Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Dichter op de zeedijk door Kees van Beijnum

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
Boekcover Dichter op de zeedijk
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3161 woorden
  • 20 februari 2005
  • 82 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
82 keer beoordeeld

Boekcover Dichter op de zeedijk
Shadow
Dichter op de zeedijk door Kees van Beijnum
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Beschrijvingsopdracht: a) Mijn motivatie om het boek te kiezen was meer omdat ik eerst een boek had gekozen dat niet op de lijst stond, wat niet zo heel slim van me was, daarom heb ik op aanraden van de leraar dit boek gekozen. b) Mijn reactie op het boek is dat ik het af en toe heel ingewikkeld vond, maar sommige delen kon je heel goed volgen. Van de delen die ik goed kon volgen vond ik het boek niet zo spannend, maar wel heel mooi en werkelijk beschreven. c) Dit boek vertelt het leven van Constant Wegman, een jongen die opgroeit in een wat louche caféhotel, de Rode Laars, aan de Zeedijk. Van Constants vader is er bijna geen sprake en z’n moeder zit in een psychiatrische inrichting. Constant woont bij zijn grootmoeder Griet, die ook de waardin is van het café. Zijn grootmoeder is helemaal verzot op brandewijn en geld. Samen met Constant ronselt ze gasten op het Centraal Station voor haar hotel en ook verkoopt ze op Koninginnedag oranje speldjes die bij tientallen vastgeprikt zijn op Constants jas. Het boek heeft vier delen. In het eerste deel is Constant rond de 4/5 jaar. Hij brengt het grootst gedeelte van zijn tijd door onder het biljard, luisterend naar gesprekken van de gasten. Als hij niet luistert naar de volwassenen om hem heen, fantaseert hij over cowboys en indianen. Hij zit ook vaak op de brug of bij het sluisje. Dit vindt zijn grootmoeder niet gezond voor een jongen en ze wil het verbieden. Constant gaat zogenaamd vissend toch door met een van zijn favoriete bezigheden. Soms doet hij een ‘wetenschappelijk’ onderzoek, zoals naar de omzet van Ans, een van de hoertjes uit de buurt. Hij heeft niet echt goede vrienden. Hij kan wel goed opschieten met de volwassenen om hem heen. Hij zit graag bij de oude Ben die een vervallen winkeltje heeft. Hij vertelt hem verhalen. Met hem begint Constant aan het bouwen van een boot. De boot blijft een onvoltooid werkstuk dat bestaat uit vele genummerde onderdelen. Een belangrijke ervaring is het bezoek dat hij, samen met zijn grootmoeder, aan zijn moeder brengt. Zijn moeder merkt hem niet eens op. Hij lijkt rustig te reageren op deze onthutsende ervaring, maar een paar dagen later breekt de emotie door: hij denkt dat hij schuldig is aan de toestand waarin zij verkeert. In het tweede deel is Constant ongeveer 10 jaar. Hij verkent in zijn eentje de wat verdere omgeving van de Zeedijk. Nadat hij op de kermis een verdwijntruc heeft gezien, probeert hij zichzelf onzichtbaar te maken voor zijn omgeving door zich te oefenen in het schaduwlopen. Hij leert hoe hij bewegingen van andere mensen zo kan volgen, dat hij niet wordt opgemerkt. Deze activiteit wordt sterk beïnvloed door het boek De onzichtbare man, waaruit hij Ben voorleest. Hij heeft nu zo’n hoge raad van onzichtbaarheid op straat dat hij door een auto wordt aangereden, terwijl de chauffeur goed oplette. Constant loopt een hersenschudding op, maar is toch tevreden, want hij heeft bereikt wat hij wilde: hij is nu ‘De Onzichtbare Jongen’. Hij praat er met niemand over. Hij wordt beroemd, omdat hij het geheim van een geheimzinnige blaasjes ziekte oplost. Zijn foto komt in de krant waardoor zijn onzichtbaarheid tijdelijk is verdwenen. Tijdens een koortsige ziekte komt er nog een persoon in zijn leven namelijk, het droombeeld van de dichter Vondel. Met hem praat hij over van alles, maar vooral over poëzie. Hij leest aan hem zijn geschreven gedichten en die van moderne dichters voor. Vondel blijkt een zeer kritische luisteraar. In het derde deel is Constant ongeveer 12/13 jaar. Er komt een nieuw bar meisje in het café werken. Zij wordt Muis genoemd. Ze brengt nieuw leven in het café. Constant ziet in stilte dat er nog veel meer klanten verliefd op haar worden. Muis laat alle aandacht eerst totaal aan zich voorbij gaan. Met Constant maakt ze een uitstapje over het IJ en hij is helemaal gelukkig. Volkomen onverwacht komt het bericht van de dood van zijn moeder. Zij heeft zelfmoord gepleegd. Constant is niet in staat om zijn gevoelens te uiten, zijn grootmoeder evenmin. In deel vier belt zijn grootmoeder vanaf een paardenkoers dat ze een gigantische bedrag gewonnen heeft. Het feestje dat de cafébezoekers samen met muis en Constant opzetten, gaat echter niet door als blijkt dat zij de prijs weer vergokt heeft. Dit voorval is aanleiding op een aantal tragische gebeurtenissen. De hond Stella sterft aan overmatig alcoholgebruik. Muis is aan het veranderen. Ze drinkt te veel en gaat uit met allerlei ongure types dit gebeurt te veel volgens Griet en uiteindelijk wordt Muis ontslagen. Dat is voor Constant een ramp, want Muis is zijn eerste grote liefde en hij ziet haar helemaal veranderen. Het betekent ook een enorme daling van de omzet in het café. Constant ontmoet Muis nog wel in de stad; hij spijbelt er zelfs voor. Ook met Ben gaat het helemaal niet goed. Hij drinkt ook te veel. Constant zoekt hem dagelijks op en bezorgt hem, zeer tegen zijn zin, zijn portie jenever. Hoewel Ben zich bijna niet meer kan bewegen, gaat Constant nog een keer met hem naar het IJ. Dit kost Ben heel veel moeite. Korte tijd later overlijdt hij. Ook van Muis moet Constant afscheid nemen. Sjuul heeft haar in zijn wanhoop, om haar liefde, mishandeld en ze besluit terug te keren naar haar geboortedorp, Opwoud. Voordat ze terug keert verstrijkt er nog een maand, waarin ze steeds verder afglijdt (drank en drugs). Deze gebeurtenis geeft ook de verharding van de sfeer op De Zeedijk aan, namelijk door het gebruik van drugs. Constant kijkt aan het einde van het boek vanuit de toren van de Oude Kerk neer op zijn buurt en zijn leven. Hij is trots om daar te wonen. Hij is wel heel veel kwijtgeraakt, maar hij lijkt het niet erg te vinden. Verdiepingsopdracht 1: a) Hoofdpersoon

Constant Weegman, aan het begin van het boek is hij ongeveer vier/vijf jaar, aan het eind dertien, groeit op in het café De Rode Laars van zijn grootmoeder. Constant is een stille, dromerige,denkende, wat terug getrokken jongen en brengt als jongen de meeste tijd door onder het biljard, vanwaar hij alles en iedereen goed kan observeren. Hij bekijkt daar als het ware de buitenwereld. Constant is zeer leergierig. Dit blijkt uit zijn ‘wetenschappelijke’ onderzoeken, zoals het berekenen van de dagomzet van de prostituee Ansje. Zijn moeder is in een inrichting opgenomen, aan haar heeft hij slechts vage herinneringen en hij bezoekt haar bijna nooit. Zijn vader kent hij niet, hij fantaseert wel eens over hem, maar de waarheid weet hij niet. Constant weet al vroeg wat er in de wereld van drank en drugs te koop is. Dat is voor hem de gewone wereld. Dat er buiten zijn buurt nog een andere wereld bestaat, daarvan heeft hij lange tijd geen weet. Zijn grootmoeder is het middelpunt van zijn leven zolang hij klein is. Later wordt dat de buurt met mensen als Ben en Muis, zijn eerste liefde. Hij heeft geen vrienden en leeft voortdurend in z’n eigen wereldje. Door te luisteren ontdekt Constant zijn omgeving, later gaat hij dat doen door zich de kunst van de onzichtbaarheid aan te leren; in donkere kleren volgt hij mensen in de schaduw. Naar mate hij ouder wordt gaat hij dingen fantaseren (een soort binnenwereld). Een van die dingen is de dichter Vondel, waar hij lange gesprekken mee voert. Van Vondel leert hij veel wijze levenslessen en door Vondel ontwaakt ook de dichter in hem. Bijfiguren
De grootmoeder, ook wel tante Griet genoemd, is een forse en strijdlustige vrouw, die er niet voor terugdeinst iemand eigenhandig de zaak uit te zetten. Ze waagt graag een gokje, in haar eigen café of bij de paardenrennen en houdt van een flinke slok brandewijn. Ze is nuchter van aard en op de centen en vind het niet erg om andere op te lichten. Toch zorgt ze op haar manier goed voor haar kleinzoon. Haar grote zorg is, dat Constant leert zwemmen en ze wil graag dat hij met vrienden speelt. Ben, is een oude,rustige, lieve, brildragende man met versleten zeemans kleding, bij wie Constant altijd terecht kan, een soort opa. Hij leert de jongen door het vertellen van verhalen. Muis, is de nieuwe barjuffrouw van De Rode Laars. Muis is een jonge brunette met een slank figuur en grote borsten. Ze komt uit een dorp in West-Friesland. Ze is eigenlijk vooral in het begin van haar nieuwe baan een heel rustig, beetje terug getrokken meisje. Heel veel gasten worden in stilte verliefd op haar, zo ook Constant. Door zijn liefde voor haar doet de dichter, fantasie, langzaam naar de achtergrond verdwijnen. In de loop van het boek veranderd ze. Ze gaat uit met allerlei mannen en ze deelt daarmee ook het bed, aan de drank en later aan de drugs raakt. Constant blijft haar in stilte trouw. b) Dichter op de Zeedijk beschrijft de ontwikkeling van een basisschoolkind tot aan zijn puberteit in bepaalde omstandigheden waar de jongen over dicht. Motieven: Het café De Rode Laars: Hier leert hij, in bepaalde situaties, mensen kennen die hem inspireren. Waar hij later over dicht. Dood en verlies: dit vindt hij heel moeilijk om te uiten. Het geeft hem wel motivatie om beter te dichten, maar dit wil niet altijd lukken. Zeedijk: het is de plaats waar Constant woont, maar het heeft meer betekenis voor hem. Hij komt hier helemaal tot rust en kan daar rustig nadenken en tegelijkertijd iedereen in de gaten houden. Vondel: was vroeger een hele bekende dichter en Constant heeft hem in zijn gedachten als een echt persoon verzonnen, omdat eigenlijk niemand luistert naar zijn geschreven gedichten en hij heeft kritiek nodig aan zijn gedichten om verder te kunnen groeien in het dichtschap. Hij vraagt hem om raad en laat hem zijn gedichten lezen. De titel houdt verband met het thema, want hij kijkt poëtisch naar de werkelijkheid van de buurt ( de Zeedijk). Motto: ‘mijn moeder en grootmoeder’. Deze personen hebben een grote invloed gehad op het leven van de schrijver. c) De vertel tijd van het verhaal is 309 pagina’s. De vertelde tijd is ongeveer van een jaar of vier/vijf, tot een jaar of veertien. In het verhaal wordt namelijk gesproken over Constant die nog op zijn knieën door het zand kroop en in de laatste pagina’s verteld het boek dat Constant op het Gymnasium zit. Het verhaal speelt zich af tussen 1960 en 1970. Het verhaal is chronologisch verteld, maar doordat de gedachten van Constant worden beschreven, krijg je toch te maken met flash- backs. c) Het verhaal speelt zich af in Amsterdam. Het grootste deel van het verhaal speelt zich in het café af en op de Zeedijk. Concretisering: je krijgt gedetailleerd te lezen hoe De Zeedijk en De Rode Laars eruit zien. Je kunt je hierdoor alles goed inbeelden. Sfeer: over het algemeen is de sfeer gezelligheid en onwetendheid. Constant wil
van alles ontdekken dit doet hij door zich te verbergen en alles te opserveren. Op
een gegeven moment is hij verliefd en dan is alles als het waren geweldig, maar als
deze liefde wordt verbroken en er goede vrienden van Constant komen te
overlijden is alles somber en oppervlakkig, maar hij gaat weer positief kijken in
het leven en dan is de sfeer vrolijker. Gethematiseerde ruimte: De Zeedijk is een belangrijke plek voor Constant. Hier
leert hij door te opserveren en te dichten het leven op De Zeedijk. Aan het einde
van het boek zijn de tijden veranderd. Zijn beste vriend is gestorven, Muis is terug
naar de provincie en de dichter is langzaam uit Constants fantasie verdwenen. De
Zeedijk is dan voorgoed veranderd. Ruimte en personages: op de Zeedijk is Constant alleen. Hier kan hij zich als het
ware onzichtbaar maken en iedereen stiekem bekijken. Constant zit ook heel graag
in de Rode Laars onder het biljard. Hier kan hij iedereen opserverend leren kennen. e) Het verhaal wordt weergeven in de vorm van de ik -vertelsituatie. Je ziet dus alles door de ogen van Constant. f) Het verhaal is chronologisch verteld. De gebeurtenissen volgen elkaar op, maar doordat de gedachten van Constant worden beschreven, krijg je toch te maken met flash- backs. g) Hij heeft een zeer open schrijfstijl. Hij beschrijft de buurt rondom de Zeedijk tot in de details en maakt zijn personages echt. h) Zijn taalgebruik is suggestief (bedoeld om een suggestie op te wekken). Het is erg levendig. Hij zegt zelf : 'Lezen is toch uit wandelen gaan in andermans ziel en kennis. Hoe meer je leest hoe meer je, je eigen morele besef scherpt.' Experimenteel proza is daartoe naar zijn mening nauwelijks in staat. Hij heeft dit boek in een dichtersvorm beschreven. Dit houd onder andere in dat het boek veel korte zinnen bevat. ( kritisch lexicon) een weemoedige, nostalgische toon wordt bij voortduring afgewisseld door de smeuïge, platte spreektaal van de buurtbewoners.
Verdiepingsopdracht 2: a) Constant Wegman, hij is goed verfilmd. Zijn gedachtes en gevoelens worden goed naar voren gebracht. Alleen in het boek is de onzichtbaarheid van Constant heel duidelijk beschreven, maar in de film vond ik dit minder. In het begin van de film komt Constant over als een teruggetrokken en verlegen jongetje. Zeker als hij onder de tafel ligt met de hond(Senna). Als Siem en Muis in zijn leven komen veranderd dit. Zij steunen hem als enige bij zijn dichten. Hij wordt zekerder en krijgt meer praatjes. Grootmoeder, zij is goed verfilmd. Je ziet haar net zoals in het boek. Ze is niet op
haar mondje gevallen en houdt van gokken ook al geeft ze dit niet toe. Ze wil dat
Constant iets nuttigs met zijn leven gaat doen. Ze bedoeld het allemaal heel goed. Siem, heeft in het boek geen grote rol, maar in de film is hij degene die Constants
gedichten bekritiseerd. Hij steunt Constant door dik en dun. Ze zijn goede
vrienden. Hij is de man van Ansje( prostituee). Hij heeft zowel in de film als in het boek
geen moeite met het werk wat Ansje doet. Muis, is goed verfilmd qua karakter, maar in het boek wordt ze ontslagen en in de
film vertrekt ze vrijwillig met haar vriend naar Australië. Ook komt ze in het boek
pas later in zicht, omdat er ook later wordt gevraagd naar een nieuwe barjuffrouw. Terwijl er in de film al in het begin een nieuwe barjuffrouw wordt gevraagd. De
manier waarop de barjuffrouw wordt gevraagd is wel hetzelfde in het boek en de
film( via een kartonnen bord dat op het raam geplakt wordt). Dot, zij komt alleen in de film voor. Zij is een overbuurmeisje/vriendin van
Constant. Ben, in de film wordt niet over hem gesproken. Moeder van Constant, zij heeft in het boek een belangrijke rol voor Constants

leven. In de film komt ze ook een keer naar De Rode Laars toe. Dit voorval vindt
niet in het boek plaats. b) Het thema van het boek wordt in de film goed laten zien . In de film wordt het dichten beter naar voren gebracht. Dit maakt het makkelijker. Het boek is qua thema goed verfilmd. c) Ook de ruimte worden goed verfilmd. Het café- hotel wordt erg goed nagebootst en ook Constants plekje onder het biljard word goed laten zien. Ook De Zeedijk is goed te zien. Je kunt goed zien op welke plaatsen Constant zich fijn voelt. De tijd wordt iets minder duidelijk gemaakt. In de film blijft hij op 13 jarige leeftijd terwijl in het boek sprake is van leeftijd verschillen. d) Net als in het boek wordt de gebeurtenissen, gedachtes en gevoelens gezien vanuit de ogen van Constant. Alleen in het boek worden de gebeurtenissen, gedachtes en gevoelens veel gevoelsmatiger uitgelegd. e) In de film, in vergelijking met het boek, wordt de structuur anders uitgebeeld. Om een nieuwe barjuffrouw wordt in de film al in het begin een oproep naar gedaan. In het boek is er geen sprake van een dichtwedstrijd. In de film wordt deze aan het einde gehouden. f) De stijl en taalgebruik is in de film veel makkelijker te volgen. In het boek worden nog al eens hele ingewikkelde zinnen gebruikt. Deze worden in de film vermeden. Toch past het taalgebruik van de film en het boek goed bij elkaar, namelijk echt Amsterdams. Verdiepingsopdracht 3: a) Het boek kan heel goed uit deze tijd komen. De film alleen wat minder, want je kunt het goed zien aan, hoe de personen gekleed zijn en hoe de film is opgenomen. Tegenwoordig kunnen we hele bijzondere filmen maken met specialeffect (als je naar Nederlandse films kijkt) maar deze film is gewoon lekker makkelijk. Dit hoort ook wel want zo is het ook in het boek beschreven. Natuurlijk zijn er op De Zeedijk en in de cafés van nu kleine dingen veranderd. Zoals de indelingen van het café en hotel. De Zeedijk heeft ondertussen al heel wat renovaties ondergaan, heeft misschien ook al heel wat nieuwbouw wijken en de kledingdracht is ook veranderd. Ook bestaat de prostitutie nog steeds en deze is vrijwel hetzelfde gebleven, maar deze gebeurtenissen hebben geen invloed op het verhaal. Het taalgebruik is nog precies het zelfde. Dit is leuk, want dit laat goed zien waar je in Nederland zit. Constant gaat in het boek naar het gymnasium, dus je had al heel wat leermogelijkheden. Dit geeft aan dat het boek toch wel redelijk uit deze tijd komt. b) G.F.H. Raat, ‘Kees van Beijnum’, in: Kritisch Lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur, Houten –Groningen 1980, aflevering november 1999. Evaluatie: Onderwerp: Het onderwerp van het boek is de ontwikkeling van een basisschoolkind tot aan zijn puberteit in bepaalde omstandigheden waar de jongen over dicht. Constant observeert alles om zich heen. Verteld en dicht daarover. Ik vind het onderwerp best wel lastig te formuleren, maar als je het boek leest dan is het voor jezelf duidelijk. Het onderwerp kan heel mooi en gevoelig zijn, maar het wordt in het boek af en toe zo lastig geuit. Met name met lastige en verwarrende stukken tekst. Dit onderwerp is heel werkelijk geschreven daardoor ga je er zelf
Extra: In dichter op de zeedijk laat Van Beijnum een beetje van zijn jeugdjaren doorschemeren, namelijk de omgeving van de Amsterdamse Zeedijk en de Wallen in het begin van de jaren zestig, die werd bevolkt door verlofhebbende Amerikaanse soldaten en zeelui, eenzame gelukszoekers, criminelen, dronkelappen,pooiers en prostituees. Het ligt dan ook voor de hand deze roman te beschouwen als semi- autobiografisch. Van Beijnum heeft deze veronderstelling echter danig gerelativeerd en om voldoende afstand te bewaren had hij niet voor zichzelf gekozen als hoofdpersoon, die immers opgroeide in het cafe-hotel van zijn moeder in de warmoesstraat, maar voor een jongetje dat Constant Wegman wordt genoemd en opgroeit in het cafe-hotel van zijn grootmoeder op de nabijgelegen Zeedijk. De lotgevallen van zijn roman figuur sporen dan ook nauwelijks met de gebeurtenissen die bepalend zijn geweest voor zijn eigen leven.

REACTIES

R.

R.

euhmm de hoofdpersoon heet Constant Wegman lieverd niet Weegman

18 jaar geleden

J.

J.

he bedankt hier heb ik veel aan

19 jaar geleden

X.

X.

@robbie900; er staat wegman hoorr!! ;)

13 jaar geleden

X.

X.

Fijn dat er zoiets op internet te vinden is !! (:

13 jaar geleden

X.

X.

Dankuuuu !!! xxx

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dichter op de zeedijk door Kees van Beijnum"