Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Dochter van Eva door Carry Slee

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
Boekcover Dochter van Eva
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3616 woorden
  • 23 oktober 2006
  • 29 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
29 keer beoordeeld

Boekcover Dochter van Eva
Shadow
Dochter van Eva door Carry Slee
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Dochter van Eva Auteur: Carry Slee Uitgeverij: Promotheus Jaar van uitgave: 2002 Motivatie boekkeuze: Van mijn tante kreeg ik ineens een boek aangegeven van Carry Slee. “Wil je hem hebben?” vroeg ze. En ja, natuurlijk wil ik wel een boek hebben van mijn favoriete schrijfster Carry! En dit was dus het boek “Dochter van Eva”. Dit is het vervolg op “Moederkruid”, maar die heb ik niet gelezen. Mijn moeder wel en daarom heeft zij mij de grote lijnen verteld. Eerste persoonlijke reactie: Een heel mooi boek. Heel aangrijpend. De hoofdpersoon in dit boek maakt van alles mee en je kan meekijken wat zij allemaal denkt. Maar ze is een beetje in de war, dus sommige dingen snap je niet goed van haar. Bij bijna elke aardige vrouw denkt ze dat dat haar nieuwe moeder wordt. En dan moet je toch meer schakelen. Maar echt heel mooi geschreven!
Samenvatting: Het boek begint ermee dat het meisje, haar ouders en haar zus Els net verhuisd zijn naar een betere buurt in Amsterdam. De vader behandelt het meisje altijd als een jongen. Hij had al een dochter, Els, dus moest hij ook een zoon hebben vond hij. Dat was dan de ikpersoon. Met haar kan hij voetballen en stoeien. Dat kan niet met Els, want zij is een meisje. Bij Els komt hij ’s avonds laat in bed liggen, helemaal tegen haar aan. En als Els zich gaat omkleden kijkt hij altijd met een rare blik naar haar. Zo kijkt hij nooit naar de ikpersoon, want dat is een jongen. Els heeft een vriendje, Freek. Als Els zich een keer voor de ogen van haar vader moet omkleden, komt Freek binnen. Hij schrikt van de blik in haar vaders ogen. Hij vertelt dit aan Els, en zij besluit om nooit meer zoiets voor haar vader te doen. Ze doet vanaf nu veel afstandelijker tegen hem. Als het meisje net als haar grote zus ongesteld is, gaat haar vader haar ineens als een meisje behandelen. Hij is ook boos, omdat hij nou geen zoon meer heeft. En het meisje wil ook helemaal geen meisje zijn, want ze wil papa’s jongen zijn! Nu moet ze ook nog naar een meisjesschool, bij de voorbeeldige Els. Maar zij gaat het heel anders aanpakken… Het meisje vindt haar moeder helemaal niet aardig en op een bepaald moment besluit ze om op zoek te gaan naar een andere moeder voor Els en zichzelf. Op de middelbare school ziet ze wel een paar aardige potentiële moeders: de lerares Frans, de gymlerares en de rectrix. Maar zij blijken allemaal toch niet geschikt te zijn. Op een bepaald punt krijgt het meisje last van pijn in haar zij en na een onderzoek in het ziekenhuis blijkt ze nierstenen te hebben. Niets ernstigs, maar ze moet wel goed verzorgd worden. Haar eigen moeder kan dat niet, die heeft het veel te druk met opruimen, boodschappen doen en naar kuuroorden gaan. Dus blijft het meisje alleen thuis uitzieken. Haar mentrix, mevrouw Klei, belt haar op om te vragen of alles goed gaat en ze vraagt ook of het meisje bij haar thuis wil uitzieken zodat ze niet zo alleen is. Natuurlijk wil het meisje dit, want thuis heeft ze het niet zo fijn. En van haar vader mocht het meteen. Eva Klei woont in een mooi huis, op zolder is een atelier waar het meisje mag slapen. Eva heeft ook een zoontje, Joris. het meisje past vaak op Joris. Op een dag aait Eva over Joris zijn hoofd en zegt: “Jij bent mijn lieve zoon.” En tegen het meisje zegt ze: “En jij bent mijn grote dochter.” Dit is het moment waarop het meisje had gewacht, en vanaf dat moment houdt ze heel veel van Eva. Eva vindt op een gegeven moment dat het meisje niet gelukkig is en stuurt haar naar een psycholoog. Het meisje vind dit eigenlijk niet zo nodig, maar omdat Eva het graag wil doet ze het toch maar. Nadat het meisje een tijd bij Eva heeft gewoond wil Eva dat ze ergens anders gaat wonen waar ze meer ruimte heeft voor zichzelf. Het meisje vind dit niet zo leuk. Els was ondertussen al getrouwd met Freek en daar kon het meisje wel op de zolder wonen. Als ze er een tijdje woont, krijgt ze ruzie met Freek over de afwas. Ze besluit weer ergens anders te gaan wonen. Eerst kijkt ze of ze bij haar ouders kan wonen. “Dat kan niet meer, want ik heb nu een heerlijke slaapkamer voor mezelf. Die laat ik me door niemand afnemen,” zei moeder. Ze kan een kamer huren bij Carla, een vriendin van Eva. Die kamer neemt ze, hoewel het erg gehorig is en ’s winters erg koud. Het meisje heeft, toen ze bij Eva woonde, een Fins meisje leren kennen, Örsa. Dat Finse meisje komt in haar nieuwe kamer kijken. Ze zoenen en zitten aan elkaar. Carry weet niet wat voor een gevoelens ze heeft. Sinds ze Örsa had leren kennen, stond ze uren voor de spiegel. Ze begint zichzelf eindelijk mooi te vinden. Ze voelt zich een meisje. De jongen is er uit. Het eindexamen begint al bijna en ze raakt een beetje in paniek omdat ze nog niks heeft geleerd. Door juffrouw Bont begint ze te denken dat ze helemaal niets hoeft te leren, want alle stof wordt toch herhaald. Maar ze zakt voor haar diploma. Ze vindt dit op zich nog niet zo erg, maar ze is vooral treurig omdat ze zich verraden voelt door juffrouw Bont. Ze besluit op reis te gaan naar Avignon, waar ze met Örsa heeft afgesproken. Daar heeft Eva samen met de ouders van Örsa een huisje. In Avignon geeft Örsa haar een liefdesverklaring maar het meisje heeft niet helemaal dezelfde gevoelens voor haar. Dit heeft tot gevolg dat Örsa haar niet meer wenst te zien. Ze moet meteen weer terug naar huis. Het meisje gaat vervolgens naar Eva toe, die op dat moment ook in Avignon is, om met haar te praten. Maar als ze bij het huisje is, vraagt Eva wat ze komt doen. Deze plek is namelijk voor Eva alleen en dat wil ze zo houden. Het meisje gaat weer, hevig teleurgesteld, naar huis. Ze snapte dat ze niet langer meer de dochter van Eva was. Als ze na een brommerongeluk in het ziekenhuis ligt en nadenkt komt ze tot de conclusie dat ze al een moeder heeft, ondanks dat deze niet voor haar zorgt. Het is haar moeder. Personages: Het boek gaat verder waar het boek Moederkruid ongeveer geëindigd is. Het boek begint ongeveer als het meisje een jaar of 11/12 is. De ikpersoon is duidelijk een karakter, je komt zoveel over haar te weten dat ze bijna een echt persoon lijkt. Al haar gevoelens en gedachten worden beschreven. De rest van de personages zijn allemaal types. Je leert ze eigenlijk niet zo goed kennen omdat je ze alleen maar ziet zoals het meisje ze ziet. Ze is in het begin echt heel jongensachtig. Dit komt doordat zij nog continue door haar vader wordt behandeld alsof zij een jongen is, omdat hij liever een zoon had gehad. Op het moment dat zij ongesteld wordt voor de eerste keer houd dit ineens op: “ “Nou breekt mijn klomp!” zei papa. “Je bent dus toch een meid. Je hebt me al die tijd in de maling genomen! Als je dan toch een meisje bent, wordt het tijd dat je je eens als een meisje gaat gedragen. Vind je dat zelf ook niet?” Ik wilde roepen dat papa een verrader was. Maar hij lachte en ik wist dat papa nog veel harder kon lachen en dat het dan allemaal nog erger werd.” De manier waarop haar ouders met haar omgingen zorgde er echt voor dat zij in de war raakte. Nadat zij ongesteld was geworden wilde haar vader ook ineens dat ze naar het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes zou gaan terwijl hij eerst had gezegd dat dit niks voor haar was, omdat ze veel te jongensachtig was. Op dit moment komt ze er echt achter dat ze beter maar niet naar haar vader kan luisteren. Ze wist al dat ze beter niet naar haar moeder kon luisteren, die in dit boek nog net zo onuitstaanbaar is als in Moederkruid. Ze overdrijft altijd vreselijk, en ze ziet dingen die er niet zijn. De enige persoon die ze nog kan begrijpen en vertrouwen is vanaf dat moment haar zus Els. Met Els voelt ze een soort bondgenootschap. Ze heeft het gevoel dat ze samen tegenover hun ouders staan. Nadat ze deze conclusie voor zichzelf getrokken heeft gaat ze op zoek naar een nieuwe moeder voor hun. Later gaat Els met Freek trouwen. Het meisje en Freek kunnen het op zich niet zo supergoed met elkaar vinden. Het meisje begrijpt wel dat Els nu voortaan bij Freek hoort en niet langer bij haar. Dit maakt van Els, die eerst een helper was, een neutraal persoon. In eerste instantie keek ze er wel tegenop om naar haar nieuwe school te gaan, maar toen ze zich realiseerde dat ze op haar nieuwe school misschien een nieuwe moeder voor Els en zichzelf kon vinden, vond ze het niet meer zo erg. Op het moment dat ze op haar nieuwe school terecht komt probeert ze zich onwijs stoer te gedragen. Ze doet bijna niks aan school, spijbelt regelmatig, misdraagt zich vaak tijdens de lessen en rookt. Dit doet ze om anders dan de anderen te zijn, om op te vallen. En degene die het zou accepteren, zou een goede moeder zijn. Vooral de oude rectrix, juffrouw Bont, ziet ze het hele boek door als een kandidaat-moeder. Eigenlijk weet ze zich niet zo goed raad met haar innerlijke gevoelens. Door haar verwardheid fantaseert ze steeds over de jongen in haar die met het meisje in haar vrijt. “De jongen in mij ging steeds meer van mij houden. Hij wilde met mij vrijen. Dat was fijn, maar ik was ook bang dat ik betrapt zou worden en dat ze erachter kwamen dat ik mij tegelijk een jongen en een meisje voelde. En dat ze zeker wisten dat zoiets nooit kon bestaan en dat ze zouden denken dat ik gek was. Dan zag ik mezelf voor me, in het gekkenhuis met mijn handen vastgebonden en helemaal naakt zodat ik goed kon zien dat ik alleen maar een meisje was.” Het meisje ziet verschillende bijfiguren uit het boek in eerste instantie als helpers, maar naarmate het verhaal verder gaat ziet ze ze meer als tegenstanders. Een mooi voorbeeld hiervan is juffrouw Bont, de rectrix van de school. Het hele boek door ziet ze haar als een potentiële moeder. Ze kijkt tegen haar op en ze gelooft dat juffrouw Bont haar werkelijk wil als dochter. Tegen het einde van het boek klopt het meisje bij juffrouw Bont aan voor hulp met haar eindexamen. Deze helpt haar maar evengoed zakt ze voor haar eindexamen. Dit heeft tot gevolg dat ze zich verraden voelt door juffrouw Bont: “Ze duwden me een natte theedoek in mijn gezicht om me te kalmeren. Maar ik huilde niet alleen omdat ik geen diploma kreeg. Het ging mij erom dat ik zo stom was geweest om haar te vertrouwen. Juffrouw Bont moet het ineens hebben bedacht toen ik haar zijkamertje voor de tweede keer had afgewezen. Ze had revanche genomen en haar macht misbruikt.” Hetzelfde gebeurde ook met Eva. Eva had het meisje een tijd in huis genomen om voor haar te zorgen. De ikpersoon voelde zich erg thuis bij Eva en haar zoontje Joris en Eva gaf het meisje ook het gevoel alsof ze haar grote dochter was. Het meisje was echt trots op het feit dat ze bij Eva in mocht wonen en ze had echt het gevoel dat ze erbij hoorde: “Eigenlijk wilde ik er de hele dag over praten, maar ik had het nog aan niemand verteld. Ik durfde nog niet toe te geven hoe gelukkig ik was als we met ons drietjes thuis waren. Dat ik met plezier mijn huiswerk maakte, omdat Eva het zo belangrijk vond dat ik overging.” Na een tijdje wil Eva dat het meisje ergens anders gaat wonen omdat ze vindt dat het meisje ruimte voor zichzelf nodig heeft. Het meisje vindt het namelijk ook niet fijn als er steeds cursisten binnenlopen en in het atelier hun ding doen. Ze wil geen andere mensen bij hun drieën! Aan het eind van het boek doet Eva heel anders tegen het meisje. Ze beschouwd haar niet langer als grote dochter en dit is voor het meisje een grote klap. Op het allerlaatst komt het meisje tot de conclusie dat ze eigenlijk helemaal geen moeder hoeft te zoeken, want ze heeft al een moeder, ondanks dat deze niet voor haar kan zorgen als een moeder. En dat is haar eigen, gekke, moeder. “Nog nooit was iets met zoveel geweld tot me doorgedrongen. Het besef was er plotseling, het besef dat ik wel iemands dochter was. Van de schok begon ik te trillen en tegelijkertijd moest ik huilen omdat ik de dochter was van iemand die niet naar me kwam kijken. Toen de ergste schrik voorbij was zei ik het heel zachtjes tegen mezelf. En iedere keer dat ik het zei werd het iets minder eng en bracht het ook rust, want ik hoefde niet meer te zoeken. Totdat ik het hardop durfde te zeggen. Want ook al kon mama geen moeder zijn: ik was haar dochter.” Thematiek: Het thema van het boek is: Het gemis aan ouderlijke zorg leid tot grote verwarring in de puberteit. De ouders van het meisje zorgen totaal niet goed voor haar. De moeder is alleen maar geïnteresseerd in zichzelf en in haar eigen problemen. De moeder overdrijft alles vreselijk, heeft smetvrees en heeft altijd gelijk. Ze denkt ook constant dat haar man vreemd gaat en dat iedereen van haar af wil. De vader is ook maar een raar figuur, want die doet alsof het meisje een zoon is i.p.v. een dochter. Als ze eenmaal ongesteld is geworden houd dit ineens op. Dit is uiteraard erg verwarrend voor een meisje in de puberteit. Dat het meisje het erg moeilijk heeft doordat zij gewoon een stuk zorg van haar ouders mist, blijkt in het hele boek. Alleen al het feit dat het meisje serieus op zoek gaat naar een nieuwe moeder. Het meisje denkt steeds dat als ze aandacht krijgt van een vrouw dat deze haar graag als dochter wil. Hierdoor komt ze vaak voor een teleurstelling te staan. Tijd: De vertelde tijd van het boek is ongeveer 6 jaar. Het begint als het meisje een jaar of 11/12 is en eindigt vlak na haar eindexamen. Het boek telt 222 bladzijden. De verteltijd is korter dan de vertelde tijd. Er komen in het verhaal niet echt terug en vooruitwijzingen voor. De enige keren dat er sprake is van een flashback is als het meisje een stukje verderop in het verhaal terugblikt op een vakantie in Zwitserland die aan het begin van het verhaal heeft plaatsvonden. En als het meisje terugdenkt aan de keer dat ze “vies had gedaan” met het broertje van Ada, toen ze nog in haar vorige straat woonde. Doordat in het boek de vertelde tijd aardig lang is, zijn er uiteraard veel tijdssprongen. Vooral van de 2e klas naar de 5e klas. Ineens zit ze daar. Maar dat betekent dat alles gewoon hetzelfde bleef, daarin gebeurd dan eigenlijk niks bijzonders. De korte hoofdstukjes in het boek zijn eigenlijk telkens korte momentopnames die elkaar opvolgen en een groot verhaal maken. Het verhaal speelt zich af in de laatste helft van de vorige eeuw. Wanneer precies is niet echt duidelijk, maar ik denk voornamelijk in de jaren ‘50 en ‘60. De ouders van het meisje zijn aan het eind van de oorlog getrouwd (blijkt uit Moederkruid) en ik denk dat ze niet veel later kinderen hebben gekregen. Ruimte: Doordat in het boek de gevoelens van het meisje centraal staan wordt er niet echt heel uitvoerig verteld over de ruimtes waar dingen plaatsvinden. Maar op sommige plekken voelt het meisje zich meer thuis dan de andere. De verschillende plekken waar het verhaal zich afspeelt zijn:
Thuis: Het huis moet altijd brandschoon zijn en blijven omdat de moeder erg vatbaar is voor alle bacteriën. Er mogen nooit andere kinderen komen spelen omdat de moeder bang is dat ze het huis vies maken. Verder moeten de ikpersoon en haar zus zich altijd wassen als ze thuiskomen omdat hun moeder niet wil dat het huis vies wordt. School: De school wordt eigenlijk totaal niet beschreven. Het meisje moet dikwijls bij de rectrix komen omdat ze continue spijbelt. Verder hangt het meisje veel rond op het schoolplein om te roken. Eva’s huis: Citaat waaruit blijkt hoe Eva’s huis er ongeveer uit zag: “ ‘Zeg maar Eva,’ zei ze. ‘Iedereen noemt me Eva. Mevrouw is zo afstandelijk.’ Ze had gelijk, in haar huis hoorde helemaal geen mevrouw. Er stond geen bankstel waar een mevrouw op hoorde te zitten. Alleen een oude fauteuil die hier en daar kapot was. En een ronde tafel met een paar stoelen eromheen. Er was geen televisie waar een mevrouw ’s avonds voor zat. De muren waren niet bekleed met behang dat door een mevrouw was uitgezocht, maar geverfd in een warme oranjetint die Eva zelf had gemengd. Op de grond lag geen tapijt dat een mevrouw kon stofzuigen, maar zwart-wit geblokt zeil, dat Eva elke avond veegde. Ik sliep boven in het atelier op een dun matrasje op de grond. Maar elke morgen werd ik met een gelukkig gevoel wakker.” Het meisje voelt zich hier erg thuis. Ze vindt de sfeer in het huis denk ik juist zo prettig omdat ze het thuis zo vlekkeloos en perfect gewend is. Huis van Els en Freek: Kleine vervallen ruimte op zolder waar het meisje samen met Freek een kamer van had gemaakt. Het was hier ’s nachts zo ontzettend stil dat ze niet eens meer wist of ze nog leefde. Dikwijls ging ze ook met opzet heel langzaam richting huis rijden omdat ze het er zo akelig stil vond. Ze voelde zich dus eigenlijk niet zo thuis in het huis van Els en Freek. Zolderkamer: Kleine ruimte die voorheen fungeerde als kolenhok. Ze moest eerst drie trappen op voordat ze er was. Verder wordt er niet veel over gezegd. Het stelt gewoon niet veel voor. Maar het is haar kamer en ze voelt zich er wel thuis. Perspectief
Er is sprake van een ik-vertelsituatie. Je ziet het hele verhaal door de ogen van de hoofdpersoon. Je leert als lezer alles kennen door de ogen van het meisje waar het verhaal om draait. Er wordt dus geen objectieve informatie gegeven van dingen. Ook kun je duidelijk zien dat er sprake is van een ik-vertelsituatie doordat je alle gedachten en gevoelens van het meisje komt te weten. Je leeft helemaal met haar mee. Van bijpersonen als bijvoorbeeld juffrouw Bont en Eva kom je alleen te weten wat het meisje denkt en weet.
Structuur: In het boek Dochter van Eva is er sprake van een logische-chronologische volgorde. De gebeurtenissen worden verteld in de volgorde waarin ze plaatsvinden. Het motorische moment in het verhaal is eigenlijk het moment waarop het meisje zich realiseert dat ze haar ouders niet serieus kan nemen. Op dit moment besluit ze een nieuwe moeder te gaan zoeken. Deze zoektocht loopt als een rode draad door het boek heen. Er zijn verschillende dieptepunten in het verhaal, waarbij het meisje zwaar teleurgesteld word door gebeurtenissen. Aan het eind van het boek (de ontknoping), na de zoveelste teleurstelling, komt het meisje erachter dat het zoeken van een nieuwe moeder eigenlijk helemaal niet nodig was. Er is sprake van een hechte structuur. Alle dingen die de hoofdpersoon meemaakt staan met elkaar in verband. Alle problemen die het meisje tegenkomt zijn eigenlijk te wijten aan het feit dat ze zo’n gebrekkige opvoeding heeft gehad. Ondanks dat het boek dus bestaat uit korte hoofdstukjes die telkens momenten beschrijven is er dus toch een hechte structuur te vinden. Het boek is verdeeld in 4 delen: Het eerste deel heeft 11 korte hoofdstukjes en gaat over de periode dat het meisje nog aardig jong is en door haar vader beschouwd word als een jongen. Het eerste deel eindigt op het punt waar het meisje zich realiseert dat ze beter maar niet meer naar haar ouders kan luisteren. Het tweede deel heeft 17 korte hoofdstukjes en gaat over de periode dat het meisje naar het voortgezet onderwijs gaat. Hier gaat ze voor het eerst op zoek naar een nieuwe moeder en hier wordt ze al een paar keer teleurgesteld tijdens haar zoektocht. Het tweede deel eindigt bij het punt dat ze voor de zoveelste keer teleurgesteld wordt. Het derde deel bestaat uit 25 korte hoofdstukjes en gaat over de periode dat ze de jongen in zichzelf ontdekt. Verder gaat ze in deze periode bij Eva in huis wonen. Dit deel eindigt op het punt dat het meisje weer bij Eva weg moet. Het laatste deel heeft 24 korte hoofdstukjes. Het begint bij het stuk dat het meisje bij Els en Freek gaat wonen. En het eindigt bij de ontdekking van het meisje dat ze eigenlijk helemaal geen moeder hoeft te zoeken. Stijl en taal: Over het algemeen is het boek in een korte en bondige stijl geschreven. De gevoelens worden het uitvoerigst beschreven, maar die zijn ook het belangrijkst in het boek. De taal is makkelijk te begrijpen. Ik vind dat er wel een beetje sprake is van humor, vooral de dialogen tussen vader en moeder in de eerste twee delen van het boek zijn vaak humoristisch. Ook de overdrevenheid van de moeder van het meisje vind ik humoristisch.

REACTIES

H.

H.

hoi ;) ik ben Adam, en ik heb jouw hulp nodig... ik heb nodig boekverslag, maak niet uit welke boek en ik heb gekozen- carry slee- dochter van Eva, maar ik lees niet dit boek, ik heb paar vragen maar ik kan niet geven voor alles antwoorden, en ik wil graag je vragen of kun je mij helpen?

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dochter van Eva door Carry Slee"