Erna Sassen
Dit is geen dagboek
Motivatie:
Ik heb dit boek gekozen omdat het er interessant uitzag. Het geeft aan geen dagboek te zijn en toch wekt het wel de indruk dat dit wel een dagboek is. Het heeft een toepasselijke vormgeving. Ook uit hij zijn mening door middel van het boek. En legt hij uit waarom hij dit boek schrijft.
Ik weet al van het onderwerp dat het iets psychisch is. Ik weet wel wat dat is. Hij heeft er zo te lezen een duidelijke mening in. Dat lijkt mij wel interessant om te lezen. Je leest ook zijn angsten.
Ik verwacht dat het boek een beeld geeft hoe het is gebeurd. Hoe Boudewijn over de situatie denkt. En zijn verdere familie. En ook of hij wel nog steeds doorgaat met school. Misschien krijgt hij wel problemen met leerplicht.
Algemene gegevens:
Gegevens:
Titel – Dit is geen Dagboek Schrijver – Erna Sassen
Uitgever – Leopold Druk – Eerste
Beschrijving voorkant:
Er is geen specifieke afbeelding. De tekst is gekleurd. En er zit ook een gedrukte koffievlek en elastiekband op.
De titel is getekend met balpen met krassende lijnen. Evenals de schrijver. Het verschil is dat de titel groot is en ingekleurd met de kleuren Paars en Groen. De schrijver is niet ingekleurd. Die is alleen blauw.
Het roept een puberale, chaotische en koppige sfeer op. Dit komt door de onderlijning en de krassende lijnen van de balpen.
De voorpagina past bij het verhaal. Boudewijn is best koppig. Dit past er bij. Ook hoe het paars gebruikt is. Meestal is paars snel meisjesachtig maar hier echter niet.
Titelverklaring:
De titel schreeuwt. Evenals Boudewijn. Hij wordt niet begrepen. Hij wou niet een dagboek schrijven. Hij ziet dit meer als straf. Hij moet dit doen van zijn vader, omdat die hem anders naar een inrichting stuurt. Anders laat zijn vader hem opnemen. Boudewijn wil dat niet want hij is bang voor die mensen. Hij is bang voor alle mensen. Daarom begint hij toch van uit zijn bed aan zijn strafwerk.
Genre:
Ik heb het genre Dagboek gekozen.
Dit heb ik gekozen omdat het een dagboek is. Ondanks de titel. Hij beschrijft dagelijks zijn gebeurtenissen, mening en wat hij gedaan/geluisterd heeft.
Je kunt dit terugvinden in de ‘hoofdstukken’. Dit zijn de dagen. Zoals 11 februari, 12 februari etc.
Dit is een fragment uit het boek. (Bladzijde 6)
Ik dacht razendsnel na en schreef toen op de eerste bladzijde van het schrift met koeienletters:
VERBODEN VOOR ONBEVOEGDEN
En liet dat aan mijn vader zien. Hij zweeg een tijdje en zei toen: ‘Je hoeft het niet te laten lezen. Ik bedoel alleen maar dat je af en toe aan iemand moet laten zien dat je erin schrijft. Bijvoorbeeld aan Marjan of aan Pluis.’ Ik knikte nauwelijks merkbaar. Om aan te geven dat ik zou doen wat hij van me vroeg, onder protest en met forse tegenzin. Dus. Er zit waarschijnlijk niets anders op.
Niks gedaan vandaag. Gisteren ook niks gedaan. En eergisteren ook niet.
Oja. Pergolesi geluisterd. Stabat Mater. (Halve cd dus.)
Inhoudelijke gegevens:
Boudewijn is 16 jaar. Hij komt zijn bed niet meer uit. Zijn moeder heeft op 29 Augustus zelfmoord gepleegd, door voor een trein te springen. Ze was al een tijdje manisch depressief. Ze slikte wel pillen, maar nam die niet altijd. Dit tot ergernis van Boudewijn. Hij gaf aan meer medelijden te hebben met de schoonmakers van de NS die haar onder de locomotief vandaan moesten krabben. Hij is veel van zijn vrienden kwijtgeraakt door deze gebeurtenis. De eerste twee weken kwam hij niet op school en het was net aan het begin van het Middelbare schooljaar. Toen werd iedereen in een ‘Groepje’ geplaatst. Hij viel er dus toen hij school kwam buiten. Zelf zegt hij dat geen enkele jongen bevriend wil zijn met iemand wiens moeder zelfmoord heeft gepleegd. Hij kwam erachter dat als je geen lolbroek was, je niet mee telde. Als mensen een gesprek met je probeerde te vermijden dan zeiden ze: “I have a roast in the oven.” Toen zijn moeder dood was had iedereen ineens heel vaak een roast in the oven. Het kon hem niet schelen, want zijn roast hield hij voorlopig niet uit de oven. Boudewijn had eigenlijk nooit zoveel interesse in school. Behalve als het om PROJECTEN ging. Op de middelbare school maakte hij een enge ziekten woordenboek. Hij kreeg een negen en een half en via de mentor een gesprek met de schoolpsycholoog. Ook Spijbelde Boudewijn, hij ging op hetzelfde tijdstip als zijn vader en zusje Pluis de deur uit, daarna fietste hij een rondje totdat zijn vaders trein was vertrokken. Daarna ging hij naar huis, en bleef daar alleen.
Zijn moeder nam verschillende vrienden uit de therapeutische gemeenschap mee naar huis als ze een weekend verlof had, meestal mannen, waarmee ze erg klef deed (volgens Boudewijn). Nu denkt Boudewijn dat ze met hen vreemdging.
Nadat Boudewijn zijn bed niet meer uitkwam, komt zijn tante Marjan vaak naar hen toe. Tijdens haar lunchpauze, op de ochtenden dat ze niet werkt, ze kookt van maandag t/m donderdag en spendeert de woensdagmiddagen samen met Pluis.
Boudewijn is erg gehecht aan zijn zusje. Ze begrijpt hem zonder verder tegen hem te mopperen of te zeuren. Ze stelt Boudewijn gerust. Boudewijn kan niet meer alleen slapen. Hij durft het niet. Hij slaapt elke nacht bij zijn zusje in bed, waar hij zich best wel voor schaamt.
In de tijd dat hij nog wel naar school ging haalde hij niet superhoge cijfers, maar het kon er mee door. Hij zette zich niet genoeg in volgens de docenten. In het vierde jaar veranderde er wat. Hij werdt bevriend met Pauline, die vanaf de eerste dag naast hem kwam zitten. Boudewijn was verliefd op haar. Ze luisterde dezelfde muziek in het fietsenhok en spraken met elkaar af. Maar het veranderde door een uitspraak van Pauline. Ze zei dat ze aan de pil zou gaan, wat Boudewijn opvatte als Ik wil seks. Daarom vroeg hij met wie, en later schreeuwde hij het maar Pauline schrok van zijn reactie, en liet hem alleen. Boudewijn heeft toen een overdosis aan alcohol gedronken, en zijn vader kwam erachter. Hij werd boos en Boudewijn kreeg twee weken huisarrest.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden