Lezen voor de literatuurlijst: een hulpmiddel
Nadat je een boek voor de literatuurlijst hebt gelezen, maak je aantekeningen. Maar hoe doe je dit nu precies? Wat zijn belangrijke zaken?
Dit document kan je hierbij helpen. We maken een driedeling: in eerste instantie geef je je leesbeleving weer, vervolgens maak je een analyse van het boek en uiteindelijk geef je een beoordeling.
TITEL: Dorst
AUTEUR: Esther Gerritsen
A) Leesbeleving
1
Geef weer wat er in je omging bij het lezen van dit boek en welke sfeer het boek bij je opriep. Bracht het je in een bepaalde, bijvoorbeeld vrolijke of droevige stemming? Zette het je aan het denken?
Een beetje een depressieve sfeer. Coco was erg ongelukkig en die moeder lag half dood te gaan. Ik werd niet echt vrolijk van het boek
2
Wat viel je op aan dit boek? Waren er elementen die je verrasten? Kon je het verhaal goed volgen, of waren er onduidelijkheden? Waren er dingen die je in verwarring brachten?
Het was raar dat er een personagewisseling was per hoofdstuk, want dit werd niet aangekondigd. De ik-persoon was ineens gewisseld van Coco naar haar moeder. Dat vond ik de eerste keer hel verwarrend, maar daarna snapte ik het weer.
3
Zijn er bepaalde passages en / of uitspraken van personages die je zijn opgevallen? Noteer ze en licht ze toe.
“’Of je moet zeggen: het is heel belangrijk voor me dat je blijft.’ Coco zegt niets. Ze weet niet wanneer het belangrijk is. Het lijkt een joker, die je maar eenmaal mag inzetten. Ze bewaart ‘m.’ blz 19
“Ze heeft hem een jaar geleden ontmoet in de wasserette. […] Hij staarde naar het apparaat, zij staarde naar hem. Ze vroeg zich af of hij een piano had.” Blz 19
“’Hoe kan het toch,’ vraagt Coco, ‘dat mensen die zeggen voor je te willen zorgen tegen je schreeuwen?’”
“Ze zoekt naar een overtreffende trap van houden van, van houden van met hart en ziel, maar vindt alleen zijn naam.” Blz 127
B) Analyse van het boek
Inhoud en structuur
1
Wat voor een soort boek (genre) is het? Bijvoorbeeld: detective, historische roman, thriller, reisverhaal, etc.
Psychologische roman
2
Vanuit welke persoon of personen is het verhaal geschreven?
Door wiens ogen zie je de gebeurtenissen? Wat is het effect hiervan?
Coco en Elisabeth, haar moeder. Het effect is dat je de zaak van beide kanten belicht zien.
3
Is er een hoofdpersonage in het boek? Beschrijf het karakter.
Maakt hij een ontwikkeling door in het boek? Vind je dit een geloofwaardig personage?
Coco vond ik het meest uitgebreid in haar gedachtegang omschreven.
4
Welk personage boeide jou het meest? Waarom?
Coco, ik vond haar denkpatronen heel raar
5
Waar en wanneer speelt het verhaal zich af? Welke periode beslaat het boek ongeveer?
In Amsterdam. Moeder Elisabeth ontmoet Coco namelijk op de Overtoom in Amsterdam als ze de dochter wil vertellen dat ze kanker heeft. Ook de rest van het verhaal speelt zich af in Amsterdam. Voor een groot deel in het ouderlijk huis van Coco, waar ze na jaren weer bij haar moeder intrekt. Zelf struint ze nogal wat kroegen af (om mannen op te pikken) in het centrum van de hoofdstad. De tijd waarin het boek zich afspeelt is niet duidelijk, wel de moderne tijd.
6
Wordt het verhaal chronologisch verteld of maakt de auteur tijdssprongen?
Wat is het effect van deze manier van schrijven?
Het verhaal wordt vrijwel chronologisch verteld met hier en daar enkele kleine flashbacks (de vroege jeugd van Coco, o.a. het ongeluk in de serre). Hierdoor snap je goed hoe de relatie tussen Coco en haar moeder tot stand is gekomen.
7
Wat is het thema van het boek?
Moeder-dochterrelatie
8
Waarop slaat de titel van het boek?
“Dorst“ is een verwijzing naar de niet te stillen lusten van de dochter Coco: de lust naar eten (ze is te dik) , de lust om te drinken (ze is vaak dronken) en de lust naar seks (ze pakt af en toe mannen op in kroegen om ze seksueel te bevredigen).
Op pagina 57 komt de titel ook letterlijk in het verhaal voor. Het gaat om een dialoog tussen Coco en haar vriend Hans.
“Heb je al wat gedronken vandaag? Weet je hoeveel een mens zou moeten drinken." Hans staat op en gaat bij de counter om een glas water vragen. Hij geeft haar het glas aan. Coco ergert zich, maar krijgt dorst als ze het water ziet. Ze neemt het aan en drinkt het op.
“Je had dorst.”
“Ja”
“Voel je dat dan niet, als je dorst hebt? Hoe zit dat?
“Blijkbaar niet”, zegt Coco.
“Dat is vreemd.”
9
Vind je het boek spannend of saai? Hoe komt dat denk je?
Ik vond het geen spannend boek, er gebeurde niet zoveel behalve conversaties. Ik houd wel van een beetje meer actie.
10
Heb je iets van het boek geleerd? Wat?
Je moeder kan zomaar weg zijn.
11
Had je al eerder boeken over dit thema gelezen? Vond je dit boek mooier of minder mooi?
Nee
12
Denk je dat je nog een boek over hetzelfde thema wilt lezen?
Nee
13
Hoe loopt het boek af? Vond je dit een passend einde voor dit boek? Was het einde voorspelbaar of verrassend?
Een vreemd einde, dat ze door het serreraam wil breken nadat haar moeder is overleden. Ze kan duidelijk niet met haar emoties omgaan. Het paste wel bij de recht van het boek, want dat was ook raar.
Geef het boek, wat betreft de hierboven besproken elementen, een cijfer van 1 tot 10:
1 2 3 4 5 5,5 6 7 8 9 10
INHOUD EN WERKELIJKHEID
1
Is het een verhaal dat in de realiteit heeft plaatsgevonden of zou kunnen plaatsvinden?
Ja
2
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden