Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De stille kracht door Louis Couperus

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
Boekcover De stille kracht
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 4879 woorden
  • 14 mei 2007
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
11 keer beoordeeld

Boekcover De stille kracht
Shadow

In Laboewangi op het eiland Java vindt een aantal onverklaarbare gebeurtenissen plaats. De inwoners wijzen die toe aan 'de stille kracht', een Indisch mysterie dat de mensen in zijn greep houdt.
De resident Otto van Oudijck vindt de stille kracht maar onzin. Maar als hij een regent ontslaat omdat die zich op een feest onbeschoft gedragen heeft, vinden e…

In Laboewangi op het eiland Java vindt een aantal onverklaarbare gebeurtenissen plaats. De inwoners wijzen die toe aan 'de stille kracht', een Indisch mysterie dat de mense…

In Laboewangi op het eiland Java vindt een aantal onverklaarbare gebeurtenissen plaats. De inwoners wijzen die toe aan 'de stille kracht', een Indisch mysterie dat de mensen in zijn greep houdt.
De resident Otto van Oudijck vindt de stille kracht maar onzin. Maar als hij een regent ontslaat omdat die zich op een feest onbeschoft gedragen heeft, vinden er plotseling vreemde dingen in zijn huis plaats. Zijn vrouw, die hem met meerdere minnaars bedriegt, wordt in de badkamer op onbegrijpelijke wijze met bloed bespat, een spiegel wordt door een grote steen vernield, glazen breken spontaan in kleine stukjes en er klinkt hamerslag in het huis. Het merendeel van de personages vlucht en Van Oudijck blijft alleen achter. Als hij zich zelf zwakker gaat voelen en ziek wordt, gaat hij steeds meer in de stille kracht geloven.

De stille kracht door Louis Couperus
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: De stille kracht Auteur: Louis Couperus Keuzeverantwoording: Ik heb voor dit boek gekozen omdat het me erg interessant leek. Het gaat over Nederlands-Indië. Ik wilde wel graag meer weten over Nederlands-Indië omdat mijn opa daar vandaan komt. Ik had het boek vorig jaar al gelezen voor Nederlands en nu kan ik het mooi weer gebruiken. Eerste persoonlijke reactie: Ik vond het een erg interessant boek, omdat het over Nederlands-Indië gaat. Daardoor wekte het boek gelijk mijn interesse. Het boek boeide me, omdat de stille kracht iets ongrijpbaars is en mensen daar er ook echt in geloven. In ieder geval in die tijd. Naar mijn mening is het boek erg origineel. De schrijfstijl van Louis Couperus vind ik erg leuk om te lezen. Hij schrijft erg lange zinnen met veel bijvoeglijke naamwoorden. Er worden ook Indische woorden verwerkt in het verhaal. Daardoor was het ook indrukwekkend. Het verhaal zelf was ook erg mooi, want je komt erachter dat de mensen een hechte band hebben met elkaar. Samenvatting: De resident Otto van Oudijck maakt een wandeling naar de zee. Ondanks dat hij getrouwd is en kinderen heeft, voelt hij zich eenzaam. Zijn werk is alles voor hem. Na het diner praten Theo en Doddy (kinderen uit Otto’s eerste huwelijk) met elkaar. Theo blijkt een verhouding te hebben met zijn stiefmoeder en Doddy gaat met Addy. De volgende dag haalt Theo zijn stiefmoeder Leonie en zijn twee broertjes Rene en Ricus op van het station. Leonie is twee maanden van huis geweest. Ze wordt begeleid door haar lijfmeid, Oerip. Otto is blij dat zijn vrouw weer terug is. Leonie wil uitrusten van haar reis. Als ze op het balkon van haar slaapkamer staat, denkt ze aan haar verhouding met Theo. Otto denkt aan zijn promotie. Hij hoopt binnen anderhalf jaar resident-eerste klasse te worden. Het spijt hem dat zijn relatie met regent Soenario zo slecht is. Secretaris Onno Eldersma werkt keihard voor de resident, waardoor hij nauwelijks tijd heeft voor zijn vrouw en kind. Zijn vrouw Eva is hem destijds van Nederland naar Nederlands-Indie gevolgd. Het sprookje van duizend-en-een-nacht veranderde al snel in harde realiteit. Onno maakt lange werkdagen en Eva zoekt troost in haar huis en kind. Leonie draagt veel van haar sociale taken als residentsvrouw over aan Eva. Eva Eldersma is mede hierdoor het middelpunt van het Europese sociale leven. Ze houdt iedere veertien dagen een open huis waar diverse vooraanstaande bestuurders elkaar ontmoeten. Vandaag ontvangt ze o.a. resident Van Oudijck, controleur Van Helderen en de regent van Laboewangi, Raden Adipati Soerio Soenario. Ook hun vrouwen zijn uitgenodigd. Van Oudijck informeert bij de regent naar het gedrag van diens broer, de regent van Ngadjiwa. Hij heeft vernomen dat deze weer veel geld verloren heeft bij het dobbelen. Van Oudijck wijst Soenario op zijn verantwoordelijkheid als oudste broer en hoofd van de familie. De Van Oudijcks en de Soenarios verlaten de woning van de Eldersmas. Eva en Onno blijven achter met de andere gasten. Ze roddelen over Leonie en haar avontuurtjes tijdens haar verblijf in Batavia. Ook de dobbelverslaving van de regent van Ngadjiwa is onderwerp van gesprek. Na het diner houdt de groep een tafeldans, waarbij ze experimenteren met het oproepen van geesten. De tafel tikt met de poten op de grond. De groep telt de tikken mee. De geest noemt degenen met wie Leonie haar avontuurtjes beleeft en heeft ook nog andere boodschappen: “Het volgende jaar ontzettende oorlog tussen Europa en China” en “Gevaar dreigt Laboewangi: opstand binnen twee maanden, Soenario.”. Na afloop ziet een van de gasten een witte hadji in de tuin lopen. Ze zien de berichten alleen maar als vermaak en nemen de waarschuwingen niet serieus. De volgende dag brengt Frans van Helderen een bezoek aan Eva en vertelt hij haar dat hij van haar houdt. Eva maakt hem duidelijk dat zij van haar man en kind houdt. Ze wil slechts vrienden zijn. De familie De Luce, eigenaar van de suikerfabriek te Patjaram, heeft de familie Van Oudijck uitgenodigd voor een feest. Doddy is verliefd op Addy De Luce, de grote verleider, die elke vrouw om zijn vinger windt. Zelfs Leonie raakt betoverd door Addies verschijning en dat maakt Theo jaloers. Hij waarschuwt haar, maar Leonie verlangt zowel naar Theo als naar Addy en geniet van Theo’s jaloezie. 's Avonds wandelt Addy met Doddy en wil haar meenemen naar een hut. Doddy ziet echter een witte hadji lopen en durft niet verder. Plotseling duikt Leonie op. Ze vindt het onverantwoordelijk dat het stel 's avonds laat nog gaat wandelen. Doddy is immers nog een kind! Vervolgens leidt ze Addy naar haar eigen slaapkamer, waarna Oerip buiten een witte hadji ziet. De volgende dag brengen de regent van Ngadjiwa en zijn moeder een bezoek aan de familie De Luce. Leonie zit naast Addy en geniet van Theos jaloerse blikken. Theo spreekt Addy aan op zijn gedrag ten opzichte van Doddy. Hij wil weten of Addy met zijn zus zal trouwen. Addy zegt van niet, omdat Otto van Oudijck dat waarschijnlijk niet goed vindt. Addy vraagt Theo of hij weet dat hij nog een halfbroer heeft en vertelt Theo over si-Oudijck, de onbekende zoon van Otto van Oudijck, die op de kampong woont. Volgens Addy weet Otto zelf niet eens dat hij nog een zoon heeft. De moeder van si-Oudijck is inmiddels overleden. Theo en Addy besluiten hem samen op te zoeken. Volgens si-Oudijck weet Otto wel dat hij nog een zoon heeft. Otto wil zijn zoon echter niet erkennen, omdat hij geboren is uit zijn verhouding met een huishoudster. Het doet Theo goed om dit te horen, omdat hij zijn vader haat en op deze wijze zijn onberispelijkheid

tenietgedaan wordt. Otto van Oudijck voelt zich somber. Hij heeft opnieuw anonieme brieven ontvangen, waarin schande wordt gesproken over het gedrag van Leonie. Hij gelooft de laster over haar niet, maar ditmaal bewaard hij de brieven. Ook de berichten over zijn verstoten zoon in de kampong maken hem droevig. Hij vraagt zich af waarom hem dit eigenlijk allemaal overkomt, maar hij gelooft niet in de mystiek van zichtbare dingen. Otto besluit zijn zoon Theo mee te nemen op tournee. Het idee vrolijkt hem weer een beetje op. In Ngadjiwa vinden de halfjaarlijkse races plaats. De festiviteiten worden steeds druk bezocht. Otto van Oudijck is er met Leonie en Doddy. Ook Addy De Luce is van de partij. Op de laatste avond van het feest, wordt een dansavond georganiseerd. De regent van Ngadjiwa, Vermalen, is weer dronken. Otto van Oudijck is woedend op hem. De regent herkent Otto zelfs niet eens meer. Er ontstaat een scene waarna Otto besluit de regent voor te dragen voor ontslag. De volgende dag keren Otto, Leonie en Doddy terug naar Laboewangi. Als Otto de lasterbrieven weer leest, neemt hij zich voor nooit toe te geven aan die tegenwerkende krachten. Otto geeft de pamfletten met beschuldigende teksten aan Leonie, omdat hij haar niet in het ongewisse wil laten. Leonie vraagt zich af wie al die laster over haar verspreidt. Raden-Ajoe Pangeran (de moeder van de regent van Ngadjiwa) wil met Otto praten. Zij smeekt hem van het ontslag af te zien. Leonie vindt dat de regent een tweede kans verdient, maar Otto laat zich niet ompraten. Er is een zeebeving geweest bij de Nederlands-Indische eilanden. Ten behoeve van de slachtoffers wordt een weldadigheidsfeest gehouden. Deze taak wordt, zoals gewoonlijk, door Leonie overgedragen op Eva Eldersma. Ze organiseert een passer-malam, fancy-fair en enkele tableaux-vivants, waarvan de opbrengst naar de slachtoffers gaat. Intussen komt een geruchtenstroom op gang. Er dreigt opstand uit te breken, als gevolg van het ontslag van de regent van Ngadjiwa. Otto brengt een bezoek aan Raden-Ajoe Pangeran en Soenario, regent van Laboewangi, en vraagt om hun medewerking bij het bekoelen van de onrust. Ze sluiten opnieuw ‘vriendschap’, maar de haat van de inlanders tegenover de westerlingen smeult door. Een bezoek van de regent en zijn vrouw aan de fancy-fair neemt alle angst en twijfel onder het volk weg en iedereen is vol lof over van Van Oudijck. Op de terugweg naar huis ziet Doddy echter weer de witte hadji. Na afloop van de fancy-fair is Eva lusteloos en voelt zich opnieuw ongelukkig in Indie; ze heeft heimwee naar Nederland. Frans van Helderen komt op bezoek en vraagt of zijn kinderen een paar dagen bij Eva mogen blijven, nu zijn vrouw moet genezen van malaria. Eva stemt daarmee in. Het gesprek komt al snel op de tafeldans. De voorspelling van de mogelijke opstand is uitgekomen. Ook de verhouding tussen Addy en Leonie werd voorspeld door de tafel. Eva concludeert dat alles onbegrijpelijk is. Frans eet regelmatig mee bij Eva. Samen maken ze wandelingen langs het strand en hebben gesprekken over spiritualiteit, waarin ze beiden veel troost vinden. De vriendschap met Frans is erg belangrijk voor Eva. Er komen al snel geruchten op gang, maar Frans en Eva trekken zich daar niets van aan. Otto van Oudijck heeft opnieuw een verzoek aan Eva. Hij vraag haar om een voorstelling te organiseren, waarvan de opbrengst naar de weduwe van de stationschef gaat. Haar man heeft zelfmoord gepleegd en laat haar achter met vier kinderen. Met tegenzin stemt Eva toe. Er doen praatjes de ronde over de relatie tussen Eva en Frans en zodra Ida van Helderen dat verneemt, haalt ze haar kinderen bij Eva weg. Eva verbreekt daarop het contact met Frans en wil dat hij zich verzoent met zijn vrouw. Ze trekt zich vervolgens meer en meer terug uit het sociale leven. Oerip waarschuwt Leonie en Theo; ze heeft de zielen van kleine kinderen in de bomen horen huilen. De oorzaak: de passer-malam werd op de verkeerde dag gehouden. Bovendien is er verzuimd een sedeka (=offermaal) te houden ter inwijding van de nieuwe put. Het geluid beangstigt Leonie en Theo en er wordt bovendien een kleine ronde steen bij hen naar binnen gegooid. Leonie vraagt Otto om alsnog een sedeka te houden, maar hij vindt dat onzin. Ook Doddy wordt tijdens een wandeling met Addy bekogeld met stenen. Deze gebeurtenissen maken hen bang. Theo en Leonie blijven elkaar opzoeken, maar Leonie vreest dat de geheimzinnige gebeurtenissen het gevolg zijn van haar verhouding met Theo. Leonie neemt een bad. Als zij zich weer afdroogt, wordt ze plotseling vanuit alle hoeken van de badkamer bespuugd met rode sirih. Ze wil niet dat Otto weet wat er gebeurd is. Na het voorval lijdt Leonie aan zenuwkoorts. In Laboewangi gaat het gerucht rond dat het spookt in het huis van de resident. Na haar herstel logeert Leonie bij kennissen in Soerabaia. Doddy logeert op Patjaram bij de familie De Luce. Theo vertrekt eveneens naar Soerabaia, omdat hij er een baan kan krijgen. Het merendeel van het bedieningspersoneel is gevlucht en Otto blijft alleen in het huis achter. Vreemde gebeurtenissen blijven het residentiehuis teisteren. Een spiegel wordt door een grote steen vernield, Ottos bed wordt bezoedeld, glazen breken spontaan in kleine stukjes, de whisky is bedorven en er klinkt hamergeluid. Otto onderzoekt de zaken rationeel, maar kan niets ontdekken. Hij blijft stug doorwerken en komt elke dag bij de Eldersmas eten. Heel Laboewangi spreekt over de vreemde gebeurtenissen en voelt de angst. Otto vindt het maar allemaal gegoochel en blijft er nuchter onder. Hij regelt soldaten om de zaak te onderzoeken. Ze omsingelen het residentiehuis en verblijven een verschrikkelijke nacht in de badkamer. Om onverklaarbare redenen wordt de volgende dag de badkamer afgebroken. De soldaten durven niet te praten over wat er die nacht gebeurd is. Er gaat een rapport naar de gouverneur-generaal. Otto weigert om met verlof te gaan en neemt tijdelijk zijn intrek bij de Eldersmas. Het residentshuis wordt helemaal schoongemaakt. De vreemde gebeurtenissen eindigen abrupt na een gesprek tussen Otto, Soenario en Raden-Ajoe Pangeran. Otto besluit iedereen uit te nodigen voor een nieuwjaarsbal. Hij voelt zich oppermachtig nu de stille kracht, door zijn toedoen, verdwenen is. De regent weet echter dat de stille kracht toch een raadsel zou blijven voor de westerlingen. De rust keer weer terug in Laboewangi. De angst voor de vreemde gebeurtenissen is verdwenen en de inwoners vieren feest na feest. Leonie, die weer teruggekeerd is bij Otto, blijft bang. Ze denkt nog steeds dat alles te wijten is aan haar verboden verhouding met Theo. Leonies standvastigheid maakt Theo woedend. Hij houdt nog steeds van haar. Bovendien zijn Otto, Doddy en Theo jaloers op haar relatie met Addy. Theos liefde voor Leonie slaat om in haat. Ook Doddy ruziet met Leonie over de kleinste dingen. Addy blijft nog steeds omgaan met Doddy. Daarnaast ontmoet hij Leonie stiekem in het huis van mevrouw Van Does. Otto van Oudijck begint bijgelovig te worden en gaat steeds meer geloven in de stille kracht. Het tast zijn zenuwen aan. Otto ontdekt dat de anonieme brieven geschreven worden door een man die zich zijn zoon noemt. Om de zaak van de buitenechtelijke zoon niet uit te laten komen, schenkt hij si-Oudijck geld. Otto krijgt de kans om resident te worden in Batavia, maar hij wil niet weg uit Laboewangi. Leonie en Addy hebben weer een geheim rendez-vous in het huis van mevrouw Van Does. Leonie beklaagt zich bij Addy over het gedrag van Doddy. Ze vindt dat Doddy het huis uit moet. Na het badkamerincident is Leonie zenuwachtiger geworden en ook jaloerser. Ze wil naar Parijs, maar Addy wil niet met haar mee. Plotseling komt Otto van Oudijck de kamer binnen. Leonie redt zich uit de situatie door te zeggen dat Addy om de hand van Doddy vraagt. Otto stemt met het huwelijk in. Doddy is dolblij met het nieuws. Van Oudijck gelooft Leonie toch niet helemaal en na een gesprek met Theo begint hij iedereen te wantrouwen. Hij scheidt van Leonie, die naar Parijs vertrekt. Ook helpt hij Theo aan een baan om van hem af te zijn, en neemt vervolgens ontslag als resident. Van Helderen is inmiddels ziek naar Europa gegaan en Eva komt hem later achterna. Voor haar vertrek gaat ze eerst nog naar Batavia. Ze gaat op zoek naar Van Oudijck, omdat ze afscheid van hem wil nemen. Otto heeft zijn huis inmiddels verlaten. Hij beseft dat hij is veranderd omdat hij de feiten niet meer begreep; de stille kracht haalde zijn logica omver. Hij logeert dichtbij Garoet, waar hij een teruggetrokken bestaan met een Indische vrouw en haar familie leidt. Otto is blij Eva weer te zien en verontschuldigt zich voor het feit dat hij haar man zo hard heeft laten werken. Ze praten over de stille kracht, die ze allebei niet begrijpen, maar wel ieder op hun eigen manier duidelijk voelen. Als Van Oudijck Eva begeleidt naar het station, bemerken ze allebei de stille kracht als ze een groep hadji’s zien. Alleen merken ze niet de ene grote witte hadji op, die grijnslacht om Van Oudijck, die toch zwakker bleek dan de Stille Kracht. Is het duidelijk over welk onderwerp de tekst gaat? Kun je dat in enkele woorden of een zin onder woorden brengen? Het onderwerp van de tekst is de stille kracht in Indië. Vind je het onderwerp interessant, spreekt het je aan? Ben je deze tekst juist gaan lezen omdat het onderwerp je vooraf aansprak? Zijn je verwachtingen uitgekomen? In welk opzicht (niet)? Ik vind het onderwerp van het boek erg interessant en daarom ben ik het boek gaan lezen. Ik had van te voren de verwachting dat het boek vooral over de inwoners van Indië zou gaan. Ook dacht ik dat het boek over het gewone leven in Indië zou gaan. Is het een onderwerp waar je zelf al eens over nagedacht hebt of ligt het helemaal buiten jou belevings/leefwereld? Heeft het boek je nieuwe kanten van het onderwerp laten zien? Ik heb niet echt over het onderwerp nagedacht, maar het is wel erg interessant. Door het boek heb ik kennis gemaakt met het gewone leven in Indië. Ben je door dit boek anders over het onderwerp gaan denken? Ik ben niet anders over het onderwerp gaan denken, maar ik heb wel meer een idee over hoe het er toen aan toe ging. Verwachte je dat het onderwerp op deze manier uitgewerkt zou worden? Wat vond je verrassend of bijzonder aan deze uitwerking? Ik vond het wel verrassend dat het onderwerp zo is uitgewerkt, maar als je erover nadenkt dan is het eigenlijk wel logisch, omdat het natuurlijk in 1900 is geschreven. Ben je het eens met de mening die uit het boek over het onderwerp blijkt? Uit het boek blijkt dat Couperus vond dat de Nederlanders daar niets te zoeken hadden. Daar ben ik het eigenlijk wel mee eens. Vooral de manier waarop de Indiërs werden behandeld vind ik heel erg.
Vond je het onderwerp goed uitgewerkt of is de uitwerking oppervlakkig? Welke kanten van het onderwerp hadden volgens jou meer aandacht moeten krijgen? Het boek is goed uitgewerkt. Ik zou alleen meer aandacht hebben gegeven aan Leonie en haar vrienden. Heb je wel eens een boek gelezen of film gezien over hetzelfde onderwerp? Wat vind je beter dit boek of het andere boek of film? Ik heb de serie De stille kracht op DVD, maar ik vind het boek leuker omdat je daar je eigen fantasie op kan los laten. Wat is de belangrijkste gebeurtenis in het boek? Waarom? Ik vind de belangrijkste gebeurtenis dat Leonie wordt bespoten met rode sirih, omdat de Nederlanders er vanaf dat moment niet meer onderuit kunnen. De stille kracht bestaat. Ligt de nadruk op de gebeurtenissen of meer op de gedachten en gevoelens van de personen? Geef daar je mening over. In het boek ligt de nadruk op de gebeurtenissen. Ik vind dat wel logisch, toch komt de mening van de Nederlanders wel naar voren in het verhaal. Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien? Ik vind dat het verhaal zeker blijft boeien, omdat de gebeurtenissen telkens weer met de stille kracht te maken. De gebeurtenissen liggen niet voor de hand. Daardoor is het ook weer verrassend.
Vind je de gebeurtenissen logisch uit elkaar voortkomen of vind je het verband tussen de gebeurtenissen moeilijk te verklaren? Ik vind de gebeurtenissen wel logisch, want alles heeft met de stille kracht te maken. Toch weet je niet wat er staat te gebeuren. Vind je de gebeurtenissen (kies uit): spannend / boeiend / herkenbaar / dramatisch / humoristisch / zwaarwichtig / geloofwaardig / verrassend / onaanvaardbaar / waarschijnlijk / schokkend? Leg je keuze duidelijk uit met voorbeelden? Ik vind de gebeurtenissen wel verrassend, bijvoorbeeld dat ze de tafel laten spreken. Dat vind ik wel bijzonder, omdat het allemaal met de stille kracht te maken heeft. Beschrijf een gebeurtenis die het meest indruk op je gemaakt heeft en maak duidelijk waarom. Ik vond de brieven die de resident kreeg erg indrukwekkend, omdat het ook wel iets dreigends had, de stille kracht weet echt alles. Dat vond ik wel spannend. Hebben bepaalde gebeurtenissen je aan het denken gezet? Waarover? De gebeurtenissen hebben mij niet echt aan het denken gezet, ik vond het vooral leuk om te weten hoe de mensen daar leven. In welke sfeer spelen de gebeurtenissen zich af? Welk effect heeft dat op jou? De gebeurtenissen spelen zich af in een heel gemoedelijke sfeer. Daardoor vond ik het juist zo indrukwekkend. Maken de gebeurtenissen een echte indruk op je? Zag je ze voor je? Ja, ik vond de gebeurtenissen wel echt over komen. Vooral omdat de mensen in Indië echt in de stille kracht geloven. Is het verhaal zo verteld dat je zelf veel moet invullen en aanvullen? Vond je dat vervelend? Je hoefde niet zoveel zelf in te vullen, de open plekken die erin zaten werden niet veel later vanzelf ingevuld.
Heb je zelf wel eens een gebeurtenis meegemaakt die lijkt op wat er in de tekst staat? Vind je de gebeurtenis in de tekst daardoor beter te begrijpen of juist niet? Nee, ik heb zelf nooit iets mee gemaakt wat lijkt op de stille kracht. Dat vond ik niet hinderlijk om de tekst te kunnen lezen. Blijven de gebeurtenissen je van het begin tot het eind je boeien of moest je echt worstelen om verder te lezen? Het verhaal bleef me echt boeien, ik wilde graag weten hoe Otto van Oudijck met de gebeurtenissen om zou gaan. Heb je wel eens andere teksten gelezen of films gezien over vergelijkbare gebeurtenissen? Wat vind je beter deze tekst of die andere tekst of film? Ik heb de serie De stille kracht op dvd, maar ik vind het boek leuker omdat je het daar een eigen invulling kunt geven. Is de hoofdpersoon volgens jou een held(in) op wie je zou willen lijken? Waarom (niet)? Ik vind de hoofdpersoon, Otto van Oudijck, wel een held, omdat hij rustig blijft ondanks alle gebeurtenissen op Java. Ik zou alleen niet op hem willen lijken, want hij zit in Indië en heeft toch wel een eenzame positie. Kun je je goed verplaatsen in de personages? Waarom (niet)? Ik kon me goed verplaatsen in de personages, omdat eigenlijk heel veel van ze weet. En ze hebben allemaal te maken met de stille kracht, hierdoor hangt er uiteindelijk toch ook een soort angst.
Zijn de personages zo beschreven dat ze voor je gingen leven? Welke wel en welke niet? Welke personages lijken op echte mensen en welke meer op typetjes? De familie van Oudijck ging voor mij erg leven. De familie van de regent daarentegen juist absoluut niet. Dat vond ik een beetje rare mensen, meer typetjes. Hebben de personages eigenschappen die je bewondert of gewoon vindt of verafschuwd? Ja, Raden Adipati Soerio Soenario vond ik maar raar, hij liep alleen maar te gokken en te drinken. Dat vind ik niet normaal. Wat vind je van de ideeën en het gedrag van de personages? Gedragen ze zich zoals het – volgens jou – hoort? Heeft een van de personages je beïnvloed? Op welke manier? Ik vind het gedrag van de personages normaal onder deze omstandigheden. Ik denk dat ik ook angstig zou zijn. Zijn de beslissingen van de personages begrijpelijk of aanvaardbaar? Welke wel en welke niet? Op welk(e) moment(en) zou jij een andere beslissing hebben genomen? De beslissingen zijn begrijpelijk, ik vind het bijvoorbeeld logisch dat Leonie weg wilde na de gebeurtenis in de badkamer. Ze werd daar bespuugd met rode sirih. Reageren de personages voorspelbaar of juist helemaal niet? Wat vind je daarvan? Ik vind de reacties wel voorspelbaar, maar daar door vind ik het verhaal ook weer echter lijken. Welke personages vind je sympathiek en welke niet? Waarom? Ik vind Otto van Oudijck erg sympathiek over komen. Hij werkt erg hard en heeft veel voor zijn vrouw en kinderen over. Zijn vrouw en kinderen vind ik een stuk minder aardig lijken. Leonie omdat zij hem helemaal uitmelkt en verschillende geheime relaties heeft. Theo, omdat hij een van de aanbidders van Leonie is en Doddy omdat zij helemaal niet doet. Ze loopt eigenlijk alleen achter Addy de Luce aan.
Van welke personages kom je het meest te weten? Kom je genoeg te weten om hun gedrag te begrijpen? Van Otto van Oudijck kom je het meeste te weten. Toch is van iedereen het gedrag wel te begrijpen. Moet je zelf veel invullen over het innerlijk van de personages? Was dat plezierig of vervelend, moeilijk of makkelijk? Je hoeft eigenlijk niet zo veel zelf in te vullen, omdat de personages ook veel roddelen over elkaar. Dat was wel plezierig, maar soms een beetje verwarrend. Vind je de bouw ingewikkeld? Wat vind je lastige stukken? De bouw van het verhaal was niet erg ingewikkeld. Het boek is onderverdeeld in zeven delen en daardoor is het snel duidelijk waarover het stuk gaat. Komt het verhaal langzaam op gang of zit er meteen vaart in? Het verhaal komt langzaam op gang. Je maakt eerst kennis met de personages en je komt te weten wat ze precies doen. Pas daarna komen de mysterieuze gebeurtenissen met de stille kracht. Hangt alles goed met elkaar samen of vind je dat juist niet? Ik vind het verhaal goed samen hangen, alles is terug te beredeneren op de stille kracht. Is het verhaal spannend? Hoe komt dat? Het boek is niet erg spannend, maar er komt wel een soort spanning in voor. De sfeer verandert in het boek, daardoor wordt het spannender. Is het verhaal boeiend? Hoe komt dat? Het verhaal is boeiend, omdat er steeds weer iets anders gebeurt waardoor de Nederlanders angstig worden.
Is er één verhaallijn of zijn er meerdere lijnen die door elkaar lopen? Wat vind je daar van? Het boek bevat één verhaallijn, dat vind ik wel fijn. Het boek lijkt mij anders erg moeilijk te volgen. Vind je de bouw van het verhaal (bijvoorbeeld veel terugblikken) goed bij het onderwerp? Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld. Dat vind ik goed bij het onderwerp passen, als er bijvoorbeeld veel terugblikken in voor zouden komen, zou het boek lastiger te lezen zijn. Wordt er met de tijd gespeeld? Wat vind je van dat spel? Kon je het goed begrijpen of werd het verhaal er (onnodig) ingewikkeld door of juist extra interessant? Er wordt niet met de tijd gespeeld. Zitten er veel terug blikken of herinneringen in de tekst? Wat vind je daarvan? Er zijn niet veel terugblikken in het verhaal, er wordt alleen af en toe verteld over de heimwee naar Nederland. Wat vind je van het eind? Blijft er het nodige onduidelijk? Vind je dat vervelend of juist niet? Ik vind het einde goed bij het verhaal passen. Alles wordt duidelijk afgesloten en de regent heeft weer rust. Zie je de gebeurtenissen door de ogen van 1 of van meerdere personages? Past dat goed bij het verhaal? Is dat in jou ogen geslaagd? Het verhaal wordt gezien door de ogen van één personage. Dat vind ik wel fijn, omdat het boek anders moeilijk te volgen zou zijn.
Vind je de tekst lastig te lezen? Hoe komt dat? Veel moeilijke woorden, lange zinnen, veel beeldspraak of iets anders? Ik vond de tekst niet heel lastig te lezen, het was wel even wennen aan de lange zinnen en de bijvoeglijke naamwoorden. Welke eigenaardigheden in stijl en taal zijn je opgevallen? Het is mij opgevallen dat Louis Couperus lange zinnen schrijft met veel bijvoeglijke naamwoorden. Dat vond ik wel even wennen maar later werd dat juist leuk. Ook werden er Indische woorden gebruikt in het boek. Dat vond ik heel erg leuk, zo gaat het verhaal nog meer leven. Een voorbeeld: “Zij bezaten een tamme badjing (=eekhoorn). Zij maakten jacht op tokkès (=hagedissen), die zij schoten met een soempitan (=blaaspijp), tot grote ergernis der bedienden, omdat de tokkès geluk aanbrengen.”. Hoe vind je de verhouding tussen beschrijving, dialoog en weergave van gedachten / gevoelens? Te veel beschrijving? Te veel dialoog? Te veel gedachten en gevoelens? Of te weinig? Er werd ik het boek wel erg veel beschreven, maar als je dat minder zou maken, is denk ik de kracht van het boek weg. Dat vind ik juist bijzonder aan het boek en aan de schrijfstijl van Louis Couperus. Vind je de manier van vertellen wijdlopig, te uitgesponnen, te hoogdravend of juist niet? Het verhaal is wel erg uitgesponnen, hierdoor is de actie weg uit het boek. Wel maken de bijvoeglijke naamwoorden het heel erg echt. Vind je het taalgebruik passen bij de personages en het onderwerp? Waarom niet? Het taalgebruik past goed bij de personages omdat het boek geschreven is in 1900, het verhaal speelt zich ook af rond die tijd. Het verhaal speelt zich af in Indië en er worden Indische woorden gebruikt. Dat vind ik erg goed bij het verhaal passen en erg leuk om te lezen. Bevat de tekst veel beeldspraak en / of symbolische verwijzingen? Leverde dat problemen op? Hoe heb je dat opgelost? Het boek bevat niet veel beeldspraken of verwijzingen, er worden vooral veel bijvoeglijke naamwoorden gebruikt.
Uitgewerkt eindoordeel Ik vond het een erg leuk boek om te lezen, omdat duidelijk wordt hoe men in Indië leefde rond 1900. De mensen geloofden toen ook echt in de Stille kracht. Je merkt wel dat het al een ouder boek is. Het taalgebruik is anders, maar ik vind het niet moeilijker. Ik vond het ook heel erg leuk dat er Indische woorden werden gebruikt in de tekst. De gebeurtenissen volgen elkaar niet heel erg snel op en het boek is niet als een spannend boek geschreven. Mij bleef het boek in ieder geval wel boeien, omdat er steeds weer een mysterieuze kracht opdook. De stille kracht is voor mij wel onwaarschijnlijk, omdat ik er niet in geloof. Toch vond ik het boek niet ongeloofwaardig. Ik vond het een leuk boek om te lezen, maar het heeft mij niet aan het denken gezet. Ik vond het niet een boek dat heel duidelijk een mening naar voren heeft gebracht. Of een boek wat je aan het denken zet over bepaalde dingen. Toch zou ik anderen wel dit boek aanraden. Vooral als je talen leuk vindt. De Indische woorden ertussen en de lange zinnen met bijvoeglijke naamwoorden zijn erg leuk om te lezen. De eerste zin van het boek vond ik al leuk, omdat het al wat ouder Nederlands is. ‘De volle maan, tragisch dien avond, was reeds vroeg, nog in den laatsten dagschemer opgerezen als een immense, bloedroze bol, vlamde als een zonsondergang laag achter de tamarindeboomen der Lange Laan en steeg, langzaam zich louterende van hare tragische tint, in een vagen hemel op.’

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De stille kracht door Louis Couperus"