De valse dageraad, Jan van Aken
Uitgeverij: Bert Bakker
De valse dageraad
De valse dageraad van Jan van Aken is een roman om in één adem uit te lezen, ware het niet dat zoiets door zijn omvang onmogelijk is. Ik deed twee dagen over deze pil van 535 pagina's en uiteindelijk sloeg ik hem nog niet geheel verzadigd dicht. Het einde komt namelijk toch nog onverwacht. Een 99-jarige monnik is bezig zijn levensverhaal te vertellen, maar plotseling houdt hij er mee op. Zijn gehoor protesteert. In zijn vertelling is verteller pas veertig jaar. En hoe nu verder? In de rest van mijn leven is eigenlijk niets meer gebeurd, zegt de monnik, maar niemand die gelooft hem, ook de lezer niet. En ik vermoed: de schrijver geloof zichzelf evenmin. De valse dageraad lijkt mij typisch zo'n boek waaraan veel research is vooraf gegaan, maar dat tenslotte in één roes is geschreven. Toen de schrijver er middenin zat, was zijn boek al dikker dan vijfhonderd pagina's geworden. De uitgever tikte hem op de rug, de schrijver keek verdwaasd op en kreeg te horen dat het tijd werd er een einde aan te draaien. Jan van Aken is een echte verhalenverteller en De valse dageraad is een onvervalste historische roman. Wij bevinden ons in het hart van de Middeleeuwen. Het is 1065 en de monnik schrapt een perkamenten bijbel schoon om er zijn eigen levensverhaal in op te schrijven. Dat is in feite een blasfemische daad en de monnik is niets anders dan een modern mens, die slechts vertrouwt op wat hij ziet en op wat hij kan beredeneren. Hij leeft in wil magische wereld van de Middeleeuwen en maakt daar handig gebruik wanneer hij macht te verwerven of moet overleven. Daarnaast heeft de monnik een grote ambitie: alle boeken onder te brengen in een enorme bibliotheek. Van Aken is al de Nederlandse Umberto Eco genoemd. Met zulke vergelijkingen moet je oppassen. Per slot is Frans Weiss ook al eens tot de Nederlandse Fellini uitgeroepen en Harry Mulisch tot de Nederlandse Homerus, maar het is waar dat er enige overeenkomsten zijn tussen Eco en Van Aken. Ik zie voor De valse dageraad ook een vertaalde toekomst en succes in het buitenland weggelegd. Eco is alleen wat meer geneigd tot reflectie en tot filosofische uitweidingen. Van Aken is vooral een verteller pur sang, hij opent geen - hoe zal ik het zeggen - Cees Nooteboomachtige verten, wat een enorm voordeel is. Hij vertelt en vertelt, zonder ophouden. Daarbij vind ik hem vaak humoristischer dan Eco. De dialogen waarin de moderne monnik in een Middeleeuwse omgeving zijn hachje probeert te redden, zijn vaak bijzonder geestig. Het is niet de humor van het opgelegd pandoer, maar subtiel, meelevend en niet bedoeld om zijn tegenstanders voor gek te zetten. Uiteindelijk is de monnik zelf ook een Middeleeuwer die er moeite mee heeft om aan te nemen dat de aarde een bol zou kunnen zijn. De monnik heet Hroswith van Wikala. Hij is de zoon van een beroemde zwaardenmaker en maakt zelf ook zwaarden. Direct na zijn geboorte is Hroswith ontvoerd en hoewel hij door zijn vader wordt teruggevonden, maakt de ontvoering hem dat in de ogen van zijn omgeving tot een duivelskind. Dat ongeval en de permanente dreiging die daarmee samenhangt, geeft Hroswith ook het oog van de objectiviteit en de wil om te leren. Hroswith leert lezen en hij leert verschillende talen te spreken. Zijn honger naar boeken en naar kennis zal tenslotte al zijn handelen bepalen. Nadat Hroswith samen met zijn vader zijn geboortedorp heeft moeten ontvluchten, komt hij terecht in het graafschap Hamaland, waar hij verliefd wordt op Adela, de dochter van de graaf. Maar de verliefde Adela is even berekenend als verliefd en zal daarom nooit met iemand van een lage komaf trouwen. Zijn trouwt met Imed, maar het eerste kind dat tijdens die verbintenis wordt geboren, is van Hroswith. Het wordt dan tijd voor Hroswith om te vluchten. Pas veel later zal hij Adela weer ontmoeten. Hij is dan zelf een geleerd man geworden. Een zekere genoegdoening beleeft hij wanneer hij wordt aangesteld als de advocaat van Adela, die terecht moet staan voor de beschuldiging dat zij haar zuster Liutgardis uit de weg heeft geruimd, om zo haar grondgebied te vergroten. Hroswith heeft dan zo'n beetje alles van de wereld gezien wat er toen van de wereld te zien was. Op een van zijn tochten is hij de Arabische koopman Abu al-Fath al-Iskandari tegengekomen, een figuur die het lezen van De valse dageraad tot zo'n smakelijke aangelegenheid maakt. Abu is een slimme vos, een leugenaar, een sympathieke oplichter, een ware vriend, een boef, kortom een Arabische baron von Munchhausen die zich weliswaar niet aan zijn eigen haren uit het moeras trekt, maar die wel uit een toren weet te ontvluchten met de eerste parachute uit de geschiedenis van de mensheid. De avonturen van Hroswith en Abu vormen een hoogtepunt in de roman van Van Aken. Het zou ondoenlijk zijn om hier na te vertellen wat zij allemaal beleven. Ik zou er misschien een boek voor nodig hebben dat net zo dik is al De valse dageraad zelf. In alle opzichten is De valse dageraad een rijk boek. Stilistisch is het soms wat op één dreun, maar daar staat zo'n afwisseling van avonturen tegenover dat je die enkele onvolkomenheden graag wilt laten voor wat ze zijn. Ik ben niet in staat na te gaan of alles in De valse dageraad klopt en of er geen historische onjuistheden in staan. "Hij heeft haar geschaakt", wordt er gezegd in een kroeg in Trecht. Mij lijkt het onwaarschijnlijk dat rond het jaar duizend het woord "geschaakt" al zo gemakkelijk gebruikt werd de noordelijke landen. En ik vraag mij ook af hoe je in die tijd een signalement liet verspreiden, zoals Abu al-Fath heeft gedaan toen hij Hroswith terug wilde vinden. Toch niet door een animatiefoto op te hangen? Aan het slot van het boek kan Hroswith zich helemaal wijden aan wat hij als zijn taak ziet: het bijeen brengen van boeken in een niet te overtreffen bibliotheek. Temidden van de machinaties tussen keizer en paus speelt Hroswith, zoon van een smid, een kleine maar beslissende rol. Zoiets lees je niet zo vaak in de Nederlandse literatuur. : Daarom is De valse dageraad een bijzonder boek. Jammer dat het niet vorig jaar is uitgekomen, dan hadden wij een waardige Librisprijs-winnaar gehad. Ik voorzie voor Van Aken een vruchtbare toekomst, als hij tenminste niet wordt getroffen door een muisarm. Onlangs zei hij in een interview met Trouw: "Je moet het maar van me aannemen. Het meeste heb ik er niet ingestopt". Dat klinkt ongelooflijk voor een boek met die omvang, maar ik geloof onmiddellijk dat het waar is. Na 535 pagina's was Van Aken immers pas in het veertigste levensjaar van zijn hoofdpersoon. En volgens pagina 11 was die hoofdpersoon al 99 toen hij begon met het vastleggen van zijn leven. HP\De Tijd, 1 juni 2001
Samenvatting:
Op 99-jarige leeftijd krijgt de monnik Hroswith te horen dat zijn vriend Albertus is overleden. Hij krijgt een boek waarin deze het levensverhaal van Hroswith enkele jaren geleden heeft opgeschreven. Hroswith is ontevreden over de kwaliteit en begint een bijbel uit te krabben om zijn levensverhaal zelf op te schrijven.
Hroswith wordt geboren in een het kleine dorpje Wikala in de Oostelijke Lage Landen. Hij leert lezen en Latijn spreken van de dorpspriester. ’s Nachts houden stemmen die een vreemde taal spreken hem uit zijn slaap. Als hij in een kerkdienst moet zingen, komen plotseling vreemde woorden in die taal uit zijn mond. De dorpsbewoners worden bang en willen hem doden. Hij wordt gered door zijn vader, maar zijn moeder komt om wanneer de dorpsbewoners hun huis in brand steken.
Fritherik vindt werk op het kasteel van graaf Wichman. Hroswith krijgt samen met Adela, de jongste dochter van de graaf, onderwijs van een monnik. Ook leert hij het vak van smid van zijn vader. Hij krijgt een geheime verhouding met Adela, maar zij trouwt Imed. Als ze zwanger blijkt te zin van Hroswith wordt deze verbannen. Hij laat zich naar Engeland varen, maar lijdt schipbreuk. Hij spoelt aan op onbekend land en hier wordt hij overvallen door Deense vikingen die hem als slaaf meenemen. Op de slavenmarkt wordt hij door koning Harald gekocht om zijn smidscapaciteiten. Hij weigert echter zwaarden te maken als slaaf, dus laat Harald hem vrij en werkt Hroswith als vrij man voor hem. Hij raakt bevriend met koningszoon Svein en zijn vrienden. Hij wordt ingewijd in de Deense godsdienst. Hij krijgt daarvoor de opdracht iets te stelen. In het bos steelt hij van twee mannen een boek en hun slaaf.
Als Hroswith met zijn vrienden in de handelsstad Haithabu is, wordt hij ontvoerd door deze twee. Hij wordt als slaaf meegenomen op hun schip. De mannen blijken Arabisch te zijn en hun leider is Abu al-Fath al-Iskandari. Als de boten worden overvallen, wordt Abu gevangen genomen, maar Hroswith redt hem en de andere gevangen. Hij leert Abu dobbelen en wint zijn vrijheid terug door met hem te spelen.
In een Slavisch dorpje laden ze hun spullen uit, van plan om over land verder te trekken. Ze raken in gevecht met de dorpelingen en vermoorden vrijwel alle mannelijke dorpsbewoners. De vrouwen en overgebleven mannen helpen met het vervoeren van de goederen met wagens. Ze komen aan in de versterkte Roesstad Kiev, waar ze de dichter en neef van Abu, Badi Azzaman al-Hammadani tegenkomen. De handelaar Kyriakos neemt het gezelschap mee naar de markt. Op de slavenmarkt ontdekken zij een beeldschone slavin, die beweert een purpergeborene te zijn. Ze hebben te weinig geld om haar te kunnen kopen en Hroswith vermoordt de slavenhandelaar. Ze nemen Sophia mee en vluchten op het schip van Kyriakos.
Hroswith wordt verliefd op Sophia, maar weet dat zij onbereikbaar voor hem is aangezien ze van Abu is. ’s Nachts vlucht hij met haar en ze trekken naar Damascus. Hij gaat als smid werken en ze krijgen twee kinderen. Hij raakt bevriend met de geleerde Sleimann die net als hij zeer geïnteresseerd is in boeken. Als er pest uitbreekt in de stad, krijgt Hroswith als vreemdeling de schuld. Voor hij zijn huis kan bereiken, wordt deze al afgebrand en zijn vrouw en dochters komen hierbij om. Hroswith vlucht weg en is enkele weken constant dronken. Verzwakt wordt hij gevangen genomen door, zo blijkt later, Abu. Hroswith krijgt een galgemaal dat door Hosseyn is klaargemaakt en overlegt met Abu over hoe hij om het leven gebracht moet worden. Abu besluit hem op te sluiten in een diepe put. Terwijl hij hier zit krijgt Hroswith eten, drinken en zelfs een vrouw van, zo blijkt later, Hosseyn. Met slecht weer loopt de put vol water en Hroswith herwint zwemmend zijn vrijheid.
Hroswith bereikt de zee en vaart met een aantal vissers mee naar Cyprus. Hosseyn zegt hem gedag. In Cyprus monstert Hroswith aan op een Siciliaans schip dat in een storm belandt en in Cordoba terechtkomt. Hier vindt hij een baantje bij de paleiswacht, waar hij zich in de volgende jaren omhoog werkt. Na een aantal jaren komen Abu en de Catalaan Mounain in de stad. Zij krijgen problemen met de koning en worden opgesloten. Hroswith gebruikt zijn macht om ze te bevrijden en ze vluchten gedrieën. Ze worden achtervolgd door mannen van de koning en verschansen zich in een gebouw aan de rand van een diepe kloof. Abu vindt een parachute uit waarmee ze naar beneden springen. Mounain komt hierbij om het leven.
Abu en Hroswith trekken de Pyreneeën over naar Frankrijk. In het slechte weer komt Abu om het leven. Hroswith trekt verder in een monnikspij op weg naar zijn geboortegrond. In Trecht koopt hij een huisje, waar Gisela hem helpt met het huishouden. Als hij haar zwanger maakt, trouwt hij met haar.
Hroswith wordt in opdracht van Adela thuis opgehaald; hij moet haar verdedigen in een proces waarin ze wordt beschuldigd van de moord op haar zus. Op weg naar Nimwegen zien ze hoe een menigte een familie wat aan wil doen omdat de moeder een kind heeft gekregen met één oog. Hroswith redt een meisje met een bochel en neemt haar in huis als huishoudster. In Nimwegen verdedigt Hroswith Adela en maakt kennis met keizer Otto en diens leermeester Gerbert. Hij maakt indruk op de keizer en krijgt het aanbod zich bij het hof te voegen en mee te reizen. Hroswith besluit eerst nog naar huis te gaan en later het hof achterna te reizen richting Rome. Daar wordt hij bij de poort aangehouden en vastgezet in de Engelenburcht bij de ondergrondse paus Profundus en zijn zoon Pecatto. Hij wordt bevrijd door Otto wanneer deze orde op zaken komt stellen in Rome. Hroswith krijgt van Otto en Gerbert de taak een keizerlijke bibliotheek op te richten en te beheren.
Hroswith wordt uitgenodigd voor een jachtpartij. Dan krijgen zij te horen dat paus Gregorius is overleden. In Rome laait een strijd op tussen verschillende partijen die voor de opvolging willen zorgen. Otto maakt Gerbert paus onder de naam Sylvester II. Hroswith krijgt de tijd om naar huis te gaan. Onderweg doet hij het klooster Sint-Gallen aan. Als hij vlak bij huis is komt hij zijn oude Deense vrienden tegen die op rooftocht zijn. Hij raadt hen aan Wikala te overvallen en dat doen ze.
Bij thuiskomst blijkt Teckla (het bocheltje) zwanger van Hroswith te zijn en hij neemt haar als tweede vrouw. Al snel wordt Hroswith onrustig en hij vertrekt naar Aken, waar de keizer ook blijkt te zijn. Otto wil het graf van keizer Karel openen en roept daarbij de hulp in van graaf Tammo en Hroswith. Hroswith wordt onrustig en besluit naar Rome te trekken en onderweg de bibliotheken van kloosters aan te doen. Twee weken na hem komt ook het hof aan in Rome. Otto wil dat de oudste zoon van Adela, Meginwerk, Hroswith gaat helpen met de bibliotheek. Hij lijkt zo erg op Hroswith dat het zijn zoon wel móét zijn. De bibliotheek krijgt een eigen gebouw.
In Rome breekt een opstand tegen Otto uit, die hij met hulp van Hroswith zonder bloedvergieten weet neer te slaan. Het hof neemt zijn intrek in burchten nabij Rome, omdat de stad zelf te gevaarlijk wordt. Hroswith blijft in Rome maar wordt beroofd van al zijn bezittingen en wordt de stad uit gezet door vijanden van Otto. Hij reist het hof achterna naar Ravenna, onderweg geholpen door heremieten. Hij ontmoet Gerbert, maar om Otto te zien moet hij doorreizen naar de ascetengemeenschap in Pereum. Hun leider Romuald misleidt hem waardoor hij oponthoud ondervindt en Hroswith moet weer achter het hof aan trekken naar Rome. Hij loopt Otto mis en hoort dat deze weer is vertrokken naar Ravenna.
Als er weer onrusten uitbreken in Rome besluit Hroswith de bibliotheek te verplaatsen naar Ravenna. Hij rijdt eerst zelf daarheen. Hier ontmoet hij Gerbert en Otto, met deze laatste gaat het niet goed. Hroswith trekt met het hof en het leger mee naar Rome om hier de orde weer te herstellen. Wanneer ze buiten Rome wachten op troepen die nog moeten komen, overlijdt Otto. Uit angst voor de te verwachten opstanden in Rome, besluit het leger zich terug te trekken in Duitsland. Hroswith wordt vooruitgestuurd met de Heilige Lans, een belangrijk machtsinstrument van de keizer. Hertog Hendrik vermoedt dat Hroswith de lans heeft en probeert hem te krijgen. Wanneer beiden met de lijkstoet meereizen, eist Hendrik nogmaals de lans op. Meginwerk zegt Hroswith de lans aan Hendrik te geven. Na de twisten rond de troonopvolging, wordt Hendrik gekroond in Mainz.
Thuis wijdt Hroswith zich aan zijn gezin en het schrijven. Wanneer zijn vrouwen overlijden, brengen zijn kinderen hem naar een klooster waar hij de rest van zijn leven slijt.
Bodo, de novice die als taak heeft voor Hroswith te zorgen, heeft meegelezen. Het verhaal inspireert hem er op uit trekken voordat hij zijn gelofte af zal leggen.
Titelbeschrijving:
Jan van Aken, De Valse Dageraad,het leven van Hroswithus Wikalensis, wereldreiziger en geleerde, Amsterdam ; Uitgeverij Bert Bakker 2001, tweede druk (eerste druk in mei 2001)
Titelverklaring:
De Valse Dageraad is een vreemde titel. Terwijl ik het boek las, bleef het maar door mijn achterhoofd spoken waarom het boek zo heette. Maar op de een na laatste pagina kwam ik erachter.
De hoofdpersoon, Hroswith, begint eraan om een boek in zijn volkstaal te schrijven, zodat hij het gewone volk zou kunnen bereiken. Hij doet dit om niet vergeten te worden en om invloed uit te kunnen oefenen op gewone mensen. Om eens een keer de leider te zijn, want als je zijn levensverhaal leest, valt het op dat hij altijd de tweede viool speelt.
De monnik die voor hem zorgt leest stiekem mee. Aan het eind van het verhaal besluit Bodo, de jonge monnik, dat hij te weinig van de wereld heeft gezien om een monnik te blijven. Hij wil eerst van alle zonden proeven voordat hij zich voorgoed opsluit in het klooster. Terwijl Hroswith de laatste pagina’s van zijn boek beschrijft, komt Bodo om het einde van het verhaal te lezen en hem daarna te smeren. Hroswith, maant hem tot haast, want hij meent de dageraad al te zien. Maar Bodo wijst hem erop dat het slechts de valse dageraad is. Dan gaat hij ervandoor, en voor eens is Hroswith de belangrijke figuur.
Ik keek naar buiten. ‘Zoals hij nu is, ontschreven en opnieuw gevuld, is het mijn dierbaarste boek geworden. Maar jij moet gaan jongen. Ik zie in het oosten al de eerste roerselen van de dageraad.`
Hij schudde zijn hoofd. ‘Het is slechts de valse dageraad, oude man. Ik heb nog een vraag, want u bent het belangrijkste vergeten.` (blz. 528)
Motivatie van de boekkeuze:
Ik had van mijn neefje gehoord dat dit een heel leuk boek was. Nou heeft mijn neefje over het algemeen een broertje dood aan lezen, dus het moest wel een goed boek zijn. Bovendien sprak de tijd waarin het verhaal zich afspeelt mij aan (rond 1000 na Christus).
Persoonlijke reactie:
Ik heb het boek in een adem uitgelezen. Ik moet toegeven dat er ook mindere stukken in zaten, vooral aan het einde van het boek, als Hroswith in het machtsspel rond Rome verwikkeld is. Maar als hij rondreist met Abu al-Fath al-Iskandari, dan vergeet je de wereld om je heen.
Het taalgebruik zal daar zeker een steentje aan bijdragen. De zinnen zijn helder, duidelijk, en hier en daar wordt het element humor op een gepaste wijze toegepast. Maar het gaat in dit geval om het verhaal. Dit verhaal, dit verhaal leeft! Ook al is het een historische roman, het is zo realistisch beschreven. De meeste dingen worden tot in details uitgewerkt.
Sommige elementen kloppen niet helemaal. Zo vind ik de manier waarop Hroswith in de gunst van de keizer valt, en met hem kennis maakt, niet helemaal geloofwaardig. Maar dat geeft niet, het is nodig voor het verdere verloop van het verhaal.
De opbouw van het verhaal is goed volgbaar, het verhaal is in chronologische volgorde verteld. Het loopt van de kindertijd van de hoofdpersoon (een 99 jaar oude man) tot 40 jaar.
Hoewel er veel personages in het boek voor komen, worden ze op een manier geintroduceerd waar ik persoonlijk heel blij mee ben. De personages worden langzaam in het verhaal geweven, en bijna alle personages zijn op een onmerkbare wijze al in het verhaal aanwezig voordat ze een belangrijke rol gaan spelen.
Wat ik ook erg leuk vond is de manier waarop de plaatsen, de middeleeuwse begrippen en gewoontes beschreven worden. Net zo als bij de personages, worden ze eerst een keer gebruikt, en komen daarna steeds meer terug in het verhaal. Als je dan het wat en waarom niet weet, kun je er de eerste keer nog overheen lezen, maar je gaat het op een begeven moment toch opzoeken.
Politieke achtergronden:
Ik neem aan dat hiermee de politieke achtergronden uit de tijd van de schrijver bedoeld worden. Dit boek is in mei 2001 voor het eerst uitgegeven. Daarom zou je de periode 1990-heden kunnen nemen als achtergrond.
In het boek zelf valt natuurlijk weinig terug te vinden van de moderne politiek. Het is immers een historische roman!
Als je kijkt naar de periode 1990-heden valt op het internationale gedeelte een ding heel erg op. De Verenigde Staten van Amerika zijn de enige overgebleven supermacht, en zij beginnen zich dus steeds meer als “heerser” over de wereld op te stellen. Zeker nu, anno 2002, wordt dit duidelijk, nu de Amerikaanse senaat haar goedkeuring heeft gegeven voor een aanval op Irak zonder de steun van de landenorganisatie, de Verenigde Naties.
Ook de NAVO, waar de VS in feite de leiding hebben, gaat enkele keren buiten zijn boekje, door zich zonder VN toestemming te bemoeien met zaken die buiten hun “gebied” liggen (o.a. Kosovo).
Nederland gaat hierin, zoals het een westers en diplomatiek land betaamd, geheel met de VS mee. U zult ongetwijfeld de verholen spot in deze zin hebben opgemerkt. Dit omdat Nederland in mijn ogen niet veel anders is dan een aanhangsel van de VS. Nederland zegt wel dat zij een eigen mening heeft, maar ze voegt zich vrijwel altijd naar de wil van de VS.
Wat de politiek binnen Nederland betreft, tot 1996 is er een vrij rechts kabinet geweest (CDA + VVD), onder de leiding van de heer Ruud Lubbers. Maar in 1996 komt er een politieke ommekeer, waarin voor het eerst de linkse partij PVDA en de rechtse partij VVD met elkaar in het bootje stappen. De “midden” partij D66 dient als “lijm” tussen de twee eerst genoemden. Ook na deze 4 jaar gaat dezelfde kabinetsformatie door met elkaar. Echter, in 2002 komt er weer een andere, zeer rechtse formatie (VVD, CDA, LPF).
Sociaal-economische achtergronden:
Wat ik naar mijn mening hierbij vooral moet noemen is de groei van de economie in de tweede helft van de jaren 90. Het ging goed met de Nederlandse bevolking, de werkeloosheid daalde. De mensen kregen steeds meer vrije tijd, duurdere auto’s, vakanties werden verder, etc., etc.
Ook de techniek is met sprongen vooruit gegaan. De PC was ineens voor iedereen bereikbaar, en iedereen werd bereikbaar dankzij de mobiele telefoontjes.
Er kwam een nieuw medium op, het internet. Mensen konden elkaar nu overal op de wereld bereiken. Er zit echter ook een keerzijde aan dit verhaal. Dankzij het internet hoef je niets meer zelf te doen. Alles gaat via de computer. Je komt ook minder onder de mensen. Er gaan steeds meer stemmen op dat het slecht gaat met de maatschappij. Ze is aan het individualiseren. We maken geen praatje meer bij de bakker. Mijn dorp kennen? Ik mag al blij zijn dat ik al mijn buren ken.
De oude dame wordt niet meer geholpen met oversteken, ze wordt beroofd. Mensen voelen zich niet meer veilig. Ze willen terug naar “die goede oude tijd”.
Ze wijten de onveiligheid ook deels aan het grote aantal mensen van een andere afkomst. Dit zijn asielzoekers, maar ook de mensen die door de gezinshereniging in Nederland zijn gekomen. Aan de buitenlanders wordt verweten dat ze zich niet goed aanpassen aan de Nederlandse cultuur. In sommige gevallen is dit ook zo. Maar de Nederlanders hebben te veel vooroordelen.
Culturele achtergronden:
In de jaren 90 komen enkele nieuwe stromingen op. Een daarvan is de hiphop.
De hiphop ontstaat eind jaren 80 in de achterbuurten van New York. Zij wordt de straatmuziek van de jongeren uit o.a. the Bronx, die niets beters te doen hebben. Het wordt een aparte cultuur met haar eigen muziek, kleding, manier van dansen (breakdance) en haar eigen manier van omgang.
Het wordt een trend die begin jaren 90 overwaait naar Nederland.
De media commercialiseert. Waar vroeger ruimte was voor leerzame
programma’s, wordt nu de ruimte opgevuld door hersenloze oppervlakkige en gewelddadige series. Vraag een willekeurige voorbijganger wat de meest recente politieke ontwikkelingen zijn. Hij weet het niet. Vraag hem dan wat er gister in Friends gebeurd is. Dat weet hij wel.
Relatie met literaire stromingen en ontwikkelingen:
De Valse Dageraad is een historische avonturenroman. Ik persoonlijk vind het, net als vele anderen, zeer vergelijkbaar met “de Naam van de Roos”, van Umberto Eco. Dit is net als de Valse Dageraad een avonturenroman die zich afspeelt in de Middeleeuwen.
Verder vind ik dat het een beetje te vergelijken is met zowel Louis Couperus als Simon Vestdijk. Vestdijk heeft dezelfde soort opbouw in zijn verhalen, en Couperus hetzelfde soort luchtigheid, waardoor het boek heel makkelijk weg leest. Ik vind het moeilijk om uit te leggen.
Thematiek:
Het boek gaat over de reislust van Hroswith. Hij kan niet stilzitten en wil de hele wereld zien en er alles vanaf weten. Zijn hele leven wordt hierdoor bepaald. De meeste mensen van zijn komaf bleven in die tijd hun hele leven op een plek wonen en maakten weinig bijzonders mee. Hroswith ziet vrijwel heel Europa en beleeft een hoop. En wanneer hij ergens een tijdje woont, gaat het kriebelen en gaat hij weer weg.
Maar er moet wel bij gezegd worden dat het heel vaak door “het toeval” komt dat hij weer wegtrekt.
Relatie met de literatuuropvatting van de auteur:
Ik weet niet precies wat hiermee bedoeld wordt. Ik ga ervan uit dat de bedoeling is dat ik probeer aan te geven wat de auteur heeft geprobeerd te bereiken toen hij dit boek schreef.
Maar dan is het juist weer zo moeilijk, want ik heb niet het idee dat de auteur een boodschap in zijn achterhoofd had toen hij de Valse Dageraad schreef. Hij schrijft puur voor het entertainment.
Je zou wel kunnen zeggen dat hij zijn lezer wil laten proeven van de Middeleeuwen. Zijn research is heel grondig geweest, zoals ook uit zijn bijschrift blijkt. Hij neemt de lezer mee naar een wereld die voor velen nog onbekend is, want de Middeleeuwen zijn de jaren waar we vandaag de dag bijster weinig vanaf weten.
Plaats gelezen werk in het oeuvre van de auteur:
Voor zover ik weet heeft Jan van Aken tot nu toe twee boeken geschreven: Het Oog van de Basilisk en De Valse Dageraad. Nou heb ik zelf Het Oog van de Basilisk niet gelezen, maar dat wordt “normaal” bekritiseerd door de literatuurcritici. De Valse Dageraad wordt echter de hemel in geprezen.
Daarom denk ik dat we ervan kunnen uitgaan dat De Valse Dageraad het belangrijkste werk van de auteur is, waarmee hij misschien zelfs nog wel op internationaal vlak gaat doorbreken.
Analyse van recensie (zie volgende blz.) en mijn mening (zie persoonlijke reactie):
De recensist en ik zijn allebei laaiend enthousiast over het werk van Van Aken. We zijn het erover eens dat de vertellerstijl eenvoudig en doeltreffend is, zonder de onnodige poespas. Ook zijn we allebei laaiend enthousiast over het verhaal zelf.
Het enige waar we beiden wat minder tevreden mee zijn (hoewel het niet erg is!), is dat sommige dingen vrij ongeloofwaardig zijn met het oog op die tijd. Ik noem daarbij zelf de manier waarop Hroswith met de keizer kennismaakt, en de recensist noemt de manier waarop Abu al-Fath al-Iskandari het signalement van Hroswith verspreid.
REACTIES
1 seconde geleden
Y.
Y.
Dankzij jouw boekverslag op internet heb ik een 9 gekregen hartstikke bedankt ik wou echt dat je nu naast me was en dat ik je een dikke zoen gaf
Hartstikke bedankt he
Yakup
21 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Fantaaaaastisch uittreksel heb je geplaatst op scholieren.com!!! echt waar, ik heb het boek (net als jij) ook gelijk uitgelezen zodra ik het zag liggen! Perfect boek, echt waar. Ik wil je even bedanken voor dit mooie verslag.
Ruben
(heeft J. van Aken nogmeer van zulke boeken geschreven?)
21 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Erg goed verslag, mijn complimenten. Het was erg nuttig als naslagwerk, al heb ik ook een neefje dat niet graag leest.... :)
21 jaar geleden
Antwoorden