Boekverslag
Peper, R, Dooi, 1999
A. Structuurvragen:
1. De titelbeschrijving luidt als volgt: Dooi. Hij zit vast in het ijs en dat ijs moet gaan dooien, dat gebeurt nog niet. Maar hij is zelf ook een beetje stug en hij moet zelf dus ook ontdooien dat is eigenlijk de betekenis van de titel van het boek.
2. Samenvatting van de inhoud:
Ruben Saarloos, een vertaler van achtenvijftig jaar is op tweede kerstdag samen met zijn vrouw Ina en hun woonboot, de Harnasman, het IJsselmeer opgevaren om een nieuwe motor te testen. Ze leggen aan bij een klein verlaten eilandje, met de bedoeling daar een of twee nachten te blijven. Ze worden hier door strenge vorst overvallen en komen niet meer van het eiland weg. Zijn vrouw vertrekt wegens werkverplichtingen van de boot, voordat de dooi is ingevallen. Hijzelf blijft alleen achter op het schip omdat Ruben bang is dat zijn schip door het kruien van het ijs zal zinken. Bovendien wil hij niet bij anderen logeren. In volstrekte eenzaamheid brengt hij hier zijn dagen door. Ruben heeft nauwelijks contact met de buitenwereld. Hij brengt de tijd door met het verkennen van het eiland en het vertalen van een vissenboek. Zijn eenzaamheid stelt hem in staat om zich op dit vissenboek te concentreren. Het boek wat Ruben aan het vertalen is gaat over vissen. Onder andere over de Coelacanth. Dat wekt bij hem herinneringen op aan zijn vader. 's Nachts droomt hij over zijn vader. Zijn vader heeft zijn hele leven gewijd aan een vergeefse onderneming: het vinden van een coelacanth, een raadselachtige vis. Door deze onderneming heeft Ruben's vader zijn gezin verwaarloosd. Bovendien heeft het overlijden van zijn nichtje Mady hem diep getroffen. Ruben heeft hiervan geleerd zich te pantseren tegen wat het leven tegen je kan doen. Hij wantrouwt mensen en hij is mensenschuw. Slechts zijn boot de Harnasman bemint hij nog met hartstocht. Hij heeft een saai en prikkeloos bestaan. Hij is een harnasman geworden. Door de afzondering op het ijs kan hij eens ernstig over zichzelf en zijn leven nadenken. Als de dooi invalt krijgt Ruben steeds meer last van eenzaamheid. Hij kan zich niet meer concentreren op zijn boek. Bovendien komen er geen schaatsers meer in de buurt van zijn boot en hij wordt ook niet meer bevoorraad. Met wassen nam Ruben het ook niet zo nauw. Voor wie zou hij het doen? Dan komt de dood hem opzoeken. Aangekondigd door opdringerige aanwezigheid van kraaien, Vlaamse gaaien en dode konijnen. Bovendien is er telefoon voor meneer Omshof (Bargoens voor dood), die zich op zijn boot zou bevinden en hij ziet een spookschip. Dan komt de dood op schaatsen. Juist nu er door geen mens meer geschaatst wordt, duikt er een schaatsster op. Het blijkt hier om een roodharig meisje te gaan dat in Amsterdam het verband onderzoekt tussen prikkels en de ziekte van Alzheimer. Het valt Ruben op dat zij luchtig gekleed is en dat zij er smal en bleek uitziet. Hij vindt het vreemd dat zij het niet koud heeft. Deze roodharige schaatsster brengt weer kleur in het leven van Ruben, zij ontdooit de harnasman. De schaatsster belooft de volgende dag terug te komen. Zij zal dan ook de door hem gewenste sigaren meebrengen. Deze schaatsster bezoekt Ruben drie keer. Het leven is voor hem nu best aangenaam. Bij de tweede ontmoeting leest hij in de schaatsen van de schaatsster de naam Bente Nerwanen. Hij vermoedt dat zij zo heet. Op de derde dag neemt zij hem lucifers mee en de Daily Mirror. In de Daily Mirror staat een artikel over de Coelacanth. Bovendien bedrijven ze tijdens deze derde ontmoeting de liefde. Na deze drie ontmoetingen wordt het ijs rondom de harnasman door de kustwacht doorbroken. Iedereen is enthousiast dat Ruben door de kustwacht ontzet wordt, behalve Ruben, hij beseft dat hij Bente voorlopig niet meer zal zien. Terug in de bewoonde wereld start Ruben een zoektocht naar Bente, net zoals zijn vader dat bij de Coelacanth deed. Bij de VU, waar Bente werkzaam zou zijn, vertellen ze Ruben dat Bente al bijna een jaar dood is. Ruben bezoekt voorts het graf van Bente. Hij beseft dat hij Bente nooit meer zal zien en hij staakt zijn zoektocht. Op het einde van het verhaal heeft Ruben een dialoog met de dood die Ruben komt halen. Dankzij Bente heeft Ruben zijn jeugdtrauma's verwerkt en is hij weer een mens geworden. Ruben is klaar voor de dood. Hij is rijp om te sterven, want hij heeft vrede met zijn leven. Hij vindt het best dat de dood spoedig zal komen. Ruben koopt uiteindelijk nog een antieke scheepslantaarn. Hij ziet dus weer licht in de Duisternis. Misschien heeft Bente hem toch nog de kracht gegeven om verder te leven. In als hij zal sterven, dan sterft Ruben tenminste met vrede.
Verdieping:
3. Tijd: Het verhaal is geschreven in een chronologische volgorde en loopt van het begin tot het einde. Het loopt vanaf het begin tot het einde in chronologische volgorde, maar er komen wel wat flashbacks in voor.
Er worden wel wat vertragingen afgespeeld, bijvoorbeeld dat hij op het eiland zit, daar gaat een hele tijd overheen, dat duurt heel lang voordat dat goed is verteld.
Hij zit ongeveer een maand tot anderhalve maand vast bij het eiland, dus het verhaal wordt eigenlijk vrij snel verteld.
4. De hoofdpersoon is Ruben Saarloos, hij is een beetje een eenzame en rare man hij is een beetje teruggetrokken en is vrij afstandelijk en nors. Hij ontmoet niet veel mensen op dat eiland, dus hij wordt steeds eenzamer en norser. Hij is een beetje een lelijke man, hij heeft een stoppelbaard en zegt zelf dat hij een rimpelig hoofd heeft. Hij houdt ook niet echt van het leven.
De bijpersonen zijn:
Ina de vrouw van Ruben. Ina is een vrolijke vrouw die erg van het leven geniet, ze heeft veel vertrouwen in de mens en is een secretaresse bij een kantoor. Ze houdt van leuke dingen doen en houd veel van Ruben.
Bente, ze is een schaatser die langs komt bij Ruben als hij op het eiland zit, zij is een mysterieus en mooi meisje ze heeft lang, rood en dun haar. Ze heeft ook sproeten en kan heel goed schaatsen. Ze is een lief meisje, maar laat weinig over zichzelf los.
Bram Saarloos is de vader van Ruben, hij heeft Ruben en zijn moeder verlaten toen hij nog klein was. Zijn vader liet hun achter om achter de vis de Coelancant aan te gaan.
Moeder van Ruben, ze was een vrouw die Ruben verwaarloosde nadat zijn vader hen had verlaten. Ze keerde zich daarna terug in haar godsdienst en liet Ruben aan zijn lot over.
5. Het perspectief is vanuit het hij/zij perspectief geschreven. Het wordt verteld en Ruben zelf zegt niet echt iets, hij denkt vanuit hij en niet vanuit ik. Er zit geen wisselend perspectief in.
6. Thema: Ik vind het thema van het boek liefde, dood en eenzaamheid.
Doordat Ruben alleen zit op het eiland heeft hij niemand om zich heen en is hij heel erg eenzaam. Hij houd veel van Ina, maar op een dag komt er een meisje langs op het eiland en daar wordt hij eigenlijk verliefd op, hij maakt veel met haar mee hij doet het ook met haar en eigenlijk kan hij niet meer zonder haar. Als hij op een dag weer weg wordt gehaald uit het ijs kan hij haar niet meer zien en gaat hij op zoek naar haar. Het blijkt dat zij allang dood is en Ruben snapt er niks van, als hij op een avond alleen zit te denken komt de dood naar hem toe en die wacht op hem hij zegt: ‘het is lullig voor Ina maar het moet maar Ina redt zich wel ze is een sterke vrouw de dood is hier.’ Dat geeft aan dat er dus ook dingen over de dood in komen omdat hij ‘dood’ gaat en Bente blijkt al dood te zijn.
7. De ruimte: hij ligt met zijn boot bij het IJsselmeer en het is er koud, hij ligt vast in het ijs en kan dus nergens heen. Als het ijs op een gegeven moment wel gaat smelten wordt het al warmer en dan speelt het zich weer af aan land. Hij is blij dat hij weer aan land is, maar ook helemaal niet, hij wou namelijk Bente nog zien.
Als hij later probeert Bente op te zoeken gaat hij naar Nibbixwoud, dat is waar ze zou wonen, hij probeert haar daar op te zoeken en komt op het kerkhof terecht. Hij weet dus dat hij Bente nooit meer zal zien. Als hij weer thuis is speelt het af op de boot waar Ina samen met hem gaat eten, ze zitten samen op de bank en hij is weer thuis, de sfeer is hier wel knus, maar toen hij alleen op het eiland zat was de sfeer eenzaam en koel.
Peper, R, Dooi, 1999
A. Structuurvragen:
1. De titelbeschrijving luidt als volgt: Dooi. Hij zit vast in het ijs en dat ijs moet gaan dooien, dat gebeurt nog niet. Maar hij is zelf ook een beetje stug en hij moet zelf dus ook ontdooien dat is eigenlijk de betekenis van de titel van het boek.
2. Samenvatting van de inhoud:
Ruben Saarloos, een vertaler van achtenvijftig jaar is op tweede kerstdag samen met zijn vrouw Ina en hun woonboot, de Harnasman, het IJsselmeer opgevaren om een nieuwe motor te testen. Ze leggen aan bij een klein verlaten eilandje, met de bedoeling daar een of twee nachten te blijven. Ze worden hier door strenge vorst overvallen en komen niet meer van het eiland weg. Zijn vrouw vertrekt wegens werkverplichtingen van de boot, voordat de dooi is ingevallen. Hijzelf blijft alleen achter op het schip omdat Ruben bang is dat zijn schip door het kruien van het ijs zal zinken. Bovendien wil hij niet bij anderen logeren. In volstrekte eenzaamheid brengt hij hier zijn dagen door. Ruben heeft nauwelijks contact met de buitenwereld. Hij brengt de tijd door met het verkennen van het eiland en het vertalen van een vissenboek. Zijn eenzaamheid stelt hem in staat om zich op dit vissenboek te concentreren. Het boek wat Ruben aan het vertalen is gaat over vissen. Onder andere over de Coelacanth. Dat wekt bij hem herinneringen op aan zijn vader. 's Nachts droomt hij over zijn vader. Zijn vader heeft zijn hele leven gewijd aan een vergeefse onderneming: het vinden van een coelacanth, een raadselachtige vis. Door deze onderneming heeft Ruben's vader zijn gezin verwaarloosd. Bovendien heeft het overlijden van zijn nichtje Mady hem diep getroffen. Ruben heeft hiervan geleerd zich te pantseren tegen wat het leven tegen je kan doen. Hij wantrouwt mensen en hij is mensenschuw. Slechts zijn boot de Harnasman bemint hij nog met hartstocht. Hij heeft een saai en prikkeloos bestaan. Hij is een harnasman geworden. Door de afzondering op het ijs kan hij eens ernstig over zichzelf en zijn leven nadenken. Als de dooi invalt krijgt Ruben steeds meer last van eenzaamheid. Hij kan zich niet meer concentreren op zijn boek. Bovendien komen er geen schaatsers meer in de buurt van zijn boot en hij wordt ook niet meer bevoorraad. Met wassen nam Ruben het ook niet zo nauw. Voor wie zou hij het doen? Dan komt de dood hem opzoeken. Aangekondigd door opdringerige aanwezigheid van kraaien, Vlaamse gaaien en dode konijnen. Bovendien is er telefoon voor meneer Omshof (Bargoens voor dood), die zich op zijn boot zou bevinden en hij ziet een spookschip. Dan komt de dood op schaatsen. Juist nu er door geen mens meer geschaatst wordt, duikt er een schaatsster op. Het blijkt hier om een roodharig meisje te gaan dat in Amsterdam het verband onderzoekt tussen prikkels en de ziekte van Alzheimer. Het valt Ruben op dat zij luchtig gekleed is en dat zij er smal en bleek uitziet. Hij vindt het vreemd dat zij het niet koud heeft. Deze roodharige schaatsster brengt weer kleur in het leven van Ruben, zij ontdooit de harnasman. De schaatsster belooft de volgende dag terug te komen. Zij zal dan ook de door hem gewenste sigaren meebrengen. Deze schaatsster bezoekt Ruben drie keer. Het leven is voor hem nu best aangenaam. Bij de tweede ontmoeting leest hij in de schaatsen van de schaatsster de naam Bente Nerwanen. Hij vermoedt dat zij zo heet. Op de derde dag neemt zij hem lucifers mee en de Daily Mirror. In de Daily Mirror staat een artikel over de Coelacanth. Bovendien bedrijven ze tijdens deze derde ontmoeting de liefde. Na deze drie ontmoetingen wordt het ijs rondom de harnasman door de kustwacht doorbroken. Iedereen is enthousiast dat Ruben door de kustwacht ontzet wordt, behalve Ruben, hij beseft dat hij Bente voorlopig niet meer zal zien. Terug in de bewoonde wereld start Ruben een zoektocht naar Bente, net zoals zijn vader dat bij de Coelacanth deed. Bij de VU, waar Bente werkzaam zou zijn, vertellen ze Ruben dat Bente al bijna een jaar dood is. Ruben bezoekt voorts het graf van Bente. Hij beseft dat hij Bente nooit meer zal zien en hij staakt zijn zoektocht. Op het einde van het verhaal heeft Ruben een dialoog met de dood die Ruben komt halen. Dankzij Bente heeft Ruben zijn jeugdtrauma's verwerkt en is hij weer een mens geworden. Ruben is klaar voor de dood. Hij is rijp om te sterven, want hij heeft vrede met zijn leven. Hij vindt het best dat de dood spoedig zal komen. Ruben koopt uiteindelijk nog een antieke scheepslantaarn. Hij ziet dus weer licht in de Duisternis. Misschien heeft Bente hem toch nog de kracht gegeven om verder te leven. In als hij zal sterven, dan sterft Ruben tenminste met vrede.
Verdieping:
3. Tijd: Het verhaal is geschreven in een chronologische volgorde en loopt van het begin tot het einde. Het loopt vanaf het begin tot het einde in chronologische volgorde, maar er komen wel wat flashbacks in voor.
Hij zit ongeveer een maand tot anderhalve maand vast bij het eiland, dus het verhaal wordt eigenlijk vrij snel verteld.
4. De hoofdpersoon is Ruben Saarloos, hij is een beetje een eenzame en rare man hij is een beetje teruggetrokken en is vrij afstandelijk en nors. Hij ontmoet niet veel mensen op dat eiland, dus hij wordt steeds eenzamer en norser. Hij is een beetje een lelijke man, hij heeft een stoppelbaard en zegt zelf dat hij een rimpelig hoofd heeft. Hij houdt ook niet echt van het leven.
De bijpersonen zijn:
Ina de vrouw van Ruben. Ina is een vrolijke vrouw die erg van het leven geniet, ze heeft veel vertrouwen in de mens en is een secretaresse bij een kantoor. Ze houdt van leuke dingen doen en houd veel van Ruben.
Bente, ze is een schaatser die langs komt bij Ruben als hij op het eiland zit, zij is een mysterieus en mooi meisje ze heeft lang, rood en dun haar. Ze heeft ook sproeten en kan heel goed schaatsen. Ze is een lief meisje, maar laat weinig over zichzelf los.
Bram Saarloos is de vader van Ruben, hij heeft Ruben en zijn moeder verlaten toen hij nog klein was. Zijn vader liet hun achter om achter de vis de Coelancant aan te gaan.
Moeder van Ruben, ze was een vrouw die Ruben verwaarloosde nadat zijn vader hen had verlaten. Ze keerde zich daarna terug in haar godsdienst en liet Ruben aan zijn lot over.
5. Het perspectief is vanuit het hij/zij perspectief geschreven. Het wordt verteld en Ruben zelf zegt niet echt iets, hij denkt vanuit hij en niet vanuit ik. Er zit geen wisselend perspectief in.
6. Thema: Ik vind het thema van het boek liefde, dood en eenzaamheid.
7. De ruimte: hij ligt met zijn boot bij het IJsselmeer en het is er koud, hij ligt vast in het ijs en kan dus nergens heen. Als het ijs op een gegeven moment wel gaat smelten wordt het al warmer en dan speelt het zich weer af aan land. Hij is blij dat hij weer aan land is, maar ook helemaal niet, hij wou namelijk Bente nog zien.
Als hij later probeert Bente op te zoeken gaat hij naar Nibbixwoud, dat is waar ze zou wonen, hij probeert haar daar op te zoeken en komt op het kerkhof terecht. Hij weet dus dat hij Bente nooit meer zal zien. Als hij weer thuis is speelt het af op de boot waar Ina samen met hem gaat eten, ze zitten samen op de bank en hij is weer thuis, de sfeer is hier wel knus, maar toen hij alleen op het eiland zat was de sfeer eenzaam en koel.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden