Titel: Dit zijn de namen
Auteur: Tommy Wieringa
Story-vertelling: Pontus Beg is een oude politiecommissaris, hij komt er achter wat zijn familie geschiedenis is. Door een joods liedje wat zijn moeder altijd zong. Zeven vluchtelingen zwerven over de steppe, opzoek naar geluk. De groep dunt uit, er sterven veel mensen in de tocht. Uit eindelijk komen ze in de stad van Pontus Beg te recht.
Hoofdpersonen:
De vluchtelingen zonder naam,
“De jongen” zijn naam is Nacer Gül. Hij is rond de 13-15 jaar, hij is een slimme jongen. Zijn lichaam is uitgemergeld en ondervoed. Zijn huidskleur is donker.
“Afrika” een man, met een pik zwarte huidskleur. Hij sprak een onbekende taal, maar deed goed ze best om bij de andere te blijven. Hij was aardig en attent, maar hij bracht ongeluk. Maar later toch geluk…
“De vrouw” een jonge vrouw. Ze was zwak en haar lichaam is ook uitgemergeld en ondervoed. Ze heeft een donkere huidskleur.
“de man uit Asjchabad” zijn naam is Akmuhammet Kurbankiliev, hij komt uit Turkmenistan. Hij heeft een huidziekte, door deze ziekte heeft hij veel jeuk aan zijn huid. Hij had een mond vol gouden tanden, maar die zijn er allemaal uitgevallen.
“Vitaly” een agressieve man. Hij is heel onaardig, hij denkt aan zich zelf. Hij heeft een donkere huidskleur. Hij is een volwassen man. Hij heeft veel ruzie met de man uit Asjchabad.
“de stroper” was vroeger een stroper. Hij had altijd een dikke buik, maar die is nu helemaal weg. Hij heeft veel tattoos. Hij is een eenzaat.
“De lange man” was een lange man. Hij was zwak en overleefde daar door de reis niet.
Pontus Beg is een oude politiecommissaris. Het is een slimme man. Hij voelt zich eenzaam, want zijn vrouw is al een tijd overleden.
Zita is de schoonmaakster van Pontus. Ze is lief, zeurt niet en heeft geen minpunten. Hij vergezeld hem in zijn bed.
Er zijn weinig bij personen in het boek, alleen het personeel op het politie bureau.
Ruimte:
De steppe, er komt geen einde aan. Onvruchtbare grond, waar niks eetbaars in te vinden is. Soms een struikje, soms een boompje. Het is heel erg koud en je kunt je moeilijk beschutten.
“De hemel kraakte boven de steppe. In de luwte van een lage zandduin lag een kleine groep mensen ineengedoken onder het noodweer.”
De stad Michailopol, een moeilijk te vinden grensstad ergens in de steppe. Met hoge gebouwen en relatief veel inwoners. “een vrouw klaagde over zwervers die vuilnisbakken om gooide in de straat.” “Halverwege de straat, tussen flats waar de straatverlichting zwak was, ving hij ze in het licht van zijn koplampen.”
Tijd: het speelt zich af in het najaar, in de winter en in het voorjaar. Er word slecht aan gegeven wanneer het precies afspeelt, ik kan niet achterhalen in welke eeuw het zich afspeelt. Omdat de stad zelf niet erg modern is, kan je het niet herkennen of het nu af speelt of ver in het verleden. Dat staat in het boek zelf. Het loop chronologisch in het najaar en in de winter. In het voorjaar gaan ze achterhalen wie neger heeft vermoord. Dan opeens gaan ze terug in de tijd, wat er toen precies allemaal gebeurde nadat de neger vermoord was. Dus er is sprake van een flashback.
Eerste indruk:
- Emotioneel: ik leefde erg mee met de personen die de reis maakte door de steppe. Het werd heel mooi verteld hoe een persoon overleed. Hoe zijn gevoelens waren en wat die gene dacht. Daar door werd je er bij in getrokken.
- Moreel: de vluchtelingen waren er zeker van dat ze het beloofde land gevonden hadden en dat ze daar heel gelukkig zouden worden. Ze kwamen daar meer in de problemen door een aantal dingen die zij gedaan hadden. Hun droom werd geen werkelijkheid, het is alleen maar erger geworden. Ze konden beter thuis blijven.
- Rationeel: ik was benieuwd hoe het zou aflopen met de vluchtelingen die rond trokken over de steppe. Zullen ze overlijden? Zullen ze het beloofde land vinden? Uit eindelijk werd dat me zeker duidelijk. Alleen wat me niet duidelijk is, wat er op het aller laatst met de vluchteling gebeuren. Dat staat ook niet in het boek vermeld. Alleen hoe het met de jongen afloopt en met de vrouw afloopt. Maar over de mannen word niks vermeld.
- Esthetisch: het is een mooi geschreven boek, goed taal gebruik, soms wel lastig te begrijpen. Een goede opbouw van het verhaal, het is makkelijk te volgen. Er gebeuren soms zomaar dingen waar van je denkt: waar gaat dit over? Maar later word dat duidelijk. De schrijver verteld slecht over de vluchtelingen. Ik vond het moeilijk te bedenken hoe de personages er uit zagen. Dat vond ik erg jammer, want daar door kon ik het verhaal minder inbeelden. Er was totaal geen humor in het boek, maar humor past ook niet in het verhaal zelf.
Vertelsituatie / perspectief?
Het word verteld vanuit een auctoriaal perspectief.
Thema:
Het thema is drama, dat kan ik zien aan de volgende citaten,
Dit citaat gaat over een man die aan het overlijden is: “De zwarte man zat op zijn knieën bij het leger van de lange man. Het plastic was terug geslagen. De mond van de lange man was opengevallen, alsof hij was gestikt in een woord dat hij nooit meer zou uitspreken. Zijn biergele ogen waren gefixeerd op de hemel boven hem, regendruppels gleden in het grijze baardhaar.” “Tegen achten volgde de tweede melding: opnieuw een vrouw, ze huilde, het groepje zwervers dat ze was tegen gekomen had haar een panische angst bezorgd. ‘Het zijn doden,’ zei ze.” “Ze trokken verder in de dag die nooit licht werd, ieder met zijn eigen gedachten aan de zwarte man die ze in de vlakte achterlieten. Een van hen had hem de schedel ingeslagen.”
Eigen mening:
Het boek is geschreven in goede schrijftaal van een hoog niveau en daarom zijn sommige stukken moeilijk te begrijpen. De inhoud van het verhaal is heel goed. Het is allemaal mooi uitgewerkt en niet moeilijk te begrijpen ook al gaan er twee verhaallijnen door elkaar heen. Alleen de stukken over de joodse religie van Pontus Beg vond ik minder leuk om te lezen. De stukken die over de vluchtelingen gingen vond ik leuker om te lezen. Als er een flash back was, was het moeilijk te begrijpen maar toen ik door las begreep ik het.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden