Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De tweede man door Doeschka Meijsing

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover De tweede man
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 5573 woorden
  • 19 mei 2009
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
32 keer beoordeeld

Boekcover De tweede man
Shadow

Gelezen versie bevat geen flaptekst. 

Gelezen versie bevat geen flaptekst. 

Gelezen versie bevat geen flaptekst. 

De tweede man door Doeschka Meijsing
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Boekverslag.

De tweede man.
Doeschka Meijsing.
“Maar niemand, niemand kan de weg naar Indie vinden”
Franz Kafka ‘ De nieuwe advocaat’

Eerste druk:
2000

Twaalfde druk:
2004

Uitgever, jaar, plaats:
Querido, 2000, Amsterdam

Aantal pagina’s:
395

Korte Samenvatting
Als zijn broer sterft, wordt Robert Martin in een klap multimiljonair. Zijn nieuwe leven begint veelbelovend. Een verliefdheid in Rome, een vriendschap in Oxford. Maar langzamerhand begint het raadsel van de steen die bij de nalatenschap de overhand te krijgen. Als na verloop van tijd de steen geen steen blijkt te zijn maar een brief bevat, begint de grote speurtocht naar het onderwerp ervan. De brief gaat over niemand minder dan Alexander de Grote.
Hij krijgt ook steeds meer te maken met de oude vrienden van zijn broer. Steeds meer gedachten die hij over zijn broer had, blijken niet te kloppen. Zo komt hij erachter dat zijn broer gewoon een dronkelap was, die niet zonder vrienden kon. En hij blijft nog de hele tijd in de schaduw van zijn al overleden broer staan.


Lange Samenvatting:
Robert is leraar oude talen in Amsterdam. Hij geeft daar 10 uur in de week. Hij leeft voor de rest van de erfenis van zijn moeder. Die had hem achtergelaten bij zijn vader toen hij twee jaar oud was en was zelf naar Amerika verhuisd samen met zijn broer. Hij is tevreden met zijn leven, dat met de regelmaat van de klok verstrijkt.
Dan krijgt hij op een dag een telefoontje dat het niet goed gaat met zijn broer. Dat hij zo snel mogelijk naar Cyprus moet komen. Als hij daar aankomt, is het al te laat. Alexander is al dood.
Alexander blijkt te hebben gewoond in een huis op Cyprus, met nog 6 andere mannen. Daarvan was er een zijn minnaar. Chaim. Dat is de mooiste man de Robert ooit heeft gezien. Hij probeert via de vrienden van zijn broer erachter te komen wat er precies was met Alexander, maar ze zijn alle erg zwijgzaam. Zeker Chaim die Robert de eerste paar dagen niet te zien krijgt.
Als Robert en Chaim naar de notaris moeten voor het testament van Alexander, blijkt dat Robert een paar Miljoen heeft geerfd. Chaim heeft een miljoen en het huis geerfd. Bij zijn erfenis krijgt Robert ook nog een pakketje. Er blijkt een steen in te zitten. Hij wil opzoek naar de oorsprong van de steen, of wat hij dan ook te beteken heeft.
Door die steen komt hij op allerlei verschillende plekken. Hij gaat eerst naar zijn oom toe. Die is oud en leeft in een klooster. Zijn oom stuurt hem door naar Dottore Leonardo Beretta in Rome. Dat was een oude geleerde die was weggestuurd bij de universiteit, maar die niet wilde geloven dat hij gewoonweg te slecht was.
Bij Beretta leerde hij Anna kennen. Hij was op slag verliefd. Beretta stelde voor dat Robert zijn assistent werd, dan konden ze samen naar de oorsprong van de steen zoeken. Ze denken dat de steen hoort bij de gevonden Dode Zeerollen. Dat blijkt niet zo te zijn. Maar het blijkt ook helemaal geen steen te zijn. Het blijkt een koker te zijn, met daarin een brief. Robert gaat die brief vertalen.
Hij en Anna hebben ondertussen een affaire gekregen. Omdat hij zo lang mogelijk bij Anna wil blijven, rekt hij het onderzoek naar de steen zo lang mogelijk. Ze gaan naar musea en ze wandelen in de parken van Rome. Ze lunchen samen in restaurantjes in Rome. Als Robert zijn angst uitspreekt dat mensen en Beretta erachter zullen komen, lacht Anna zijn twijfels weg. Het is heel gewoon dat de vrouw van de professor met zijn assistentes optrekt. Alle twijfels en angsten die Robert eerst had door en over al zijn geld, lijken in Rome helemaal niet belangrijk. Hij koopt een appartement en alles lijkt goed te gaan.
Maar Robert kan natuurlijk niet eeuwig in Rome blijven. Hij kan Beretta ook niet voor altijd aan het lijntje houden. Tegen de zomer krijgt hij de tip van Beretta om naar Oxford te gaan. Daar zit een vriend van hem. Die zou Robert wel kunnen helpen. Met pijn in zijn hart neemt hij afscheid van Anna, die zelf voor de zomer samen met Beretta naar het Zuiden trok.

In Oxford leert hij Isaak Conrad kennen. Hij en Isaak worden goede vrienden. Robert legt al zijn theorieen voor aan Isaak die geduldig luisterde. Doordat de brief over Alexander de Grote ging, die ook homo was, moest Robert de hele tijd aan zijn broer Alexander denken. Die was ook homo geweest. Uit de brief bleek dat de vriend van Alexander de Grote, Hefaistion, altijd in de schaduw van Alexander de Grote had gestaan. Robert heeft ook altijd door zijn ideeen over Alexander in diens schaduw gestaan. Robert kreeg allerlei fantasieen over Hefaistion. Hij dacht zichzelf als Hefaistion.
Na de zomer in Oxford keert Robert weer terug naar Rome. Hij is helemaal gelukkig dat hij Anna weer ziet. Alles gaat goed tussen hen totdat Isaak een keer naar Rome komt. Hij is zo druk bezig met zijn brief, dat hij niet in de gaten heeft dat Isaak en Anna hopeloos verliefd worden op elkaar. Als Isaak Robert op een gegeven moment vertelt dat hij Anna ten huwelijk wilde vragen, stortte Roberts wereld in. Robert besefte dat hij weer op de tweede plaats was gekomen. Hij was weer de tweede man. Hij besloot weg te gaan uit Rome. Hij stapte op het eerste het beste schip weg van Rome. Toevallig ging et schip naar Dakar, Afrika. Aan boord leert hij Luigi kennen. Hij is de scheepskok. Luigi en hij schaken avonden aan elkaar. Luigi zit op het schip omdat zijn vrouw vreemd was gegaan met zijn beste vriend. Zo hebben steun aan elkaar. In Dakar leert hij Sam Smart kennen. Sam Smart is een Amerikaan die weet dat hij mislukt is. Hij zat elke avond in de Totobar. Pipsy was de barman die hen elke avond bijschonk en op Robert na, de enige vriend van Sam was. Sam Smart leerde aan Robert vele dingen over het leven. Als Robert weer eens over zijn grote broer Alexander zat te praten maakte Sam Smart hem duidelijk dat hij niets anders was geweest als een grote dronkelap die zichzelf niet in de hand kon houden.
Ook vertelde Sam hem dat hij niet meer zo veel moest drinken als hij niet net als zichzelf en Alexander wilde eindigen. Robert wist wel dat Sam te veel dronk. Sam vond dat niet erg. Hij wist dat hij in Dakar aan de alcohol zou sterven. Hij wist dat het geen zin voor hem had om nog te proberen wat te maken van zijn al lang verprutste leven. Zo gebeurde het dan ook dat hij stierf aan de alcohol. Robert en Pipsy woonden als enige twee de begrafenis van Sam Smart bij.
Nu Sam gestorven was, kon Robert niet meer in Dakar blijven. Hij besloot om naar Jeruzalem te gaan. Hij woonde daar en werkte aan zijn zogenaamde boek. Deed allerlei research, maar er kwam vrij weinig van zijn boek terecht. Op een gegeven moment kwam hij in Jeruzalem Isaak tegen. Hij koesterde geen wrok tegen hem, zoals hij eigenlijk zou willen. Hij was alleen maar blij dat hij zijn verloren vriend weer had gevonden. Nu kon hij eindelijk zijn theorieen weer aan hem voorleggen. Het erover hebben. Met Anna en hem bleek het toch niet te werken.
Zij had al aan Beretta verteld dat ze wilde scheiden, omdat ze met Isaak wilde trouwen. Toen zij met hem naar Engeland ging om voorgesteld te worden aan zijn ouders, bleek dat ze het daar helemaal niet leuk vond. Te koud, te nat, te Engels. Daarbij kwam dat de ouders van Isaak het helemaal niks vonden dat hun joodse zoon met een niet joods meisje wilde trouwen. Zo kwamen er steeds meer bezwaren, totdat het uiteindelijk helemaal niet meer doorging. Het leek niet zo goed te gaan met Isaak. Hij zei weinig en werd steeds dunner. Robert bedacht dat hij weer zou terug keren naar het huis van zijn broer. Chronos Chrysios.
Toen hij daar kwam, zag hij hoe vervallen het huis eigenlijk was. De vrienden waren blij om Robert weer te zien. Hij besloot zijn intrek te nemen in het huis. Hij liet het verbouwen. Niemand mocht zich er mee bemoeien, behalve Chaim. Hij liet een kamer voor hem maken, voor Chaim en de kamers van de rest werden verbouwd. Er kwam een directe waterleiding en een telefoonkabel. De vrienden probeerde ondertussen Robert duidelijk te maken dat hij minder moest gaan drinken, anders zou hij net zo eindigen als zijn broer.
De laatste keer dat hij Isaak ziet, is als die naar Chronos Chrysios komt. Robert is weer helemaal blij. Weer vraagt hij of Isaak hem wil helpen met zijn boek. Ondertussen is hij er al drie jaar mee bezig. Isaak vraagt hoever hij eigenlijk is met zijn boek over Hefaistion, de tweede man achter Alexander de Grote. Het blijkt dat hij alleen nog maar wat trefwoorden heeft. Isaak rent overstuur weg en laat een pakje bij hem achter. De volgende dagen wil Robert niemand zien. Het is een boek. Over de tweede man, achter Jezus van Nazareth. Het onderwerp is hetzelfde als van zijn boek, alleen de personen zijn anders. Hij is woedend. Dit is de tweede keer dat Isaak hem iets heeft afgenomen. Eerst de vrouw van zijn leven, en nu zijn boek. Het enige wat hij nog over had na de dood van Alexander.
Toch leest hij het boek. Hoe boos hij ook is, hij kan niet ontkennen dat het boek fantastisch is. Het is tot in de puntjes goed. Heel goed geschreven. Alles klopt gewoon. Dat maakt hem nog verdrietiger. Het wijst hem ook op de feiten. Dat zijn leven eigenlijk mislukt is. Dat hij alles te lang heeft laten wachten, dat hij alles voor vanzelfsprekend aan nam als dat niet het geval was.
Als laatste gaat hij nog naar de presentatie van het boek. Als hij daar komt blijkt het gigantisch druk te zijn. Het is dan ook een veel besroken boek. Het zet namelijk heel de christelijke fundering van dat geloof op wankele poten. Hij komt dan ook niet binnen.
Hij besluit maar weg te gaan. Met in zijn achter hoofd dat hij hoe dan ook altijd de tweede man zal blijven.


http://www.scholieren.com/boekverslagen/6805

1. Personages
a. Beschrijf het karakter van de hoofdpersoon/-personen.
- Robert Martin
Hoofdpersoon. Existentialistisch. Hij zit vast in een sleur. Hij vormt Alexander tot een ideaalbeeld. Leraar klassieke talen. Werkt maar 10 uur in de week door de erfenis die zijn ouders hem hebben achter gelaten. Hij zet de mensen om zich heen altijd op een voetstuk, waardoor hij altijd op de tweede plek terecht komt. Hij Is gescheiden. Heeft twee kinderen. Besteed er verder geen aandacht aan, en vindt het ook niet de moeite waard. Zijn vader heeft hij een hekel aan omdat die er nooit voor hem was. Zijn stiefmoeder heeft hij nooit kunnen accepteren. Ze zegt dat zijn moeder geen rol heeft gespeeld in zijn leven, en direct is dat ook zo, want ze zat in Amerika, maar het heeft zijn persoonlijkheid wel beïnvloed. Hij heeft een eenzame jeugd gehad. In Rome wordt hij anders. Daar voelt hij zich vrij en onbezonnen. Hij is een man van obsessies. Obsessies met controle over zijn leven, met Anna, en de steen. Wil Chaim misschien wel helemaal niet kennen. Misschien was hij wel heel jaloers op Chaim, omdat hij wel altijd bij Alexander kon zijn. Hij is 48.

- Alexander Martin
De broer van Robert. Was altijd een reiziger, een avonturier. Verblijft zijn laatste jaren op Cyprus. Twintig jaar ouder dan Robert. Het is niet dat hij dit perse als zijn laatste rustplaats heeft gekozen, maar hij kan niet meer verder door zijn obsessieve drank- en rookgebruik. Hij gaat ook dood aan een lever probleem. Het is een zuiplap. Door de drank wordt hij ook heel vervelend. Hij blijkt niet aan het ideaalbeeld van Robert te voldoen. Robert en Alexander leken niet erg op elkaar. Alexander had dikke krullen die grijs geworden. Hij had een licht gebogen neus. Alexander heeft de kadettenschool gedaan, maar niemand weet of hij deze school ook heeft afgemaakt. Alexander had joods bloed gehad. Hij was een halve nomade, en daarom heeft hij volgens Andrea voor Chaïm gekozen. Robert vind hem vooral uitdagend.

b. Is er sprake van een verandering van het karakter? En zo ja, welke?
Hij begint te veranderen in zijn broer. Hij drinkt veel en krijgt woedeaanvallen.

c. Beschrijf kort enkele minder belangrijke personen.
- Chaïm
De levenspartner van Alexander. In deze relatie is geen sprake van gelijke rollen. Alexander rijdt hem aan, en zo wordt Chaïm afhankelijk van zijn zorg. Chaïm is zo gewent aan deze relatie, dat hij ook zegt dat hij Robert zal behandelen zoals hij dat bij Alexander ook deed. Alleen zullen zij geen seksuele relatie hebben. Chaïm is een zwarte, lange man, en zijn haar is zwart met dichte krulletjes. Hij is bedoeïen. Een nomade. Chaïm loopt vaak in zijn djellaba, en een enkele keer met een witte doek rond zijn hoofd gebonden. Hij heeft eigenlijk bijna altijd iets wits aan. Hij was bijna zwart, maar geen neger. De vorm van zijn schedel neus en mond was eerder het schoonheidsideaal van het blanke ras, van een nefretite of toetanchamon.

- Grygory

De klusjesman van Chronos Chrysios. Hij speelt ook voor rolstoel. Robert denkt eerst dat dit Chaïm is, maar dat blijkt later niet zo te zijn. Hij heeft het dom knappe gezicht van John Travolta in Satuwday Night Fever, alleen dan jaren ouder en enkele tinten donkerder. Het is een boom van een vent.

- John Howard
Heeft alles geregeld met de begrafenisonderneming en de autoriteiten. Robert sprak altijd met hem over Alexanders gezondheid.

- Vader van Robert en Alexander
Wil nooit vertellen over de moeder. Jaagt zijn oudste zoon weg.

- Stiefmoeder van Robert
Was eerst de jonge huishoudster. Zij had hem vanaf zijn geboorte meegemaakt en had hem van alle zorg en aandacht gegeven die een kind zich kan wensen.
- Moeder van Robert en Alexander
Was in 1939 naar Amerika vertrokken en pas na 1945 terug gekeerd. Ze had joods bloed in zich.

- Merlina
De Kokkin op Chronos Chysios

- Andrea Bartano
Een Italiaan. Een kleermaker uit Rome. Hij was uit dat beroep weggevlucht naar Griekenland. Daar heeft hij samen met Alexander de officiersopleiding in Hydra gevolgd. Zijn moeders familie was joods, en dat verklaarde zijn intense belangstelling voor de joodse geschiedenis. Hij bleek een geleerde met een diepe afkeer van het rooms-katholicisme, waar hij ook alles vanaf wist. Door zijn verfijnde manieren leek het ondenkbaar dat hij de hele dag te midden van boeken doorbracht, maar zijn fluwelen hartstocht voor kennis vloeide altijd. Hij vond zichzelf geen zeeman, net zomin als Alexander dat was. Alexander was opeens verdwenen en pas jaren later kwamen ze elkaar weer tegen. Andrea had een tweedehands boekwinkeltje in Rome geopend en was daar tevreden mee. Hij voelde zich ver boven de anderen verheven. Hij vertoonde ook een lichte jaloezie tegenover Chaïm. Robert denkt dat Andrea en Alexander meer dan vrienden waren in Hydra.

- Kaj

De Zweed. Hij was in een vorig leven kapitein bij de koopvaardij geweest, die lange dagen aan boord een passie had opgevat voor whisky en Engelse poëzie. Hij heeft samen met Alexander sigaretten gesmokkeld. En later ook nog gevaarlijker spul.

- Hatchi Boravanou
Een kleine man, zelfs voor Griekse begrippen. Hij was gezet, maar zeer beweeglijk en snel. Op zijn kale hoofd met zwarte wenkbrauwen droeg hij een ontzagwekkend groot model bril, met dikke glazen en brede, zwarte randen. Het gaf hem iets bespottelijks en grimmigs. Of hij je aan het lachen wilde maken om je van gevaarlijker zaken af te houden.

- Oom Jacques
Blinde man. Woont in Straatsburg. Is 84, twee jaar jonger dan Roberts vader geweest zou zijn, en het enige familie lid wat hij nog had. Is niet geschokt dat Alexander dood is. Is in een vorig leven bouwkundig ingenieur geweest. Hij had zijn verloving verbroken en was bij de benedictijnen ingetreden. In het klooster van Egmond-Binnen afgestudeerd op de Arabische en Babylonische getalsystemen en hun verhouding tot de Heilige Schrift. Hij heeft eerst wetenschappelijk onderzoek gedaan en is daar vanaf gehaald om studenten kerkgeschiedenis te onderrichten.

- Van der Ploeg
De man die waarschijnlijk aan Alexander heeft verteld dat zijn oom in Straatsburg heeft gezeten. Hij zat bij de École Biblique van de dominicanen. Hij was betrokken bij de opgravingen van Qumran. Zeer sceptische man. Volgens Beretta onzorgvuldig.

- Leonardo Beretta
Woont in Rome met zijn vrouw Anna. Was tussen de 65 en de 75. Zijn emeritaat van de universiteit van Rome beviel hem slecht. Hij wilde nog meer onderzoeken. Hij was als jongeman schoolgegaan bij de jezuïeten. Dat was een hindernis geweest om een leerstoel bij de universiteit bij Rome te krijgen. Hij heeft nog in Cinecittà. Hij had daar ook John Adagio leren kennen.

- Anna Beretta (Anna Maria Segovia)
Vrouw van Leonardo Beretta. Veel jonger dan hij is. Duidelijk afkomstig uit de koperblonde upper class van Rome. Is wel in voor en Minnaar. Haar vader is senator.

Elegant, hooghartig en ongeduldig. Ze ging uit, gaf dineetjes, onderhield zich met een scala van vriendinnen.

- John Adagio
Een man uit Schotland, die toen juist zijn kandidaatsexamen Grieks had gehaald en zich had ingeschreven voor Oxford. Ze hadden dezelfde interesses: Semitische talen en oudheidkunde. Hij zorgde samen met Jacques voor de eerste rel gezorgd. Ze mochten de rollen niet onderzoeken. Werd gek, en ging boeken schrijven over een Christusfiguur en een verdovende paddestoel. Waarschijnlijk vergiftigd door het Vaticaan.

- Isaak Conrad
Zachtmoedige man van Roberts leeftijd.Hij was een fellow aan het paleontologisch instituut van het Magdalen College en hield zich bezig met de nieuwste ontwikkelingen omtrent het Mattheus-evangelie, waarvan in de Old Library papyrussum lagen. Zijn van was Paleologie en paleografie. Hij stamt af van de Poolse Joden die in de vorige eeuw naar Frankfort waren geëmigreerd. Hij is de tweede zoon, hij is geboren in 1947. Wilde eigenlijk geschiedenis studeren, maar zijn vader was erop tegen, en daarom is hij ermee gestopt. Voor zijn moeder was het een grote opluchting dat hij overging op archeologie. Is geïnteresseerd in de Qumran rollen omdat ze ontdekt zijn in zijn geboorte jaar. Hij wordt hopeloos verliefd op Anna. Heeft krullen.

- Hefaistion Amyntos
De onvoorwaardelijke en enige intimus van Alexander de Grote. Is de tweede man in Alexanders leven. Is lang, en niet erg sterk. Is meer gemaakt voor de boeken.
- Alexander de Grote
Is sterk. Populair bij andere mensen. Wordt gezien als de volgende koning.

- Sam Smart
Hij wil zijn echte naam niet geven, dat doet hem denken aan vroeger, en dat vindt hij niet leuk. Ziet eruit als een opkoper, maar zegt dat hij een componist, liedjeszanger, schrijver en comedian is. Een slecht in liedjes en teksten, dat wel. Zijn pak was van goedkope kwaliteit, gekreukeld, geruit. Zijn overhemd had omkrullende boordpunten en zijn das hing in een slordige knoop. Alleen zijn schoenen waren duur geweest, gekreukelde juchtleren schoenen die een beurt nodig hadden. Alles aan zijn gezicht stond scheef, zijn neus was krom, zijn ene oog was lager gezakt dan zijn andere, zijn mondhoek liep omhoog naar het lagere oog en hij loenste. Hij leek een vrolijk en sympathiek humeur te hebben. Hij heeft geschiedenis gestudeerd, hij is nachtportier geweest en hij heeft twee avonden met een onemanshow op Broadway gestaan. Zijn grote voorbeeld is Tom Lehrer, die wiskunde had gedaan, hij ziet wiskunde boven alles staan. Hij is een zware alcoholist. Hij is naar Dakar gekomen om te sterven. Hij lijkt wat dat betreft wel op Alexander. Die was ook een zware alcoholist en zocht ook zijn rustplaats om te sterven.

2. Relaties
a. Beschrijf de relaties die in het boek voorkomen.
Robert – Alexander

Robert is ondergeschikt aan Alexander. Alexander is in alles beter. Er is wel wederzijdse bewondering.
Robert – Anna
Als Robert naar Rome gaat om verhaal te halen over zijn steen, ontmoet hij via de professor Anna. Het eerste wat Anna met Robert doet is zijn kleding uitzoeken. Dit is wel typerend voor hun relatie. Wat Anna wil, gebeurt ook. Anna neemt meer dan dat ze geeft. Robert word geobsedeerd door haar. Hij vindt haar fascinerend. Het is, voor buitenstaanders, geen gezonde relatie.
Robert – Isaak
Ze zijn vrienden, maar Isaak is toch de betere. Hij is slimmer, leuker en bereikt de doelen die Robert had willen bereiken. Hij schreef onder andere het boek dat Robert had willen schrijven en hij heeft Anna ten huwelijk gevraagd. Robert is jaloers op Isaak. Hij wil wel een hekel aan Isaak hebben, maar hij kan het niet. Uiteindelijk is hun vriendschap niet tegen de jaloezie opgewassen.
Alexander – Chaim
Alexander is afhankelijk van Chaim en vice versa. In het boek word niet duidelijk gezegd dat ze een seksuele relatie hebben gehad. Wel word er meerdere malen een parallel getrokken naar de relatie tussen Alexander de Grote en Hefaistion.

Robert – Sam
Ze zijn een soort van soulmates. Ze hebben beide niet echt een heel duidelijk doel in hun leven. Wat Sam ook doet is Robert met beide benen op de grond zetten. Hij zegt onder andere dat zijn broer Alexander niet zo geweldig is als Robert denkt. Sam word als wijze man neergezet en Robert als redelijk naïef.

b/c. Is er een verandering in de relaties, zo ja, hoe komt dit dan?
De relaties veranderen wel, en dat komt doordat Robert gaat drinken. Mensen behandelen hem daardoor anders, ze gaan hem behandelen als Alexander.

d. Geef je mening over de relaties in het boek.
Ik vind dat de relaties een realistisch beeld van de werkelijkheid geven. Dat maakt het geen goede relaties, maar het is wel wat er werkelijk gebeurt. Mensen maken gebruik van elkaar en dat zie je ook in deze wereld.


3. Perspectief
a. Vanuit welke perspectief verteld de schrijver het verhaal?
Het boek wordt verteld vanuit de hoofdpersoon Robert. Het is dus een ik-perspectief, behalve op de momenten dat er in het boek teruggegaan wordt naar Hefaistion, dan wordt er vanuit de derde persoon gesproken.

b. Als het perspectief wisselt, van wie naar wie wisselt het?
Van Robert naar de derde persoon die over Hefaistion vertelt.

c. Wat is het gevolg van deze wisseling?
Doordat Hefaistion zo op Robert lijkt, is het net of er niet echt gewisseld wordt. Daardoor wordt je helemaal meegezogen in het verhaal. Soms weet je dingen wel eerder dan de hoofdpersoon, maar als de hoofdpersoon ergens achter komt leef je helemaal met hem mee.

4. Tijd
a. Wanneer speelt het verhaal zich af?
Het boek de tweede man heeft twee verhaallijnen. Een is die van Robert, die zich afspeelt in het heden. (Waarschijnlijk ergens rond de jaren '90) Dit kun je zien aan de laatste pagina "Doeschka Meijsing,2 juli 1999". Daarnaast heb je ook de tweede verhaallijn, die van Alexander de Grote en Hefaistion. Die lijn wordt steeds in fragmenten vertelt en speelt zich af in de klassieke oudheid.

b. Is dit van belang?
De verhaallijn van Hefaistion en Alexander is van zodanig belang dat de hoofdpersoon een houvast in zijn leven lijkt te hebben door dit onderzoek te doen. Doordat het zolang geleden is, is er niet veel over bekent, en kan Robert dit onderzoek ook doen. Doordat hij zelf in de jaren ’90 leeft kan hij ook het onderzoek doen omdat hij daar de middelen voor heeft.


c. Wordt het verhaal in chrinologische volgorde vertelt?
Het verhaal is een grote flashback. De openingszin verwijst namelijk naar de eerste ontmoeting tussen Robert en Chaim. Dan vertelt Robert als het ware zijn levensverhaal. Waarin ook weer flashbacks zijn geplaatst tussen zijn verhaal voor de steen en na de steen.

5. Plaats
a/b. Waar speelt het verhaal zich af en van welk belang is deze plaats?
Het verhaal speelt zich in meerdere steden af, en elke stad staat weer voor een ander onderwerp.

De steden
Amsterdam: De ellende van vroeger. De sleur. Zekerheid. Onwetendheid
Cyprus: De rust. Onbereikbaarheid. Nieuwe thuis.
Rome: Het leven, liefde en geluk
Jerusalem: Geloof (Christendom/Jodendom)(Politiek)
San Francisco: Broer + Vrijheid
Dakar: Het rustpunt, het moment van bezinning
Oxford: Kennis/wetenschap

6. Geeft in een zin het thema van het boek weer.

7. Geef de motieven van dit verhaal.
De motieven:
• Drie
• Zeven
• Zee
• Anker
• De Vlucht
• Machtsverhoudingen in relaties
• Drank
• Roken
• Minnaar
• De dood
• Obsessie
• De steen

• Het geloof

8. Titel en Motto
a Verklaar de titel van het verhaal.
De titel verwijst naar alle 'tweede mannen' in het verhaal. Het zegt eigenlijk dat er geen enkel persoon, die in de spotlight staat, zonder een man achter de schermen kan. Alexander de grote en Hefaistion, Alexander en Robert. Daarbij komt nog eens dat Robert vrijwel altijd in de schaduw wordt geplaatst, zijn liefde wordt afgepakt en zijn idee voor een boek.

b. Geeft het motto en verklaar deze.
Het motto is:

Maar niemand, niemand kan de weg naar Indie vinden
Franz Kafka, ‘De nieuwe advocaat’

Verklaring van het motto: Op blz. 163 wordt gezegd dat Alexander (de Grote) nooit tot aan Indië was gekomen als Hefaistion er niet was geweest. De diepere betekenis is dat niemand het allemaal alleen kan. Iedereen heeft een tweede man nodig om te steunen. Zonder deze tweede man zullen de nooit de weg naar Indie vinden.

9. Stromingen.
Wat zijn de stromingen in dit boek?
In dit boek zijn drie stromingen te onderscheiden
• Academisme: In het boek zijn heel veel verwijzingen gedaan naar kunst, cultuur en wetenschappen. Het zijn allemaal verwijzingen die eigenlijk niet essentieel zijn voor het boek. Het is vooral een technische stroming.

• Existentialisme: De keuzes die anderen, en jijzelf maken hebben effect op de loop van jouw leven en dat van anderen. Alexander maakt de keuze dat Robert het geheim van de steen moet oplossen. Hierdoor verander het leven van Robert drastisch.
• Romantiek: Robert, Alexander en Sam ontsnappen aan de werkelijkheid door middel van alcohol.

10. Schrijver.
a/b/c/d. Geeft de geboortedatum, biografische gegevens die van belang zijn voor het boek, stroming van de schrijver en het centrale thema in het werk.
Doeschka Meijsing werd in 1947 in Eindhoven geboren. Ze groeide op in Haarlem, waar ze achttien jaar woonde en naar het gymnasium ging. Lezen was haar grote passie, maar ook begon ze al vroeg met schrijven. In een terugblik zal zij die leeshonger een noodzakelijke voorbereiding noemen op het schrijverschap. Na het gymnasium studeerde ze Nederlands en algemene literatuurwetenschap in Amsterdam, waar ze nog steeds woont.

Van 1971 tot 1976 gaf Meijsing les aan het Ignatius College in Amsterdam, waarna ze drie jaar werkte als wetenschappelijk medewerker aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. In 1978 werd ze literatuurredacteur van achtereenvolgens Vrij Nederland (tot 1987) en Elsevier (1987-1998). Tussentijds (najaar 1987) trad ze op als gastschrijver aan de Rijksuniversiteit Groningen.

In 1969 publiceerde Doeschka Meijsing een verhaal in het literaire tijdschrift Podium. Vijf jaar later debuteerde ze met De hanen en andere verhalen. In 1981 werd Tijger, tijger! (1980) bekroond met de Multatuliprijs. Doeschka Meijsing publiceerde onder meer in Podium en De Revisor. Naast romans publiceerde ze bundels verhalen, gedichten en essays.

Doeschka Meijsing is niet alleen in Nederland een van de bekendste schrijfsters: haar romans De kat achterna, Tijger, tijger! en Utopia zijn overal in Duitsland verkrijgbaar als pocket.

Bibliografie:

• De hanen en andere verhalen (1974)
• Robinson (1976)
• Tijger, tijger! (1980)
• Utopia of De geschiedenis van Thomas (1982)
• De beproeving (1990)
• Beste vriend (1994)
• De weg naar Caviano (1996)
• De tweede man (2000)
• 100% chemie (2002)

Qumran en de Dode Zeerollen:
De Dode Zeerollen omvatten een collectie handschriften van circa 850 documenten, inclusief verschillende handschriften van de Tenach. Deze handschriften zijn ontdekt tussen 1947 en 1956 in een elftal grotten in de buurt van Qumran, een plaats ten noorden van de Dode Zee en ongeveer 12 kilometer ten zuid-westen van Jericho. De handschriften zijn geschreven in de Hebreeuwse, Aramese en Griekse taal. De handschriften dateren uit de periode van 200 voor Christus tot ongeveer 100 na Christus. De handschriften zijn erg belangrijk omdat ze een van de weinige geschreven bronnen zijn over de joodse wereld uit die tijd. Ook laten de handschriften licht vallen op de politieke en religieuze context van die dagen. De handschriften zijn vooral van groot belang voor het onderzoek naar de oorspronkelijke tekst van het Oude Testament. Ook bieden zij een beeld, van het tot dan toe vrijwel onbekende, zogenoemde intertestamentaire tijdvak. Het blijkt dat de beschikbare handschriften uit de 9e eeuw (de Masoretentekst) vrij nauwkeurig aansluiten bij de handschriften die in Qumran zijn gevonden.
De ontdekking van de Dode Zeerollen vond onverwacht plaats. Volgens de overlevering zou Mohammed Ahmed el-Hamed (een bedoeïen bijgenaamd, "de wolf") begin 1947 bij Qumran, een plaats ongeveer 12 kilometer ten zuiden van Jericho, op zoek zijn geweest naar een schaap dat van de kudde verdwaald zou zijn. Daarbij doorzocht hij ook de grotten in de heuvels en wierp een steen in één van de grotten in de hoop dat hij zijn schaap eruit zou jagen. Hij vond het schaap niet, maar wel hoorde hij iets wat leek op het breken van aardewerk. Hij betrad de grot en vond oude potten met daarin de omwikkelde Dode Zeerollen. Deze bracht hij naar een antiquair in Bethlehem genaamd Ibrahim 'Ijha.

Dit is de meest gebruikelijke versie, gebaseerd op interviews van John C. Trever. Er zou ook sprake geweest zijn van een geit en niet slechts één, maar meerdere bedoeïnen.
Via de antiquair kwamen de rollen met handschriften van de Hebreeuwse Bijbel in handen van A.Y. Samuel, aartsbisschop van de Syrisch-orthodoxe kerk, en Eleazar Sukenik, het toenmalige hoofd van de archeologische faculteit van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Vooral door toedoen van Sukenik werd bekend dat er in Qumran belangrijke handschriften waren van de Tenach, het Oude Testament. In 1949 werd het gebied rond Qumran nauwkeurig onderzocht door de Franse dominicaan Roland de Vaux van de Ecole Biblique te Jeruzalem en het hoofd van het Departement van Oudheden in Jordanië, G. Lankaster Harding. Zij ontdekten in de grot nog meer rollen en fragmenten van bijbelhandschriften. In de jaren daarna is het hele gebied nauwkeurig doorzocht.
Qumran I
Het duurde tot in 1949, bijna twee jaar na de ontdekking, dat de eerst ontdekte grot werd gelokaliseerd. In februari van dat jaar ving men aan met onderzoekingen in de grot, geleid door G. L. Harding, Roland de Vaux, en Ibrahim El-Assouli van het Palestine Archaeological Museum (het latere Rockefellermuseum). Men verzamelde niet minder dan 600 fragmenten, alsmede houten fragmenten, textiel en potscherven.
Qumran II
In 1952, drie jaar later, ontdekten bedoeïnen niet ver daar vandaan een tweede grot. De grot was minder monumentaal, maar niettemin werden vele fragmenten ontdekt en verkocht aan het Palestijns Archeologisch Museum en de Ecole Biblique in Jerusalem.

Qumran III
Op 14 maart 1952 werd een derde grot ontdekt, waarin zich de zogenaamde koperen rol bevond.
Er werden in totaal elf grotten ontdekt die alle belangrijke handschriften bevatten van de bijbel. De handschriften zijn tot stand gekomen tussen 160 voor Chr. tot 230 na Chr. Vooral in de eerst ontdekte grot (Qumran I) en de vierde grot (Qumran IV) zijn belangrijke handschriften ontdekt. In de eerste grot vond men zelfs een complete rol met het handschrift van Jesaja die ontstaan is in de eerste eeuw voor Christus. Het oudste op dat moment beschikbare handschrift stamde uit de 9e eeuw na Christus.
Betekenis

De Dode Zeerollen zijn vooral van betekenis omdat ze de betrouwbaarheid hebben aangetoond van latere handschriften van de Tenach. Tot voor deze vondst dateerden de oudste bekende handschriften uit de 9de eeuw. Deze blijken nu woordelijk overeen te stemmen met die van de bijna duizend jaar oudere Dode Zeerollen. Omdat de teksten van de Dode Zeerollen pas decennia na de vondst werden gepubliceerd, ontstonden er aanvankelijk allerlei theorieën, bijvoorbeeld over vermeende doofpotsamenzweringen van de Rooms-Katholieke Kerk. De teruggevonden teksten zouden het traditionele christendom ondermijnen en daarom zou Rome de publicatie willen verhinderen. Helderzienden, occultisten en TV-makers stortten zich op dit sensationele onderwerp in een vloed van boeken en programma's. Na de uiteindelijke publicatie van de teksten bleef daarvan niets over. Anders dan de geschriften die gevonden werden bij Nag Hammadi, bieden de Dode Zeerollen betrekkelijk weinig nieuws. De belangstelling ervoor beperkt zich nu voornamelijk tot academische kringen. De geringe nieuwswaarde van de rollen kan men zoeken in het taalgebruik, in andere culturele kenmerken van toentertijd, maar vooral in de grote nauwkeurigheid bij het overschrijven van teksten door de generaties heen, als een bevestiging van de tekstgetrouwheid die kenmerkend is voor de omgang met oude teksten in de joodse traditie.
Bestudering van de Dode Zeerollen in Nederland
In Nederland richtte A.S. van der Woude het Qumran Instituut aan de Rijksuniversiteit Groningen op. Dit instituut heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de studie van de Dode Zeerollen.
In 1961/62 verwierf de KNAW de exclusieve publicatierechten van het grootste deel van de in 1956 door Bedoeïenen gevonden rollen en fragmenten uit grot 11 van Qumrân. De KNAW droeg de reconstructie en vertaling op aan J.P.M. van der Ploeg O.P. en A.S. van der Woude.
Na het emeritaat van Van der Woude werd F. García Martínez directeur van het Qumran Instituut.
Charon (Grieks: Xάρων) is een figuur uit de Griekse mythologie.
De Oude Grieken geloofden dat overledenen als schimmen in het onderaardse dodenrijk de Hades voortleefden. Hermes (als patroon van de reizigers) begeleidde de doden tot de mythische rivier de Styx (ook wel Acheron), waar ze met een veerboot naar het aan de overkant liggende dodenrijk werden gebracht.
Charon was de veerman. Hij werd voorgesteld als een oude man, lijdend onder de taak die hij tot in de eeuwigheid vervult. Vanwege het geloof dat de overtocht over de Styx niet kosteloos was, werd bij overleden Grieken een obool in de mond gelegd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De tweede man door Doeschka Meijsing"