De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje door Nescio

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
Boekcover De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1798 woorden
  • 16 maart 2011
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
6 keer beoordeeld

Boekcover De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje
Shadow
De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje door  Nescio
Shadow
Nescio
De uitvreter, De Titaantjes, Dichtertje


Titelverklaring
Japi heeft de eigenschap mee te leven op andermans succes, zoals bijvoorbeeld: hij leent dingen zonder het terug te geven, hij rookt je sigaren op en hij draagt je kleren. Daarom wordt hij de uitvreter genoemd.

De Titaantjes gaat over een groepje mannen die tegen de toenmalige maatschappij ingaan. De groep mannen zijn de titaantjes, ‘vechtend’ tegen de maatschappij.

Dichterje, gaat over een man die wil dichten. Vandaar: Dichtertje.



Auteur

Nescio betekent: ik weet het niet. Het is het synoniem van J.H.F. Grönloh. De schrijver leefde van 1882 tot 1961, vrijwel heel zijn leven in Amsterdam gewoond. Na een aantal kantoorbanen in kleine provincieplaatsjes kwam hij in 1904 in dienst van de Holland-Bombay Trading Company in Amsterdam, waar hij carrière maakte en het tot procuratiehouder en ten slotte tot mede-directeur bracht. Hij trouwde en kreeg vier dochters. het zakenbestaan in de crisisjaren viel hem niet gemakkelijk. Om gezondheidsredenen trad hij in 1937 af, maar hij bleef als adviseur aan de firma verbonden tot zijn pensioen. Toen hervond hij de vrijheid om te doen en te laten wat hij wou. Net als in zijn jeugd trok hij erop uit naar de landschappen van zijn voorkeur: Waterland, het Gooi, de omgeving van Kortenhoef, het Gein, de Vecht, de Ijssel, Limburg, Zeeland, de Achterhoek. Een beroerte maakte in 1956 een einde aan deze tochten. De schrijver overleed in 1961 op negenenzeventigjarige leeftijd.


Literatuurgeschiedenis

De verhalen zijn eerst uitgebracht in het tijdschrift De Gids. Terwijl hij de verhalen schreef. werkte hij op kantoor. Dat was ook een reden dat hij zijn identiteit geheim wilde houden. Hij was bang dat ze hem niet geschikt zouden vinden voor zijn werk, door wat hij schreef. Men waardeerde zijn schrijfstijl, nuchter en cynisch, pas in de tijd van de nieuwe zakelijkheid.


Personages
Koekebakker behoort ook tot het groepje mannen. Regelmatig staan ze bij hem op de stoep, om te drinken en sigaren te roken. Koekebakker is ook de verteller van het verhaal.

Bavink een harde werker, schilder. Maar vaak ontevreden, en maakte goeie werken niet af. Wil geen papiergeld maar munten waarmee hij kan rammelen.

Japi, eerst zag ik hem als een jong ventje maar toen begon de schrijver over zijn wandelstok. Hij let goed op de wereld om zich heen, hij weet de routine van mensen en denkt dan: “ja hoor hij staat er weer”.

Hoyer, ook en schilder. Later in het verhaal wordt hij een luidruchtige socialist. Lid van S.D.A.P.

Jeanne. Zij speelt geen actieve rol in het verhaal, maar is waarschijnlijk wel de belangrijkste oorzaak van Japi´s ellende.


Dichtertje

Eduard. Hij is dichtertje in dit verhaal. Hij is een kantoorbediende. Hij droomt ervan om een grote dichter te worden en te trouwen met een dichteres. Hij trouwt met Coba en met haar krijgt hij een dochter, Bobi. Ondertussen verlangt hij naar jonge vrouwen, maar hij blijft Coba trouw. Het gaat steeds beter met dichtertje, hij maakt promotie. Tot op een moment hij wel vreemd gaat met Dora, de zus van Coba. Hij heeft toe gegeven aan zijn verlangens en dat loopt slecht af. Hij wordt krankzinnig, hij denkt dat hij God is. Op het moment dat zijn grootste wens uitkomt, zijn boek wordt uitgegeven en is een groot succes, sterft dichtertje.


Coba. Zij is de vrouw van dichtertje. Zij heeft ook verlangens. Ook zij verlangt naar seks met een ander. Coba steunt haar man goed in zijn werk. Zij helpt hem graag. Na een jaar huwelijk krijgt ze een baby, Bobi. Dichtertje en Coba hebben wel een goed huwelijk. Nadat haar man is overleden, woont ze samen met haar dochter en samen met haar zus Dora en haar kindje

Bobi. Zij is de dochter van dichtertje en Coba.

Dora. Zij is de zus van Coba. Ook zij heeft verlangens. Ze houdt van haar zwager en wil graag net zoo goed kunnen schrijven als hem. Als dichtertje haar naar Beek en Dal brengt om bij te komen omdat haar man is overleden, kunnen beide mensen hun verlangens bijna niet onderdrukken. Dit houden ze niet lang vol en nadat ze na een tijdje toch toegeven aan hun verlangens en met elkaar naar bed gaan, gaat het mis. Dichtertje wordt gek. Nadat dichtertje is gestorven gaat Dora met haar kindje bij haar schoonzus wonen.


Inhoud Boek
Het boek is een bundel van 4 verhaaltjes, de uitvreter, dichtertje, titaantjes, mene tekel. Ik zal het laatste niet bespreken.


De Uitvreter
De uitvreter gaat over een groepje mannen dat zich wil afzetten van de maatschappij, het burgerlijke leventje. Hoyer en Bavink zijn schilders. Bavink was naar Zeeland gegaan om te schilderen. Op de terugweg ziet jij Japi weer. Bavink heeft Japi al een paar keer gezien. En nu, op een veerboot, besluit hij op hem af te stappen om een praatje te maken. Japi blijkt net als Bavink uit Amsterdam te komen. Bavink vindt Japi heel interessant door zijn opvattingen over het niets doen. Japi op de vraag of hij schildert : “Nee, Goddank. En ik dicht ook niet en ik ben geen natuurvriend en geen anarchist. Ik ben Goddank heelemaal niks.”

Later komen ze allemaal bijeen bij Koekebakker. Bavink neemt Japi mee, Koekebakker bekijkt hem eerst nog met argusogen, Japi is onbeleefd.Op een avond komt Japi bij Koekebakker want hij heeft ruzie gehad met Bavink, omdat hij zijn kacheltje kapot had gestookt.

Bij een volgende ontmoeting vertelt Japi aan Koekebakker hoe vreselijk het in de handel is. Hij heeft een paar kortstondige baantjes op kantoor gehad, maar overal ging het fout, omdat hij er niet geschikt voor is. De volgende dag vertrekt Japi naar Friesland. Na zes weken is het terug, maar hij laat niets los over zijn verblijf.

De volgende zomer komt Koekebakker te Brussel de nu keurig verzorgde Japi tegen, die zelfs het bier betaalt. In augustus keert Japi terug naar Amsterdam, maar hij is de oude niet meer. Hoyer herrinnert zich dat hij Japi de afgelopen zomer in Veere heeft gezien met ‘een Fransche dame’. In het voorjaar moet Japi gaan werken; zijn baas zendt hem naar Afrika, maar binnen twee jaar keert Japi doodziek terug. Niemand van de vrienden hoort nog iets van hem, totdat Koekebakker hem in november tegenkomt bij de haven van Wijk bij Duurstede. Japi vertelt over Jeanne, de Française; ze waren samen naar Marchienne aux Ponts en Charleroi geweest, maar zij was na een paar dagen vertrokken. Japi was gebleven en had daar zoveel ellende en armoede gezien, dat hij socialist wilde worden. jeanne had inmiddels een andere vriend en leed aan een ongeneeslijke kwaal. japi had geen plannen mee, je kon toch niets bereiken en nu staarde hij naar het water. Het volgende voorjaar vertrekt hij naar Nijmegen, hij wacht tot Jeanne gestorven is en stapt dan op een zomermorgen van de Waalbrug.



Titaantjes

Weer voert de ikverteller van Titaantjes ons binnen in de vriendenkring, waarvan naast de al bekende Bavink, Koekebakker en Hoyer ook Bekker en Kees Ploeger deel uitmaken. Ze komen bij elkaar op de zolder van Kees en spuien hun kritiek op alles en iedereen. Ondanks hun verheven idealen doen ze niet veel anders dan lange wandelingen maken, turen naar de ondergaande zon en ‘bomen’ over die idealen. Ze kijken neer op de ‘gewichtige heren’, overwegen even om ‘socialen’ te worden, maar na een vruchteloos bezoek aan de kolonie van Van Eeden laten ze dat plan varen. na een sollicitatiegesprek staat Koekebakker achter op de tram en raakt hij gefascineerd door de zon. Jaren later terug in Nederland staat Koekebakkker in Rhenen op de brug en beseft hij dat hij en zijn vrienden hun idealen niet gerealiseerd hebben. Zijn bezoek aan de oude vrienden in Amsterdam verloopt teleurstellend: de jongens zijn inmiddels nette burgerlieden, behalve Bavink, die in een inrichting voor zenuwpatiënten is opgenomen. En Koekebakker zelf? Die is een wijs en bedaard man geworden.


Dichtertje

De God van Nederland kijkt zorgelijk neer op Amsterdam omdat er niets meer klopt: dichters zien er niet meer uit als dichters en de meisjes hebben ogen die kijken of ze iets heel bijzonders weten. Eduard, het dichtertje, gaat gebukt onder die wetende ogen. Voor het station knoopt het dichtertje een gesprek aan met de duivel, die hem het een en ander vertelt over God die juist voorbijwandelt.

Dichtertje is al zes jaar fatsoenlijk getrouwd met Coba maar hij heeft één wens: een groot dichter te zijn. Op een zondagavond in de tram fantaseert hij over een vrouw die hij ziet instappen, maar hij ziet haar nooit meer terug. Coba koketteert met de duivel op een terras waar ze met Bobi, hun dochtertje, taartjes eet. Dora, Coba’s zusje, groeit op en wordt verliefd op haar zwager. Dichtertje maakt carrière op kantoor, maar zoals het een romantische dichter betaamt, blijft hem iets ontbreken en verlangt hij naar méér. Hij brengt Dora naar Nijmegen voor een logeerpartij. Tijdens de reis wordt hun beiden duidelijk wat zij voor elkaar voelen.

In het voorjaar controleren dichtertje en Dora samen de drukproeven van het boek dat hij geschreven heeft, Coba logeert met Bobi in Den Haag. Hij vertelt Dora dat zijn vriend Penning met haar wilde trouwen, waarop Dora antwoordt: ‘Ik trouw niet.’ Thuisgekomen krijgt Dora spijt dat ze dichtertje niet haar liefde heeft verklaard en ze keert terug. Daarna ‘vieren ze samen peilloos diep door ’t licht’. ’s Avonds treffen twee vrienden hem naakt aan, terwijl hij uitroept dat hij God is. Korte tijd later sterft hij. Dora woont als ongehuwde moeder in bij Coba en Bobi. Zij is van plan hard te werkenen niet langer te denken.



Perspectief
In De Uitvreter en Titaantjes ligt het perspectief bij de Ik-persoon, Koekebakker. In Dichtertje is een alwetende verteller aan het woord. Hij weet al wat er gaat gebeuren.


Tijd
De schrijver leefde van 1882 tot 1961. De verhalen zijn geschreven in 1909 tot 1910. Rond deze tijd speelt het verhaal zich ook af.


Thema

Iedereen maakt uiteindelijk deel uit van de maatschappij, of je nou wil of niet. (Titaantjes, Uitvreter)

Verlangen naar wat je niet kunt hebben (Dichtertje)



Plaats

De uitvreter: speelt zich in het begin af in Zeeland, daarna reist Japi naar Brussel, Amsterdam en gaat hij ook nog naar Friesland en Afrika.
Titaantjes en Dichtertje: spelen zich ook af in Amsterdam.


Mening
Ik vond het zeer interessant om te lezen, ik had nog nooit zo’n soort boek gelezen, uit die periode ook niet. Ik was bang dat ik er heel lang over zou doen en dat het saai zou zijn. Ik moest eerst wel even wennen aan de schrijfstijl, het oude taalgebruik, maar later had ik dat niet eens meer door. De schrijver was lekker ‘straight to the point’, niet er eeuwenlang omheenlullen. Ook wàt hij schreef was bijzonder. Dichtertje was nog best seksueel getint, ik dacht altijd dat schrijvers rond 1900 altijd stijf waren. Helaas kreeg Grönloh dan ook pas de waardering, die hij verdiende, na zijn dood.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje door Nescio"