De val door Marga Minco

Titel: De val Auteur: Marga Minco Verhaallijnen: Frieda Borgsteiner: Frieda is 85 jaar oud, en heeft al 40 jaar lang haar verjaardag niet gevierd. Ze heeft haar familieleden verloren tijdens de oorlog. Haar man wilde met haar en hun kinderen naar Zwitserland vluchten, ze zouden er met de auto heen gaan, maar de dochter van Frieda, Olga had het koud toen ze op het punt van vertrek stonden, en Frieda wou nog even een vestje halen van binnen, ze struikelt twee keer, zodat ze te laat komt. Toen ze weer naar buiten kwam, was de auto al vertrokken. En ze heeft ze nooit meer gezien. De man die hen hielp met vluchten naar Zwitserland, werkte voor de Duitsers. Toen ze haar 85e verjaardag toch vierde wou ze boodschappen gaan doen, het was toen min 10 graden, de wind stond hard en iedereen in het tehuis waarschuwde haar om naar buiten te gaan, daar stond een put met een afsluitkraan met een stadsverwarming, die niet goed genoeg afgezet was. Er kwam allemaal damp uit, en Frieda dacht dat ze er wel ruim langs kon, maar dat kon ze niet en ze viel erin, de temperatuur van de buizen onder de grond was 150 graden Celsius. Er was een man die haar er nog uit probeerde te halen, maar het lukte niet, toen ze gered werd door de brandweer was ze allang dood. Baltus & Verstrijen: Dit zijn twee monteurs, en hadden een klus naast het tehuis , ze moesten ervoor zorgen dat het water weggepompt zou worden, want anders zouden de buizen openspringen. Hiervoor moesten ze de putten openmaken, Baltus ging even naar het toilet, en Verstrijen bleef achter om de boel in de gaten te houden, ze hadden het gebied rond de put niet afgezet met die rood/witte-hekjes, Verstrijen zei tegen Baltus dat ze het beter wel konden doen, maar volgens Baltus kon dit geen kwaad. Baltus bleef wel erg lang weg vond Verstrijen dus ging hij hem halen. Toen hij onderweg was dacht hij dat hij wat zwarts zag vliegen, maar hij besteedde er verder geen aandacht aan. Toen hij even later een gil hoorde, wist hij vrijwel zeker dat het met dat zwarte ding te maken had, en hij ging meteen naar de put toe, daar probeerde hij in de put te kijken, hij voelde de stoom in zijn gezicht branden, en hij probeerde om iets te pakken, hij voelde een hand, en probeerde Frieda eruit te halen, het lukte hem niet, en omstanders hadden de brandweer gebeld, toen de vrouw eruit was, was ze al overleden en Verstrijen heeft tweedegraads-brandwonden.
Het verleden van Frieda: Frieda was een Joodse vrouw en woonde met haar gezin in Nederland tijdens de oorlog, ze wilden vluchten uit Nederland naar Zwitserland en een man die haar echtgenoot kende zou hen helpen. Ze was de enige die de reis naar Zwitserland miste, en dat was echt toevallig want vrijwel meteen toen ze aankwamen werden haar man en kinderen opgepakt door SD’ers, dit gebeurde op haar verjaardag en om die reden heeft ze 40 jaar lang haar verjaardag niet gevierd. Toen ze wist dat haar familie niet meer terugkwam was ze ondergedoken bij de familie Oosterveens. Toen haar man nog leefde maakte ze berekeningen voor zijn makelaarsbedrijf, later is ze boekhoudcursussen gaan volgen en begon ze werken. Hein Kassels: Hij was de persoon die de familie Borgsteiner hielp met het vluchten naar Zwitserland, Jacob kende hem en vertouwde hem volledig. Jacob dacht dat Hein al eerder mensen succesvol geholpen had met het vluchten naar Zwiserland, maar hier was dus een misverstand over, de werkelijkheid was dat een andere persoon die bij Hein hoorde een echtpaar naar Zwiserland heeft vervoerd, maar Hein zelf nog niet. De mensen dachten over hem dat hij voor de Duitsers werkte. De Zweedse delegatie: Die zouden komen op de dag dat Frieda in de put gevallen was, Frieda kwam terug om haar vest weer op te halen van binnen, maar niemand besteed aandacht aan haar, omdat ze te druk in de weer zijn, want de Zweedse delegatie zou komen. Als ze niet een halfuur eerder zouden komen, hadden ze nog genoeg tijd en was Frieda misschien niet overleden. Hein Kassels maakt ook deel uit van de Zweedse delegatie. Ben Abels: Werkte bij Jacob in het bedrijf, hij is vroeger zeeman geweest, en hij was helemaal verliefd op Olga, de dochter van Frieda. Zijn familie was overleden en hij heeft in de VS gewoond en was daar getrouwd en gescheiden. Later in het tehuis waar hij werkte kwam hij Frieda weer eens tegen. De begrafenis: Frieda was overleden, op haar verjaardag, de eerste val had ze overleefd, maar de tweede niet. Ben Abels was aanwezig op haar begrafenis, toen de kist van Frieda begraven werd, kwam er een lijster die met haar zang het geluid van het zand dat op de kist terechtkwam wilde overstemmen. Het hele verhaal hangt samen met elkaar, de hoofdpersoon, Frieda Borgsteiner speelt een belangrijke rol hierin. Toeval: De titelverklaring “de val” staat voor de twee vallen waar Frieda in moest trappen, de eerste was ze per toeval ontglipt toen ze niet werd meegenomen door Hein Kassels, de tweede, de put werkte wel en ze viel erin. Bij de ontmoeting tussen Hein Kassels en Ben Abels kwam Ben erachter dat Hein niet voor de Duitsers werkte, het was misgegaan toen Jacob, Olga en Leo ondergedoken waren, en Hein even weggegaan was, toen hij terugkwam en hard fietste vermoeden de SDers dat er wat aan de hand was en toen vonden ze de Borgsteiners. Zo is het gegaan, daar kwam Ben pas later achter, toen Frieda dood was.