Titel
De Val
Amsterdam 1983, ik heb de uitgave van 'de grote lijsters' van 1998 gelezen. Motivatie Mijn motivatie om De Val te lezen is vrij ongewoon. Omdat ik in tijdnood zat was ik op zoek naar een niet te dik boek. De Val was niet dik en de omslagtekst maakte me nieuwsgierig naar de inhoud. Ik wist dat het in het pakket van 'de grote lijsters' zat, maar de inhoud was mij niet bekend. Korte weergave van de inhoud De Val begint bij twee gemeentewerkers, Baltus en Verstrijen, die op een koude winterdag hun werk gaan doen in een grote Nederlandse stad. Ze gaan eerst naar 'de Salamander', een café waar ze 's ochtends altijd vóór hun werk langsgaan. De serveerster, een jonge vrouw, heeft een oogje op één van de twee mannen. Dan gaat het verhaal over naar hoofdpersoon Frieda Borgstein, een oude vrouw van bijna 85, die in een bejaardentehuis woont. Al snel blijkt dat ze haar men en kinderen in de oorlog is kwijtgeraakt. Dit kwam doordat haar gezin in de oorlog door een jongen van het verzet, Hein, naar Zwitserland vervoerd zou worden. Bij het wachten moest Frieda boven nog een vest voor haar dochter halen en toen ze weer naar beneden kwam was haar gezin zonder haar vertrokken. Ze heeft hen nooit meer gezien. Dit raadsel heeft haar haar hele verdere leven geteisterd. Het perspectief blijft verwisselen tussen de twee gemeentewerkers die putten openmaken en ze leegzuigen en Frieda Borgstein, die een feestje wil geven in het bejaardentehuis en hiervoor van alles regelt. Het wordt langzaam maar zeker duidelijk dat de personen iets met elkaar te maken hebben, vooral als de gemeentewerkers in een straat bij een tehuis gaan staan. Frieda moet de straat op, in de stromende regen, harde wind en harde kou, om gebak te kopen en langs de bank te gaan. Iedereen raadt het haar af, maar ze gaat toch. Baltus en Verstrijen zijn intussen bijna klaar in de straat en hebben de hekken om de put weggehaald. Baltus gaat even pissen en Verstrijen blijft bij de put, terwijl de zuiger zijn werk doet. Omdat Baltus erg lang wegblijft, gaat Verstrijen hem halen. De put is onbewaakt en Frieda valt in het kokende grondwater (door de verwarmingsleidingen). Verstrijen probeert haar er nog uit te trekken, maar ze sterft en Verstrijen loopt ernstige brandwonden op. Frieda had een vriend in het tehuis, de klusjesman Abels, die vroeger een vriendje van Frieda's dochter was. Hij staat bij de put als Frieda wordt opgehaald door een ziekenwagen. Bij de put staat ook iemand die hij vaag herkent. Het blijkt Hein te zijn, de jongen die Frieda's gezin meenam. Abels begint een gesprek met de man in een café, waaruit blijkt dat hij op de dag in de tweede wereldoorlog gevolgd was door de Duitsers. Toen hij bij het huis aankwam namen de Duitsers hen allemaal mee, behalve Frieda die boven was en er niets van gemerkt had. Ze werden naar een kamp gebracht en gescheiden, Hein wist niet wat er verder met het gezin gebeurd was. Dit is het antwoord op de vraag die haar hele leven door Frieda's hoofd speelde, maar tot haar dood onbeantwoord bleef.
Persoonlijke Reactie
Onderwerp
Het onderwerp van het verhaal is het leven van Frieda Borgstein.
Dit klinkt niet interessant, maar dat is het wel, omdat het maar langzaam duidelijk wordt wat er in het verleden gebeurd is.
De enige verwachting die ik over het onderwerp had is dat er een val in voorkomt, die waarschijnlijk veel invloed op het verhaal heeft, omdat het de titel is. Deze is uitgekomen, want het is een van de belangrijkste gebeurtenissen uit het boek.
Frieda's leven wordt uitvoerig beschreven, je komt langzaam te weten dat ze na het voorval in de tweede wereldoorlog een eenzaam leven heeft geleid, en steeds met de vraag te blijven zitten waarom ze niet op haar gewacht hadden.
Gebeurtenissen
De belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal zijn het voorval in de tweede wereldoorlog en Frieda's val in de put. De eerste gebeurtenis is eerst vaag beschreven maar wordt steeds duidelijker door Frieda's gedachten. De tweede, de val, is heel uitvoerig beschreven. De gedachten van Frieda voordat en terwijl ze oversteekt en in de put valt zijn het uitvoerigst beschreven in het hele verhaal en tellen een paar bladzijden.
De gebeurtenissen zijn in dit boek minder belangrijk dan de gedachten, omdat Frieda's gedachten veel uitvoeriger beschreven worden dan de gebeurtenissen. Ze denkt veel aan de tweede wereldoorlog en haar man en kinderen terug, maar ook over alledaagse dingen. Ook de gedachten van Verstrijen en Abels zijn veel beschreven.
De gebeurtenis die het meeste indruk op mij maakte was de val van Frieda in de put. Dit is erg aangrijpend en uitvoerig beschreven en ik heb het vol spanning gelezen.
Door de manier waarop de gebeurtenissen zijn beschreven bleven ze me boeien, ik hoefde nergens te worstelen om verder te komen.
Personages
De karaktereigenschappen van de hoofdpersoon, Frieda, worden naarmate je verder leest duidelijker, maar blijven vrij vaag.
De personages zijn zeer herkenbaar en 'levensecht'. Dit blijkt uit hun gedachten. Ze twijfelen veel. Het verhaal zou ook makkelijk echt gebeurd kunnen zijn. Het is een reële situatie.
Het gedrag van de hoofdpersoon keur ik af. Ze is erg snel geïrriteerd en niet sociaal, ze praat niet veel met anderen.
Opbouw
Ik vind het verhaal spannend, omdat de twee situaties (die van Frieda en die van de gemeentewerkers) steeds om beurten beschreven worden. Het is spannend om te lezen hoe ze samenvoegen in één vlak voordat Frieda in de put valt. Je merkt al de hele tijd dat de twee situaties iets met elkaar te maken hebben. Dat wordt steeds duidelijker, het ontvouwt zich als een soort plot.
Er zitten geen echte flashbacks in het verhaal, maar Frieda denkt wel vaak over het verleden. Dit vond ik niet storend tijdens het lezen.
Als lezer zie je de gebeurtenissen uit meerdere personages, maar vooral uit Frieda. In de andere situatie zie je de gebeurtenissen vanuit Verstrijen. Ook zijn er gedeelten in het boek waar je de gebeurtenissen vanuit anderen ziet, zoals de directrice van het tehuis, de hoofdkokkin en Abels. Deze manier vind ik wel geslaagd.
Aan het slot is alles duidelijk. Dit vond ik wel prettig. Alleen voor Frieda zal het nooit duidelijk worden omdat ze het antwoord op haar vraag niet heeft gekregen voordat ze stierf. Dit is storend, maar wel goed voor het verhaal.
Taalgebruik
Het taalgebruik in het boek vind ik niet moeilijk. Ik ben geen woorden tegengekomen die ik niet kende.
De verhouding tussen dialoog en beschrijvingen is erg ongelijk. Bijna het hele boek door worden er gedachten of omgevingen beschreven. Omdat de hoofdpersonen vrij stille types zijn zijn er weinig dialogen. Dit vind ik niet storend, maar ik denk dat dat bij een langer boek wel storend was geweest.
Het verhaal leverde bij mij geen problemen op qua beeldspraak, symbolische verwijzingen of 'duister' taalgebruik.
Er zijn me geen eigenaardigheden opgevallen in het taalgebruik.
Voorlopig eindoordeel
Mijn voorlopig eindoordeel is dat ik De Val een vrij spannend boek vind met een redelijk verrassende ontknoping. Het is niet een van de beste boeken die ik heb gelezen, en ik zal het ook snel vergeten, maar toch vond ik het leuk om te lezen.
VERDIEPING
In De Val lopen twee verhaallijnen door elkaar. De ene verhaallijn is van Frieda Borgstein en de andere van Baltus en Verstrijen. De verhaallijnen komen steeds dichter bij elkaar te liggen (ruimtelijk). Aan het begin zijn ze vrij ver van elkaar verwijderd en aan het eind zijn ze één geworden. Dit heeft als functie spanning op te bouwen.
Het boek heeft een objectieve vertelsituatie, maar de gedachten zijn meestal subjectief, in een personaal perspectief weergegeven.
De vertelsituatie is in de objectieve vorm betrouwbaar, maar in het personale perspectief soms niet, zoals Frieda, die de kokkin van het tehuis altijd ziet als iemand die altijd haast heeft. De functie van deze vertelsituatie is dat je de gedachten van Frieda kunt 'lezen' maar toch een objectief beeld van de werkelijkheid hebt.
Het perspectief heeft als invloed op de lezer dat hij een duidelijk beeld van de realiteit in het verhaal heeft.
Ik heb op internet gezocht naar secundaire literatuur over de Val, maar ik kon geen echt professionele recensies vinden. Daarom heb ik recensies van andere scholieren bekeken. De meesten van hen hebben erg weinig over perspectief en structuur geschreven, maar uit één ervan heb ik dit stuk:
Het boek is geschreven in een auctorieel vertelperspectief. De schrijver weet wat er gaat gebeuren en kent ieders gedachten. Maar toch schemert ook het personale perspectief door. Het deel over de oorlog zie je als het ware door de ogen van Frieda, later ook door de ogen van Hein. Marga Minco kan zich ook heel goed inleven in de situatie, waarschijnlijk doordat ze zelf de oorlog heeft meegemaakt.
Ik heb het gevonden via scholieren.com/uittreksels. De schrijver van de recensie is anoniem. Dat is het enige gegeven wat ik over hem of haar heb.
Over het perspectief ben ik het met de schrijver van deze recensie gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet eens. De verteller kent ieders gedachten. Ook vind ik dat het personale perspectief doorschemert. Toch ben ik het niet eens met dat dat alleen in de oorlog gebeurt. Ook bijvoorbeeld het moment voordat Frieda in de put valt zie je als het ware door haar ogen. Naast dat ben ik het ook niet eens met dat de verteller auctorieel is. Er is nergens te merken wat er in de toekomst gaat gebeuren en over het verleden weet hij niets, voordat Frieda hierover denkt.
Ik heb aardig wat aan de secundaire literatuur over het perspectief gehad, omdat ik zo mijn eigen bevindingen kon vergelijken met die van anderen.
Amsterdam 1983, ik heb de uitgave van 'de grote lijsters' van 1998 gelezen. Motivatie Mijn motivatie om De Val te lezen is vrij ongewoon. Omdat ik in tijdnood zat was ik op zoek naar een niet te dik boek. De Val was niet dik en de omslagtekst maakte me nieuwsgierig naar de inhoud. Ik wist dat het in het pakket van 'de grote lijsters' zat, maar de inhoud was mij niet bekend. Korte weergave van de inhoud De Val begint bij twee gemeentewerkers, Baltus en Verstrijen, die op een koude winterdag hun werk gaan doen in een grote Nederlandse stad. Ze gaan eerst naar 'de Salamander', een café waar ze 's ochtends altijd vóór hun werk langsgaan. De serveerster, een jonge vrouw, heeft een oogje op één van de twee mannen. Dan gaat het verhaal over naar hoofdpersoon Frieda Borgstein, een oude vrouw van bijna 85, die in een bejaardentehuis woont. Al snel blijkt dat ze haar men en kinderen in de oorlog is kwijtgeraakt. Dit kwam doordat haar gezin in de oorlog door een jongen van het verzet, Hein, naar Zwitserland vervoerd zou worden. Bij het wachten moest Frieda boven nog een vest voor haar dochter halen en toen ze weer naar beneden kwam was haar gezin zonder haar vertrokken. Ze heeft hen nooit meer gezien. Dit raadsel heeft haar haar hele verdere leven geteisterd. Het perspectief blijft verwisselen tussen de twee gemeentewerkers die putten openmaken en ze leegzuigen en Frieda Borgstein, die een feestje wil geven in het bejaardentehuis en hiervoor van alles regelt. Het wordt langzaam maar zeker duidelijk dat de personen iets met elkaar te maken hebben, vooral als de gemeentewerkers in een straat bij een tehuis gaan staan. Frieda moet de straat op, in de stromende regen, harde wind en harde kou, om gebak te kopen en langs de bank te gaan. Iedereen raadt het haar af, maar ze gaat toch. Baltus en Verstrijen zijn intussen bijna klaar in de straat en hebben de hekken om de put weggehaald. Baltus gaat even pissen en Verstrijen blijft bij de put, terwijl de zuiger zijn werk doet. Omdat Baltus erg lang wegblijft, gaat Verstrijen hem halen. De put is onbewaakt en Frieda valt in het kokende grondwater (door de verwarmingsleidingen). Verstrijen probeert haar er nog uit te trekken, maar ze sterft en Verstrijen loopt ernstige brandwonden op. Frieda had een vriend in het tehuis, de klusjesman Abels, die vroeger een vriendje van Frieda's dochter was. Hij staat bij de put als Frieda wordt opgehaald door een ziekenwagen. Bij de put staat ook iemand die hij vaag herkent. Het blijkt Hein te zijn, de jongen die Frieda's gezin meenam. Abels begint een gesprek met de man in een café, waaruit blijkt dat hij op de dag in de tweede wereldoorlog gevolgd was door de Duitsers. Toen hij bij het huis aankwam namen de Duitsers hen allemaal mee, behalve Frieda die boven was en er niets van gemerkt had. Ze werden naar een kamp gebracht en gescheiden, Hein wist niet wat er verder met het gezin gebeurd was. Dit is het antwoord op de vraag die haar hele leven door Frieda's hoofd speelde, maar tot haar dood onbeantwoord bleef.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden