De vierde man door Gerard Reve

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover De vierde man
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3654 woorden
  • 21 maart 2001
  • 150 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
150 keer beoordeeld

Boekcover De vierde man
Shadow

De Vierde Man (1981) is het verrassende verhaal over 'een even hartstochtelijke als kortstondige verhouding met een weduwe van het vrouwelijk geslacht'. Het boek werd geschreven als boekenweekgeschenk. Het mysterieuze en spannende verhaal werd door de CPNB geweigerd vanwege zijn te expliciete homoseksuele inhoud. Later werd van het boek een alom bejubelde film…

De Vierde Man (1981) is het verrassende verhaal over 'een even hartstochtelijke als kortstondige verhouding met een weduwe van het vrouwelijk geslacht'. Het boek werd gesch…

De Vierde Man (1981) is het verrassende verhaal over 'een even hartstochtelijke als kortstondige verhouding met een weduwe van het vrouwelijk geslacht'. Het boek werd geschreven als boekenweekgeschenk. Het mysterieuze en spannende verhaal werd door de CPNB geweigerd vanwege zijn te expliciete homoseksuele inhoud. Later werd van het boek een alom bejubelde film gemaakt.

De vierde man door Gerard Reve
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Externe gegevens: Jaar van uitgave: Eerste druk uit 1981, zesde druk 1989. De Auteur: Gerard Kornelis van het Reve, zoals hij tot 1973 heette, werd op 14 december 1923 in Amsterdam geboren. Hij ging naar het Vossiusgymnasium, maar verliet deze na vier jaar
zonder diploma en ging naar de Grafische school. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog ging Reve bij het Parool werken. Hij komt uit een communistisch milieu; in 1966 trad hij toe
tot de Rooms-katholieke kerk. In 1946 trouwt Reve met Hanny Michaelis, maar het huwelijk werd ontbonden in 1959. Tussen 1952 en 1957 woont hij regelmatig periodes in Engeland

waar hij als verpleger in een psychiatrische inrichting werkt. Van het Reve schreef romans, verhalen, novellen, een toneelstuk, gedichten, boeken met reisbrieven en liefdesromans. Zijn werk is realistisch en vaak sterk autobiografisch. Grote
bekendheid kreeg hij door zijn autobiografische roman De avonden (1947). Deze werd bekroond met de Reina Prinsen Geerligsprijs en kreeg enorm veel aandacht. Reve schreef De vierde man in opdracht van het CPNB als boekenweekgeschenk, maar de
CPNB weigerde het boek. Het zou teveel seks bevatten om geschikt te zijn voor een breed publiek. Paul Verhoeven verfilmde het boek in 1983, met in de hoofdrollen Renée Soutendijk
en Jeroen Krabbé. Algemene thematiek in boeken van Gerard Reve zijn: eenzaamheid, agressie, homofiele relaties, droefheid, ergernis, innerlijke en uiterlijke onttakeling van de mens en angst voor de
dood. Reve spreekt in zijn boeken op een verheven toon alsof hij de lezer continu een les wil leren. (blz 7.) “Er zijn dingen, sprak ik tot Ronald” “Ik heb je velerlei merkwaardige
geschiedenissen uit mijn veelbewogen leven verteld” zijn twee voorbeelden uit De vierde man. andere boeken van Gerard Reve: - De avonden (1947) - Het boek van violet en dood (1996) - Op weg naar het einde (1963) - Nader tot U (1963) - Oud en eenzaam (1978) - Moeder een zoon (1980) - Wolf (1983) Interne gegevens: Samenvatting: Gerard vertelt aan zijn vriend Ronald dat hij jaren geleden een verhouding had met een jonge weduwe van het vrouwelijke geslacht . Dan volgt in de hoofdstukken twee tot en met tien het
verhaal van die verhouding en de verwikkelingen eromheen. Gerard is uitgenodigd om in de Zuid-Nederlandse havenstad V. (Vlissingen) een lezing te houden voor de plaatselijke
notabelen. Hij gaat erheen met de trein en valt door het regelmatige ritme van de wielen in slaap. Hij droomt akelig van een lange gang waarin een kloppend geluid naderbij komt zoals in
een film de nadering van gevaar wordt aangekondigd. De lezing verloopt goed, schrijver meent zelfs dat hij zeer geestig is geweest die avond. Na afloop heeft hij weinig zin om in een

plaatselijk hotel te overnachten. Dat komt hem goed uit, want de penningmeester van de vereniging die hem voor de lezing had gevraagd, nodigt hem uit bij haar te logeren. Christine is de naam van de penningmeester. Hij zag haar als eerste lachen, het was zijn plan haar als gangmaker te gebruiken. Ze is een mooie, jonge en aantrekkelijke weduwe. Gerard raakt er opgewonden van. Christine blijkt in een groot huis naast haar kapperszaak te wonen. Het idee dat ze wellicht ook nog rijk is, windt Gerard nog meer op. Ze gaan met elkaar naar bed en ondanks Gerard’s betrekkelijke onervarenheid op het gebied van de heteroseksuele liefde, zijn Gerard en Christine zeer voldaan. ‘s Nachts heeft hij weer een nare droom over een oude man (de Dood?) met een sleutel die zingt (blz 37.) “Tierelierelier ... wie is nummer vier ... ?” De volgende ochtend ziet hij op het bureau van Christine een brief en een foto van een knappe jongen. Direct wordt hij op deze jongen verliefd. Deze Herman uit Düsseldorf moet en zal hij bezitten. Christine zal hem daarbij moeten helpen. Als Christine hem vraagt of hij het volgende weekend, tegen betaling, op haar huis wil passen, zegt hij meteen toe, want hij meent op die manier met die mooie Herman in contact te kunnen komen. Het volgende weekend zal Christine naar Herman toe gaan, maar als Gerard bij haar is, aarzelt ze met vertrekken. Ze is niet zo zeker van Herman. Hij is weliswaar al lang verliefd op haar maar hij drinkt veel (net als Gerard) en is in bed nogal snel en woest. Gerard wendt occulte gaven voor om allerlei dingen van Herman te weten te komen. Hij stelt voor dat ze Herman meeneemt naar huis, onder het voorwendsel dat hij met zijn helderziende gaven wellicht van dienst kan zijn bij het bepalen van hun onderlinge verhouding. In werkelijkheid barst Gerard van verlangen om Herman inlevende lijve te aanschouwen. Als Christine zaterdagochtend is vertrokken, probeert Gerard te gaan schrijven, maar het grote, lege huis benauwt hem. Hij gaat een wandeling maken in de hoop de jongen te ontmoeten die hij de vorige dag in de Kamperfoeliestraat heeft gezien. Deze jongen komt hij niet tegen, maar voor de plaatselijke bioscoop ziet hij Laurens, een lieve blonde knaap die hij meeneemt naar het huis van Christine. In een klein logeerkamertje vrijen ze met elkaar waarna Laurens weer weg gaat. In het kamertje achter een stapel kappersvakbladen vindt Gerard een rechthoekig kistje. Met een sleutel zoals hij die in zijn droom in handen van de Dood had gezien, maakt hij het kistje open. Hij vindt papieren, brieven en foto’s van drie overleden minnaars van Christine. Alle drie vertonen grote gelijkenis met Gerard en alle drie waren ineens dood! Gerard vlucht in paniek terug naar zijn eigen huis in A. (Amsterdam), zich realiserend dat zijn dromen hem al gewaarschuwd hebben. Christine belt hem later op en vertelt dat ze Herman inderdaad heeft meegenomen. Ook vertelt ze dat Herman in V. (Vlisseningen) een zwaar auto-ongeluk heeft gehad. Hij is tegen een schip gereden met de auto van Christine, hij is zwaar verminkt en mist een oog. Gerard herinnert zich, dat hij van dit ongeluk een visioen heeft gehad, toen hij voor Christine de helderziende vriend speelde. Hij is dus de dans ontsprongen. Weer later komt hij erachter dat Christine met een Canadees is getrouwd, van wie ze ook alweer weduwe is. Dan is het verhaal uit en in hoofdstuk elf (het laatste) vraagt hij aan Ronald wat die er van vindt. Alleen het versje dat de Doos zong is hem ontschoten. Het oordeel van Ronald komen we overigens niet te weten. Thematiek: Het eerste thema van het boek is de angst voor de dood. Gerard krijgt veel enge dromen waarin spanning zit, dit blijken later allemaal voortekens van zijn aankomende dood te zijn. Vooral de droom van de oude man, die in het begin van het boek zit en dan nog onduidelijk is, heeft sterkt met dat thema te maken. De man heeft iets dat hem griezelig maakt (blz.. 37) “Zijn verwelkte grauwe mond ging open en er kwam een geluid uit, zoals ik dat nog nooit eerder van mijn leven gehoord had.” Dit blijkt dus zijn “nummer vier lied” te zijn. Ik neem aan dat dit de dood is want hij geeft aan dat Gerard spoedig zal sterven er waren immers drie mannen voor hem. Ook de kist die Gerard vindt speelt in op het thema. Het doet hem denken aan een doodskist. Zo ver blijkt hij er niet vanaf te zitten want het zit vol met informatie van zijn drie “voorgangers.” Gerard doet zich helderziend voor en als hij de plaatsnaam Düsseldorf wil spellen zegt hij dit (blz 70) “Een..... een D, ja, een D, de D van duivel.” Het woord duivel is hier denk ik niet voor niets schuin gedrukt, dit speelde al lang op in zijn gedachtes. Ook de verwarring in de liefde is een thema. Gerard begint als een homo, als hij Christine ziet krijgt hij weer heterogevoelens en daarna wordt hij weer homo als hij de foto van Herman ziet. Gerard is in feite dus biseksueel want hij voelt zich aangetrokken tot beide seksen, al neigt hij veel meer na de mannen. Want zoals hij Christine ook beschrijft: (blz 33) “.. evenals dat oor zelve, waren, onverbiddelijk, die van een vrouw en niet die van een man of een jongen. En aldus, zo lief en mooi als zij mocht zijn, was het mij niet gegeven haar werkelijk te kunnen begeren.” De tegenstrijdigheid druipt van de eerste hoofdstukken af, hij wordt zeer sterk tot Christine aangetrokken maar door een soort van schaamte zet dat niet door. Hij lijkt alsof hij zich schuldig voelt, alsof hij zijn “geloof” verraad. Want hij zoekt eigenlijk naar een excuus als hij zegt (blz. 31) “ Je hebt ook iets...... van een hele mooie jongen.” Gerard probeert zich ook tegen zijn vriend te verontschuldigen in het begin van het boek: (blz 8) “Wist jij dat ik vele jaren gelden, een even hartstochtelijke als kortstondige relatie heb gehad met een jonge weduwe van het vrouwelijk geslacht?” Waarop Ronald antwoord alsof hij had gemerkt dat Gerard voor veel dingen in de liefde openstaat: (blz. 8) “Met wie heb jij geen relatie gehad?” Het laatste voorbeeld (blz. 33) “Want hoewel mijn geaardheid ... en werkelijke liefdesverlangen.. zich tot een man of een jongen deed richten.. koester ik - zoals dat wel het geval was bij veel van mijn “gevoelsgenoten”- geen haat of verachting jegens vrouwen.... ik heb de regels niet opgesteld.” Gerard valt het meest op mannen, want als hij halverwege het boek over Christine heen is wordt Herman “de liefdesprins”, maar homofilie is in dit boek een motief voor het thema. Gerard heeft namelijk een vriend waar hij het verhaal aan vertelt, hij gaat naar bed met Laurens en wordt verliefd op Herman. Hij komt in de problemen door Herman want hij was de laatste druppel om nog langer bij Christine te blijven, en hij wordt geholpen door Laurens, die zorgt ervoor dat hij de kist vindt. Gerard blijkt ook sadistische neigingen te hebben in sm-fantasieën. Hij wil Christine “straffen” omdat ze een slechte huishoudster is en omdat ze Herman heeft afgewezen. Gerard wil ook een verhoor met Christine hij wil haar laten bekennen dat ze een heks is, daarvoor moet hij haar martelen. Titelverklaring: De titelverklaring van dit boek is niet zo moeilijk. De vierde man slaat op twee dingen. Ten eerste zou Gerard het vierde slachtoffer van Christine kunnen worden want er gingen er drie voor hem en drie plus één is vier. En er is een Film gemaakt met de titel The third man. Dit is een soort gelijk verhaal over zo’n zwarte weduwe enkel toen gingen er twee mannen voor de hoofdpersoon en kon hij de derde man worden. In feite schrijft hij met een knipoog over die film. Karakters: Gerard: Gerard is een homofiele schrijver uit Amsterdam van in de veertig. Hij zegt niet zoveel maar zijn gedachten draaien op volle toeren. Ik vind dat Gerard Reve een klein beetje zichzelf bespottelijk maakt met deze Gerard, want hij is aardig gestoord, hij heeft geen opwindend leven meer totdat hij Christine ontmoet maar hij gedraagt zich als hij overstressed is. Hij zoekt continu overal dingen achter, hij bedenkt overal wel iets bij. Misschien moet hij dat wel als schrijver maar zijn gedachten komen behoorlijk overdreven over. Het allerraarste vond ik wel dat hij een kapsel van een jongetje wilde, zo laat hij zich knippen door Christine. Hij blijkt behoorlijk goed te kunnen toneelspelen tegen mensen waar hij verliefd op is. Tegen Ronald gedraagt hij zich als een figuur die boven hem staat, tegen Christine begint hij verlegen en bedriegt haar dan als hij aan de nephelderziendheid begint. Hij speelt ook precies in op de verlangens van Laurens dien hij gewoon gebruikt. Ook weet hij Christine ervan te overtuigen om Herman weer op te zoeken, hij doet dit natuurlijk uit eigenbelang. Het liefst zou deze Gerard iedereen alles leren want hij vindt zichzelf slimmer dan iedereen die in het boek voorkomt. Hij zal het ze wel even uitleggen. (blz.70) “Een V, een U? Hij is van boven open, en toch zit er iets bovenop, een soort pukkels... Zoude Christine wel eens van het bestaan van de twee puntjes boven sommige Duitse klinkers gehoord hebben: De Umlaut? Erg waarschijnlijk geleek mij dat niet.....” Hij kan zichzelf ook goed voor de gek houden. Hij komt bij Christine erachter dat hij zich daar gratis kan laten knippen, daarom wil hij wel bij Christine blijven. Hij houdt hier nog van haar alleen houdt hij zichzelf voor de gek. Het tweede voorbeeld komt wanneer Gerard de foto van Herman ziet, hij weet eigenlijk dat het nooit iets kan worden. Herman is hetero hij is homo, maar hij verzint van alles om de hoop erin te houden, hij krijgt veel valse hoop. Deze valse hoop wordt zo sterk dat hij alles probeert om zijn “liefdesprins” te ontmoeten. Gerard heeft een alcoholprobleem. Hij probeert nooit te drinken, dan toch maar een whisky met water, toch maar een lichte whisky, enz. Hij denkt door de whisky ook die rare droom over die zingende oude man te hebben gehad. Het blijkt dat Gerard ergens bijgelovig is, hij gelooft dat hij voorbestemd was om de foto van Herman te vinden omdat ze voor elkaar geschapen zijn, en hij gelooft zijn dromen en trekt conclusies uit de feiten die zich in de doos bevinden dat hij van Christine vlucht zonder ook maar iets te hebben gevraagd aan Christine, want het is niet zeker dat zij iets heeft gedaan. Hij is een round character want je komt steeds meer over hem te weten hij krijgt steeds meer vorm naarmate het boek volgt. Hij evolueert zeer sterkt in dit boek want zoals ik al schreef zijn gedachtes draaien op volle toeren en dit personage wordt helemaal bloot gelegd. Christine: Christine is de penningmeester die Gerard geld moet geven voor zijn lezing en ze heeft een kapperszaak. Ze is een knappe en tamelijk jonge vrouw die erg op Gerard valt. Het bijzondere aan haar karaker is dat ze een flat character is maar je twijfelt er wel aan. Het probleem is je komt steeds meer over haar te weten via Gerard en zijn kijk op Christine verandert steeds maar zij blijft hetzelfde. Ze komt altijd over als een doodnormale vrouw met meisjesachtige trekjes. ze komt absoluut niet over als een moordenaar, dat maakt het ook zo moeilijk te geloven dat ze die mannen vermoord heeft, ook al is het motief van de levensverzekering aanwezig. In de ogen van Gerard verandert ze steeds zo drastisch dat je het gevoel hebt dat ze weldegelijk verandert. Ze is verliefd op Gerard, maar hij overtuigt haar om toch Herman nog een keer op te zoeken, dit zal vervelende gevolgen hebben. Ze wordt gebruikt door Gerard, maar is dat wel zo? Is het niet Herman die in de val van Christine is gelopen. Want deze kapster is toch wel erg rijk. Ze heeft het geld van de levensverzekeringen gekregen van haar drie, op een curieuze manier, overleden echtgenoten. De vraag blijft of dit “aardige meisje” echt zo’n “femme fatale” is. Herman: Een ruwe alcoholist, hij is verliefd op Christine en Gerard is verliefd op hem
Laurens: Een verlegen maar ijdele jongeman
Ronald: Een kleurling en huidige vriend van Gerard de het verhaal aanhoort vertelvorm: Het hele boek is in de ikvorm geschreven, je beleeft het hele boek door de ogen van Gerard. Heel duidelijk bv.: (blz 75) “Hij wilde iets van mij..... Ik wreef mij over mijn gezicht... ik geloof dat ik iets van zijn naam heb gezien” Het is waarschijnlijk in de ikpersoon geschreven omdat het sterk over Gerard Reve zelf gaat. tijdsverloop: Het boek is een kadervertelling. Het begint met Gerard die een verhaal vertelt aan Ronald dit is behoorlijk wat jaren later dan wanneer het verhaal zich afspeelt, want Gerard is nogal wat vergeten. dit verhaal is De vierde man. Het verhaal begint in 196.., Gerard weet het niet meer: (blz 9) “Het was Mei 196*” Het verhaal duurt acht dagen. Dus de fabel is eigenlijk het vertelde chronologische verhaal en het sujet moet bij het verhaal beginnen en eindigen met Gerard die Ronald een verhaal gaat vertellen. Het hele, vertelde, verhaal is een flashback, maar mag je het wel zo noemen? Want het boek is gewoon het verhaal van De vierde man en het is niet van belang dat het wordt verteld aan Ronald. Het verhaal is wel in de vorm van een flashback geschreven want het is geschreven in de verleden op een paar stukjes na. Deze zijn om spanning aan te tonen in de tegenwoordige tijd geschreven.
spanning en openplekken: De spanning zit vooral in de dromen van Gerard. Deze slaan in het begin nergens op maar geven wel een bepaald sfeertje aan het verhaal. Ze zijn open plekken, ze gaan namelijk op het eerste gezicht nergens over, je kan er geen touw aan vastknopen. Hij hoort gebonk in een trein, hij ziet een oude man zingen en hij raakt in een trance waar herman zijn oog gesloten houdt. Een andere grote open plek is het einde van het verhaal, is Christine een heks, moordenares of gewoon onschuldig? Ze is ook zo rijk, hoe kan een kapster nu zo rijk worden, dat heeft een hele verrassende reden. Het spannendste moment is als hij erachter komt dat zijn drie voorgangers wel heel erg vreemd zijn gestorven. Het boek eindigt overigens open want hij is wel weg van Christine maar je weet niet wat er met alle personen gebeurt na die acht dagen waarin het verhaal zich afspeelt. Want als Christine het gedaan heeft, hoe heeft ze het dan gedaan? Persoonlijke leeservaring: Mijn verwachting van dit boek was eerlijk gezegd niet erg hoog. Ik koos het boek omdat het niet erg lang was. ik wist dat als het tegenviel ik het tenminste snel uit had. ik had ooit vaag van de film gehoord van dit boek, dat scheen wel een aardig thrillerachtig verhaaltje te zijn. Wat voor mij het boek verrassend maakte is het feit dat ik niet wist dat Gerard Reve homoseksueel was en dat zijn boeken grotendeels autobiografisch zijn. dus ik begreep die hele hoofdpersoon niet want hij is bij die knappe vrouw en opeens denkt hij dan: (blz 29) “ Jij denkt dat je een man mee naar huis hebt genomen, maar hij is gewoon een flikker: een kat in de zak.” Ik raakte dus door deze plotselinge ommekeer in de war, ik wilde hierdoor wel verder lezen om te kijken hoe het afliep. Wat ik ook wil zeggen over het boek is dat ik het om een reden niet serieus kan nemen. Er wordt zo deftig en verheven in gedacht en gepraat door Gerard dat ik de hele tijd denk dat ik een mop aan het lezen ben waar de clou maar uitblijft. Het boek op zich vond ik wel aardig, er komt wel overdreven veel seks in voor. Soms worden de gedachten van Gerard wel heel erg ziek en dan denk ik aan wat mijn vader laatst zei bij een tv-interview van Jan Wolkers “Al dat soort schrijvers zijn eigenlijk gek oftewel “artistiek”.” Want die Jan Wolkers was wel zo raar bezig, ook als je het begin van Turks Fruit alleen al leest, je komt gelijk met seks binnen. Dat gevoel had ik bij dit boek, die Gerard is niet helemaal lekker in zijn bovenkamer. Hij is paranoïde, hij schaamt zich bijna voor iedere zin die hij zegt, hij probeert ook zo stil en verstandelijk over te komen, terwijl hij eigenlijk voor veel dingen bang en verlegen is. Hij doet ook rare dingen zoals Christine voor de gek houden om iemand waarvan hij alleen een brief en een foto van gezien heeft te kunnen ontmoeten, en hij laat zich een jongetjeskapsel knippen! Het boek wordt gered door het leuke verhaal en het toch vlotte tempo. Iedereen zou schrikken als hij/zij zo’n kist zou vinden. Het verhaal is zo goed door de plotselinge wendingen die het snelheid geven. Er gebeuren allemaal onverwachte dingen die nog eens worden opgesomd op blz. 132: “Jij ziet er dus duidelijk een helderziende droom in, met ingebouwde waarschuwingen? Jij leest die papieren in die kist, en je ziet dat die vrouw, dat die... Erg veel mannen verslijt. Verslijten? Ze leven elk maar heel kort. Ja, ze gaan niet lang mee. Maar dat kan toeval zijn.” Ik las eerst een beetje over de dromen van de hoofdpersoon heen, ik dacht niet dat ze nuttig waren voor het verhaal maar dat Gerard gewoon vaag bezig was. Ik had in dit opzicht het boek volkomen verkeerd ingeschat, en toen ik later deze dromen nog een keer goed doorlas waren ze goed geschreven. Ze hadden spanning maar ze verraden niets van het verhaal. Het grappige van het boek is dat het vrij spannend is maar dat er eigenlijk zowat niets in gebeurt. Een schrijver vrijt met een vrouw, dan wordt hij verliefd op een man op een foto, hij vrijt met een andere man, hij gaat weg omdat hij een kist ontdekt. Ik vind het toch ergens jammer dat hij niet bleef om uitleg te krijgen van Christine, hoewel Reve het antwoord bijna geeft in het boek door haar nog een keer weduwe te laten worden van een Canadees. Ze was dus waarschijnlijk wel schuldig, maar waar was de politie. Is het niet opvallend dat een jonge vrouw steeds rijker wordt door te trouwen met oudere mannen die spoedig sterven? Reve is het justitiesysteem een beetje vergeten in zijn boek. Ze is een jonge vrouw die al drie mannen heeft gehad, ik ben benieuwd hoe ze zich daar heeft uitgered. Ze wordt wel gewantrouwd door de mensen die haar toch als penningmeester hebben aangesteld. (blz. 19) “Hij blijft bij mij logeren, deelde Christine ongevraagd mede. Ik kon het mij verbeelden, maar ik meende iets uitdagends in haar stem te horen. er viel een stilte. Wat betekende dat zwijgen? Nam Christine iedere troubadour die voor het genootschap optrad, na afloop met niet nader omschreven bedoelingen mee naar huis?” De vraag is dan als ze, waarschijnlijk, zo wantrouwt wordt waarom is ze dan nog steeds penningmeester? Conclusie: een leuk boekje met veel afwisseling, maar iets te langdradig begint en af en toe een
beetje te ziek is. Ik geef het een 7-

REACTIES

R.

R.

yo goed boek verslag ik heb er veel aan gehad (niet gekopieerd en geplakt :P)

13 jaar geleden

H.

H.

^ alsof wij dat moeten geloven ^

11 jaar geleden

W.

W.

waarom ook niet he, nak alles maar!
doe maar joh, gaan we zien wat er laater gaat gebeuren wanneer je gepakt word

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De vierde man door Gerard Reve"