Dooi door Rascha Peper

Beoordeling 4
Foto van een scholier
Boekcover Dooi
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 2031 woorden
  • 15 augustus 2006
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 4
6 keer beoordeeld

Boekcover Dooi
Shadow
Dooi door Rascha Peper
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A Beschrijving Boekgegevens: Schrijver: Rascha Peper
Titel: Dooi (Grote lijster) Druk: 1e
Uitgever: Wolters-Noordhof
Jaar: 2005
Plaats: ? Jaar 1e druk: 1999
Aantal bladzijden: 131 Genre: Het genre is ‘fictief roman’. Motto (of opdracht) In het boek is geen motto te vinden. Schrijver: Rascha Peper is het pseudoniem van Jenneke Strijland. Zij werd geboren op 1 januari 1949 in Driebergen. Ze studeerde Nederlands, met als hoofdvak Middelnederlandse literatuur en werkte enige tijd als lerares. In 1983 verhuisde ze naar Wenen vanwege het werk van haar partner, die in dienst was van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daar begon ze, omdat ze zich nogal eenzaam voelde en omdat ze ernstig ziek werd, serieus werk te maken van het schrijven. In die tijd ontstond de eerste versie van haar boek "Oesters". Na de publicatie van haar eerste verhalen in "Hollands maandblad
en "Tirade", zette ze zich aan het herschrijven van deze roman omdat ze "in alle valkuilen van een beginnend schrijver was getuind". Najaar 1999 verhuisde ze naar New York, waar haar man als diplomaat bij de VN werkzaam is. Rascha Peper streeft ernaar boeken te schrijven die vooral boeien door een meeslepend verhaal en hecht minder aan literaire vormexperimenten. Haar romans zijn leesboeken met een sterke plot, boeiende karakters en sfeervolle details. De thema’s van boeken komen vaak uit hedendaagse gebeurtenissen die zij in de krant tegen komt.
Indeling: Het boek is ingedeeld in 10 hoofdstukken. De hoofdstukken worden aangegeven met een Romeins getal. Veel alinea gebruik, weinig tot geen witregels. Samenvatting van de inhoud: Ruben Saarloos, een vertaler van achtenvijftig jaar is op tweede kerstdag samen met zijn vrouw Ina en hun woonboot, de Harnasman, het IJsselmeer opgevaren om een nieuwe motor te testen. Ze leggen aan bij een klein verlaten eilandje, met de bedoeling daar een of twee nachten te blijven. Ze worden hier door strenge vorst overvallen en komen niet meer van het eiland weg. Zijn vrouw vertrekt wegens werkverplichtingen van de boot, voordat de dooi is ingevallen. Hijzelf blijft alleen achter op het schip omdat Ruben bang is dat zijn schip door het kruien van het ijs zal zinken. Bovendien wil hij niet bij anderen logeren. In volstrekte eenzaamheid brengt hij hier zijn dagen door. Ruben heeft nauwelijks contact met de buitenwereld. Hij brengt de tijd door met het verkennen van het eiland en het vertalen van een vissenboek. Het boek wat Ruben aan het vertalen is gaat over vissen, onder andere over de Coelacanth. Dat wekt bij hem herinneringen op aan zijn vader. 's Nachts droomt hij over zijn vader. Zijn vader heeft zijn hele leven gewijd aan een vergeefse onderneming: het vinden van een Coelacanth, een raadselachtige vis. Door deze onderneming heeft Ruben's vader zijn gezin verwaarloosd. Bovendien heeft het overlijden van zijn nichtje Mady hem diep getroffen. Ruben heeft hiervan geleerd zich te beschermen tegen wat het leven tegen je kan doen. Hij wantrouwt mensen en hij is mensenschuw. Slechts zijn boot de Harnasman bemint hij nog met hartstocht. Hij heeft een saai en prikkelloos bestaan. Door de afzondering op het ijs kan hij eens ernstig over zichzelf en zijn leven nadenken. Als de dooi invalt krijgt Ruben steeds meer last van eenzaamheid. Hij kan zich niet meer concentreren op zijn boek. Bovendien komen er geen schaatsers meer in de buurt van zijn boot en hij wordt ook niet meer bevoorraad. Dan komt de dood hem opzoeken. Aangekondigd door opdringerige aanwezigheid van kraaien, Vlaamse gaaien en dode konijnen. Bovendien is er telefoon voor meneer Omshof (Bargoens voor dood), die zich op zijn boot zou bevinden en hij ziet een spookschip. Dan komt de dood op schaatsen. Juist nu er door geen mens meer geschaatst wordt, duikt er een schaatsster op. Het blijkt hier om een roodharig meisje te gaan dat in Amsterdam het verband onderzoekt tussen prikkels en de ziekte van Alzheimer. Het valt Ruben op dat zij luchtig gekleed is en dat zij er smal en bleek uitziet. Hij vindt het vreemd dat zij het niet koud heeft. Deze roodharige schaatsster brengt weer kleur in het leven van Ruben, zij ontdooit de harnasman. De schaatsster belooft de volgende dag terug te komen. Zij zal dan ook de door hem gewenste sigaren meebrengen. Deze schaatsster bezoekt Ruben drie keer. Het leven is voor hem nu best aangenaam. Bij de tweede ontmoeting leest hij in de schaatsen van de schaatsster de naam Bente Nerwanen. Hij vermoedt dat zij zo heet. Op de derde dag neemt zij hem lucifers mee en de Daily Mirror. In de Daily Mirror staat een artikel over de Coelacanth. Tijdens deze derde ontmoeting vrijen Bente en Ruben met erlkaar. Na deze drie ontmoetingen wordt het ijs rondom de harnasman door de kustwacht doorbroken. Iedereen is enthousiast dat Ruben door de kustwacht ontzet wordt, behalve Ruben, hij beseft dat hij Bente voorlopig niet meer zal zien. Terug in de bewoonde wereld start Ruben een zoektocht naar Bente, net zoals zijn vader dat bij de Coelacanth deed. Bij de VU, waar Bente werkzaam zou zijn, vertellen ze Ruben dat Bente al bijna een jaar dood is. Hij bezoekt dan het graf van Bente en beseft dat hij Bente nooit meer zal zien en hij staakt zijn zoektocht. Op het einde van het verhaal heeft Ruben een dialoog met de dood die hem komt halen. Dankzij Bente heeft Ruben zijn jeugdtrauma's verwerkt en is hij weer een mens geworden. Ruben is klaar voor de dood. Nu kan hij sterven, hij heeft er vrede met zijn leven. Hij vindt het best dat de dood spoedig zal komen. Ruben koopt uiteindelijk nog een antieke scheepslantaarn. Hij heeft dus waarschijnlijk weer hoop. Misschien heeft Bente hem toch nog de kracht gegeven om verder te leven. En als hij zal sterven, dan sterft Ruben in vrede. B Analyse Tijd: Het speelt zich in deze tijd af, omdat er ook al gewerkt wordt met computers en andere moderne apparatuur. Het hele verhaal neemt ongeveer 11 maanden in beslag. Het verhaal is chronologische verteld. Er zijn niet veel terugblikken in het verhaal opgenomen. Ook is het verhaal niet continu verteld. Plaats: Het verhaal speelt zich af op de boot 'De Harnasman' en op een eiland in het IJsselmeer. De ruimte speelt een redelijk grote rol in het verhaal omdat er allerlei onduidelijke dingen gebeuren op het eiland en de boot. Personen: Ruben Saarloos is het hoofdpersonage van dit boek. Zijn naam Ruben Saarloos betekent Ruben zonder Saar (geliefde). Hij houd alleen nog maar van zijn boot. Ruben Saarloos is achtenvijftig jaar en vertaler van beroep. Hij heeft weinig vertrouwen in mensen en is zelf een beetje mensen-schuw. Dit komt door de jeugdtrauma’s die hij heeft doordat zijn vader hem verlaat en Mandy overlijd. Hij wordt in de loop van het verhaal verliefd op Bente. Ina is de vrouw van Ruben. In tegenstelling tot Ruben is Ina levenslustig en heeft zij een groot vertrouwen in de mensheid. Ina werkt als secretaresse op een accountantskantoor
Mandy is het overleden nichtje van Ruben. Zij was eigenlijk het enige positieve uit zijn jeugd. Bente is een geheimzinnige schaatser die Ruben 3 keer komt opzoeken in de tijd dat hij vastgevroren zit met zijn boot. Ze vertelt weinig over zichzelf maar toch kom je veel over haar te weten. Ze is een Round character. Het lijkt alsof zij ‘uit de dood is opgestaan’ en Ruben dus wordt opgezocht door de dood. De vader van Ruben heeft Ruben en zijn moeder in de steek gelaten toen hij nog jong was. Hij ging naar het buitenland (waaronder Zuid-Afrika en Madagascar) om warmte te vinden en dat deed hij door op jacht te gaan naar de Coelacanth. De moeder van Ruben was ook niet erg geliefd bij haar zoon. Ook zij zocht troost, en deze vond ze in godsdienst. Ze komt weinig in het boek voor en maakt geen ontwikkeling door, ze is een flat character. meneer Omshof zou op de boot van Ruben moeten zijn. Ruben krijgt een telefoontje voor meteer Omshof. (Omfshof is dood in het Bargoens) Perspectief en verteller: Het vertellersperspectief is het personaal perspectief (hij-zijverteller). Het verhaal wordt in de hij-zijvorm verteld. In het boek Dooi krijgt de lezer een vrij goed beeld van het hoofdpersonage.
Verhaalconventie: Het is een ‘niet realistisch verhaal’. Stijl: In het verhaal worden soms korte - en soms lange zinnen gebruikt. Ook zijn er soms veel en soms weinig beschrijvingen. Verder zijn er weinig bijvoegelijke naamwoorden en weinig beeldspraak. C Bedoeling Verklaring van de titel: Dooi heeft in het verhaal twee betekenissen: * De dooi van het ijs waarin de boot van Ruben, vastligt. * De dooi van het "harnas" dat Ruben ten gevolge van jeugdtrauma’s heeft opgedaan. Verklaring van het motto: Het verhaal heeft geen motto. Motieven: Het leidmotief is ‘de dood’ het keert steeds terug in het verhaal en speelt een erg grote rol. Verder zijn er dingen die op het leidmotief wijzen: - Het nadrukkelijk aanwezig zijn van krassende kraaien. - Het spookschip dat Ruben in de verte ziet. - De aanwezigheid van Vlaamse gaaien. - Dode konijnen. - Bente, ze blijkt opgestaan te zijn uit de dood. - Het vroege sterven van Ruben's nichtje Mady. Thema: Het thema van dit verhaal is de dood.
Idee: De dood achtervolgd Ruben onbewust overal. Bovendien komt de dood hem opzoeken. Bente heeft Ruben geholpen om zijn jeugdtrauma’s te verwerken. D Beoordeling Beoordeling B: 6: De tijd waarin het afspeelt, het heden, vind ik persoonlijk niet zo geweldig. Ik hou meer van boeken die zich afspelen rond de 2e wereldoorlog of eerder. Jammer dat er geen flashbacks zijn gebruikt bij bijvoorbeeld dingen die hij verteld over zijn vader. Blz. 64 tot en met 69. 7: De plaats vind ik goed uitgekozen als je naar het motief kijkt. Op het eiland is de dood duidelijk aanwezig; blz. 39 ‘al vanaf het ochtendgloren was er kabaal op het eiland: een doordringend geschetter en gekras, dat hij eerst nog toeschreef aan de paar Vlaamse gaaien die er huisden, maar waarvan hij zich al snel realiseerde dat het kraaien moesten zijn. ‘ 8: Ik vind Ruben, de hoofdpersoon, een beetje vaag. Je leert de mensen in het boek onbewust steeds meer kennen, maar toch blijven het vreemden. 9: Het vertelperspectief is personaal. Het was misschien interessanter geweest als het vanuit de ik persoon was verteld. 10: Het is niet-realistisch omdat Bente niet kan zijn opgestaan uit de dood. Jammer dat de schrijver op deze manier de dood moet laten komen, en dat niet op een andere manier kan laten blijken. Het verhaal wordt op deze manier erg vaag. Bente zou misschien als een droom ervaren kunnen worden om het verhaal realistischer te maken. 11: De stijl is erg onduidelijk, alles word afgewisseld door lange en korte zinnen. De stijl is verder wel prettig om te lezen, je leest makkelijk door het boek heen. Beoordeling C: 12: De titel ‘Dooi’ vind ik erg mooi uitgekozen. Er zit echt een betekenis achter. De titel komt goed tot zijn recht. 13: Er is geen motto in het boek. 14: De motieven vind ik wel mooi uitgekozen. De meeste zijn erg subtiel, maar helaas niet allemaal. 15: Het thema, de dood, vind ik dus een beetje eng. Ik hoef niet perse een vrolijk boek te lezen, maar het thema is er wel erg dik boven op gelegd. Blz. 129 ‘plotseling had hij het gevoel dat er iemand in de openstaande deur naar het voordek was komen staan en hij wist meteen dat het de dood was. ‘ja, ik kom,’ zei hij zonder zich om te draaien. ‘Nou, je werkt sportief mee,’ zei de dood. ‘dat is prettig.’ ‘Vroeger heb ik je een keer geroepen,’ zei hij, ‘toen ik nog jong was, een jaar of achttien. Ik was wanhopig. Maar je kwam niet, en dat was maar goed ook, want als puntje bij paaltje was gekomen, was ik toch niet meegegaan.’ ‘ach, dat is altijd het zelfde liedje,’ zei de dood. ‘dat soort oproepen neem ik niet serieus.’ ‘en kan het zijn dat je een halfjaar geleden op het IJselmeer was? Toen heb je me bang gemaakt.’ ‘`t is mogelijk.’ ‘maar nu ben ik niet wanhopig en ook niet bang. Ik vind het best dat je komt. Het is alleen beroerd voor mijn vrouw.’ ‘ja,’ zei de dood ‘maar die red zich wel.’ 16: Het idee, de dood, weer hetzelfde als de voorgaande beoordelingen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dooi door Rascha Peper"