Oh, wat kon ik me soms aan hem ergeren. Aan hoe hij over dingen dacht, aan wat voor dingen hij deed…
Helaas heb ik het eerste deel, kevbdd niet gelezen, dus wordt mijn karakter beschrijving puur gebaseerd op dit boek. Het schijnt dat het eerste boek nóg groffer is. Ik denk dat Stijn heel veel mensen heeft pijn gedaan. Hij zegt dat dat niet is wat hij wil, maar hij blijft het doen.
Soms vroeg ik me af hoe zijn ouders hem hebben opgevoed. Wat een egotripper is hij zeg. En dan te bedenken dat dit echt is gebeurt. Of ten minste gebaseerd is op echte gebeurtenissen.
Stijn zit vol heftige emoties. Liefde, haat, zelfhaat, egoïsme, verdriet, boosheid en fustratie. Die gevoelens wisselen elkaar razendsnel af. Hij wind geen doekjes om wat hij denkt. Nee, hij gooit gewoon alles op tafel, scheldt er op los en deelt met plezier zijn wildste fantasieën.
Ik vond het echt smerig om te lezen hoe hij elke vrouw een beurt gaf. Echt om van te walgen. Alsof hij voor je gaat staan en zo: hoppa al zijn groffe gedachtes ongegeneerd in je gezicht smijt. Hij hoefde ze heus niet zo levendig te beschrijven, want ik werd er telkens weer aan herinnerd dat ik beslist niet de belangrijkste doelgroep was voor wie Kluun dit heeft geschreven.
Volgens Stijn, en dus de schrijver zelf, gaat iets van negentig procent van de mannen vreemd. Negentig! Hoe is dat mogelijk? Is het dan echt onmogelijk om van één persoon te houden? Daarbij, in het boek gaat Stijn met wel tien verschillende vrouwen naar bed. Hoe hij dat voor elkaar krijgt is mij een raadsel, want de man op de achterkant is in mijn ogen helemaal geen aantrekkelijk iemand. Oké spuuglelijk is anders, maar wat die vrouwen in hem zien begrijp ik niet. Misschien is dit meer een mannen boek. Hoewel het makkelijk leest en op sommige momenten heus wel grappig is, vond ik Stijn toch een naar persoon. Pas ergens op de helft werd het beter. Toen hij besloot voor zijn dochter te kiezen in plaats van voor de seks. Toen ik dit citaat las, was ik eerlijk gezegd toch een beetje verbaasd:
‘Ik begin me te realiseren dat als Carmen gezond was gebleven, ik er zélf ooit vandoor was gegaan. Bij een van mijn slippertjes was ik onvermijdelijk een keer verliefd geworden en was dan naar die ander gevlucht, omdat het met Carmen ‘toch niets meer voorstelde.’ Hoe bizar het ook klinkt, eigenlijk moet ik de kanker dankbaar zijn. De kanker heeft onze liefde gered.’
Hoe sterk was de liefde tussen hem en Carmen hij er van overtuigd is op één van zijn verhoudingen verliefd te worden?
Of dit stukje:
‘Ik wíl helemaal niet mijn hele leven seks hebben met één vrouw. Het idee dat ik trouw móét zijn voelt als een handrem op mijn leven. Dat kan niet de bedoeling zijn van de liefde.’
Ik weet niet zo goed wat ik hier van moet denken. Misschien moet hij, als hij haar hoe dan ook laat vallen maar helemaal geen relatie beginnen. Scheelt een hoop pijn. Ik denk dan ook dat Stijn zichzelf erg snel kwijtraakt. Ik denk dat hij soms vergeet wie hij écht is. Gelukkig is daar Luna, zijn schattige dochtertje dat hem laat weten hoe het is om toch nog echt van iemand te houden. Hoewel Stijn dol is op zijn dochter, laat hij zijn gevoelens wel eens de vrije loop en doet hij haar daar ontzettend pijn mee. Vooral dit stukje maakte mij ontzettend kwaad op Stijn: Hij had net te horen gekregen dat Roos een mailtje had gestuurd en was vast beraden om dat nú te gaan lezen. Luna had daar echter geen zin in:
‘Luna, ik tel tot rie.’
Ze begint nog harder te huilen.
‘Één…’
Het huilen gaat over in gillen.
‘Twee…’
Ze schudt met haar hoofd als een bezetene.
‘Drie!’
Ik pak haar vast bij een arm. Ze probeert op het gras te gaan liggen. Godverdomme, het is dat er allemaal mensen staan te kijken, anders gaf ik haar ter plekke een vreselijke hengst.
Woedend trek ik haar mee. Ze gilt hysterisch, terwijl ik haar als een pop achter me aansleep. Ik pak haar gezicht tussen mijn vingers. ‘Ga je nu verdomme normaal doen?!?’ schreeuw ik in haar gezicht.
‘Nee!!!’ Schreeuwt ze terug. Hardhandig draai ik haar om en geef haar een pets op haar billen. Ze schrikt even kijkt me dan boos aan.
‘Ik…hi…ik wi-hil naaahaaar mama toe..hoe’ (…)
‘Je kunt niet naar mama toe!’ Hoor ik mezelf schreeuwen. (…)
‘Mama is hartstikke fucking dood!’ (…..)
Arme Luna. Zo moet je niet tegen je kind schreeuwen, ook niet als je kwaad bent. Je moet je frustraties niet af reageren op iemand anders, en al helemaal niet op zo’n onschuldig persoon als een kind van drie en een half.
Hoe dan ook, Luna moet wel erg van haar papa houden, want ze vergeeft het hem gelijk als hij zijn verontschuldiging aanbied voor het slaan. Hoewel het duidelijk is dat Stijn ontzettend veel pijn heeft, vind ik nog niet dat hij Luna daar mee moet confronteren.
Verder is Stijn wel een lieve papa. Hij doet zijn best, leest voor, gaat met haar naar speeltuinen, naar de macdonalds, leert haar zwemmen en nog veel meer. Volgens zijn therapeute Nora, kan Luna hem veel meer geven dan hij denkt, en dat is zo. Nooit twijfelt hij eraan of hij wel van Luna houdt. Nooit vraagt hij zich af of zijn leven beter zou zijn zonder haar, wat hij bij vrouwen wel doet.
Ik kijk Luna aan. ‘Dus u wilt naar zee,
prinses?’
Ze knikt.
Plotseling begin ik te gillen als een bosaap en ren ik met de fiets aan mij hand richting zee. Luna schatert het uit. ‘Nee, nee, niet de zee in!’
schaterlacht ze.
‘Harder pap, harder!’
Ik slaak oerkreten, trap nog wat harder en fiets een stukje verder het water in.’’
Stijn werkt ontzettend veel met beeldspraak en vergelijkingen waar ik niets van snap. Hij verwijst ontzettend veel naar voetbal en dat kan mij over het algemeen gestolen worden. Op bijna elke bladzijde staat wel een vreemde vergelijking. Bijvoorbeeld:
- Ik ben nog afweziger dan Liam Galleagher tijdens optredens van Oais
- Tanja’s verhaal interesseert me minder dan de uitslag van Telstrar-Top Oss.
Werkelijk geen idee wat hiermee bedoeld wordt.
Omdat ik weet dat dit een semi-autobiografisch boek is, heb ik wat research gedaan en ben erachter gekomen dat Stijn in het echt Raymond van de Klundert heet (Kluun) en Carmen Judith. Zijn dochter heet Eva en Hoe Roos heeft weet ik niet, maar ik neem aan dat dat Nathalie moet zijn, want met haar heeft hij een kind. (Roos, 2 jaar).
In grote lijnen klopt het denk ik wel wat er in het boek gebeurt. Wat ik persoonlijk wel een beetje vreemd vind is dat dit boek voor Eva is geschreven. Ze is nu een jaar of tien, maar als ze ouder wordt en het boek leest, wat moet ze daar ooit van denken? Oké het tweede gedeelte zou best ontroerend kunnen zijn, maar dat eerste gedeelte? Over het wilde seks leven van haar vader? Hoe moet het ooit voor haar zijn om zijn uitgebreide beschrijven te lezen? Ik zou er van walgen. Ik heb ook wat foto’s opgezocht. Vooral naar Carmen was ik erg benieuwd omdat hij het er vaak over heeft hoe prachtig ze is. Ik vind haar eerlijk gezegd een hele gewone vrouw. Op een foto waar ze nog jonge is, vind ik haar enigszins op een wat minder mooie Meryl Streep lijken.
Ergens aan het einde van het boek, schrijft Roos een mail naar hem waarin ze goed beschrijft hoe Stijn in elkaar zit.
‘Je vertelde me ooit dat je, toen er pas kanker was ontdenkt bij Carmen jaloers naar een giechelend bejaard stel bij Albert Heijn keek en toen besefte dat je dat nooit met Carmen ging meemaken. Daar is iets dubbels aan. Je verlangt naar zo’n langdurige, intense liefde, maar als het aan jou ligt is het hele leven tevens een aaneenschakeling van het nieuwe, van openingsfases. Slippertjes, tijdelijke verhoudingen en one-night stands: ze zijn opwindend, spannend, geil en ego-strelend. Maar jij maakt er een levensstijl van, een levensstijl die jouw dwingt om continu toneel te spelen.’
Ik denk dat dit inderdaad het geval is. Hij verbergt telkens wie hij echt is voor degene van wie hij houdt. Hij wil profiteren van Roos haar ‘warmte’ maar het liefst zonder verdere gevolgen, zonder beloftes en verprlichtingen. Gewoon een vrije relatie: elkaar zien wanneer ze er zin in hebben. Maar Roos kan daar niet meer zo goed tegen denk ik. Ze wil de échte Stijn. Niet de Stijn die ze met zo veel mensen moet delen. Ze wil hem voor haar alleen. Dus sms’t ze op een dag:
‘Ik kom vanavond niet. Als ik je warmte niet krijg, hoe ik ook je kou niet.’
Wat ik persoonlijk heel logisch van haar vind. Toch blijft Roos zielsveel van Stijn houden, hoe hard ze ook probeert hem te vergeten. Op een dag krijgt Stijn een droom waarin Carmen het goedkeurt dat hij iets met Roos krijgt.
Dit is een belangrijk moment in het boek, want hierna besluit Stijn dat hij voor Roos moet kiezen.
‘Langzaam komt het bootje dichterbij. De contouren van het silhouet worden duidelijker. Het is een vrouw (…)
In het bootje zit Roos. Verbaasd draai ik mijn hoofde naar Carmen. En weer naar Roos. En terug naar Carmen. Ik wil iets zeggen, maar Carmen legt haar vinger op mijn mond, glimlacht en knikt alleen.
Voorzichtig klim ik over de reling van de vuurtoren. Ik kijk nog een keer om. En dan ga ik op de reling staan, kijk naar het bootje dat beneden in de zee dobbert, sluit mijn ogen, spreid mijn armen en, terwijl het angstzweet op mijn voorhoofd staat, spring ik.’
Mening (woorden: 662, zonder citaat)
Voor ik dit boek heb geleend van de bieb heb ik enkele recensies gelezen. Er waren veel mensen die het ontroerend vonden, maar er waren ook veel mensen die het teleurstellend, voorspelbaar, te grof, zonder diepgang of het slecht geschreven vonden. Toen het boek uit kwam waren er heel wat vernietigende kritieken op gegeven.
De voorkant vind ik erg mooi vormgegeven. Gewoon het totaalplaatje ziet er mooi uit. Ik heb het boek in de middag opgehaald en had het laat in de avond uit. Dat kwam niet doordat ik het een geweldig boek vond, want dat is niet zo. Ik wilde het gewoon uit hebben, er klaar mee zijn. Het leest wel als een trein (J). Er waren een paar stukjes waar ik enigszins een glimlachje bij kon produceren, maar tranen had ik niet. Ik vond ook de schrijfstijl niet per ce bijzonder. Heel gewoon.
Hoewel ik voornamelijk in de eerste helft van het verhaal weinig tot geen sympathie kon op brengen voor Stijn, kan ik me voorstellen dat er toch veel lezers zullen zijn die een traantje zullen moeten weg pinken als Stijn de verzorgende vader gaat uithangen, net zoals hij zorgde voor Carmen in het eerste boek.
Ik weet niet precies hoe het verhaal van kevbdd verloopt, maar ik weet wel in grote lijnen waar het over gaat en ik denk dat Kluun dit boek als een soort tegenhanger wil gebruiken. Om te laten zien dat hij ook gevoelig is, dat hij een goede vader kan zijn en dat hij zijn ‘leven weer op de rails’ probeert te krijgen. Ik denk dat voor veel mensen het wel fijn is dat dit boek er is, zodat ze de gebeurtenissen in het eerste deel beter een plekje kunnen geven. Er zullen heel wat doorweekte bladzijdes ontstaan zijn in het eerste boek, misschien zelfs doorlopen zinnen omdat het zo pijnlijk duidelijk was dat Carmen het niet zou overleven. Dat door de directe schrijfwijze van Kluun mensen echt geraakt werden door de heftige gebeurtenissen. En dat begrijp ik wel.
Ik weet niet precies hoe het verhaal van kevbdd verloopt, maar ik weet wel in grote lijnen waar het over gaat en ik denk dat Kluun dit boek als een soort tegenhanger wil gebruiken. Om te laten zien dat hij ook gevoelig is, dat hij een goede vader kan zijn en dat hij zijn ‘leven weer op de rails’ probeert te krijgen. Ik denk dat voor veel mensen het wel fijn is dat dit boek er is, zodat ze de gebeurtenissen in het eerste deel beter een plekje kunnen geven. Er zullen heel wat doorweekte bladzijdes ontstaan zijn in het eerste boek, misschien zelfs doorlopen zinnen omdat het zo pijnlijk duidelijk was dat Carmen het niet zou overleven. Dat door de directe schrijfwijze van Kluun mensen echt geraakt werden door de heftige gebeurtenissen. En dat begrijp ik wel.
Hoe dan ook, ik denk dat ik het boek wel zou aan raden aan andere mensen, omdat het makkelijk leest, er veel gebeurt en het op sommige stukjes grappig en ontroerend kan zijn. En hoewel het best een zwaar thema is: het verwerken van het verlies van een dierbare, is het toch behoorlijk luchtig gehouden. Zonder extreme depressiviteit. Toch kreeg ik soms erg genoeg van Stijn’s karakter. In het echte leven had Jaap, de vader van Carmen (Judith dus) het niet zo op Stijm (Kluun). Hij vertelde aan het blad privé:
“Er is een tijd geweest dat Judith en Kluun echt van elkaar hebben gehouden. Maar hoe lang dat heeft geduurd? Een dochter vertelt niet alles over haar huwelijk aan haar vader. Als we bij haar op bezoek kwamen was Kluun er vrijwel nooit. Op een gegeven moment, en dat was lang voordat er bij haar kanker werd geconstateerd, had Judith ook door dat hij een andere vrouw had. En toen ze kanker kreeg kon ze niet meer dan dat accepteren.”
Er zitten geen levenslessen in, geen psychologische of filosofische hersenspinsels, nee hij is gewoon direct en zegt waar het op staat. Dat zal voor veel mensen wel fijn zijn denk ik.
Daar waar ik het juist fijn vind om te lezen hoe Stijn zijn leven probeert te verbeteren en weer gelukkig wordt, vinden andere lezer het slaapverwekkend om te lezen hoe hij zielsgelukkig samen met zijn dochtertje gaat zwemmen in een meer, of hoe ze met een waterijsje in hun hand genieten van het uitzicht. Het rauwe taalgebruik dat in het begin nog wel de boventoon lijkt te houden, zakt steeds meer af. Dit wordt door sommigen gezien als een pijnlijke constatering dat er zonder zieke vrouw weinig van Kluun over blijft. Misschien ben ik nog te jong om dat te begrijpen. Ik weet het niet. Ik vind het nou eenmaal veel interessanter om te lezen hoe Stijn zijn camper kwijtraakt en samen met Luna door de graanvelden wandelt op zoek naar een camping -of hoe hij erachter komt dat hij toch werkelijk van iemand kan houden-, dan te lezen hoe hij met zijn smerigste woordenschat beschrijft hoe hij een Dolly een beurt geeft. Maar ja… dat ben ik.
Ik denk dat dit boek vooral wordt gelezen door mensen die willen weten hoe het leven van de hoofdpersonages van tragische sprookje ‘komt een vrouw bij de dokter’ verder gaat, smachtend naar een happy end.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden