Zakelijke gegevens
Schrijver: Connie Palmen
Titel: De wetten
Uitgever, plaats en jaar van uitgave, druk: Prometheus, Amsterdam, 1999, 32e druk.
Aantal bladzijden: 238
Datum leesverslag: 22-11-2004
Jouw keuze voor dit boek
Op aanraden van meneer Rooyakkers had ik besloten dit boek te gaan lezen, het werd beschreven als een ‘filosofische, zwaarwichtige, halfzachte, banale, erotische en diepzinnige roman’. Dit was voor mij al genoeg om de keuze voor dit boek te maken. Ondanks dat ik geen filosofie heb op school interesseer ik me er wel in. Het boek ‘De wereld van Sofie’ vind ik dan ook boeiend om te lezen. Toch was het me in dit boek te chaotisch, de hoofdpersoon en tevens de verteller haalde vanaf het begin van het boek dingen door elkaar. Als ze de ene situatie aan het beschrijven was begon ze alweer middenin het ander, dit maakte het verhaal echter wel realistischer. Ik merk aan mezelf dat ik leer door te lezen in gedachten van anderen en hun ervaringen mee te maken. Zo kan ik bepalen wat ik juist wel en wat ik juist niet goed vond aan hoe de hoofdpersoon handelde en trek ik een duidelijkere grens in mijn eigen persoonlijkheid en hoe ver ik kan gaan. Het is een soort bevestiging op hoe ik wel en hoe ik niet zal reageren in situaties die dagelijks voorkomen.
Je eerste reacties
In het begin vond ik het allemaal een beetje te veel ineens, dat hele gedoe met een astroloog die allemaal theorieën heeft over de hoofdpersoon. De lezer kwam in hele korte tijd te weten hoe de hoofdpersoon was zonder daar zelf een bevestiging van de hoofdpersoon van te hebben. Maar naar mate ik verder las kon ik de gegeven informatie van de astroloog wel plaatsen. Doordat je als lezer in de gedachten van de hoofdpersoon kunt kijken, krijg je in dit boek mee hoe Marie nadenkt en filosofeert over dingen. Soms kon ik er echt totaal niet inkomen wat Marie nu eigenlijk bedoelde en waar ze haar theorieën nu weer vandaan haalde. Maar vaak kon ik er ook wel in komen wat ze dacht en zag ik enige gelijkenis in mijn mening en die van haar. Behalve op het einde, Marie is daar zo in zichzelf gekeerd en is zo onzeker over zichzelf en de liefde dat ze de wereld ziet als een grote puinhoop. Dit maakte indruk bij mij, en vooral het einde, dat blijkt dat ze dit boek schreef als verwerking op wat ze de laatste jaren heeft meegemaakt. Het ontroerde me dat het ik- perspectief haar gedachten aan de lezer wilde blootgeven.
Korte samenvatting van gebeurtenissen
De ontmoetingen en de liefde staan in dit verhaal centraal, Marie Deniet verteld in deze roman over de zeven mannen die ze ontmoet heeft en er toe hebben geleid dat ze helemaal in de war raakt, zo staat geschreven aan het einde van het boek. Hier volgt een korte beschrijving van de zeven hoofdstukken:
- De astroloog: ze ontmoette hem in de zomer van 1980 in een antiquariaat, een bedrijf dat zich met handel van oude boeken, prenten, handschriften e.d. bezighoudt, in de Pijp. Miel van Eysden is een astroloog van ongeveer 50 jaar oud, hij komt de winkel binnen en raad haar sterrenbeeld meteen. Hij vertelt haar over haar karaktereigenschappen en ze raken bevriend. Hij voorspeld dat ze Lucas Asbeek gaat ontmoeten ‘elkaars kleren zouden scheuren en dat Marie haar pluimen zou verliezen’, dit komt in hoofdstuk VI en VII terug. Hij vertelt Marie over zijn kijk op het leven en hij vertelt haar over wat planeten en sterren voor invloed hebben op het leven. In de herfst van 1983 vertrekt Miel naar Frankrijk en laat zijn keuze mede beïnvloeden door het getal 33 dat hem al sinds zijn jeugd achtervolgd.
- De epilepticus: Marie ontmoet tijdens een filosofisch hoorcollege Daniël Daalmeyer doe nog voor de pauze de ruimte onder protest verlaat. Omdat Marie hem een pen leende wil ze hem aanspreken als ze hem later op straat weer tegen komt. Daniël krijgt op dat moment een lichte epileptische aanval en Marie helpt hem weer overeind waarop Daniël haar Theresa noemt. Ze gaan hierna iets drinken in een café en spreken af om die zondag te gaan eten bij Daniël thuis. Doordat hij was laat is maakt Marie eerst kennis met Stefan en Lisa Duden die op de benedenverdieping wonen. Als Daniël thuiskomt gaan ze naar boven en eten twee pizza’s waarna hij haar zijn research naar huidaandoeningen laat zien en haar vervolgens probeert te zoenen, dit wil Marie echter niet. Daniël vindt dat ziekte de oorzaak is van de persoonlijkheid en is dan ook blij met zijn ziekte.
- De filosoof: Guido de Waeterlinck is een filosoof die een hoorcolleges geeft, Marie is van hem onder de indruk omdat hij haar doet denken aan een ex. Toen ze zeventien was kreeg ze een relatie met haar maatschappijleraar die 31 jaar ouder was. Ze wil aandacht bij hem trekken door zeer vrouwelijke kleren aan te doen, dit werkt echter niet. Op een dag wordt het hoorcollege in een andere zaal gegeven waar ze kennismaakt met enkele oudere mensen. Ze maakt kennis met hen en het blijken allemaal vluchtelingen te zijn. Marie begroet Lászlo, die zich altijd al wat afzijdig hield, op de trap van de bibliotheek. Ze spreken voortaan een uur voor het college af en hij wordt verliefd op haar evenals Aäron dat wordt. Lászlo en Marie schreven elkaar brieven maar die van Lászlo werden later erg opdringerig waardoor Marie alleen nog maar citaten schreef in haar brieven. In 1982 op een dinsdag in april verbrak hij het contact met een ansichtkaart waarop hij zei haar niet langer meer lastig te zullen vallen.
- De priester: Naar aanraden van de Waeterlinck stuurde Marie haar kandidaatsscriptie naar Carmens Brandt omdat Guido Marie niet goed kon helpen vond hij zelf. Nu had ze een brief teruggekregen met een compliment op haar scriptie en de vraag wat literatuur tot literatuur maakt, hier schreef Marie een essay over. Na het voorlezen ervan zegt Brandt dat de essay lijkt op de filosoof Derrida, hij analyseert hieruit Maries kandidaatsscriptie en van daar uit haar karakter. Ze gaan uiteten en hebben het over Carmens priesterschap, hierna gaat ze weer naar huis. Carmen is verliefd geworden op Marie maar zij maakt hem duidelijk geen relatie met hem te willen als hij een weekend bij haar is naar aanleiding van een ansichtkaart die hij van Marie gekregen had. Ze gingen uiteten en kwamen Daniël tegen die vertelde met het schrijven van een boek bezig te zijn. Het etentje verliep vreemd, Carmen vertelde Marie dat hij wel eens speciale prostituees liet komen. Marie en Carmen eindigen in één bed en Carmen mag haar niet aanraken. Het is niet duidelijk of ze seks hebben gehad.
- De fysicus: Marie heeft een brief ontvangen van Hugo Morland met daarin een overlijdensbericht van M. van E., Miel van Eysden. Ze ontmoet hem in zijn hotel en tijdens een etentje vertellen ze elkaar over Miel. Hierna gaan ze nog naar het strand en drinken wat waarbij Hugo verteld getrouwd was, in Frankrijk woonde en daar werkt als astronoom. Op het strand stoeien ze nog, Marie zoent hem en op Maries kamer vrijen ze. Ze bewondert hem, zijn manier van bewegen, en er groeit een relatie tussen de twee die weer moet stoppen na de begrafenis van Miel omdat Hugo dan terug gaat naar zijn vrouw in Frankrijk. Marie geeft de situatie weer van de begrafenis en hoe Miel’s moeder wil dat de kist de grond in wordt gezakt en ze het zand op de kist wil scheppen wat nog niet echt een gewoonte was.
- De kunstenaar: Dit hoofdstuk heeft 33 bladzijden, dit kan toevallig zijn maar kan ook te maken hebben met de voorspelling van de astroloog in hoofdstuk I. Marie ontmoet Lucas Asbeek in het antiquariaat waar ze indertijd werkte, ze weet niets te zeggen en is heel erg zenuwachtig ineens. Ze blijft zijn naam in haar hoofd houden en als ze bekijkt een documentaire van hem. Geïnspireerd door kunstwerken en een boek schrijft ze haar scriptie, wekenlang is ze aan het schrijven. Een week voor haar doctoraal examen houd ze stilte en bij haar examen zijn familie en vrienden aanwezig. Ze slaagde en daarna ontmoette ze eindelijk Lucas Asbeek die ook daar was. Hij leest haar scriptie en ze krijgen een relatie, ze hebben beide gevonden in elkaar wat ze al jaren gezocht hadden. Lucas verteld veel over zijn leven en Marie trekt daar weer analyses uit die Lucas zelf soms niet begrijpt. Er gaat een jaar voorbij en Marie is steeds wordt vergeetachtig, heeft geen honger meer en is ongelukkig als Lucas niet in huis is. De liefde beheerst haar leven en Marie weet het allemaal niet meer aan het einde van het hoofdstuk.
- De psycholoog: dit hoofdstuk bestaat uit een monoloog van Marie, ze is bij een psycholoog en verteld tijdens drie sessies hoe ze zich voelt. Marie zit in een identiteitscrisis en heeft enorm veel liefdesverdriet om Lucas. In de eerste sessie verteld ze over de mannen in haar leven en waarom Lucas juist de ware was. In de tweede sessie verteld ze over haar jeugd en het geloof in God. In de derde sessie neemt ze afscheid van de psychiater (dit is de vader van Daniël Daalmeyer), het schrijven van haar verhaal heeft haar gelukkig gemaakt en haalde haar uit de depressie.
Persoonsbeschrijving met behulp van de navertelling
In elk hoofdstuk ontwikkeld de hoofdpersoon zich, de persoonsbeschrijving maak ik door de ontwikkeling van de hoofdpersoon per hoofdstuk toe te lichten. Wat leert Marie per ontmoeting?
De astroloog: Marie had genoten van wat de astroloog haar had verteld over wie zij precies was, maar de keer erop dat Miel kwam voelde ze een moment afkeer tegen hem. Ze zag het ook bij vrienden die ze ontmoette en het ging bij Marie niet over. Ze ging filosoferen over de verhouding tussen mannen en vrouwen en de verbintenis tussen de verhouding van God en de duivel en over de kennis en de zondeval. Marie vond het onvoorstelbaar hoe iemand zijn leven zo enorm door het heelal kon laten beïnvloeden. Wat haar altijd nog bezighoud wat van Miel afkomstig is, dat is de achtervolging van het cijfer 33. Elke keer als ze het getal tegenkomt moet ze aan hem denken. Citaat op bladzijde 42 wat een ontwikkeling weergeeft over het denken van Marie, regel 13: ‘Aan een talent moet je gaan staan zoals je aan het leven gaat staan, want op een dag vallen ze samen en betekent het leven jouw talent en is het jouw talent om te leven.’ Marie realiseerde dat het leven haar nodig had.
De epilepticus: Daniël Daalmeyer was een man die last had van epilepsie en hij vond het interessant om ziekten van anderen uit te pluizen en te kijken wat voor invloed deze op hen hadden. Zo heeft hij research gedaan voor de huidziekten van Marie, zij voelt zich hierdoor ingesloten door een karakterbeschrijving die misschien wel te dicht stond bij de werkelijkheid en die probeert ze nou juist blijkbaar te ontvluchten.
De filosoof: Marie voelt aantrekking tot De Waeterlinck, hij schijnt het gezicht te hebben dat volgens haar, die het publiek wil zien. De filosoof laat haar nadenken over het leven, ze vraagt zich af of je iets kan zoeken maar niet weet wat. Marie raakt er door de ontmoeting met Làszlo van overtuigd (citaat) ‘dat men niet aangespoord wordt door passies maar door de tropen van de passie en dat het geen pure wil is, die ons tot daden aanzet, maar de gemeenplaatsen over de wil. Pas als de ervaring klopt met het cliché van wat een werkelijke ervaring is en we kunnen huizen in de geborgenheid van de taal, ontstaat er zoiets als een gevoel van waarachtigheid, het idee te kloppen, echt te bestaan, werkelijk te zijn.’ Blz. 111 à regel 16 tot en met regel 24
De priester: Ze vond hem lelijk, de priester, hij had een bochel en zag er niet goed uit, toch voelde ze zich ook tot hem aangetrokken. Hij legt haar uit wat het priesterschap met hem doet en verteld haar dat hij wel eens hoeren laat komen. Marie wil uit respect en eerbied voor de priester met hem slapen, het is onduidelijk of Marie ook seks met hem wil, ze wil in ieder geval niet dat hij haar aanraakt, dat vind ze walgelijk.
De fysicus: Bij de ontmoeting van Hugo voelde Marie dat ze meer van hem wilde, het probleem was volgens haar dat hij getrouwd was. Als ze samen zijn op een kamer verteld ze hem dat ze zich als een maagd voelt en vraagt hem of hij haar wil inwijden met liefde, daarna voelt ze zich rijp. De relatie kan niet uitbloeien omdat Hugo al snel weer terug gaat naar Parijs, waar zijn vrouw woont. Marie laat dit achter zich.
De kunstenaar: Door de diepgaande relatie die ze met Lucas Asbeek kreeg ging er een groot stuk van haar vrijheid weg, elke keer dat Lucas weg was miste ze hem. Ze kon niet meer zonder hem, hij was een verslaving voor haar geworden. Nadat hij Marie verteld dat hij niet weet of hij wel genoeg van haar houd gaat het slechter met Marie. Haar eetlust verdwijnt en ze wordt magerder, ze heeft geen honger meer. Ze verliest allerlei spullen waar ze dan ook trots op is, ze is er trots op dat ze verliest. Hierdoor krijgt Lucas het gevoel dat hij haar niet gelukkig kan maken. Marie realiseert dat ze wil veranderen omdat ze zich niet goed genoeg vindt. Ze krijgt van Guido het voorstel om les te gaan geven op een universiteit, ze besluit hier een maand over na te denken. Na een maand is ze angstig en weet het niet meer.
De psycholoog: aan de psycholoog verteld ze haar hele verhaal, hoe ze zich gevoeld heeft gedurende de ontmoetingen met de verschillende mannen in haar leven, over haar jeugd en over God. Uiteindelijk kan ze afscheid nemen van haar verleden en beginnen met een nieuwe start.
Verdiepingsopdrachten
Titelverklaring: De Wetten slaat op de wetten die voor het leven zijn gemaakt. De levenswetten zoals die ervaren worden door de mannen die Marie ontmoet in de verschillende hoofdstukken. De mannen hebben over het leven ieder een eigen opvatting, visie, een wet, die voor hen geldt. De Wetten slaat dus op de wetten die in het leven gelden, die men voor zichzelf gemaakt heeft waarvan hij vindt dat ze aanvaardbaar zijn. Marie kan zich niet aan alle wetten houden van de mannen die ze tegenkomt en de mannen ook niet aan die van haar. Maar Marie weet in het begin van het boek nog niet precies wat haar eigen wetten zijn, aan het eind heeft ze zich zodanig ontwikkeld dat ze haar wetten op kon schrijven, kon openbaren.
Mensbeeld: De schrijver ziet de mens als een individu die zelf zijn eigen regels stelt. Iedereen is te beïnvloeden door een ander, zelfs zodanig dat heel zijn leven daardoor wordt veranderd. Zo ook bij Marie, elke man die in dit boek wordt beschreven, beïnvloed Maries denkwijze, dit is het sterkst bij Lucas Asbeek. Marie wil zo graag dat ze goed voor hem is, dat Lucas zich nergens aan hoeft te irriteren bij haar. Maar doordat dit uit de hand loopt bij Marie, ze heeft geen eetlust meer en kan niet stoppen met huilen, gaat dit Lucas juist irriteren. De mens wordt door Connie Palmen gezien als een perfectionist die streeft naar het beste en gaat tot het uiterste.
Eindoordeel
Het boek De Wetten is heel filosofisch geschreven door hoofdpersoon Marie, dit komt doordat ze filosofie heeft gestudeerd en daarom ook een filosofisch denkbeeld heeft. Het gevolg daarvan is dat je zelf meer over personages en gebeurtenissen komt te weten, Marie gaat overal heel diep op in. Wat wel een verwarrende eigenschap is van de hoofdpersoon, is dat ze tussen heel veel dingen een verband wil zien, niets kan toeval zijn, alles is voorbestemd. Dit vond ik vervelend aan het verhaal omdat je het dan ook vaak niet eens bent met wat Marie van iets denkt. Toch kan dat ook een uitdaging zijn, dat je gaat proberen om in te zien dat een andere mening misschien wel beter is door een betere argumenten dan die van jou. Ik vond het heerlijk om dit boek te lezen ondanks dat ik het lastig vond om een persoonsbeschrijving te maken omdat ik houd van filosofie.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden