De zevensprong door Tonke Dragt

De zevensprong: Het verhaal begint in de school waar Frans Van Der Steg werkt. Het is heel warm en benoud in de klas en hij hoort overal geritsel van papiertjes en andere dingen. Het is bijna tijd dat Frans gaat vertellen over een zelf verzonnen verhaal. Dat doet hij elke dag. Het verhaal gaat over zichzelf in een ander persoon. Nadat de bel is gegaan gaan de kinderen weg en een tijdje later gaat Frans ook naar huis. Toen hij thuis was zat tante Willemijn aan tafel met een pot thee voor zich. Na het eten gaat tante Willemijn naar een vriendin en is Frans alleen thuis. Hij had aan zijn klas verteld in het verhaal dat hij een brief kreeg. Toen hij aan het studeren was voor zijn avond school vloog de deur open en kwam er een brief binnen waaien. Hij zou op een advertentie hebben geschreven om gouverneur te worden bij een jongen die niet naar school mocht. Maar daar had hij helemaal niet voor aangemeld. De afzender was een ene Gr Gr. De volgende dag was er weer school en vertelde hij dat hij die brief had gekregen en dat hij deze dag om half acht zou worden opgehaald door een koets. Hij wou er niet heen maar voordat hij weg wou gaan werd er aan de deur gebeld. Het was de koetsier die Frans kwam ophalen. Toen hij instapte en wegreed vroeg hij waar ze heen gingen maar de koetsier was niet echt spraakzaam. Na een tijdje kwamen ze bij de zevensprong waar Frans een beetje boos uitstapte omdat de koetsier op geen van alle vragen had geantwoord. En het liet de koetsier gewoon koud en reed weg zonder Frans. Die ging schuilen in een bouwval dat langs de weg stond. Toen hij binnen kwam hoorde hij iets kraken en schrok even. Er kwam iemand naar beneden en stelde zich voor. Het was de Brozem. Hij wou Frans wel een lift geven. Alleen hij moest naar de stad en Frans naar een ander dorp. Maar Frans ging toch met de Brozem mee naar de stad en toen ze daar aankwamen gingen ze naar de bioscoop omdat de Brozem met zijn vrienden had afgesproken. Hij liet Frans een paar bakjes frietjes kopen, maar toen hij had afgerekend was de Brozem er niet meer. Een paar dagen komt Frans in en café waar hij een magiër tegen komt die hem een paar trucjes laat zien en als Frans weg gaat geeft hij zijn kaartje. Als hij dan een paar dagen verder op bezoek gaat bij de magiër ziet hij dat hij geen huis heeft maar alleen een gevel. Als hij dan door de gevel naar binnen gaat ziet hij een tentje staan en wat kampeerspullen. Toen de magiër aan kwam gingen ze wat drinken en daarna achter een paar heuveltjes een klein huisje in, waar de magiër een heel verhaal vertelde over Gr Gr, waar hij woonde en dat hij een jongen (dat is Geert- Jan) gevangen houd en over een schat die in dat huis is verstopt. In de drempel is iets uitgehouwen en dat luit als volgt: De schat zij verborgen totdat een Kind
Wie rechtens hij toekomt hem zoekt en vind. De grimmige vijand die waakt en wacht

Word door een lied ter val gebracht. Nadat de magiër alles had verteld was ongeveer in het complot gekomen. Daarna ging hij naar huis en onderweg toen hij bij de Zevensprong kwam, kwam hij tante Willemijn tegen die boos op hem was omdat hij niet op tijd naar hijs was gekomen. Toen kwam er iemand aan en dat was Roberto. Hij ging met hem mee want hij had geen sleutel bij zich. Eerst moesten ze een heel stuk lopen en daarna moest Frans blijven staan en ging roberto verder. Plotseling hoorde hij een knal, want Roberto had met een kanon geschoten. Daarna aten ze wat en kreeg Frans nog wat uitleg over het complot. En na alles ging hij naar hij waar hij de hele tijd voor de deur had moeten wachten totdat tante Willemijn kwam. Toen had tante Willemijn verteld wie er allemaal in het complot zaten. Hij kreeg ook een boekje waarin een kaartje op stond met de zevende weg. De volgende dag was er weer school en iedereen vroeg of Frans al wist wie Gr Gr was( want hij had in de klas verteld dat hij een brief had gekregen). Ze gingen met z'n allen naar de Zevensprong en daar zouden ze wat gaan kijken. Toen ze daar een tijdje waren kwam er een koets aan met Jan Toereloer op de bok aanrijden. In de koets zat mevrouw Rosmarijn en die vroeg of ze mee wilde gaan naar haar huis. Daar gingen ze heen en toen ze aankwamen wilde ze als eerste de kinderen alleen spreken en daarna Frans. Nadat ze alles met Frans had besproken vertelde mevrouw Rosmarijn uitgebreid over alles van Graaf Grissenstijn. Nadat ze klaar was vroeg ze of Frans wou blijven eten en dat deed hij. Ook de magiër kwam en bleef eten. Na het eten vertelde mevrouw Rosmarijn en de magiër over een verzegeld geschrift en wat daar in staat. Er staat dit in: Kon de Schat met Woorden spreken – Tracht, o Kind en kinds- kinds- kind’ren
Deze Rijmsels te verstaan: Deze Woorden zijn het Teken: Eén alleen zal mij niet vinden
En een Ladder wijst mij aan. Deze woorden zijn het Teken: Alle Kind’ren zijn je vrinden; Weet de Vijand te weerstaan. Deze Woorden zijn het Teken: Vreemde die de Draak zal binden
Moet langs de Zevensprong gaan. Daarna moest Frans een brief naar Graaf Grissenstijn schrijven om te vertellen dat het hem speet en een nieuwe afspraak wilde maken. Een dag later zat Frans weer in de klas en ziet dat Arie een pistol bij zich heeft en moet dat inleveren. Frans wil weten of hij de vorige avond niet gedroomd heeft en gaat naar de tent van Roberto, maar vind de tent niet meer. Wel staat het kapelletje er nog en daar liggen alle spullen. Intussen begint het te regenen. Er hangt een regenjas en een grote hoedt. Die trekt hij aan en gaat verder op onderzoek uit. Hij ziet dat het pad nog verder gaat en volgt het verder. Hij komt dan bij het terrein van Graaf Grissenstein. Hij ontdekt verderop een gat in het hek en gaat er doorheen in de hoop dat hij iets ziet van het trappenhuis. Alleen voordat hij het kan zien ziet de boswachter hem en zet een achtervolging in. Als hij het hek uit is merkt hij dat er nog iemand achter hem aan rent. Het is Jan Toereloer. Hij dacht dat Frans de jas en hoed van Roberto had gestolen en slaat hem ongeveer in elkaar. Toen Jan zag dat het Frans was boot hij zijn excuses aan en nam hem mee naar mevrouw Rosmarijn. Die maakte er meteen een verbant om zijn enkel (die had hij verstuikt) en liet hem in een stoel zitten. Toen was hij weer bij mevrouw Rosmarijn en die liet hem bij haar slapen. Een paar dagen verder belde tante Willemijn op omdat er antwoord was op zijn brief naar de Graaf. Toen hadden ze met Jan Toereloer afgesproken dat hij Frans bij de Zevensprong zou komen ophalen en Roberto
zou hem dan naar de Zevensprong rijden. Jan Toereloer is een beetje vervelend geworden waardoor hij helemaal naar Frans huis is gereden en gaat tegen de Graaf zeggen dat hij er weer niet was. Maar Roberto brengt Frans via de zevende weg en komt zo eerder dan Jan bij het hek aan. Als Jan er aankomt stapt Frans stiekem in en rijd zo mee naar het Trappenhuis. Voordat ze er zijn steekt Frans zijn hoofd uit het raampje en vraagt of ze er bijna zijn. Jan schrikt en vraagt verbaast hoe hij in de koets is gekomen. Als hij binnen is moet hij eerst veel trappen op en af voordat ze bij de graaf komen. Die zat al te wachten totdat Frans kwam. Toen ze in gesprek waren vertelde Frans iets heel doms. Hij vertelde da Jan van dijn achternaam Toereloer hete, terwijl dat niet mocht. Daarna spraken ze af wanneer Frans daar heen kon komen om les te geven. Dat werd elke woensdag en zaterdag en zondag om met Geert- Jan te spelen. De volgend morgen was er weer een brief voor Frans van de Graaf. Hij nodigde Frans uit om in het Trappenhuis te blijven slapen. Toen hij in het Trappenhuis was om aan Geert- Jan les te geven had hij zich verstopt achter een wandtapijt op de muur. De eerste lessen gingen heel moeilijk omdat Geert- Jan heel irritant deed. Zoo ging het enkele weken door en natuurlijk hadden Geert- Jan en Frans al vriendschap gesloten en enkele keren naar de schat gezocht. Totdat het een week voor geert- Jan zijn verjaardag was. Hij had Frans ook uitgenodigd en stiekem in een brief de kinderen in de klas ook uitgenodigd. Op de woensdag middag toen Frans bij Geert- Jan was had hij Geert- Jan strafwerk opgegeven omdat hij had gelogen. Hij moest twee blaadjes vol schrijven met: ik mag niet liegen. Hij had het voor elkaar gekregen om op de laatste bladzijde een versregel te schrijven. Daar stond de echte versie van het verzegelde geschrift op. Dat luide als volgt: Kon de Schat met Woorden spreken – Tracht, o Kind en kinds- kinds- kind’ren
Deze Rijmsels te verstaan: Deze Woorden zijn het Teken: Eén alleen zal mij niet vinden
En een Ladder wijst mij aan. Deze woorden zijn het Teken: Alle Kind’ren zijn je vrinden; Weet de Vijand te weerstaan. Deze Woorden zijn het Teken: Vreemde die de Draak zal binden
Moet langs de Zevensprong gaan. Groenmouw zal de Spreuken spreken, Groenoog zal de Sleutel vinden, Groenhaar zal de Draak verslaan. Deze keer kwam Frans nog een keer eerder op bezoek en de oom van Geert- Jan net weg dus hadden ze het rijk voor hen alleen. Ze gingen op zoek naar de schat maar na lang zoeken vonden ze hem niet. Wel kwam Iwan een kleine sleutel tegen van de schat en die nam Frans in bewaring. Frans ging weer naar huis. Een paar dagen verder was het eindelijk zaterdag een dag voordat de verjaardag van Geert- Jan er was. Aan het ontbijt kwam Jan Toereloer binnen om een paar paketjes te geven voor Geert- Jan. Dat bestond uit een grote koffer van Jan en een pakje van de magiër. Van tante Willemijn kreeg hij ook nog een pakje mee. Toen hij eindelijk bij het Trappenhuis aankwam ging hij meteen door naar de logeerkamer waar hij sliep. Hij zette alle cadeautjes onder zijn bed en ging naar de bibliotheek waar hij Geert- Jan altijd les gaf. Daar gaf hij ook het cadeautje van de magiër omdat hij dat speciaal op het paketje had geschreven. Toen ging de rest van de dag zoals de andere en na het eten gingen ze naar bed. De volgende morgen werd hij wakker omdat Iwan op zijn bed lag en ging er toen maar meteen uit omdat hij toch niet meer moe was. Tot de ontdekking kwam Frans er achter dat hij groen haar had gekregen. Daar zat hij heel erg over in en toen kwam Geert- Jan binnen. Die kreeg toen zijn cadeautjes en van Frans een strooie hoed. Die zetten Frans op maar na het eten kwam de Graaf er achter en ontsloeg hem. Frans werd buiten de poort gezet maar kwam door het gat in het hek weer binnen en liep toen zo een val van de Graaf in. Want die had een ladder neer laten zetten en het raam open gedaan. Dus werd hij opgesloten en de trap naar beneden gegooid. Frans komt dan toch naar beneden en laat het feest doorgaan. Als iedereen er is komt Frans naar beneden (hij stond op een etage daarboven en laat Roberto de zevensprong spelen op zijn gitaar. Plotseling valt Geert- Jan door de vloer en vind de schat. De ladder waar ze in het verzegelde geschrift stond van namelijk een toonladder. De schat was een heel oud boek over de verhalen de Graaf Gregorgius Grissenstijn had mee gemaakt. En daarmee eindigt het boek.