De zevensprong door Tonke Dragt

titel: De Zevensprong. Het getal zeven speelt in dit boek een belangrijke rol. Het boek heeft zeven hoofdstukken, zoals het lied van de zevensprong gezongen wordt. In het verhaal komt een wegwijzer tegen met zeven armen maar het kruispunt heeft maar zes wegen. In het komplot zitter er ook zeven mensen erin. auteur: Tonke Dragt. Geboren in Djakarta op 12 november 1930. Woont in Den Haag. Is ook een tekenaar. genre: In het boek speelt fantasie en werkelijkheid door elkaar.
gebeurtenissen: Frans komt in een echt verhaal te recht dat hij zelf heeft verzonnen. Er gebeuren allemaal raare dingen hij moet opsomingen oplosen om achter de waarheid te komen. om de schat te vinden. De hoofdpersonen : Frans van der steg: Hij is een strenge schoolmeester die vaak spannende verhalen vertelt aan de kinderen in zijn klas. Graaf Grisenstijn: is de oom van Graaf Geert-jan die het schat probeert te vinden en er vandoor te gaan. Graaf Geert-jan: is het neefje van Graaf Grisenstijn en hij mag niet van hem met het buiten wereld praten. plaats: het verhaal speelt zich af in een stad en een dorp. tijd: het verhaal speelt zich af in een beertje vroegere en nu tijd, omdat er een koets in speelt en een brommer. begin: Het verhaal begint met Frans dat hij pas in een dorpje woont en schoolmeester is. En dat hij vertelt daar vaak spannende verhalen aan de kinderen in zijn klas. probleem en de afloop: het probleem in dit boek is dat Graaf Geert-jan het schat niet mag zoeken van zijn oom Graaf Grisenstijn omdat hij de schat zelf wilt. Het afloop van het verhaal is dat Graaf Geert-jan de schat vind. mijn mening: ik vind het boek echt heel erg leuk omdat er veel spanning in zit. Het geef je echt een gevoel dat je niet kan stoppen met lezen je wilt weten wat er gebeurt. het boek is ook niet te dik om te lezen.
Over het boek: De zevensprong: Het verhaal begint in de school als meester van groep zeven waar Frans Van Der Steg werkt. Iedere dag vertelt hij zijn leerlingen spannende verhalen over zichzelf, Op een dag weet hij niets meer te verzinnen en vertelt de kinderen dat hij een belangrijke brief verwacht. Toen hij thuis was was tante Willemijn zich klaar te maken om naar haar vriendin te gaan (hij woont met haar thuis). Toen hij aan het studeren vloog de deur open en kwam er een geheimzinnige brief binnen waaien. In eerste gedachte dacht
hij dat de kinderem een grapje maakte. In de brief staat dat hij een atvertentie had gedaan om voor een jongen om privé onderwijzer te zijn en dat ze hem kwamen ophalen om naar hun toe te gaan omdat ze afgelegen wonen. Maar daar had hij helemaal niet voor aangemeld. De afzender was van Gr Gr. Frans is wel nieuwsgierig wie die onbekende: Gr. Gr. is en Frans doet wat hem in de brief wordt gevraagd. De volgende dag was er weer school en vertelde hij dat hij een brief had gekregen en dat hij deze dag om half acht word opgehaald door een koets. die avond zat hij in de koets. Tijdens de rit naar het huis van Gr Gr krijgt hij ruzie met de koetsier en stapt uit de koets bij de Zevensprong. Vlak bij de Zevensprong is een bouwval. Hij ging schuilen in die bouwval. Toen hij binnen kwam hoorde hij iets kraken. Er kwam iemand naar beneden en stelde zich voor. Het was de Brozem. Hij biedt aan Frans mee te nemen naar de stad, achterop zijn brommer en Frans bedenkt dan dat hij zijn boekentas in de koets heeft laten liggen. Vanaf de stad neemt Frans de bus naar huis. De volgen de dag gaat hij terug naar de zevensprong en neemt een van de kanten en komt in een stad terecht hij om de koets te zoeken. hij ziet een cafe en gaat naar binnen en vraagt dat iemand meschien weet wie de koetsier is. De barman zegt de koetsier van Graaf Grisenstijn was. Frans zei het naam nog eens en er viel een stilte. hij ging zitten bij een tafeltje en nam een biertje, een man kwam bij hem zitten en zei als je meer wilt weten over Graaf Grisenstijn kom dan morgen bij me langs en hij ga Frans een kaartje. Omdat Frans nieuwsgierig is geworden naar die geheimzinnige graaf, gaat hij de volgende dag naar de magiër toe. Als hij de voordeur van het huis open doet, ziet hij een stuk grasveld en een tentje. Uit het tent komt de magiër eruit, die zich voorstelt als mijnheer Thomtdidom. Hij vertelt Frans, dat Graaf Grisenstijn in het Trappenhuis woont met zijn tienjarige neefje Geert-Jan. In dit kasteel ligt al eeuwen een schat verborgen, elke Grisenstijn mag er tot zijn 18e jaar naar zoeken, maar het is nog niemand gelukt deze schat te vinden. Geert-Jan is op zoek naar de schat, maar hij is niet de enige, want zijn oom Graaf Grisenstijn probeert hem ook zelf te zoeken en er vandoor te gaan. Zo mag Geert-Jan van zijn oom nooit praten met mensen buiten het kasteel. Zijn oom is bang dat iemand te weten komt dat er een schat ligt in het kasteel. De volgende dag was er weer school en iedereen vroeg of Frans al wist wie Gr Gr was (want hij had in de klas verteld dat hij een brief had gekregen). Ze gingen met z'n allen naar de Zevensprong en daar zouden ze wat gaan kijken. Toen ze daar een tijdje waren kwam er een koets aan met Jan Toereloer op de bok aanrijden. In de koets zat mevrouw Rosmarijn en die vroeg of ze mee wilde gaan naar haar huis. Daar gingen ze heen en toen ze aankwamen wilde ze als eerste de kinderen alleen spreken en daarna Frans. Nadat ze alles met Frans had besproken vertelde mevrouw Rosmarijn uitgebreid over alles van Graaf Grissenstijn. Juffrouw Rosmarijn wilt Geert-Jan helpen, daarom heeft zij samen met Jan Thomtidom een complot opgericht, dat uit zes personen bestaat: Jan Thomtidom, Jan
Toereloer, Tante Rosmarijn, Tante Willemijn, Roberto en de geheimzinnige zwarte spion Iwan, die in het Trappenhuis verborgen zit. Roberto vond dat een complot van zes niet compleet is en er een zevende lid bij moet. Daarom heeft Jan Thomtidom de naam van Frans in de vertentie geschreven aan Graaf Grisenstijn. In die brief solliciteert hij naar de baan van privé onderwijzer
voor Geert-Jan. Als Frans mee wil werken, kan hij hem helpen met het vinden van de schat. Omdat Frans toch wel nieuwsgierig is, besluit hij de baan maar aan te nemen. Samen gaan ze op zoek naar de schat. Ondertussen hebben de kinderen uit de klas van Frans kontakt met Geert-Jan. De kinderen beloven Geert-Jan dat ze op zijn verjaardag komen. Als Frans de ochtend van Geert-Jans verjaardag opstaat omdat Iwan op zijn bed lag. Tot hij in de spiegel keek zag hij dat hij knal groen haar had en toen kwam Geert- Jan binnen. Hij zegt ik doe een hoed op doet als hij naar beneden ga hij bang is dat hij ontslagen wordt en dat het complot ontmaskerd wordt. Graaf Grisenstijn ziet toch wat groene plukjes haar onder de hoed uitsteken. Hij laat Frans in een val lopen, sluit hem op in de torenkamer en haalt de politie erbij. Frans weet ondertussen te ontsnappen en loopt naar de balustrade, waar hij het verjaardagsfeest kan zien. De kinderen zijn gekomen en ook Brozem met zijn gitaar is er. Ze gaan met z'n allen liedjes zingen, totdat één van de kinderen ziet dat Frans er nog niet is. Maar de Brozem zegt, dat het zonder schoolmeester veel leuker is. Dus zingen ze door. Jan Thomtidom, Jan Toereloer, Tante Rosmarijn en tante Willemijn zijn er ook. Na een tijdje komt Graaf Grisenstijn binnen, met twee politieagenten. Eén van die agenten blaast op z'n fluitje, zodat het gezang ophoudt. Maar net als Graaf Grisenstijn iets wil zeggen, roept Frans naar Roberto, dat hij het lied moet spelen van de Zevensprong. De kinderen beginnen te zingen, maar dan steeds harder. En bij de zevende keer zingen ze zó hard, dat de muren trillen, de snaren van de gitaar springen en de vloer van de feestzaal het begeeft. Als iedereen ademloos naar de rommel staat te kijken schreeuwt Geert-Jan, dat hij de schat gevonden heeft. Onder de vloer staat een grote kist met daarin een boek over de verhalen de Graaf Gregorgius Grissenstijn had mee gemaak en een brief en drie bronzen munten. Graaf Grisenstijn gaat woede weg. Het spel is nu uit en nu leest iedereen een van gewonen verhalen die niet echt gebeuren.