de Nederlandse literatuur'. Je moet van goeden huize komen (of liever: veel overtuigender en humoristischer vuilbekken) om Het grote baggerboek van Ilja Leonard Pfeijffer van de troon te stoten. Clara Strijbosch in de Volkskrant van 30 juni 2006: 'Nico Dros is geen schrijver die steeds hetzelfde kunstje vertoont. [...] Dromen van de bok is een kunstig spel met een onbetrouwbare verteller. Alleen de titel al doet vermoeden dat we Iwan Lautier niet hoeven te geloven op zijn - ongetwijfeld mooie - ogen. [...] Dros stuurt zijn personages in stevig, archaïsch aandoend proza met vaste hand naar een confrontatie. [...] Het is knap dat [hij] met een zo drabbig onderwerp zijn lezers weet te verleiden.' In BOEK wordt de roman in nummer 3 van jaargang 3 door de redactie besproken en gewaardeerd met 4 sterren. De conclusie van recensente Yvonne Brok is “Dromen van de bok “ gaat over en eenzame man die niet met vrouwen kan omgaan. Het boek is doorspekt met humor. De schrijver neemt je mee in de gedachtewereld van Lautier, en die wordt op het einde wat ongrijpbaar. Gezien al het voorafgaande is dat niet zo vreemd. Dros heeft met zijn derde boek bewezen een bijzondere auteur te zijn. Over de schrijver Nico Dros (Texel, 1956) studeerde geschiedenis in Amsterdam. Hij debuteerde in 1991 met de historische roman Noorderburen over de lotgevallen van een aristocraat die in de Franse tijd naar een vergeten dorp wordt verbannen. Het boek werd in 1992 genomineerd voor de AKO-Literatuurprijs. In 1994 volgde de verhalenbundel Familiezaken en in 1999 Ter hoogte van het Salsa-paviljoen, een roman over een groep van Texel afkomstige jongeren die begin jaren zeventig in Amsterdam een eigen migrantenkolonie sticht. In 2003 verscheen Het angstzweet der kolonialen, een bundel essays over Java gedurende de eeuwen van Nederlandse overheersing. In negen beschouwingen over historische en letterkundige onderwerpen brengt Nico Dros verschillende episoden uit dit bewogen tijdvak tot leven. Hij dringt daarbij diep door in de terra incognita van de Javaanse wereld. In het voorjaar van 2006 verschijnt van zijn hand de kwaadsappige roman “Dromen van de bok.”

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees