Titel: De tweede man
Druk: Eerste
Uitgever, jaar, plaats: Querido, 2000, Amsterdam
Jaar van eerste druk: 2000
Aantal pagina’s: 395
Motto: Maar niemand, niemand kan de weg naar Indië vinden. - Franz Kafka, ‘De nieuwe advocaat’. Opdracht: Voor X. Indeling: De tweede man is ingedeeld in drie delen. Elk deel bestaat uit zes tot elf hoofdstukken met titels. Enkele voorbeelden van deze titels: ‘Tinnen soldaatjes’, ‘Inquietum est’ of ‘De erfenis’. Samenvatting Robert Martin is leraar klassieke talen op een school in zijn woonplaats Amsterdam. Hij is gescheiden en geeft maar tien uur per week les; voor de rest leeft hij van de erfenis van zijn moeder. Robert is tevreden met zijn regelmatige leventje. Met zijn familie heeft hij weinig contact: hij heeft zijn broer Alexander, die twintig jaar ouder is dan hem, al jaren niet meer gezien en heeft alleen contact met hem per post. Toch kijkt Robert op tegen Alexander en blijft hij hopen dat Alexander hem eens op zal zoeken. Dan krijgt hij op een dag een telefoontje dat Alexander ernstig ziek is en op sterven ligt. Robert neemt zo snel mogelijk het vliegtuig naar Chronos Chrysios op Cyprus, waar Alexander woont, maar als hij daar aankomt is het al te laat: Alexander is dood. Alexander blijkt te hebben gewoond samen met zes andere mannen en een huishoudster. Eén van de mannen is Alexanders minnaar, Chaïm, de mooiste man die Robert ooit heeft gezien. Via de huisgenoten van Alexander probeert Robert meer te weten te komen over Alexander, maar ze zijn erg zwijgzaam. Met name Chaïm trekt zich terug met zijn verdriet. Chaïm en Robert gaan naar de notaris. Chaïm heeft het huis en één miljoen geërfd, Robert erft vele miljoenen en een pakketje waarin een mysterieuze steen blijkt te zitten, samen met een brief waarin Alexander Robert vraagt om uit te zoeken wat de steen is, nu hij zelf niet meer in staat is dat te doen. Robert heeft eigenlijk geen idee wat hij met al dat geld moet doen en richt zich daarom volledig op de steen. De steen is Israëlisch staatseigendom en dus moet Robert ambtenaren mijden als hij hem niet kwijt wil raken. Daarom begint Robert zijn zoektocht bij zijn oom Jacques die in een klooster leeft. Deze kan hem weinig vertellen, maar verwijst hem door naar dr. Leonardo Beretta in Rome, een oude geleerde die van de universiteit is weggestuurd omdat hij zulk slecht werk levert. Robert vliegt naar Rome. Als hij in een café iets gaat drinken en de steen nog eens bestudeert en de laag puin die aan de steen vastzit voorzichtig weg krabt, ontdekt hij dat de steen eigenlijk een tekstrol is die veel weg heeft van één van de Dode Zeerollen. Enthousiast door zijn bevindingen gaat hij naar dr. Beretta, die hem graag wil helpen. Beretta neemt ruim de tijd om de steen te onderzoeken. Robert wordt ongeduldig. Beretta stuurt hem naar zijn vrouw Anna, waar Robert de volgende dagen veel mee optrekt en zo de tijd doorkomt. Robert wordt verliefd op haar en ze beginnen een affaire, die Robert krampachtig voor Beretta geheim probeert te houden. Robert bloeit op en voelt zich vrolijk, vrij en gelukkig, ook al weet hij dat Anna graag flirt en dat het waarschijnlijk niet van lange duur zal zijn. Beretta stelt voor dat Robert zijn assistent wordt, zodat ze samen naar de oorsprong van de steen kunnen gaan zoeken. Uit Beretta’s onderzoek blijkt dat de rol niet één van de Dode Zeerollen is, maar een koker met daarin een brief in het Grieks, geschreven door een vriend van en de tweede man achter Alexander de Grote, Hefaistion. Robert gaat deze brief vertalen. Omdat hij zo lang mogelijk bij Anna wil blijven, rekt hij het onderzoek zo lang mogelijk. Robert krijgt het steeds benauwder bij Beretta in de buurt vanwege zijn affaire met Anna en is bang dat hij er achter zal komen. Anna lacht zijn twijfels weg en zegt dat Beretta het allang weet, maar het heel normaal is en het zijn eer pas echt zou beschadigen als ze hem van hun affaire zouden vertellen. Het lijkt echt goed te gaan met Roberts leven. Hij koopt een appartement in Rome en brengt veel tijd door met Anna, maar hij kan natuurlijk niet eeuwig in Rome blijven. In juli krijgt hij een tip van Beretta om naar een bevriende geleerde in Oxford te gaan die Robert zou kunnen helpen met het onderzoek. Robert neemt afscheid van Anna, die met Beretta naar het zuiden zal trekken. In Oxford ontmoet Robert de bevriende geleerde, Isaak Conrad, een joodse archeoloog. Ze worden goede vrienden. Robert legt Isaak al zijn theorieën voor, waar Isaak aandachtig naar luistert. Alexander de Grote doet Robert sterk denken aan zijn broer. Beide Alexanders waren homoseksueel, beide hadden iemand die in hun schaduw stond: voor Alexander de Grote was dat Hefaistion, voor Alexander Martin was dat Robert. Robert ziet zichzelf dan ook als Hefaistion en denkt daar veel over na. Deze fantasieën schrijft hij op. Robert wil een boek over Hefaistion gaan schrijven. Na zijn zomer in Oxford gaat Robert terug naar Rome, blij dat hij Anna weer kan zien. Alles is weer als vanouds, tot Isaak naar Rome komt. Isaak en Anna worden verliefd op elkaar, maar Robert heeft niets door omdat hij zo gefocust is op het vertalen van de brief. Op een dag krijgt Isaak plotseling meningitis. Hij wordt afgevoerd naar het ziekenhuis en een verschrikkelijke dag lang weten Robert en Anna niet of Isaak het wel zal halen. Dat is voor Anna het moment dat ze beseft dat Isaak de man is waar ze alles voor zou geven en voor altijd bij wil blijven. Isaak overleeft het. Hij vertelt Robert dat hij van plan is om Anna ten huwelijk te vragen en weet dat ze waarschijnlijk ja zal zeggen. Roberts wereld stort in. Zijn oude leventje in Amsterdam past niet meer bij hem. Daarom vertrekt Robert naar Dakar. Op zee ontmoet hij Luigi, de scheepskok. Luigi heeft zijn vrouw ook verloren nadat die vreemd is gegaan met zijn beste vriend. ’s Avonds schaken Luigi en Robert met elkaar en houden ze lange gesprekken. Ze vinden steun bij elkaar. Robert gaat steeds meer drinken. Als het schip in Dakar aankomt, besluit Luigi dat hij niet langer met zijn verdriet op zee wil ronddwalen en een huis op het vasteland gaat zoeken in Italië, om opnieuw te beginnen. In een café in Dakar leert Robert de Amerikaanse alcoholist Sam Smart kennen. Sam probeert Roberts bewondering voor Alexander een beetje bij te stellen. Hij vindt dat Alexander niets meer was dan een dronkelap die zichzelf niet in bedwang kon houden. Aan zijn eigen drankgebruik doet Sam niets meer. Hij weet dat de alcohol hem langzaam vergiftigt, maar het is al te laat om er mee op te houden. Hij weet dat hij in Dakar zal sterven en heeft daar vrede mee. Zo sterft Sam dan ook uiteindelijk. Robert en de barman Pipsy zijn de enigen die de begrafenis bijwonen. Na Sams dood is er voor Robert geen reden meer om in Dakar te blijven. Hij vertrekt naar Jeruzalem, waar hij aan zijn boek werkt. Hij schiet niet erg op. In Jeruzalem ontmoet Robert Isaak weer. Het blijkt dat de relatie tussen Isaak en Anna op de klippen is gelopen. Anna kon haar draai niet vinden in Engeland en Isaaks ouders wilden niet dat hij met een niet-joods meisje zou trouwen. Het gaat niet zo goed met Isaak. Hij is zwijgzaam, vooral als Robert over de steen begint. Robert keert terug naar Cyprus. Hij ziet hoe vervallen Chronos Chrysios eigenlijk is en besluit het huis op te knappen. Hij betrekt alleen Chaïm bij zijn plannen. Robert begint steeds meer te drinken om zijn problemen te vergeten. Zijn huisgenoten proberen hem daar vanaf te brengen, omdat ze weten dat hij anders net zo zal eindigen als zijn broer. Isaak komt naar Chronos Chrysios. Hij vraagt of Isaak hem wil helpen met zijn boek. Als Isaak ziet dat Robert alleen nog maar een paar trefwoorden opgeschreven heeft, is hij verbijsterd en rent hij overstuur weg, een pakje achterlatend. Chaïm gaat achter Isaak aan en Robert opent het pakje. Het blijkt een boek te zijn geschreven door Isaak, getiteld ‘De tweede man’, precies de titel die Robert in gedachten had. Het boek gaat over de tweede man achter Jezus van Nazareth. Het onderwerp en de verhaallijn zijn precies hetzelfde als die van Robert, alleen de personen verschillen. Robert is woedend, maar kan het boek niet wegleggen. Het is fantastisch en brengt het hele christelijke geloof aan het wankelen. Isaak heeft zijn boek geschreven op een manier waarop Robert dat nooit had kunnen doen. Dat maakt hem nog verdrietiger. Isaak heeft hem alles afgepakt, eerst zijn vrouw en toen zijn boek. Robert heeft alles te lang laten wachten. Weer is hij de tweede man, weer staat hij in iemands schaduw. Robert gaat met Chaïm naar de presentatie van het boek in Jeruzalem, om wraak te nemen op Isaak. Het is ontzettend druk en is inmiddels al een veelbesproken boek. Robert besluit weg te gaan. Hij zal hoe dan ook altijd de tweede man blijven.
Idee: De idee van dit verhaal is: ‘Ieder belangrijk persoon heeft de steun van iemand, een tweede man, nodig om zijn talenten tot ontwikkeling te laten komen en succes te hebben, want het ontbreken van een tweede man leidt tot verlies.’ Schrijver Doeschka Meijsing werd in 1947 in Eindhoven geboren. Ze groeide op in Haarlem, waar ze achttien jaar woonde en naar het gymnasium ging. Lezen was haar grote passie, maar ook begon ze al vroeg met schrijven. In een terugblik zal zij die leeshonger een noodzakelijke voorbereiding noemen op het schrijverschap. Na het gymnasium studeerde ze Nederlands en algemene literatuurwetenschap in Amsterdam, waar ze nog steeds woont. Van 1971 tot 1976 gaf Meijsing les aan het Ignatius College in Amsterdam, waarna ze drie jaar werkte als wetenschappelijk medewerker aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. In 1978 werd ze literatuurredacteur van achtereenvolgens Vrij Nederland (tot 1987) en Elsevier (1987-1998). Tussentijds (najaar 1987) trad ze op als gastschrijver aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1969 publiceerde Doeschka Meijsing een verhaal in het literaire tijdschrift Podium. Vijf jaar later debuteerde ze met De hanen en andere verhalen. In 1981 werd Tijger, tijger! (1980) bekroond met de Multatuliprijs. Doeschka Meijsing publiceerde onder meer in Podium en De Revisor. Naast romans publiceerde ze bundels verhalen, gedichten en essays. Doeschka Meijsing is niet alleen in Nederland een van de bekendste schrijfsters: haar romans De kat achterna, Tijger, tijger! en Utopia zijn overal in Duitsland verkrijgbaar als pocket. Bibliografie: · De hanen en andere verhalen (1974) · Robinson (1976) · Tijger, tijger! (1980) · Utopia of De geschiedenis van Thomas (1982) · De beproeving (1990) · Beste vriend (1994) · De weg naar Caviano (1996) · De tweede man (2000) · 100% chemie (2002)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
de plaats in dit boek is, in tegenstelling tot was is gemeld in het verslag, zeer belangrijk.
Rome = bij Anna --> de geschiedenis; de historie van Rome
Amsterdam = zijn regelmaat
Cyprus = chronos Chrysos = geïsoleerde plek, nieuws bereikt het niet
Dakar = achtergesteld: het verval van Robert
Jeruzalem = vanwege de geschiedenis
Oxford = de universiteit = de kennis en wijsheid
15 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Deze reactie is het bewijs dat het belangrijk is om je spelling en interpunctie te checken.
6 jaar geleden
-.
-.
Paulus is niet de tweede man die achter Jezus staat, maar Jacobus, volgens het boek is dat de broer van Jezus. Jacobus werd later ook in de schaduw gezet door Paulus.
13 jaar geleden
Antwoorden