Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De voeten van Abdullah door Hafid Bouazza

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
Boekcover De voeten van Abdullah
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 608 woorden
  • 12 augustus 2008
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
39 keer beoordeeld

Boekcover De voeten van Abdullah
Shadow
De voeten van Abdullah door Hafid Bouazza
Shadow
Boekverslag

Titel: De voeten van Abdullah
Auteur: Hafid Bouazza
Uitgever, plaats en jaar van eerste uitgave: Pockethuis, in samenwerking met Uitgeverij Prometheus in Amsterdam
Eerste uitgave: 1996
Aantal pagina’s: Excl. Toelichting: 152

A. Beschrijf het uiterlijk en het karakter van de hoofdpersoon.

De hoofdpersoon is (zogenaamd) de schrijver zelf. Hij is een jongen die in Marokko opgroeit, en op een geven moment naar Nederland vertrekt als hij een jongeman is. De hoofdpersoon heeft eigenlijk geen typische karaktereigenschappen, hij komt bij mij vrij ‘’effen’’ over.

B. Hoe is de relatie tussen de verschillende hoofdpersonen?

De hoofdpersoon is Hafid.

• Moehand: Vriend
• Khadroen: Vriend
• Zalanboer: ex-minnaar van Hafid, een soort oudere vriend
• Batoel: Zus van Moehand, geliefde van Zalanboer, Hafid is verliefd op haar
• Sjeik Abdullah: Vader
• Bertollo: Dorpseigenaar

Minder belangrijke bijpersonen, maar wel nuttig:
• Aboe Hadba: Nieuwe imam van het dorp, na de dood van Bertollo
• Sjeik Badi ibn Djaan: Buurman
• Appolien (uit ‘’Appolien’’): Nederlandse geliefde
• Fattúma (uit ‘’De verloren zoon’’): Marokkaanse bruid van Hafid
• Quthaa (uit ‘‘Satanseieren’’): Meisje

C. Veranderen de hoofdpersonen in het verhaal?

Ja, maar niet veel. Zalanboer zweert bijvoorbeeld seks met Hafid af, als Hafid ouder wordt. Bertollo veranderd plotseling van een vrij passieve, norse man in een boze moordenaar als hij Zalanboer vermoord. Verder blijft Hafid vrij hetzelfde: hij blijft een persoon die van alles over zich heen laat komen, die niet een erg sterke wil lijkt te hebben.

D.1. Vind jij dat de hoofdpersonen realistisch handelen?

Ja, zeker weten. Ze handelen zoals hun geloof hen voorschrijft, hoewel ze bijna allemaal dagelijks zonden begaan, vooral op seksueel gebied. De Islam staat blijkbaar niet veel vormen of situaties van seks toe. Hoe de personen uit het dorp handelen en praten is erg kenmerkend voor een islamitisch dorpje: Men spreekt elkaar respectvol aan en roept veel teksten uit de Koran. Ik heb het idee dat dit vrij realistisch is, omdat de Islam erg belangrijk is in het dorp.


D.2. Met wie kun jij je het best identificeren en waarom?

Met helemaal niemand. De Marokkaanse cultuur is zo afwijkend van de onze, dat ik me met geen enkele persoon kan identificeren. Met de Nederlandse dame Appolien kan ik mij ook niet identificeren. Zij is zo onafhankelijk, zelfbewust en beeldig dat enkel een godin zich met haar zou kunnen vergelijken.

E. Wat is volgens jou het thema van het boek? Licht je antwoord toe.

Het Marokkaanse leven. De verhalen spelen zich allen af (behalve ‘’Appolien’’) in een Marokkaans dorpje, waar je alle aspecten leest over het leven van de bewoners: Het belang van de religie, de omgang tussen verschillende mensen, het klimaat en de natuur, en zeker de seksuele belevenissen.

F. Is het verhaal chronologisch geschreven? Licht je antwoord toe.

Dat is een beetje onzeker. Sommige verhalen gebruiken verwijzingen naar het verleden en flashbacks. De verhalen lijken wel chronologisch geschikt te zijn.
De eerste en laatste twee verhalen komen waarschijnlijk ook voor/na de chronologisch geschikte verhalen, maar dit word niet duidelijk.

G. Welk perspectief word gebruikt in het boek? (Geef twee citaten.) Is dat belangrijk voor het verhaal?


Het ik-perspectief , behalve bij de twee laatste verhalen:
‘Ik herinner me mijn moeder nu enkel in termen van kleding en geur en berisping.’
Dit perspectief is inderdaad belangrijk, aangezien de naam van de hoofdpersoon slechts een enkele keer (aan het begin) word genoemd. Hierdoor begrijp je dat het om ‘de schrijver zelf’ gaat.

Bij de laatste twee verhalen is er gebruik gemaakt van een ’verteller’, een ’hij/zij’ vorm: ‘God, dacht de visser, heeft mij niet lief: Hij heeft mij in een vrouw veranderd.’

Dit geeft aan dat Hafid niet langer het perspectief heeft. Hij komt ook niet in de laatste twee verhalen voor.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De voeten van Abdullah door Hafid Bouazza"