Verhaal analyse Nederlands
De voeten van Abdullah
Hafid Bouazza 1.Wat is de titel van het verhaal? De Voeten van Abdullah. 2. Welke verwachtingen roept de titel op? Dat het verhaal over Abdullah gaat. Omdat het een islamitische naam is, denk ik dat de hoofdpersoon een moslim is. En dat het iets te maken heeft met zijn voeten. 3. Dekt de titel het verhaal? Ja, de titel dekt het verhaal. Het gaat over de voeten van Abdullah. Maar wel op een andere manier dan je in eerste instantie zou denken. Want het gaat niet over Abdullah, maar alleen over zijn geamputeerde voeten. Sterker nog: die geamputeerde voeten zijn Abdullah. 4 Geef uit het verhaal een voorbeeld van: a een open plek die snel wordt ingevuld; (blz. 22) Moeder Fatima begint vanuit de keuken vreselijk te weeklagen. Waarom doet ze dat? Die open plek wordt vrij snel ingevuld: ze heeft gedroomd dat haar oudste zoon Abdullah is omgekomen in de heilige oorlog (ze heeft namelijk gedroomd dat ze een bloederige kies kwijt raakte). B een open plek die na lange tijd wordt ingevuld; (blz. 22); er is een taboe over het praten over Abdullah; hij is gaan vechten in een heilige oorlog, terwijl zijn vader het daar niet mee eens was. De vraag die naar boven komt is of hij nog thuis komt van de heilige oorlog. Die vraag wordt later beantwoord. C een open plek die niet wordt ingevuld; hoe Abdullah’s voeten er af zijn geraakt en wat er op het eind van het verhaal gebeurd is met zijn voeten (die zijn ineens verdwenen).
5 Geef van elk hieronder genoemde manipulatietechnieken een voorbeeld
A herinnering
en zo herinner ik me mijn moeder en mijn zussen. B Wekken van vermoedens. Het is moeder ze heeft vannacht over abdullah gedroomd. C Dwaalsporen. Dat de schrijver begint over abdullah’s zus die net getrouwd is maar dit heeft niks met de eigenlijke lijn van het verhaal te maken. Deen vooruitwijzing inlassen. (Abdullah mijn oudste broer). E Vertraging. De verteller begint over zijn zus die in het verhaal geheel onbelangrijk is, dit is een behoorlijke vertraging van het verhaal. F Uitstel. Of abdullah nog thuiskomt van de heilige oorlog. G Op een andere verhaallijn overstappen. Een overstap van verhaallijn gebeurt als Abdullah’s voeten thuiskomen. H Tijdsprong Na de eerste alinea van het verhaal van de tijd van de ik naar de genoemde datum. 6 Maak met behulp van een schema de overkoepelende spanningsboog duidelijk en verdeel die in kleine spanningsbogen, zoals die blijken uit het verhaal. Abdullah is weg. Abdullah voeten komen thuis. 1 Verbod op spreken over Abdullah. 2 Waarom vader nooit wat zei. 3 Waarom loopt het spel uit op een gevecht. 4 Wat was de zus van de ik (Fatima) aan het doen met haar man. 7 Geef een opsomming van de belangrijkste personages. De ik persoon, moeder ( Fatima ), zus ( Fatima ) vader (Abdullah ) en de zoon (abdullah) 8 Noem per personage de functie of rol die ze hebben; mocht deze rol deze rol in de loop van het verhaal veranderen, geef dat dan duidelijk aan. De ikpersoon Rol: verteller van het verhaal, jongste zoon van vader Abdullah (Afzijdige) Moeder ( Fatima ) Rol: droomt dromen over oudste zoon Abdullah, doorbreekt het verbod over spreken over Abdullah en drijft een groep vrouwen aan wanneer Abdullah is thuis gekomen, (helper) Zus (Fatima) Rol: vertelt waarom moeder zo huilt en is getrouwd met schoonzoon Abdullah. (afzijdige) Vader Abdullah
Rol: maker van het verbod over spreken over Abdullah degene die de mensen terechtwijst geen prater, heeft iets met de verdwijning van Abdullah te maken. (tegenstander) Zoon Abdullah
Rol: ging vechten in de heilige oorlog, heeft geen lichaam meer alleen noch voeten, die verdwijnen aan het eind van het verhaal. (hoofdpersoon)
9 Geef per karakter aan of er sprake is van een type of een karakter motiveer je antwoord, combineer deze vraag eventueel met vraag tien.
De karakters zijn: vader en moeder
Vader is een karakter omdat je in de loop van het verhaal veel over zijn karaktertrekken te weten komt en ook over hoe hij denkt en doet. Moeder is een karakter omdat de ik veel over haar uiterlijk vertelt en haar doen en laten wordt in het hele verhaal gevolgd
De types zijn: Abdullah, Fatima en de verteller (ik) Abdullah is een karakter omdat hij in het verhaal nauwelijks uiterlijk en innerlijk beschreven
Wordt voor een karakter moet je veel over iemand weten en dat weet je niet. Fatima wordt meer beschreven als Abdullah maar is geen belangrijk persoon in het verhaal en wordt daarom verder niet beschreven. Over haar innerlijk weet je niks en over haar uiterlijk maar heel weinig dat is waarom ze geen karakter is in dit verhaal. De verteller (ik) vertelt wel over de anderen maar niets over zichzelf hij maakt daardoor een type van zichzelf 10 Geef een duidelijke beschrijving van ieder personage, zowal uiterlijk als innerlijk. De verteller (ik): Uiterlijk: het uiterlijk van een kind omdat hij in het verhaal door meerdere personen een kind wordt genoemd en met vriendjes een knikkerspel doet. Maar zijn precieze uiterlijk weten we niet want hij beschrijft het niet in het verhaal. Innerlijk: onschuldig als een klein kind hij vraagt zich af waarom zijn vader hem slaat echt nog kindergedachten. Vader: Uiterlijk: een lezende frons op het voorhoofd, witgebaard, schraal, scharminkelig, gerimpeld, herrezen, levend, alsof hij gemaakt is uit hetzelfde materiaal als de stok die naast hem ligt. Duidelijk een oude man die veel heeft meegemaakt. Innerlijk: erg verbittert over het feit dat zijn zoon in de heilige oorlog is gaan strijden en erg in zichzelf gekeerd gromt vaker dan dat hij praat . Moeder: Uiterlijk: ‘ondanks de cascade van haar kleren komen haar vormen goed uit’, ‘de strakke plooien spreken van een gezellige molligheid,’ een niet zeer bijzondere vrouw: lijvig gevormd volgens de eisen van het Arabische moederschap. De weelde van boezem en lendenen suggereert een diva; de nogal omvangrijke billen wijzen nogal letterlijk naar zwart Afrika. Innerlijk: een hysterisch persoon, erg bezorgd om haar zoon, snel huilend droomt vaak van Abdullah. Dochter (Fatima): Uiterlijk: lijkt op haar moeder
Innerlijk: soms terechtwijzend, behulpzaam. Zoon Abdullah: Uiterlijk: was gezond is aan het eind van het verhaal allen nog maar voeten, voeten zijn boven de enkels geamputeerd en lopen uit op wat op salamischijfjes lijkt. Innerlijk: vond het nodig om in de heilige oorlog te gaan vechten.
11 In welk personage kun jij je verplaatsen? Leg duidelijk uit waarom.
De vader want hij is erg bezorgd om zijn zoon nadat die in de Jihad ging vechten.
Ik kan me dat wel voorstellen. Als je zoon ieder moment kan sterven in een oorlog waar je het waarschijnlijk niet mee eens bent, dan ben je boos maar bovenal bezorgd
12 de fabel van dit verhaal volgt een deel van het leven van de ik persoon (die ook de schrijver is)
De ik is hier nog jong en in de loop van het verhaal wordt hij niet veel ouder het verhaal loopt namelijk over een aantal dagen.
13 het sujet van het verhaal begint bij de verteller die het verhaal in deze tijd beschrijft. Die zijn oude vader beschrijft.
Daarna gaat hij over naar het verhaal van uit zijn jongere ik zoals hij dat beleefde.
14 1 beginsituatie
2 ontstaan probleem
3 verslechtering situatie
4 dieptepunt
5 verbetering van de situatie
6 afronding
1 verteller die over zijn vader vertelt en daarna over wat er in zijn jeugd gebeurt is. Het begint met de uiterlijke kenmerken van de vader, daarna begint hij over zijn jeugd
En het belangrijkste dat zijn oudste broer Abdullah is gaan vechten in de Jihad. 2 de vader was het niet eens met zijn zoon dat de zoon in de Jihad ging vechten, Abdullah ging toch en vader maakte het verbod op spreken over Abdullah dit zorgde voor spanningen tussen de vader en moeder. 3 moeder gaat dromen over Abdullah, dit zorgt voor nog meer spanningen
4 Moeder droomt weer over Abdullah en ze raakt heel erg overstuur omdat de droom gaat over haar en dat ze een bloederige kies verliest, de bom barst en iedereen negeert het verbod op praatten over Abdullah en de spanningen gaan voor een deel weg. 5 Abdullah komt thuis! Groot feest ondanks dat zijn voeten zijn geamputeerd
Iedereen komt om hem te aanschouwen een beetje chaos.
6 plotselinge verdwijning van Abdullah heeft iets met verdriet van vader te maken
Moeder is ontroostbaar. 15 de nu-tijd van de ik vloeit over naar het verhaal verteltijd dit gebeurt meteen aan het begin van het verhaal. 16 De verteltijd is korter dan de vertelde tijd, Je hebt namelijk het verhaal dat over een aantal dagen loopt en de verteltijd die niet meer dan een uur is . 17A een voorbeeld van vertraging is het stuk verhaal dat over de zus van de hoofdpersoon en haar man gaat en wat zij gedaan hebben, dit is een totaal onbelangrijk stuk voor de hoofdlijn van het verhaal. B het moment dat Abdullah thuis komt is een versnelling van het verhaal want dit had ook nog jaren kunnen duren door dit gebeuren versnelt de afloop van het verhaal zich heel snel. C een verdichting van het verhaal is het gedeelte van een vader die op een vrijdag middag naar de latrine gaat. {{uitleg!!}} D een panoramisch verteld stuk verhaal is het stuk dat over de moeder van de ik verteld wordt, hier worden veel details op een korte termijn verteld over een bepaalde persoon {moeder} E scenisch is verteld over de stoet vrouwen die naar de moskee trekken nadat Abdullah is thuisgekomen. Dit wordt in een aantal bepaalde scènes verteld. 18 1 Het is moeder Ze heeft gedroomd over Abdullah
2 Moeder, moeder klinkt het vanuit een lege deurpost.
19Abdullah was mijn oudste broer en vader had ons verboden over hem te spreken [sinds Abdullah zich bij het leger had aangesloten om in de heilige oorlog te vechten]’.
20 in dit verhaal worden er geen flashbacks in het verhaal genoemd want eigenlijk is het hele verhaal een flashback.
21 Begin vrijdag 12 oktober 1977 dit is de enige datum genoemd in het verhaal en het wordt genoemd aan het begin van de vertelling
22 het onderwerp van het verhaal is dat Abdullah in de heilige oorlog is gaan vechten waardoor er spanningen in de familie komen te staan.
23 12 woorden lijst
1Abdullah 7Stille getuige
2Moeder 8Dromen
3Relatie 9huilende baba
4Ruzie 10vader
5verbod 11amputatie
6verdwijning 12stoet -3 woorden 1Verdwijning, 2Huilende Baba en 3 stoet -3 woorden 4 amputatie, 5 stille getuige en 6Ruzie - laatste 3 woorden 7 Moeder, 8 vader en 9 verbod
Overige woorden zijn relatie Abdullah en dromen. Het thema van het verhaal gaat over Abdullah en dat hij in een domme oorlog is gaan vechten terwijl de ouders het hier niet mee eens zijn, dit bevorderd de relaties binnenshuis niet.
24 Dat de verteller zijn jeugd wil vertellen.
25 Doe niet dm en ga niet in een oorlog vechten, daar gaat het boek eigenlijk ook over dat alleen zijn voeten teruggekomen zijn is toch idioot.
26 Ja het is een woestijnachtig gebied zo wordt verteld en dit zo je dan ook bij zo iets verwachten.
27 Het Ik-perspectief, het hele verhaal wordt vanuit de ik verteld.
28 nee het blijft het gehele verhaal zo
29 het is een ontzettend idioot verhaal met allerlei vreemde gebeurtenissen en ik vond het niet prettig om te lezen!
Het titelverhaal ‘De voeten van Abdullah’ is geïnspireerd door een televisieprogramma dat de schrijver ooit heeft gezien, daarin werd een heilige strijder getoond bij wie zijn hele gezicht was weggeslagen en zijn moeder zat naast hem en vertelde dat ze zo trots op hem was, de schrijver was erg geschokt door dit item maar het verbeeld wel goed de invloed die de islam in het leven heeft en hoe ver men daar in gaat. Thema’s zijn: volwassen worden, lusten en religie en ontluikende seksualiteit. De hele verhalenbundel is satirisch en surrealistisch, de verhalen zijn vrolijk spottend verteld.
Hafid Bouazza 1.Wat is de titel van het verhaal? De Voeten van Abdullah. 2. Welke verwachtingen roept de titel op? Dat het verhaal over Abdullah gaat. Omdat het een islamitische naam is, denk ik dat de hoofdpersoon een moslim is. En dat het iets te maken heeft met zijn voeten. 3. Dekt de titel het verhaal? Ja, de titel dekt het verhaal. Het gaat over de voeten van Abdullah. Maar wel op een andere manier dan je in eerste instantie zou denken. Want het gaat niet over Abdullah, maar alleen over zijn geamputeerde voeten. Sterker nog: die geamputeerde voeten zijn Abdullah. 4 Geef uit het verhaal een voorbeeld van: a een open plek die snel wordt ingevuld; (blz. 22) Moeder Fatima begint vanuit de keuken vreselijk te weeklagen. Waarom doet ze dat? Die open plek wordt vrij snel ingevuld: ze heeft gedroomd dat haar oudste zoon Abdullah is omgekomen in de heilige oorlog (ze heeft namelijk gedroomd dat ze een bloederige kies kwijt raakte). B een open plek die na lange tijd wordt ingevuld; (blz. 22); er is een taboe over het praten over Abdullah; hij is gaan vechten in een heilige oorlog, terwijl zijn vader het daar niet mee eens was. De vraag die naar boven komt is of hij nog thuis komt van de heilige oorlog. Die vraag wordt later beantwoord. C een open plek die niet wordt ingevuld; hoe Abdullah’s voeten er af zijn geraakt en wat er op het eind van het verhaal gebeurd is met zijn voeten (die zijn ineens verdwenen).
en zo herinner ik me mijn moeder en mijn zussen. B Wekken van vermoedens. Het is moeder ze heeft vannacht over abdullah gedroomd. C Dwaalsporen. Dat de schrijver begint over abdullah’s zus die net getrouwd is maar dit heeft niks met de eigenlijke lijn van het verhaal te maken. Deen vooruitwijzing inlassen. (Abdullah mijn oudste broer). E Vertraging. De verteller begint over zijn zus die in het verhaal geheel onbelangrijk is, dit is een behoorlijke vertraging van het verhaal. F Uitstel. Of abdullah nog thuiskomt van de heilige oorlog. G Op een andere verhaallijn overstappen. Een overstap van verhaallijn gebeurt als Abdullah’s voeten thuiskomen. H Tijdsprong Na de eerste alinea van het verhaal van de tijd van de ik naar de genoemde datum. 6 Maak met behulp van een schema de overkoepelende spanningsboog duidelijk en verdeel die in kleine spanningsbogen, zoals die blijken uit het verhaal. Abdullah is weg. Abdullah voeten komen thuis. 1 Verbod op spreken over Abdullah. 2 Waarom vader nooit wat zei. 3 Waarom loopt het spel uit op een gevecht. 4 Wat was de zus van de ik (Fatima) aan het doen met haar man. 7 Geef een opsomming van de belangrijkste personages. De ik persoon, moeder ( Fatima ), zus ( Fatima ) vader (Abdullah ) en de zoon (abdullah) 8 Noem per personage de functie of rol die ze hebben; mocht deze rol deze rol in de loop van het verhaal veranderen, geef dat dan duidelijk aan. De ikpersoon Rol: verteller van het verhaal, jongste zoon van vader Abdullah (Afzijdige) Moeder ( Fatima ) Rol: droomt dromen over oudste zoon Abdullah, doorbreekt het verbod over spreken over Abdullah en drijft een groep vrouwen aan wanneer Abdullah is thuis gekomen, (helper) Zus (Fatima) Rol: vertelt waarom moeder zo huilt en is getrouwd met schoonzoon Abdullah. (afzijdige) Vader Abdullah
Rol: maker van het verbod over spreken over Abdullah degene die de mensen terechtwijst geen prater, heeft iets met de verdwijning van Abdullah te maken. (tegenstander) Zoon Abdullah
Vader is een karakter omdat je in de loop van het verhaal veel over zijn karaktertrekken te weten komt en ook over hoe hij denkt en doet. Moeder is een karakter omdat de ik veel over haar uiterlijk vertelt en haar doen en laten wordt in het hele verhaal gevolgd
De types zijn: Abdullah, Fatima en de verteller (ik) Abdullah is een karakter omdat hij in het verhaal nauwelijks uiterlijk en innerlijk beschreven
Wordt voor een karakter moet je veel over iemand weten en dat weet je niet. Fatima wordt meer beschreven als Abdullah maar is geen belangrijk persoon in het verhaal en wordt daarom verder niet beschreven. Over haar innerlijk weet je niks en over haar uiterlijk maar heel weinig dat is waarom ze geen karakter is in dit verhaal. De verteller (ik) vertelt wel over de anderen maar niets over zichzelf hij maakt daardoor een type van zichzelf 10 Geef een duidelijke beschrijving van ieder personage, zowal uiterlijk als innerlijk. De verteller (ik): Uiterlijk: het uiterlijk van een kind omdat hij in het verhaal door meerdere personen een kind wordt genoemd en met vriendjes een knikkerspel doet. Maar zijn precieze uiterlijk weten we niet want hij beschrijft het niet in het verhaal. Innerlijk: onschuldig als een klein kind hij vraagt zich af waarom zijn vader hem slaat echt nog kindergedachten. Vader: Uiterlijk: een lezende frons op het voorhoofd, witgebaard, schraal, scharminkelig, gerimpeld, herrezen, levend, alsof hij gemaakt is uit hetzelfde materiaal als de stok die naast hem ligt. Duidelijk een oude man die veel heeft meegemaakt. Innerlijk: erg verbittert over het feit dat zijn zoon in de heilige oorlog is gaan strijden en erg in zichzelf gekeerd gromt vaker dan dat hij praat . Moeder: Uiterlijk: ‘ondanks de cascade van haar kleren komen haar vormen goed uit’, ‘de strakke plooien spreken van een gezellige molligheid,’ een niet zeer bijzondere vrouw: lijvig gevormd volgens de eisen van het Arabische moederschap. De weelde van boezem en lendenen suggereert een diva; de nogal omvangrijke billen wijzen nogal letterlijk naar zwart Afrika. Innerlijk: een hysterisch persoon, erg bezorgd om haar zoon, snel huilend droomt vaak van Abdullah. Dochter (Fatima): Uiterlijk: lijkt op haar moeder
Innerlijk: soms terechtwijzend, behulpzaam. Zoon Abdullah: Uiterlijk: was gezond is aan het eind van het verhaal allen nog maar voeten, voeten zijn boven de enkels geamputeerd en lopen uit op wat op salamischijfjes lijkt. Innerlijk: vond het nodig om in de heilige oorlog te gaan vechten.
2 ontstaan probleem
3 verslechtering situatie
4 dieptepunt
5 verbetering van de situatie
6 afronding
1 verteller die over zijn vader vertelt en daarna over wat er in zijn jeugd gebeurt is. Het begint met de uiterlijke kenmerken van de vader, daarna begint hij over zijn jeugd
En het belangrijkste dat zijn oudste broer Abdullah is gaan vechten in de Jihad. 2 de vader was het niet eens met zijn zoon dat de zoon in de Jihad ging vechten, Abdullah ging toch en vader maakte het verbod op spreken over Abdullah dit zorgde voor spanningen tussen de vader en moeder. 3 moeder gaat dromen over Abdullah, dit zorgt voor nog meer spanningen
4 Moeder droomt weer over Abdullah en ze raakt heel erg overstuur omdat de droom gaat over haar en dat ze een bloederige kies verliest, de bom barst en iedereen negeert het verbod op praatten over Abdullah en de spanningen gaan voor een deel weg. 5 Abdullah komt thuis! Groot feest ondanks dat zijn voeten zijn geamputeerd
Moeder is ontroostbaar. 15 de nu-tijd van de ik vloeit over naar het verhaal verteltijd dit gebeurt meteen aan het begin van het verhaal. 16 De verteltijd is korter dan de vertelde tijd, Je hebt namelijk het verhaal dat over een aantal dagen loopt en de verteltijd die niet meer dan een uur is . 17A een voorbeeld van vertraging is het stuk verhaal dat over de zus van de hoofdpersoon en haar man gaat en wat zij gedaan hebben, dit is een totaal onbelangrijk stuk voor de hoofdlijn van het verhaal. B het moment dat Abdullah thuis komt is een versnelling van het verhaal want dit had ook nog jaren kunnen duren door dit gebeuren versnelt de afloop van het verhaal zich heel snel. C een verdichting van het verhaal is het gedeelte van een vader die op een vrijdag middag naar de latrine gaat. {{uitleg!!}} D een panoramisch verteld stuk verhaal is het stuk dat over de moeder van de ik verteld wordt, hier worden veel details op een korte termijn verteld over een bepaalde persoon {moeder} E scenisch is verteld over de stoet vrouwen die naar de moskee trekken nadat Abdullah is thuisgekomen. Dit wordt in een aantal bepaalde scènes verteld. 18 1 Het is moeder Ze heeft gedroomd over Abdullah
1Abdullah 7Stille getuige
2Moeder 8Dromen
3Relatie 9huilende baba
4Ruzie 10vader
5verbod 11amputatie
6verdwijning 12stoet -3 woorden 1Verdwijning, 2Huilende Baba en 3 stoet -3 woorden 4 amputatie, 5 stille getuige en 6Ruzie - laatste 3 woorden 7 Moeder, 8 vader en 9 verbod
Overige woorden zijn relatie Abdullah en dromen. Het thema van het verhaal gaat over Abdullah en dat hij in een domme oorlog is gaan vechten terwijl de ouders het hier niet mee eens zijn, dit bevorderd de relaties binnenshuis niet.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden