Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De wandelende jood door August Vermeylen

Beoordeling 7.7
Foto van Cees
Boekcover De wandelende jood
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 1320 woorden
  • 1 oktober 2004
  • 85 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
85 keer beoordeeld

Boekcover De wandelende jood
Shadow
De wandelende jood door August Vermeylen
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
August Vermeylen De wandelende Jood Editie August Vermeylen is een Vlaamse auteur , die leefde van 1872 tot 1945. Hij behoorde tot de stroming van “Van Nu en Straks” Deze Vlaamse troming heeft grote invloed gehad op de Vlaamse literatuur en is nauw verwant aan de Franse symbolisten die streefden naar een synthese (samensmelting) tussen ziel en verbeelding. Vermeylen voltooide het boek in 1906. Gebruikt is de herdruk van 1980 bij de uitgeverij Aghaton. te Bussum in de reeks Agathon-signaturen. De roman is in vier grote getitelde delen gepubliceerd met een lengte van 95 bladzijden. Het boek is opgedragen : “Aan Gaby”. Genre “De wandelende Jood “ kan men het beste een legende noemen. Dit is een eenvoudig, zuiver christelijk verhaal, waarin wordt aangetoond hoe God zich rechtstreeks met het leven van de mensen op aarde bemoeit. Hiervan is “De wandelende Jood” een prima voorbeeld: het verhaal vertelt over een man die zich volgens de overlevering bezig hield met de bespotting van Christus toen de laatste het zware kruis naar Golgotha sleepte. Zijn straf bestaat eruit dat hij tot aan het einde der tijden rusteloos over de aarde moet rondzwerven. Andere bekende legenden zijn o.a.
Beatrijs en Theophilus (beide legenden stammen uit de Middeleeuwen) Je zou “De wandelende Jood” ook een symbolische roman kunnen noemen, waarin Ahasverus de literaire en filosofische plaats inneemt van de mens die op zoek is naar de ware essentie van zijn bestaan. Thematiek In de symbolische roman wordt het thema aangegeven van de mens die op zoek is naar het ware geluk, het eeuwige. In het eerste deel wordt de oorzaak van rusteloosheid van zijn zwervend bestaan uitgelegd: nl. de ontmoeting met de lijdende Christusfiguur. Geluk ligt niet in de extase van de zinnen (deel II) of in de rust van de mystieke bespiegeling (deel III), maar het ware geluk zit volgens Vermeylen in de gemeenschappelijke arbeid aan een gemeenschapswerk.(deel IV): een zekere vorm van socialisme. De hoogste vorm die een mens dus in zijn ontwikkeling kan bereiken is de zelfontwikkeling in dienst van de gemeenschap. Ook speelt in deze filosofie mee een soort monistisch pantheïsme: het leven in zijn harmonie valt samen met God. Altijd zullen de mensen in hun leven op zoek moeten naar de zin van hun bestaan. (uitgedrukt in Ahasverus) Is het niet hetzelfde als de zondigheid van de mens nadat Eva van de appel had gesnoept in het Paradijs. Ook dat is immers een symbolisch weergave, in dit geval van het kwaad in de wereld. Vertelwijze Aangezien het boek in het begin van de 20e eeuw is geschreven, zijn de moderne theorieen over de vertelwijzen en/of het perspectief nauwelijks van toepassing. Vermeylen beschrijft de gebeurtenissen met een auctoriale (=alleswetende) verteller, die verder buiten de gebeurtenissen staat. Taalgebruik Zonder te stellen dat het boek in het Vlaamse dialect geschreven is, wemelt het van de Vlaamse woorden, uitdrukkingen en zegswijzen , die voor de hedendaagse leerling zeker niet altijd even eenvoudig te herkennen zijn. “Het leven had hem bij zijn schabbernak vast”. Dat maakt het leven van deze korte roman niet tot eenvoudige kost voor de huidige leerlingen van het voortgezet onderwijs.
Samenvatting van de inhoud Het boek wordt in 4 delen weergegeven. Deel I Ahasverus en de Nazarener Een eenvoudige schoenmaker in Jeruzalem Ahasverus, is ontevreden over zijn bestaan en zijn lot en door een innerlijke onrust gedreven trekt hij weg uit zijn armoedig woninkje. Het Jeruzalem van die tijd wordt beschreven in een Vlaams decor. In feite ziet hij in de Nazarener iemand die tegen het establishment in opstand komt. Op een dag komt er inderdaad een opstootje en hij is er getuige van hoe Jezus zich gevangen laat nemen. Christus verzet zich niet als een rebel, maar laat zich als een onschuldig lammetje oppakken. Hij ziet de lijdensweg van Jezus die met moeite zijn zware kruis kan dragen. Christus kijkt Ahasverus aan, alsof hij hem herkent en hij lijkt stilzwijgend te vragen: “Gij die mijn broeder, zijt, help…..” “Waarom”, denkt Ahasverus, die al zijn gehele leven en twijfelaar is. Toch herkent hij in de figuur van Christus ook een deel van hemzelf: nl. de altijd aanwezige innerlijke onrust. Daarna is hij er getuige van dat het volk op het verzoek van Pilatus kiest voor de misdadiger Barabbas. Als Christus sterft, zoekt Ahasverus de ogen van Jezus en ze vergaan in “dezelfde zee van wanhoop, waar dan de verwinnende onbegrepen glimlach van Christus weer boven gloorde. “Eigenlijk weet Ahasverus het dan wel : hij zal nooit meer rust vinden in zijn leven. Deel II Ahasverus op weg naar de hel Ahasverus gaat zijn tocht vervolgen en hij ziet hoe militairen een stad plunderen; hij ontmoet luismensen en ander vreemdsoortige wezens die bijvoorbeeld op hun hoofd lopen. De luismensen hebben er een hekel aan iets uit te voeren. Ook komt hij terecht in Luilekkerland, waar de lekkerste spijzen en dranken voor het grijpen liggen. Hij gaat op zoek naar de duivel, maar komt er achter dat in het leven niets een geheel slecht karakter heeft of een heel goed karakter heeft. Hij leidt een liederlijk leven (zet het op een zuipen ed.) en komt tenslotte in een bos, waar hij zich aan een geile meermin tracht te vergrijpen. Maar ook dit kan zijn innerlijke onrust niet stil krijgen. Daarna is hij er getuige van hoe in het bos de dieren elkaar in een soort paringswoede bevechten. De hel breekt letterlijk los. Maar boven de hel ziet Ahasverus de ogen van zijn Messias. Deel III Ahasverus op weg naar de hemel Een kluizenaar die in het wild een zeer vroom leven leidt, vindt Ahasverus bewusteloos en hij verschaft hem liefdevol onderdag in zijn armzalige woning. Ook Ahasverus tracht zich in het vervolg te beperken tot een zeer vroom en ascetisch bestaan. Maar de innerlijke onrust blijft hem achtervolgen. Wanneer de kluizenaar sterft, stijgt Ahasverus mee naar de hemel. Hij hoort de zang van miljoenen engelen en hij nadert de troon van de Allerhoogste. Ahasverus denkt dat hij het rijk van de Geheimenis zal bereiken, waar de taal geen functie meer heeft, en waar alles in het teken staat van een eenvoudig en eeuwig verkeren in het Licht. Daarna keert hij terug naar aarde, maar wel vervuld met de liefde van Christus. “Een druppel bloed van Christus viel op zijn hart als een dauw van vuur, en de korst brak, zijn hart spleet vaneen en met uitgestrekte armen stortte hij naar beneden, naar het leed en de onzekere schemering, vermaledijd, verscheurd, maar geheel open van liefde. Deel IV Ahasverus onder de mensen De hoofdfiguur trekt opnieuw de boze wereld in; nu geheel vervuld van liefde voor de mens. De arbeiders, die onder zware omstandigheden hun werk moeten verrichten en hiervoor maar slecht worden bewoond, krijgen zijn steun. Hij krijgt werk bij dijkenbouwers. Het werk is zwaar en een ziekte (de Zeeuwse koorts) eist veel slachtoffers op. Maar eigenlijk voelt hij zich vergeleken met zijn leven in de vorige stadia nu wel gelukkig. Ahasverus leert ook de liefde kennen namelijk het dienstmeisje Lena. Hij krijgt de leiding in het verzet dat de arbeiders organiseren om in opstand te komen tegen hun onmenselijke lot. Daarom wordt Ahasverus ontslagen en hij vlucht met Lena aan zijn zijde verder. “Ze trekken samen de wereld in, want de Wandelaar wist dat hij wandelen moest, blij van gemoed en dat er niets gezonder was dan zulk wandelen.” Ze genieten van de eenvoudige dingen in het leven. Niet toevallig is het natuurlijk dat de dag waarop hun zwerftocht begint, Goede Vrijdag is. Dit is de dag waarop Christus aan het kruis werd geslagen door de Joden. Alles in de natuur staat in bloei, de vogels zingen, de mensen werken. “Zo gingen ze, hun brood verdienend op de ene en de andere wijze, nieuwe zomers en winters tegemoet, nieuwe strijd van leven, nieuw lijden en nieuwe hoogten -zo gaan ze nog- en wat eens de laatste hoogte en het einde van de weg zal zijn, kan niemand vertellen.”

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees