De witte stad door J. Bernlef

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
Boekcover De witte stad
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1696 woorden
  • 17 februari 2005
  • 35 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
35 keer beoordeeld

Boekcover De witte stad
Shadow
De witte stad door J. Bernlef
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
J. Bernlef – De Witte Stad – Leendert de Die V6F Bibliografische gegevens: J. Bernlef – De Witte Stad
Querido Amsterdam 1992
Eerste druk 1992
143 bladzijden Korte samenvatting: William Reynolds zet een pretpark op bij New York, Dreamland. Hij is echter niet gelukkig met Dreamland en als het pretpark aan het eind van het boek platbrand, valt er een last van zijn schouders. Het boek verteld verder het verhaal van het alledaagse leven van Reynolds. Lange Samenvatting: Het verhaal begint als William Reynolds in Venetië op vakantie is. Het is 1901 en Reynolds wordt verliefd op een vrouw uit zijn hotel. Hij spreekt haar niet maar volgt haar elke dag. Op een dag is de vrouw echter weg, net zosnel als ze in Reynolds leven kwam. Het eigenlijke verhaal speelt zich af in 1911, dat jaar zou ook het laatste jaar voor Dreamland worden, Reynolds pretpark. Het gaat al een tijdje niet goed met zijn pretpark, maar niemand weet eigenlijk hoe dat komt. De mensen vinden het pretpark niet realistisch meer ofzo. Bovendien verkeert het park in slechte staat en moet nodig opgeknapt worden. En juist wanneer iemand het onderdeel "Hel" van het park op aan het knappen is, vat een attractie door kortsluiting vlam en binnen enkele minuten staat Dreamland in lichterlaaien. Reynolds komt niet naar Dreamland toe als hij wordt opgebeld, maar blijft in bed liggen. Hij lag die nacht voor het eerst van zijn leven namelijk met een vrouw in bed, een vrouw die op de vrouw uit Venetië leek. Reynolds leek gedurende het hele boek een ongelukkige, gefrustreerde man. Hij dronk

veel en had nooit geluk in de liefde. Gestructureerd Ervaringsverslag: Bibliografie: 1963 Onder de bomen (verhalen) 1965 Wat zij bedoelen (met K. Schippers, interviews) 1965 Stukjes en beetjes (roman) 1966 De schoenen van de dirigent (poëzie) 1966 Paspoort in duplo (roman) 1967 De schaduw van een vlek (verhalen) 1967 Een cheque voor de tandarts (met K. Schippers, documentaire) 1968 Bermtoerisme (poëzie) 1969 De verdwijning van Kim Miller (verhalen) 1970 Wie a zegt (essays) 1970 Hoe wit kijkt een eskimo (poëzie) 1971 Het verlof (roman) 1971 Rondom een gat (een winterboek) 1972 De maker (roman) 1972 Grensgeval (poëzie) 1973 Sneeuw (roman) 1974 Brits (poëzie) 1975 Meeuwen (roman) 1976 De man in het midden (roman) 1976 Zwijgende man (poëzie) 1977 Gedichten 1960-1977
1978 Anekdotes uit een zijstraat (verhalen) 1979 Stilleven (poëzie) 1979 Nachtrit (toneel) 1980 De ruïnebouwer (verslag en schouwspel) 1980 De kunst van het verliezen (poëzie) 1981 Onder ijsbergen (roman) 1982 Alles teruggevonden/niets bewaard (poëzie) 1984 Hersenschimmen (roman) 1985 Verschrijvingen (prozagedichten) 1986 Wolftoon (poëzie) 1987 Publiek geheim (roman) 1987 Drie eilanden (roman) 1988 Gedichten 1970-1980
1988 Geestgronden (poëzie) 1989 Vallende ster (novelle) 1990 De noodzakelijke engel (poëzie) 1990 Doorgaande reizigers (verhalen) 1991 Verborgen helden (bloemlezing) 1991 Ontroeringen (essays) 1992 De witte stad (roman) 1993 Niemand wint (poëzie) 1993 Eclips (roman) 1994 Vreemde wil (poëzie) 1995 Alfabet op de rug gezien (poëzievertalingen) 1995 Cellojaren (verhalen) 1997 Achter de rug. Gedichten 1960-1990
1997 Verloren zoon (roman) 1997 Schijngestalten (bevat tevens Hersenschimmen, Vallende ster en Eclips) 1998 De losse pols (essays) 1998 Aambeeld (poëzie) 1999 Meneer Toto-tolk, ter gelegenheid van de jaarwisseling 1998-1999
1999 Haalt de jazz de eenentwintigste eeuw? 1999 Tindeman's Dilemma, verhalen Biografie: Hendrik Jan Marsman, of beter gekend onder J. Bernlef, is geboren op 14 januari 1937 in Sint-Pancras in de buurt van Alkmaar. Na zijn eindexamen in 1955 studeerde hij nog 6 maanden politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn studies ging hij werken in een boekhandel en een uitgeverij. In het najaar van 1956, vlak voor de Hongaarse opstand, moest hij dienst nemen in het leger. In 1957 verbleef hij voor drie maanden in het militair hospitaal Austerlitz. Hier schreef hij zijn eerste verhaal ‘mijn zusje Olga’ dat later verscheen in het blad ‘Hoos’. Hij schreef dit verhaal nog onder zijn eigen naam. De recensent Hans van Straten vergeleek Hendrik Marsman met de dichter Marsman. Dit was de rede waarom Hendrik Marsman begon na te denken over een pseudoniem. Op een boekhandelcursus had hij net gehoord over de Middeleeuwse Friese bard Bernlef, van wie geen werk bewaard was gebleven. Die naam, voorafgegaan door de beginletter van zijn tweede voornaam, werd zijn pseudoniem. In 1958, na zijn diensttijd, trok hij naar Zweden. Hij pendelde tussen Zweden en Nederland, tot in 1960 wanneer hij definitief terug naar Amsterdam keert. In dit jaar trouwde hij met Eva Hoornik met wie hij twee kinderen kreeg. Hij werkte eerst nog vijf jaar vooraleer hij besloot om alleen maar te leven van het schrijven. Hij richtte met twee vrienden, Gerard Stigter en Gerard Brands, ‘het tijdschrift voor teksten’’Barbarber’ op. Dit blad bestond tot 1971. In 1977 zorgde hij voor de heroprichting van het blad ‘Raster’ waarvan hij geruime tijd redacteur was. Tijdens deze periode schreef hij als criticus voor verschillende kranten. Hij heeft een grote belangstelling voor de jazz, en heeft hierover meerdere keren geschreven. Hij zat ook in het bestuur bij de Stichting Jazz in Nederland. Titel: “De Witte Stad” slaat op het pretpark dat William Reynolds in het boek heeft opgezet, “Witte” slaat op de kleur van het park, die is overwegend wit.
Motto: Following the formal principle established by the march, ragtime composition is almost invariably constructed according to an additive process in which several complete, independent 16-measure sections (each regerred to as a "theme" or "strain") are joined whitout transitional connection. Dit motto is de definitie van ragtime, een muzieksoort die altijd wordt gedraait in de café's waar Reynolds naar toe gaat. Historische tijd & tijdsduur: Het verhaal speelt zich rond het jaar 1900 af. Het verhaal begint net voordat Reynolds begint met het bouwen van Dreamland, totdat dit afbrand. Plaats: Het verhaal speelt zich af in New York en Venetië. Hoofdpersonen: Eddie Breker: Eddie Breker is een medewerker van Dreamland
Sam Gumpertz: Sam Gumpertz is de parkleider van Dreamland. William Reynold: De hoofdpersoon van het verhaal is William Reynolds, hij is een ontevreden, bijna gefrustreerd persoon zonder vrouw. Aan het begin van het verhaal is hij wel verliefd, maar zijn liefde wordt niet beantwoord. Als hij aan het eind van het verhaal hoort dat Dreamland in de fik staat ligt hij met een prostituee in bed. Arthur de Booy: Arthur de Booy is de vaste pianist van het Manhattan Beach Hotel. Perspectief: Het boek heeft een raar perspectief, het ene hoofdstuk zie je het verhaal uit de ogen van Reynolds, een ik-persoon dus. Het hoofdstuk erna wordt er vanuit een hij/zij perspectief verteld en het hoofdstuk daarna weer in een ik-perspectief, maar dan met een andere ik-persoon. Verwarrend dus, heel verwarrend.
Boodschap van de schrijver: William Reynolds heeft het gemaakt, hij is rijk want hij heeft een pretpark, maar toch is hij ongelukkig. Ik denk dat Bernlef met dit boek wilt zeggen dat je tevreden moet zijn met wat je hebt. Opbouw/Structuur: Het boek is verdeelt in 3 delen, die weer onderverdeeld zijn in hoofdstukken. De hoofdstukken verdelen het verhaal tussen de verschillende personen. Het is mij echter niet duidelijk geworden waar de drie delen voor dienen. Genre: Het boek is een roman, ik denk een psychologische roman want het karakter van Reynolds wordt geanalyseerd (door meerdere personen). Eigen mening: Ik heb eerlijk gezegd nog nooit zo’n saai en verwarrend boek gelezen als dit. Het verhaal gaat totaal nergens over en Bernlef heeft onnodig moeilijk gedaan met de verschillende perspectieven. Hij wou natuurlijk de situatie van verschillende kanten belichten maar toch vind ik het ontzettend irritant lezen. Je moet steeds omschakelen tussen verschillende personen. De titel van het boek is vrij simpel, die slaat op het pretpark, en daar ben ik wel blij mee. De personen in het verhaal zijn verder goed gekozen, ze worden realistisch beschreven maar komen een beetje somber over. Dit komt omdat er nooit over hun thuis wordt gepraat, het is dus niet duidelijk of de personen vrouw en kinderen hebben. Al met al ben ik niet van plan nog een boek van Bernlef te lezen, ik vind dat een boek goed moet zijn vanwege het verhaal en niet vanwege de moeilijke opbouw, de constructies en de verwijzingen. Daarom vind ik Harry Mulish ook niks. Recensies: Ik heb een recensie gelezen uit de Trouw door T. van Deel. De titel is Dat dal blijft nooit stil hangen. Van Deel begint zijn recensie met een stukje voorgeschiedenis van Bernlef, in het boekje Geestesgronden heeft Bernlef het al over Coney Island in New York. Bernlef heeft dus al eerder over Dreamland geschreven voordat hij De Witte Stad schreef. Van Deel vat eerst het boek een beetje samen en citeert een paar mooie scènes. Van Deel vind De Witte Stad een aantrekkelijke roman, het verschil tussen perspectief noemt hij het kaleidoskopische karakter van het boek en hij zegt dat dat het boek helemaal ten goede komt. Hij heeft het daarna nog even over de belangrijke rol van muziek, film en fotografie in het boek (dat ik echter niet zo goed kon herkennen). Zijn uiteindelijke oordeel over het boek is: "Het is niet blijven bestaan, het is weg, het is verleden tijd, maar wat verdwenen is kan door woorden, een geslepen compositie en een levendige personenkeuze klaar en helder voor ogen komen te staan, zoals Bernlef laat zien met "De Witte Stad". Mening: Ik ben het niet met Van Deel eens, ik vind namelijk dat het "kaleidoskopische karakter" van De Witte Stad het boek niet ten goede komt, het wordt er simpelweg te onduidelijk van. Tevens vind ik dat Bernlef meer aandacht heeft besteedt aan deze moeilijke constructie dan aan het verhaal zelf, dat ik namelijk heel saai vind ik.
Verwerkingsopdracht #1: Stel je voor dat jij de schrijver bent. Beschrijf aan welke passage(s) jij met het meeste plezier hebt gewerkt en waarom. Ik denk dat als ik Bernlef geweest was, het meest plezier aan het eerste deel van het boek had gehad. In het eerste deel verteld hij over Reynolds in Venetië en over hoe Reynolds achter de vrouw aangaat. Ik denk dat ik het in tegenstelling tot de rest van het boek dit deel het leukst had gevonden. Sowieso omdat het het makkelijkste stuk was, maar ook omdat het eerste stuk het meest actievol, het is nog wel een beetje spannend zelfs. Dat komt omdat je steeds hoopt dat Reynolds iets gaat ondernemen en de vrouw gaat versieren. Uiteindelijk is het hele deel een anticlimax, want de vrouw is opeens weg. Dat lijkt me ook leuk, de lezer een beetje voor de gek houden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De witte stad door J. Bernlef"