Samenvatting Het verhaal speelt zich af in Laboewangi, een plaatsje op het Indonesische eiland Java. De personages komen vooral uit de hogere kringen van dit plaatsje. Meneer Van Oudijck is hier resident, een belangrijke functie. Van Oudijck heeft een goede band met het Javaanse vorstenhuis en zijn vrouw, de aantrekkelijke Léonie, bedriegt hem met vele mannen, zelfs met haar stiefzoon Theo, zonder dat iemand daar ook maar iets op aanmerkt. Addy is een knappe Indonesische jongen die een grote rol speelt in het verhaal, vele vrouwen zijn namelijk verliefd op hem en hij heeft een verhouding met Doddy, de dochter van Van Oudijck, en later ook met Léonie. Het grootste gedeelte van het boek gaat erover hoe de Nederlanders die in Laboewangi wonen zich houden onder wat men daar “de stille kracht” noemt. Voor de westerlingen is dit een bepaalde druk van het oosten, waar iedereen weer anders mee omgaat. Nadat Van Oudijck een regent, van wie de familie voorheen zeer goed met Van Oudijck optrok, ontslaat, omdat hij zich op een feest zeer onbeschoft heeft gedragen, gebeuren er rare dingen rond het huis van Van Oudijck. Zo wordt Léonie in de badkamer met rode spetters besmet, waarna zij het huis verlaat en naar Batavia vertrekt. Ook doet zij hierna zeer afstandelijk tegenover Theo, die haar dan gaat haten. Deze dingen zijn veroorzaakt door de ontslagen regent, die kwaad is om zijn ontslag. Nadat hij deze hiervoor een zware waarschuwing geeft, stoppen de mysterieuze gebeurtenissen. Als Van Oudijck zijn vrouw betrapt met Addy, zegt zij dat Addy om de hand van Doddy vraagt, en Van Oudijck stemt hier , al is het met tegenzin, mee in. Als hij erachter komt dat Léonie hem veelvuldig bedrogen heeft, scheiden zij en vertrekt zij naar Europa. Theo vindt een baan, Doddy trouwt en Van Oudijck blijft achter. Hij heeft geen zin meer om hard te werken en neemt ontslag. Eva Eldersma, de vrouw van een belangrijke medewerker van Van Oudijck, weg wil omdat haar man ziek is geworden, zoekt zij Van Oudijck nog een keer op en ontdekt dat hij nu samenwoont met een Javaanse vrouw en niet terug wil naar Europa. Als hij met haar meerijdt en afscheid neemt, zien zij een groep met onder hen een man in een wit pak, die eerder Doddy en Addy al eens achtervolgde en die Van Oudijck en Eva uitlacht. De stille kracht, die de macht van Van Oudijck brak, is weer terug. Motivatie van de boekkeuze Ik heb dit boek gekozen om te gaan lezen omdat mevrouw Samson erover in de les verteld had en dat mij aansprak en omdat wij het thuis in de kast hadden staan.
Mening Onderwerp Het onderwerp van de tekst is volgens mij dat de Nederlanders die het land Indië besturen de bewoners en het land zelf eigenlijk niet goed kunnen begrijpen door allerlei stille krachten. Dit onderwerp lijkt mij boeiend omdat in de eerste plaats andere landen en hun culturen erg interesseren en ik zelf ook wel een beetje in zulk soort krachten geloof. Ik had niet echt veel verwachtingen over dit onderwerp omdat ik nog nooit een boek over zulke dingen op Indië gelezen heb en niet echt wist welke kant het boek op zou gaan. Het onderwerp ligt niet in mijn belevingswereld want onze maatschappij is absoluut niet op zulk soort denkwijzen ingericht en men krijgt er zo ook heel weinig informatie over. De schrijver werkt het onderwerp goed uit, hij komt er vaak op terug en alhoewel er nooit iets over dit onderwerp zeker zal worden kreeg je er toch een goede visie op. Gebeurtenissen De belangrijkste gebeurtenissen zijn: 1. De affaires van Leonie en Doddy met Addy. 2. Het bezoek van Theo en Addy aan de zoon van van Oudijck in de kampong. 3. Het ontslaan van van Oudijck van de Regent. 4. “ de aanval “ op Leonie in de badkamer. 5. Het weggaan van Theo, Doddy en Leonie uit huis en het alleen achterblijven van van Oudijck. 6. De krachten die op van Oudijck inspelen. 7. Het trouwen van Doddy en het vertrekken van Leonie en Theo. 8. Het ontslag nemen van van Oudijck en vertrekken naar de binnenlanden. 9. Het voor de laatste maal tegenkomen van de witte Hadji. De gedachten zijn belangrijker dan de gebeurtenissen in dit boek. Dat komt doordat het erover gaat hoe de westerlingen op de krachten, de gebeurtenissen, reageren en wat hun reacties, de gevoelens, daarop zijn. De gebeurtenissen vloeien logisch uit elkaar voort. De gebeurtenissen begonnen bij eigenlijk pas laat in het boek te boeien maar toen was het ook gelijk wel echt spannend. Ik denk dat ik het moment dat van Oudijck de kamer binnenstapt en Addy en zijn vrouw ziet liggen en dat Leonie dan zo liegt dat dat toch wel indruk op mij gemaakt heeft namelijk hoe mensen kunnen liegen om wat voor me kaar te krijgen. De geberutenissen die te maken hebben, hebben mij wel aan het denken gezet en dat komt omdat ik dat heel interessant vind. Personages De hoofdpersoon is geen held maar een heel normaal mens met normaal gedachten en gevoelens. Je leert de karaktereigenschappen van de hoofdpersoon goed kennen, er wordt zelfs een aantal keer letterlijk verteld dat hij een nuchtere Fries is. De personages zijn herkenbare levensechte personages. Dat komt doordat zij niet zo denken als ieder normaal mens en geen heldendaden uitvoeren. Ik vind Leonie en Addy absoluut niet sympathiek want zij belazeren de mensen vooral. Eva lijkt mij een heel aardig mens net zoals meneer. Van Oudijck zelf. Ik keur het gedrag van de hoofdpersoon goed. Hij blijft alhoewel er toch vreemde dingen gebeuren zo lang mogelijk in Laboewangi om de provincie zo goed mogelijk te besturen. Ook gaat hij goed met zijn gevoelens om en weet hij wat de druppel is. Ik zou in vele gevallen ook net zoals van Oudijck reageren, ik lijk wel een beetje op hem. Opbouw De opbouw is niet ingewikkeld, het is een verhaal zonder flashbacks en wat ( bijna ) helemaal chronologisch verteld wordt. Door het ontbreken van flashbacks heb je wel meer het gevoel dat je er zelf bij bent en het verhaal wordt er in ieder geval niet moeilijker op. Ik vind het verhaal, zeker op het einde, spannend. De spanning wordt heel goed opgebouwd door de schrijver, aan het begin begint hij maar soms over de stille kracht zodat je weet dat er iets gaat gebeuren maar niet wanneer en dan plots gebeurt er van alles. Je ziet het verhaal door de ogen van meerdere personages, het wordt wel duidelijk verteld zodat je weet door wiens ogen je kijkt en je leert de personages zo veel beter kennen. Je blijft aan het slot met een zeer belangrijke vraag zitten, namelijk hoe slaat de witte hadji die voor de stille krachten staat weer toe? Het boek boeide me vanaf het begin door de sfeer die het uitstraalt maar in hoofdstuk zes en zeven, de laatste twee, werd het pas spannend. Taalgebruik Het taalgebruik is moeilijk, de zinsconstructies zijn heel anders dan degene die wij nu gebruiken en er worden veel Indische worden gebruikt die ik gewoonweg niet begrijp. Dit taalgebruik past wel bij de sfeer dus je ergert je er niet aan ofzo. Je krijgt je informatie doordat de personages met elkaar praten, dus door dialogen. Er zat volgens mij symboliek in het verhaal maar dat waren meestal de Indische woorden en die begreep ik niet dus ik weet het niet zeker.
Verdiepingsopdrachten 1. De relatie met de politieke achtergronden. Dit boek verwijst op politiek gebied naar het gedrag van Nederlanders op hun kolonie Indië. Niet hoe zij de Indiërs onderdrukten want daar wordt niet over gerept in het boek maar eigenlijk hoe zij niks van het land en zijn cultuur begrijpen. 2. De relatie met de sociaal-economische achtergronden. Je ziet in dit boek heel goed de verschillen tussen de hele rijke Nederlanders en de arme Javanen, de oorspronkelijke bewoners. 3. De relatie met de culturele achtergronden. De relatie met de culturele achtergronden is dat de Nederlanders en eigenlijk de meeste kolonisten niets van de bevolking en het land waar zij over heersen begrijpen. 4. De relatie met literaire stromingen en genres. De stille kracht is een naturalistische roman dit kun je zien door de volgende kenmerken: Maatschappijkritische houding, een desillusie aan het einde van het boek, dromen zijn belangrijk evenals wensen, ook zitten er veel wetmatigheden in het boek bijvoorbeeld de altijd hard werkende ambtenaren. 5. De plaats van het gelezen werk in het oeuvre van de auteur. Couperus heeft naast naturalistische romans ook historische romans geschreven maar dit is dus een naturalistische.
6. Bepaal de thematiek van het werk. Het noodlot staat centraal, de stille kracht loop als een rode draad door het boek heen en je weet dat er wat gaat gebeuren.