Opdracht LvdL
Opdracht:
- Kies twee bijfiguren die een grote invloed op het leven van Anna hadden en twee bijfiguren die een grote invloed op het leven van Lotte hadden.
- Bestudeer de Literaire theorie. Noteer van de personages die genoteerd hebt bij 1 de rol die zij spelen in de ontwikkeling van Lotte en Anna tot de vrouwen die zij uiteindelijk, op latere leeftijd, zijn.
- Bedenk waarom Tessa de Loo deze personages die rol laat spelen, welk belang hebben deze personen voor het verhaal?
- Welk personage raakt jou het meest nadat je deze vragen hebt beantwoord? Waarom?
Uitwerking:
- Voor Anna zijn Tante Marthe en Oom Heinrich NSDAP 2 grote invloeden in haar leven geweest. Bij Lotte denk ik juist haar vader in Nederland en David, haar ex-verloofde en haar begeleider bij het zingen. Bij een razzia wordt David opgepakt, want hij is een jood. Zij is nu getrouwd met zijn oudere broer maar haar hart ligt nog altijd bij David.
- Anna: Lotte:
Tante Marthe: Een tegenstander Vader in NL: Een helper
Oom Heinrich: Een tegenstander David: Een helper
- Ondanks dat het een tweeling is, zijn ze van elkaar gescheiden en hebben ze een totaal andere jeugd gehad. Anna groeide op in Duitsland en is fysiek en mentaal zwaar mishandeld op de boerderij door haar oom en tante. Ook deden zij alsof ze achterlijk was en lieten haar zelfs steriliseren. Anna komt uiteindelijk in aanraking met Hitler en zijn ideeën. Anna wordt ook verliefd op een Duitse soldaat, Martin. Hij overlijdt in de oorlog door een aanslag op zijn munitiewagen.
Lotte haar verhaal is het tegenovergestelde, doordat Lotte in Nederland beland vanwege haar tbc. Zij is hier erg veel geholpen door haar opvangfamilie. Zij haat de ideeën van Hitler en zit in het verzet om joden te helpen onderduiken. Zij wordt ook verliefd op een joodse jongen, David. David wordt opgepakt door Duitse soldaten in een razzia en overlijdt ook. Zij heeft hierdoor een erge hekel aan Duitsers en vind het daarom moeilijk om haar zus toe te laten.
Deze personages zorgen juist voor de verschillende invloeden op de jeugd van de tweeling. Hierdoor worden de verhalen zo verschillend dat ze haast het tegenovergestelde van elkaar zijn.
- Het personage dat mij het meeste raakt is David. David heeft in principe niks verkeerd gedaan, hij is vermoord door de Duitsers omdat hij een jood is.
David is de leider van het koor waar Lotte bij zit. De twee ontmoeten elkaar zo en worden verliefd. David en zijn gezin dook ook onder bij Lotte, uit eindelijk wordt hij opgepakt in een razzia en dit is wat ik heel zielig vind. Hij had een hele toekomst kunnen hebben met Lotte. Zij samen waren erg muzikaal en konden het ver gaan schoppen. De Tweede Wereldoorlog heeft zijn leven gekost.
Recensieopdracht
Recensie 1:
Een provocatie van de slachtoffers; De Tweeling ontneemt Nederlanders hun valse zekerheden over het verleden
Tessa de Loo beschrijft in haar roman De Tweeling, die vorig jaar verscheen, onder meer de lotgevallen van een Duitse vrouw tijdens de Tweede Wereldoorlog. De meeste recensies waren erg zuinig. Critici hekelden niet alleen de opbouw en de stijl, maar ook het feit dat De Loo begrip vroeg voor het leed van de Duitsers. Toch werd het boek al snel een bestseller. Tessa de Loo reageert op de kritiek: “Ik laat beide kanten zien. Voor het eerst wordt het leed van het Duitse volk uit de taboesfeer gehaald.”. Het Cultureel Supplement vroeg de Duitse criticus Dirk Schümer van de Frankfurter Allgemeine Zeitung het boek vanuit het Duitse perspectief te bespreken. “Als de beide zusters metaforen zijn voor de Duitse en Nederlandse cultuur, heeft De Loo haar landgenoten flink geprovoceerd.”
Het is geen verrassing als een succesvolle Nederlandse roman over de nazitijd gaat. Met enige overdrijving kun je zelfs beweren dat er nauwelijks Nederlandse schrijvers zijn die zich niet met die tijd hebben beziggehouden. Dat Tessa de Loo's De Tweeling mij als Duitse lezer toch verrast, komt door de ongebruikelijke verschuiving van het morele perspectief. Anna, het Duitse tweelingzusje, heeft geleefd onder het nazisme, heeft geen actief verzet gepleegd, en ze was zelfs getrouwd met een officier van de Waffen-SS - en toch wekt ze geen afschuw op. Integendeel, ze krijgt onze oprechte sympathie.
Hoe is dat mogelijk? Is niet elke onderdaan van Hitler en iedereen die betrokken was bij zijn oorlogs- en moordeconomie, schuldig? De opdeling in goed en kwaad, waarbij op enkele uitzonderingen na alle Duitsers als daders en alle objecten van hun fascistische agressie als slachtoffers zijn te beschouwen, wordt door Tessa de Loo in haar boek op twee manieren doorbroken. Allereerst door de compactheid en de rijkdom aan details in haar beschrijving van het alledaagse leven onder het nationaal-socialisme, en door de karakters van haar twee hoofdfiguren.
Voor de passages waarin het Duitse zusje vertelt over haar jeugd in een dorp in Westfalen, heeft Tessa de Loo zich verbazingwekkend goed gedocumenteerd. Uit de geografische verwijzingen en de naam van de kerk is het dorp waar dat deel zich afspeelt goed te herleiden: Hörste, bij Lippstadt. Toevallig kom ik uit deze streek. De Loo's beschrijvingen van de machtige katholieke kerk en haar aarzelende verzet tegen de concurrerende wereldbeschouwing van het nationaal-socialisme komen verbazend genoeg precies overeen met de verhalen van mijn grootouders en met bewaard gebleven documenten uit die tijd.
Ook uit bronnen, zoals Walter Kempowski's boek Das Echolot, komt een ingewikkelder beeld van het gewone leven onder het nationaal-socialisme naar voren dan de eerste generaties slachtoffers en daders waarschijnlijk konden verdragen. Tegelijkertijd geeft de schrijfster een indruk van de sociale achtergronden wanneer ze de armoede en de hebzucht binnen de gezinnen laat zien. De Duitse Anna wordt door haar pleegouders meedogenloos uitgebuit en misbruikt. Dit soort 'kleine' misdaden worden in de roman uitvergroot, zonder dat de misdaden van die tijd worden gebagatelliseerd. De mensen, zo leert ons het boek, ondergaan geen reeks chronologisch en moreel geordende gebeurtenissen, maar uitsluitend subjectieve lotgevallen. Het lijdt geen twijfel dat Anna's lot harder is dan dat van haar Nederlandse tweelingzuster. Op dit persoonlijk niveau speelt de historische schuld van volkeren - die op een abstract niveau wel degelijk bestaat - geen rol meer.
Als Anna zich na de oorlog in een Haagse tram moet laten uitschelden omdat ze Dankeschön zegt, beschrijft De Loo heel treffend de gevoelsgesteldheid van de naoorlogse Duitse generatie. Zij “voelde voor het eerst wat het voortaan zou betekenen een Duitse te zijn. Schuldig bevonden worden door mensen die niets van je wisten. Niet als individu te worden gezien maar als specimen van een soort.”
Blind noodlot
Dit complexe geheel, waarover achteraf niet zo makkelijk geoordeeld kan worden, heeft Tessa de Loo zo knap weergegeven dat ik bijna niet kan geloven, dat ze geen Duitse familie heeft, uit wier oral history ze heeft kunnen putten. Het boek geeft veel informatie over duister gebleven aspecten van het nationaal-socialisme. Anna is niet uit op vergiffenis (“Ik heb niets misdaan”), maar op begrip. Je zou mogen concluderen dat de Duitsers geen vergiffenis verwachten (hoewel zij veel hebben misdaan), maar een beter begrip voor de omstandigheden en de gevolgen van hun misdaden voor velen van hen.
In de Griekse tragedie wordt het thema van De Loo's boek - twee zusters die aan verschillende kanten van het front terecht komen - als blind noodlot beschreven. Misschien laat veel persoonlijke ellende in de jongste geschiedenis zich op die manier beter begrijpen dan met een opgeheven wijsvinger.
Een aantal kritische opmerkingen wil ik niet achterwege laten. De pathetische stijl bijvoorbeeld, die soms in de buurt komt van het triviale en bij het 'magische realisme' van Zuidamerikaanse snit zoals Isabel Allende dat bedrijft, zal niet iedereen bevallen. Maar Schindler's List heeft laten zien dat een emotionalisering en een toespitsing op een reeks persoonlijke lotgevallen niet per se een verlies aan authenticiteit hoeven te betekenen. Als De Loo een Amsterdamse waarzegger beschrijft, die bij een foto van een concentratiekampgevangene de gruwelen van de Holocaust vermoedt en daarop schreeuwend instort, is dat een acceptabele beschrijving van wat niet te beschrijven is. De Loo's fantasie draait pas een beetje door bij haar schildering van de helse ineenstorting van nazi-Duitsland met al die bloedige soldaten en hongerlijders. Zouden verpleegsters indertijd echt naar bed zijn gegaan met stervende kreupelen? De werkelijkheid was vast en zeker prozaïscher en toch niet minder gruwelijk.
Ook zijn er enkele vakmatige tekortkomingen. De grijsgeworden zusters verbazen zich bij hun weerzien in Spa dat ze elkaars brieven nooit hebben ontvangen. Tweehonderd bladzijden later wordt echter verteld dat ze al bij hun eerste korte ontmoeting in de jaren dertig ontdekten dat de pleegouders hun post onderschepten. Ook valt te betwijfelen of al direct bij het begin van de oorlog in Duitsland levensmiddelenbonnen werden uitgegeven, of dat direct opdracht tot verduistering werd gegeven, zoals De Loo het dramatisch beschrijft. Voorzover ik weet onstond de schaarste-economie heel geleidelijk. Tot 1942 ging het de Duitsers - het is pervers maar waar - economisch niet zo slecht. Verder zijn er nogal wat onnodige slordigheden, die des te meer opvallen omdat alles wat verder met Duitsland te maken heeft zo precies is gedocumenteerd: Bad Neuheim moet zijn Bad Nauheim, en von Zitsewitz is Zitzewitz.
Stalinis
De Loo's grootste troef ligt op het formele vertelniveau. De beide heldinnen worden eerst zo beschreven dat ze passen in een vertrouwde morele indeling. Daarna raken ze daar op bijna diabolische wijze mee in strijd. Lotte ondergaat in Nederland een voorbeeldig lot, door terecht te komen in een familie van verzetsstrijders. In de beschrijving van de ondergedoken joden, de dwangarbeiders op de vlucht en de hongerwinter houdt De Loo zich - voor zover ik het kan beoordelen - in hoge mate aan de gebruikelijke normen zoals men die ook in Duitsland gewend is van bijvoorbeeld Marga Minco, Harry Mulisch en Andreas Burnier.
Ongemerkt wordt dit beeld echter omgekeerd, als men Lotte's karakter bekijkt. Terwijl haar zuster uit alle persoonlijke ellende, haar weduwschap, haar dakloosheid en haar armoede overeind komt en - ook intellectueel - op eigen benen komt te staan, heeft het feit dat zij aan de goed kant staat Lotte niet geholpen. Haar vader ontpopt zich als een halsstarrige stalinist die de levensmiddelenbonnen van haar moeder steelt. Joden, wier bezittingen Lotte's familie tijdens de bezetting heeft verborgen, willen haar na de oorlog voor de rechter dagen. En Lotte's huwelijk met een gevoelige vioolbouwer uit het verzet lijkt volstrekt ongelukkig te zijn verlopen. Ze wordt een anemische, aanmatigende oma, die slechts teert op haar kinderen en kleinkinderen. Terwijl Anna probeert in het reine te komen met haar lot en met zichzelf, heeft Lotte haar Duitse wortels simpelweg verdrongen en kan ze nog slechts in clichés spreken, als een geschiedenisboek op de basisschool: waarom hebben jullie dit toegelaten, jullie moeten toch verantwoording afleggen voor het leed dat je hebt toegebracht?
Misschien is het wel niet het nazi-verleden waardoor Lotte niets meer te maken wil hebben met haar stevige, zelfstandige, levenslustiger zuster. Het lijkt eerder Anna's vitaliteit - al haar lijden ten spijt - die de fijne Lotte afschrikt. Als deze beide karakterbeelden metaforen zijn voor de Duitse en Nederlandse cultuur, heeft De Loo haar landgenoten flink geprovoceerd. De Nederlanders kunnen niet langer berusten in het slachtofferschap uit de bezettingstijd. Ze hebben zelfs niet meer het voorrecht alle Duitsers van de oorlogsgeneratie collectief te veroordelen. Ik durf wel te zeggen dat de Nederlandse Lotte, ondanks haar lot, de onsympathiekste van de 'Tweeling' is. Misschien is dat - naast de esthetische bedenkingen - de reden waarom het boek het bij de literaire critici niet redde. Ik kan me niet herinneren dat er in Duitsland tegen romans met een 'correcte' morele schuldverdeling eenzelfde kritiek op kitsch en overdrevenheid is geuit.
De Tweeling is voor mij een opmerkelijke historische roman, zij het geen grote hedendaagse literatuur. Waarom het dan in Nederland zo goed is verkocht, kan ik alleen maar verklaren met het argument dat er intussen een generatie van lezers is ontstaan die bereid is na te denken over de vooroordelen over de collectieve schuld van de Duitsers aan het nationaal-socialisme. In vraaggesprekken over haar roman heeft De Loo zelf al aangegeven dat het opgeven van de collectieve schuld zou moeten samengaan met kritiek op de modieuze en gemakkelijke Deutschfeindlichkeit in Nederland.
De Tweeling is in elk geval te gecompliceerd en te vol met feiten om te kunnen zeggen dat de misdaden van de nazi's erin gebagatelliseerd worden. Het is met geen woord revisionistisch. Als het boek iets rechtzet, is het niet het verschrikkelijke verleden, maar de valse zekerheden van het heden over dat verleden. Zo kleurt De Tweeling een historisch panorama in dat de Nederlanders, maar ook veel Duitsers tot dusverre gewend waren slechts in zwart-wit te zien.
Reactie Recensie 1:
“Dit complexe geheel, waarover achteraf niet zo makkelijk geoordeeld kan worden, heeft Tessa de Loo zo knap weergegeven dat ik bijna niet kan geloven, dat ze geen Duitse familie heeft, uit wier oral history ze heeft kunnen putten.”
De recensent heeft hier een punt, het is zo’n goed verhaal. Het is inderdaad erg complex, het is zo’n goed boek die wel een gevoelige snaar raakt bij velen. En inderdaad na dat ik dit boek had gelezen had ik moeite met mijn mening erover vormen en een oordeel erover te geven. Dat ze geen Duitse familie heeft lees ik echt net pas, dat maakt het boek dan nog specialer. Het verhaal klopt erg goed, ook geografisch, dat ik het nog knapper vind dat ze dit heeft geschreven.
“Ik durf wel te zeggen dat de Nederlandse Lotte, ondanks haar lot, de onsympathiekste van de ‘Tweeling’ is.”
Anna heeft zo’n verschrikkelijke jeugd gehad, ze is fysiek en mentaal erg zwaar mishandeld en heeft erge dingen gezien. Ze kon niet naar school en ook niemand om mee te praten. Desondanks is zij erg vriendelijk er was ze bereid om zich in de zorgen van Lotte te verplaatsen. Lotte vind ik erg eigenwijs, zij heeft een betere jeugd gehad nadat ze was genezen en weet niet hoe Anna het had. Desondanks heeft ze wel een vooroordeel over haar eigen zusje getrokken omdat ze Duitser is, terwijl zij ook oorspronkelijk Duits is.
“De Tweeling is voor mij een opmerkelijke historische roman”
Ja hier ben ik het mee eens, ik weet niet echt iets bij toe te voegen.
Recensie 2:
TESSA DE LOO, 'DE TWEELING', ROMAN OVER NEDERLANDS-DUITSE OORLOGSVERLEDENS 'Wij hadden het ook niet altijd makkelijk'
Na de dood van de ouders wordt de tweeling van elkaar gescheiden. Het ene meisje, Anna, groeit op bij haar grootvader en een oom in een behoudend Duits boerengezin, het andere, Lotte, bij een ver familielid in Nederland dat de communistische leer is toegedaan. Na vanaf hun zesde gescheiden te zijn geweest ontmoeten ze elkaar toevallig weer, bejaard, in een kuuroord in het Belgische Spa. In opzet lijkt het boek daarmee een beetje op 'Das doppelte Lottchen', het bekende kinderboek van Erich Kastner, en de naam van een van de hoofdpersonen, Lotte, lijkt me in dat opzicht geen toeval. Overigens wordt van de verrassende ontmoeting in Spa niet al te veel geheimzinnige omhaal gemaakt. Al na vijf pagina's is hun tref bezegeld en kan het feitelijke verhaal beginnen.
De structuur van 'De tweeling' is eenvoudig en glashelder. Tijdens hun verblijf in Spa vertelt de tweeling elkaar steeds weer porties van de wederzijdse, achterstallige geschiedenis. In dat opzicht doet het boek denken aan een raamvertelling. De tijd voor en tijdens de oorlog staat daarbij centraal. Beiden vertegenwoordigen uiteraard heel uiteenlopende geschiedenissen. De Duitse Anna wordt dienstbode bij een adellijke familie, die zolang het ze goed uitkomt met de nazi's heult, en trouwt tenslotte met een aardige jongen die zich voor de SS opgeeft en binnen de kortste keren op onnozele wijze sneuvelt. De familie van de Nederlandse Lotte staat onverbiddelijk aan de goede kant, ze hebben er zelfs joodse onderduikers. Maar onwezenlijke helden zijn het nu ook weer niet. In hun levensloop vertegenwoordigen beide vrouwen zo iets van de modale jonge vrouw in oorlogstijd, belicht vanuit zowel Duits als Nederlands perspectief.
Van een vroegere harmonie is in Spa niet erg veel meer over. Lotte blijft eigenlijk gedurende het hele verhaal erg sceptisch over de verhalen van Anna, die haar telkens weer voorkomen als rechtpraten wat krom was. Anna krijgt van de auteur de meeste ruimte om haar verhaal te vertellen. Ze ontpopt zich als een hardwerkende, doortastende, a-politieke vrouw, maar ook het type dat met recht kan zeggen dat ze van niks heeft geweten.
Het is op dit historisch-politieke punt dat de zusters telkens opnieuw botsen. Aan de psychische of karakterologische dimensies van het conflict tussen twee bejaarde dames wordt veel minder aandacht geschonken. Het gaat hier onmiskenbaar om historische rechtvaardigheid.
Aan haar thema heeft Tessa de Loo vooral verhalende dimensies gegeven. De lezer volgt steeds in chronologische volgorde afwisselend de geschiedenis van Lotte en van Anna. Hun levens worden (soms haast filmisch) aanschouwelijk gemaakt en eigenlijk moet je als lezer zelf maar uitmaken wat je ervan vindt. Zo ben ik het met Anna eens dat Lotte veel te sceptisch blijft onder de Duitse verhalen (voor iemand die toch ook niet het allerergste van de oorlog heeft meegemaakt is haar haat jegens de Duitsers erg onvermurwbaar, vind ik). Eigenlijk zijn die Anna-verhalen zelfs dramatischer en overtuigender. Dat lijkt me geen toeval.
Toch komen ze op Lotte steeds weer over als “zo'n generalisatie die de schuldvraag in veilige richting omboog”. In geestelijk opzicht betekenen de baden in Spa dan ook geen loutering voor de zusters: “Tja. . .” peinsde Lotte, “als jullie ons land niet hadden leeggeroofd hadden zich bij ons niet zulke taferelen afgespeeld.”
“Wij hadden ook onze rantsoenering. . .” zei Anna zwakjes. Lotte trok haar wenkbrauwen op. “Jullie waren de voorraadschuur van Europa.”
In haar wiek geschoten liet Anna de kaart zakken. “Na de oorlog namen de Fransen wraak. In de Franse zone hebben ze ons uitgehongerd.” “Ach. . .” zuchtte Lotte. “Altijd die vergoelijking. Altijd dat: maar wij hadden het ook niet makkelijk.”
Op ideologisch of wijsgerig niveau heeft De tweeling niet veel te bieden, het wezenlijke conflict tussen twee keerzijden van een medaille krijgt geen nieuwe dimensies. Het is in feite een stellingenoorlog, waarbij de spreeksters zichzelf ingegraven hebben. Alleen tegen het einde komt een ietwat melodramatische volta.
Tessa de Loo is een geboren vertelster. De diverse onderdelen van de dubbele levensgeschiedenis zijn levendig en plastisch verteld. Een probleem vind ik wel dat de interbellum- en oorlogsverhalen als voldragen epische geschiedenissen zijn opgeschreven, terwijl ze tegelijkertijd als flashbacks binnen de Spaconfrontatie moeten werken. Dat heeft iets onnatuurlijks: de geheugens van zowel Anna als Lotte lijken zodoende bovenpersoonlijke, almachtig registrerende organen. Ik zou geloof ik stokkende en tastende verhalen authentieker hebben gevonden dan deze filmische memoires over angst en wrok, hoe treffend soms ook opgeschreven. Zoals deze passage na het bericht in Het Parool over het bestaan van gaskamers:
“Het bericht werd onmiddellijk gebagatelliseerd, natuurlijk was het niet meer dan een aan de verwrongen fantasie van een overijverige journalist ontsproten sensatieverhaal. Bram Finkel gooide zijn servet op tafel en liep, zijn hoofd tussen zijn schouders, naar de deur. Met de knop in de hand draaide hij zich om en zei met een grijns tegen Koen: 'Misschien willen jullie de volgende tweeduizend jaar nu eens het uitverkoren volk zijn'.”
'De tweeling' is een heel heldere roman met een overzichtelijk thema, je leest het in een adem uit. Maar het is niet een boek met veel diepgang, geen werk dat het probleem historisch of psychologisch nuanceert. Misschien zijn zulke gecontrasteerde persoonlijke geschiedenissen daartoe ook niet bij machte.
Het verder zo doortimmerde en (althans voor een niet-specialist) authentiek aandoende verhaal (vooral van Anna) wordt helaas ontsierd door een paar kleine historische missers, die ik er voor de zekerheid toch maar uit zou halen, alvorens de Duitse vertaling te lanceren. Zo is Wilhelm Kempf geen foute dirigent die in nazi-tijd door bleef spelen, maar een pianist (bedoeld zal wel zijn Furtwangler) en lijkt beeldspraak met het begrip “lobotomie” (voor het eerst voltrokken in 1936) erin me in het jaar 1933 onwaarschijnlijk. Zo zijn er nog een paar peccadilles, maar voor het eindresultaat doen ze weinig terzake.
Reactie recensie 2:
“Tessa de Loo is een geboren vertelster.”
In dit boek vind ik de schrijfstijl van de Loo super, het is naar mijn mening een fijn boek om te lezen dat je snel uitleest. Of zij echt een ‘geboren vertelster’ is weet ik niet, andere boeken heb ik van haar niet gelezen en zou ik dus ook niet kunnen beoordelen.
“ ‘De tweeling’ is een heel heldere roman met een overzichtelijk thema, je leest het in een adem uit.”
Ik ben het hier totaal mee eens. Zoals ik al zei, naar mijn mening is dit een erg fijn boek dat je snel uitleest. Het is helder, niet te moeilijk en ik vind het zelf ook een erg interessant thema. Aangezien ik ook geïnteresseerd ben ik oorlogsverhalen.
“Maar het is niet een boek met veel diepgang, geen werk dat het probleem historisch of psychologisch nuanceert.”
In principe heeft hij hier wel een punt, desondanks stoor ik mij er niet aan. Ik denk ook als het meer diepgang had gehad, meer historisch of psychologisch was geweest, het een moeilijker boek was geweest en geen helder roman meer zoals het nu is.
Bronvermelding
Samenvatting:
https://www.scholieren.com/boekverslag/59501
Recensieopdracht:
Recensie 1: https://www.nrc.nl/nieuws/1994/09/16/een-provocatie-van-de-slachtoffers-de-tweeling-ontneemt-7238841-a877292
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden