Gebruikte editie
Eerste druk: september 2006
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 302
Uitgever: Contact, Amsterdam
Gegevens voorkant
Op de kast staat een afbeelding van de bollenvelden. Dat is de streek en de plaats (Hillegom) waar de roman zich afspeelt.
Genre
“De steniging” is een psychologische roman over het verschil in culturen, maar vooral ook over een traumatische jeugd.
Geschikt voor …
“De steniging” zal door de overvloed aan spannende gebeurtenissen goed in de smaak vallen bij scholieren van de middelbare school. Er gebeuren veel dingen uit de dagelijkse actualiteit (de moord op een Marokkaan, de stille tocht erna), en over het verleden van de hoofdfiguur worden veel ook traumatische ervaringen (de scheiding van haar ouders, incest, het ongeluk met haar stiefzusje) verteld. In diverse recensies wordt aangegeven dat er teveel gebeurtenissen in de roman zitten, maar ervaring leert dat scholieren in onze “zapcultuurtijd” dat juist op prijs stellen. Het woordgebruik van Priscilla is ook wel van deze tijd met termen als: “vet, cool, fucking, shit, kut en ……ga zo maar door.” Het stuit mij als oudere boekenlezer wat tegen de borst, maar scholieren zullen zich hieraan niet zo snel ergeren en zullen het afdoen als “eigentijdse literatuur.”
Het verhaal wordt dus vlot verteld, ik denk dat scholieren er niet veel moeite mee hebben om het boek achter elkaar uit te lezen. Dat is mij namelijk ook gelukt. Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik niet de mening deel van een aantal negatieve recensenten. Het is geen topliteratuur die we met dit boek voorgeschoteld krijgen, maar het is in mijn ogen ook geen vervelend boek. Zelf heb ik wel bedenkingen tegen de keuze van de verteller, omdat ik als lezer voel dat een man in de huid van het personage is gekropen. Niettemin wil ik het boek waarderen met 2 punten voor een havo-of vwolijst.
De flaptekst
Als ze ergens geen verstand van had, was het van gevoel. Een iglo, zo stond ze bekend. Maar in een iglo kon je het best warm hebben. Warm genoeg om te overleven.
Pricilla, 22, white trash, werkt in een filiaal van de Free Record Shop. Karim is een ongelovige Marokkaanse neerlandicus uit een welgesteld milieu. Moorkop, noemt Priscilla hem. Ze valt voor hem en laat zich meesleuren, weg van thuis, weg van de vrachtwagengeur die om haar vaders lichaam hangt, weg van het eeuwige bollen pellen, weg van het varken dat haar stiefbroer om de paar maanden uitbeent op een behangtafel met truckzeil. Karim zal alles anders maken.
Wat een onmogelijke liefde lijkt, wordt een verhouding die zo in een feelgoodmovie past. Tot Karim op een nacht wordt gevonden aan de rand van een tulpenveld - gestenigd als een vrouw in een woestijndorp.
Motto en opdracht
Er is geen opdracht. Het motto luidt:
Men wreekt zich altijd in het leven,
Alleen meestal niet op de personen die schuldig zijn. “
Dit motto is afkomstig uit de roman “De Tranen der Acacia’s “van Willem Frederik Hermans.
Het motto geldt natuurlijk voor de hoofdpersoon Priscilla, die zich op haar jeugd wreekt, maar dit eigenlijk doet op het verkeerde personage. (Zie de samenvatting)
Structuur en verhaalopbouw
De roman is opgebouwd uit 20 getitelde en genummerde hoofdstukken. Ze worden niet in een chronologische volgorde verteld. Zo begint het boek met de aankondiging van de moord op de Marokkaanse vriend van de vertelster, Karim, terwijl daarna de eerste ontmoeting tussen de hoofdfiguur Priscilla en Karim wordt verteld. Ook verder op in de roman wordt het verleden van Priscilla (voornamelijk haar moeilijke jeugd) door middel van flashbacks aan de lezer onthuld. Een ander structuurelement is dat diverse krantenknipsels waarin altijd het woord “bloed” voorkomt in de roman zijn opgenomen.
Er is eigenlijk ook sprake van een soort proloog en een epiloog. Aan het begin van het boek staat een stukje tekst dat “Een eind “getiteld is en aan het slot is er stukje tekst dat “Een begin”heet. Het betreft beide een passage over de afdruk van bloed die nog heel lang nadat het op straat gevloeid heeft, zichtbaar is.
Perspectief
Het perspectief berust bij de jonge vertelster Priscilla. Ze is ongeveer 19 jaar en verkoopster bij een Free Record Shopfiliaal, als ze Karim leert kennen. Ze vertelt in de zijvorm en is dus een personale vertelster. We leren haar gevoelens en gedachten kennen, ook wordt haar verleden (de traumatische jeugd) door middel van flashbacks uit de doeken gedaan voor de lezer.
Titelverklaring
“De steniging” verwijst naar de moord op de Marokkaan Karim. Hij blijkt door een klap met een baksteen om het leven gebracht te zijn. Dat is voor zijn vader een nogal schokkende gedachte o.a. omdat een kwetsende straf in Marokko de steniging van een overspelige vrouw in de woestijn is. (blz. 62 in het derde hoofdstuk “De steniging.”)
Tijd en decor
Van der Linden maakt het gemakkelijk om de tijd te bepalen. De dag van de moord op Karim wordt expliciet met datum genoemd: donderdag 4 april 2002. Priscilla is dan 19 jaar: ze heeft de havo afgemaakt. De eerste ontmoeting met Karim is in mei 2001 (blz. 260) en de roman wordt verder afgewikkeld tot ongeveer negen maanden na de moord. (december 2002) In de allerlaatste passage is zelfs sprake van een jaar na de bevalling van Priscilla. Maar er wordt natuurlijk ook verteld over de jeugd van Priscilla.
M.i. gaat de schrijver slordig met de leeftijdsgegevens van Priscilla om. In oktober 1993 zit ze in de brugklas wanneer haar moeder er vandoor gaat. Ze moet dan 12 mogelijk zelfs 13 jaar zijn. De roman speelt dan verder in april 2002. Ze is dan 9 jaar ouder en moet dan dus in ieder geval 21 of 22 jaar zijn.
De geografische ruimte laat ook geen twijfel voor de lezer over Hillegom, een dorp in de bollenstreek, wordt expliciet als haar woonplaats en de plaats delict genoemd. Een gedeelte van de roman speelt zich af terwijl Priscilla in een psychiatrische inrichting zit. Die kan dan ook als belangruimte worden gezien.
De stijl
Van der Linden laat Priscilla een eigen modern taaltje van de straat spreken. Voorbeelden daarvan zijn woorden als: “cool, vet cool, shit “(alle op blz.36) Yep, Ik zie je (blz. 38) Fucking . Broer Thijs die niet veel anders kan zeggen dan: “Kut zien” (blz. 183)
Het dilemma is dan altijd (blijkt ook uit recensies) of je personages de taal van de straat moet laten spreken. Doe je dat als schrijver niet, dan verwijt men je dat je niet aansluit bij de belevingswereld van de personages. Wanneer je het wel doet, beschouwt men het taalgebruik vaak niet als literair genoeg. Maar inderdaad, niet altijd is de beeldspraak die Van der Linden hanteert, even gelukkig gekozen.
Thematiek
In deze roman waarin veel gebeurtenissen worden verteld, barst het natuurlijk ook van de motieven. Een aantal ervan zijn duidelijk verbonden aan het leven van Priscilla. Ze komt uiteindelijk tot haar daad omdat ze niet langer in de steek gelaten wil worden. In haarleven wordt ze op drie belangrijke momenten in de steek gelaten door mensen om wie ze geeft. Dat gaat het boek dus eigenlijk over existentiële eenzaamheid: haar vader schuift haar mentaal en fysiek aan de kant wanneer hij aan zijn tweede vrouw Monique begint. Zijn eenzaamheid heeft hij tijdelijk opgelost door seks te hebben met zijn dochter, maar hij beseft wel dat het een tijdelijke situatie is en dat het normaler is dat hij seks heeft met een vrouw in plaats met zijn dochter. Ook mentaal kiest hij een aantal keer voor de kant van zijn vrouw wanneer er een conflict dreigt tussen Monique en Priscilla (o. over werk verrichten en wel of geen zakgeld krijgen)
Wanneer hij later terugvalt op seks met zijn dochter, wanneer zijn andere vrouw zich ook wat meer heeft afgekeerd van hem, is aan de ene kant begrijpelijk, aan de andere kant ook weer niet, want hij zou na de eerste episode dat inzicht moeten hebben.
Priscilla wordt voor de tweede keer in de steek gelaten, althans zo voelt ze dat zelf, wanneer Karim seks met haar gehad en later moeite heeft met het feit dat ze geen maagd meer was. Toch wel vreemd voor een goed ontwikkelde Marokkaan, dat hij zich op zo’n traditioneel punt uit het Marokkaanse geloof dat hij niet echt aanhangt, beroept. Houdt hij wel echt van haar ? Wanneer hij haar op de avond van de moord min of meer in de kou laat staan, gaat ze impulsief op weg omdat probleem uit de weg te ruimen. Ze kiest voor de steniging: is Karim niet een beetje te vergelijken met de overspelige vrouw die in de woestijn wordt gestenigd? In ieder geval is haar hart steenkoud of steenhard gebleken. Een derde persoon die haar toch ook min of meer in de steek laat is het overleden zusje Rosita, dat als gevolg van een ongeluk met de vrachtwagen van haar vader sterft, net op het moment dat ze wat meer sympathie voor het leuke kindje heeft.
Wanneer ze zwanger is van Karim, staat ze voor de beslissing om abortus te plegen. Dat doet ze niet (uit eerbied voor het leven) maar ze besluit wel om de baby direct na de geboorte af te staan. De slotregel van de roman luidt
”Niemand meer om bij haar weg te lopen.” We kunnen daarom wel stellen dat het thema van de roman is de angst om in de steek gelaten te worden (verlatingsangst) Door alle gebeurtenissen in haar jeugd is Priscilla gevoelloos geworden voor het onheil dat haar overkomt. Is het motto van de auteur niet de zin die Hardinga de psychiater op blz. 198 uitspreekt: “
Je jeugd duurt je hele leven
De gevoelloosheid wordt ook gesymboliseerd door de versregel van Lou Reed :
I got a hole in my heart the size of a truck. Dat hierbij de truck ook nog een rol speelt, is voor wie de inhoud van de roman kent, geen vreemd element. Priscilla is een symbool van de moderne mens die gekweld wordt door de existentiële eenzaamheid.
De volgende motieven dragen bij aan de ontwikkeling van dit thema:
- vader-dochterverhouding
- incest
- jaloezie
- overspel
- moord uit jaloezie
- het verschil tussen twee culturen : Marokko en Nederland
- whodunitmotief
- psychische afwijking
- een traumatische jeugd
- het ongeluk
- stiefbroer, stiefmoeder-verhouding
Een belangrijk “Leitmotiv”in “De steniging” is het steeds terugkerende element van het bloed.Priscilla wordt vanaf de eerste bladzijde gebiologeerd door bloed: in haar verleden is dat vooral ontstaan door de dood van haar stiefzusje dat wordt overreden. Ze gaat daarna bloedschriften bijhouden door alle artikelen uit de krant te knippen en te scheuren en in een schoolschrift te plakken. Maar ook haar stiefbroer Thijs heeft met bloed te maken (hij slacht en sloopt varkens) Karim zit na de moord onder het bloed en ze heeft geen maagdelijk bloed op het laken achtergelaten, nadat ze voor de eerste keer met Karim naar bed is geweest. De bloedsporen op de straat kunnen niet worden uitgewist, maar aan het einde van de roman keert ze terug naar het huis van haar jeugd (de Prins Hendrikstraat) om te kunnen constateren dat de bloedsporen uit het verleden eindelijk gewist zijn: er zijn nieuwe straatklinkers aangebracht, waardoor de bloedsporen verdwenen zijn. Deze passage heet “Een begin” Nadat ik enkele interviews met de schrijver in de media heb gezien, durf ik wel te beweren dat het traumatische gebeuren waarmee de schrijver zelf in zijn leven werd geconfronteerd (het ongeluk met een broertje?) dit van zich af heeft willen schrijven. Nu dat achter de rug is en het “pleintje met nieuwe stenen is geplaveid” zou dat een nieuw begin voor hemzelf kunnen zijn.
Opmerking
Als literaire thriller kun je m.i. het boek niet zien: er is natuurlijk wel sprake van een whodunit, waarbij pas op één van de laatste pagina’s duidelijk wordt wie de moord op Karim heeft gepleegd, maar er is geen sprake van een zoektocht naar de dader. Priscilla zit onder de bloedspatten en omdat ze haar Marokkaanse vriend het laatst in leven heeft gezien, zou ze bij een scherp politieverhoor in haar labiele toestand (ze belandt enkele dagen later in een psychiatrische inrichting) en bij onderzoek van DNA-sporen ( op het lichaam, en op de baksteen) onmiddellijk door de mand zijn gevallen. In die categorie moet het boek dus niet ingedeeld worden, want anders zou de inhoud zeker ongeloofwaardig woorden.
Samenvatting van de inhoud
In “Een eind”vertelt een zijvertelster dat “bloed” heel lang zichtbaar blijft op straat. Na een voorval (er wordt nog niet verteld wat er aan de hand is) blijven de bloedvlekken jaren lang op straat achter.
In het eerste hoofdstuk wordt Priscilla, de 19-jarige hoofdfiguur van de roman wakker gemaakt door haar vader Tum, die haar komt vertellen dat haar Marokkaanse vriend Karim buiten het dorp Hillegom gevonden is. Hij is vermoord. Het is donderdag 4 april 2002. Priscilla is een van de laatste mensen die Karim levend heeft gezien, omdat hij haar de avond ervoor naar huis gebracht heeft. Ze wordt dan ook door de politie verhoord, maar kan die niet wijzer maken. Ze weet van niets. In het eerste hoofdstuk maken we ook kennis met de vader van Karim, de zeer geïntegreerde Hassan, die zijn eigen reisbureau Hassan Travels bezit. Hij vindt het onbegrijpelijk dat zijn zoon vermoord is. Priscilla gaat bij hen op bezoek en maakt daar ook kennis met de imam. Hoewel de ouders van Karim geen orthodoxe moslims zijn, willen ze wel een islamitische begrafenis.
In het tweede hoofdstuk worst door middel van een flashback aan de lezer verteld hoe Karim en Priscilla elkaar hebben ontmoet: hij kwam bij haar in de winkel van de Free Record Shop waar ze na de havo was gaan werken en hij bestelde een cd die niet in voorraad was. Na een week kwam hij terug en maakten ze een afspraak met elkaar om langs het strand te wandelen. Karim is een Marokkaan die Nederlands studeert en daarom nogal schril afsteekt bij het simpele meisje Priscilla dat uit het milieu van truckers komt met een simpele vader, een lelijke doend stiefmoeder en een nog dommere stiefbroer. De Marokkanen hebben zich daarentegen in Nederland naar boven gewerkt. Priscilla wordt verliefd op de knappe Marokkaan die ze liefkozend “Moorkop”noemt.
Er komt een stille tocht met de nodige rituelen erbij (zoals de obligate toespraken van de burgemeester, het branden van kaarsen en het leggen van bloemen op deplek van het delect) , maar Priscilla heeft eigenlijk een hart van steen. Een steeds terugkerende regel in de roman is een liedregel van Lou Reed :
I got a hole in my heart the size of a truck Ze heeft een gat in haar hart met de afmeting van een vrachtwagen. Ze kan niet echt meevoelen met de dood van Karim. Ze denkt in dit deel ook terug aan een ruzie die ze hebben gehad in een patatzaak, waarbij Karim door de eigenaar in elkaar geslagen is, omdat hij een ruzie met een andere klant (een skater) wilde sussen.
Karims lijk wordt thuis opgebaard en dan komt het nieuws van het pathologisch onderzoek: hij is met een baksteen voor zijn hoofd geslagen en vader Hassan beschouwt dat als een vernedering. Hij is gestenigd “als een overspelige vrouw.” (De titel van de roman.)
In hoofdstuk 4 is weer sprake van een flashback. Priscilla en Karim rijden in de grote Mercedes van Hassan naar het Zeeuwse plaatsje Kapelle, waar de opa van Karim begraven ligt. Hij maakte deel uit van het bevrijdingsleger van de Fransen en heeft zijn leven dus gegeven voor de bevrijding van Nederland. Karim wilde het graf graag aan Priscilla laten zien. Hassan was na de oorlog naar Nederland geëmigreerd en had zich in de bollenstreek gevestigd: dat schiep een relatie met Priscilla’s vader die immers als trucker vaak bollen vervoert. Hassan heeft zijn gezin laten overkomen en is daarna heel goed geïntegreerd in de Nederlandse samenleving.
In het volgende hoofdstuk wordt Karim begraven: eerst is er een dienst in Haarlem in de moskee en daarna wordt hij op het protestante kerkhof in Hillegom begraven. Toch gaat alles een beetje langs Priscilla heen. Als ze van de begrafenis thuiskomt merkt ze dat ze zich niet lekker voelt.
Na een week doet ze een zwangerschapstest waaruit blijkt dat ze zwanger is. Sommige meisjes worden zwanger van de enige keer dat ze gevreeën hebben. Daarna maakt ze de lezer deelgenoot van haar vreemde hobby. Priscilla is bezeten van berichten in de krant over “bloed” . Alle berichten waar dit woord in voorkomt, knipt ze uit en plakt ze in een schrift. Ze heeft intussen 27 schriften met berichten. Niet lang daarna wordt ze naakt aangetroffen, wandelend langs de snelweg. De politie wordt gewaarschuwd en na een kort verhoor wordt ze naar een psychiatrische inrichting “Geestgrond (we zitten in de bollenstreek) gebracht.
Door middel van flashbacks kregen we te horen dat ze vroeger optrad in fotoreportages voor bijvoorbeeld catalogi. De buurman noemde haar Koningin Wehkamp. Ook was ze bezeten van de vrachtwagen van haar vader die door het land reed, aanvankelijk met bollen, maar later ook met andere voorwerpen. Zijn bijnaam is Tum geworden, omdat hij op een keer veel zakken snoepgoed (tumtum) achter had gehouden die moesten worden weggegooid. Ze lijkt een meer dan gewone belangstelling en aantrekkingskracht voor haar vader te hebben. Uiteraard zit in de inrichting een groot aantal psychisch gestoorden, van wie er enkele plannen hebben om zelfmoord te plegen: de spoorlijn loopt vlak langs de inrichting. Ze krijgt een vrouwelijke psychiater aangewezen, Hardinga.
In de inrichting vertelt Priscilla steeds meer over haar jeugd. Aanvankelijk was het huwelijk tussen haar ouders goed: ze leken erg verliefd op elkaar. Ze vond in het keukenkastje foto’s waarop beiden in seksueel opgewonden toestand te zien zijn. Maar gaandeweg gaat het steeds slechter met haar ouders. Vader Gerard (Tum) lijkt voornamelijk met zijn vrachtwagen getrouwd te zijn, iets wat haar moeder opbreekt. Die gaat dan ook steeds meer met andere mannen om omdat ze aandacht wil eisen. Ze doet het ook wanneer vader Gerard met zijn vrachtwagen op pad is. Dat kan natuurlijk niet lang goed gaan en op een dag is ze dan ook verdwenen. We schrijven 15 oktober 1993 en Priscilla zit nog in de brugklas. Ze is op kamers gegaan in Haarlem. Priscilla en Gerard gaan haar opzoeken, maar ze geeft aan dat ze niet meer terug wil komen. Priscilla wordt aan haar vader toegewezen en ze drijft het huishouden. “s Avonds kruipt ze ook om bed tegen hem aan en het wordt wel duidelijk dat ze ook een seksuele relatie onderhouden. Deze incesttoestand duurt totdat Gerard een andere vrouw vindt. De hospita bij wie zijn vrouw zat ondergedoken, is na een jaar bereid om hem te vertellen dat zijn vrouw verdwenen is. Hij wordt gecharmeerd van deze Monique, ze gaan regelmatig met elkaar om en na een tijdje vertelt Gerard aan Priscilla dat Monique haar nieuwe moeder woont. Priscilla moet dan ook haar plaats in het bed afstaan en ze voelt zich door haar vader in de steek gelaten. Bovendien krijgt ze er het vreselijk domme stiefbroertje Thijs bij, die zijn levenswerk ziet in het uitbenen van varkens bij Albert Hein. Hij betaalt haar ook geld wanneer hij haar geslachtsdeel mag zien. Seks hebben ze niet met elkaar, maar het blijft een vreemde jongen.
Aan Hardinga vertelt Priscilla dat ze zwanger is. In maart 2002 heeft ze één keer gevreeën met Karim en daarvan blijkt ze zwanger te zijn geworden. Ze wil geen abortus, maar besluit om het kind na de geboorte af te staan. Ze mag omdat ze snel “geneest”naar een projecthuis met meer vrijheid ( De Fuut) Ze gaat nadenken over de zwangerschap: heeft een vrouw en een foetus niet meer ijzer in haar bloed nodig. Ze gaat weer te rade bij de bloedschriften, waarin de knipsels over bloed staan. Dan blijkt dat ze nooit aan die bloedschriften begonnen was wanneer Rosita er niet zou zijn geweest. In een volgende flashback wordt verteld dat Rosita het liefdeskind is van Gerard en Monique. Eerst is Priscilla natuurlijk wel jaloers, maar deze Rosita is een heel leuk kind en is een zonnetje in huis. Maar op 17 juli 1998 gebeurt er iets verschrikkelijks. Monique is een bollenpelster thuis en Gerard brengt de bollen naar de boer met zijn vrachtwagen. Op een avond zijn ze even minder attent op Rosita en Gerard beleeft het ergste trauma uit zijn leven: hij rijdt over het kleine meisje heen dat als gevolg daarvan overlijdt. De bloedvlek blijkt niet meer weg te poetsen van de straat en ook niet uit haar geheugen (zie het begin van de roman) Ze begint op dat moment met de bloedschriften en stopt met het eten van vlees.
In het huis voor begeleid wonen heeft Priscilla de beslissing genomen haar kind na de geboorte af te staan. Hardinga vraagt of ze dat zeker weet. Haar vader heeft een keer telefonisch contact opgenomen en wil haar een keer komen opzoeken. Maar ze wil het niet meer. Ze wil helemaal geen contact meer met hem.
Na de dood van Rosita groeien Gerard en Monique door het verdriet toch uit elkaar. Ze zochten hun wegen in het uitoefenen van hun werkzaamheden en hun hobby. Monique ging ook vaak op bezoek bij haar zuster en op dat soort momenten zocht Gerard zijn lichamelijke heil bij Priscilla. Opnieuw kwam incest terug in haar leven. Maar kort daarop was Karim in haar leven gekomen. Ze wordt geaccepteerd door zijn ouders en hij bezoekt ook haar ouders. Er is een duidelijk niveauverschil: dit keer in het voordeel van Karims ouders die zich beter ontwikkeld hebben. Na een half jaar verkering vindt Karim dat hij te weinig weet van Priscilla. Ze wil echter graag met hem trouwen in Marokko en ze ondertekenen hun liefdespaspoort met een druppel
bloed die hij met zijn zakmuis uit haar duim laat komen. Dan komt ook de tijd dat Karim blijft aandringen op seks. Op 5 maart 2002 huren ze een hotelkamer bij van der Valk en zal haar eerste keer met Karim plaatsvinden. Het wordt een boeiende keer voor haar, omdat het de eerste keer is dat ze een orgasme krijgt. Toch mocht Karim van haar niet in haar zelf klaarkomen, maar hij spuit zijn zaad op haar buik. Blijkbaar is het toch wel erg vruchtbaar zaad geweest, want van die keer is ze zwanger geworden. Omdat hij na het vrijen ietwat koel is, denkt Priscilla dat ze seksueel gefaald heeft.
In het laatste hoofdstuk komt het allemaal tot een apotheose. Er zijn twee verhaallijnen die steeds door elkaar verteld worden. De ene betreft de geboorte van haar kind: ze wordt naar het ziekenhuis gebracht en de vertelling van de bevalling wordt steeds afgewisseld met de afwikkeling van de moord op Karim. Ze was na zijn moeders verjaardag door hem afgezet, maar in de weken tussen het vrijen en de moord was het hem duidelijk geworden dat Priscilla geen maagd meer was ( haar vader was natuurlijk de eerste geweest) Hij had geen druppel bloed op het laken aangetroffen en hij moest zich nu op de situatie beraden. Wanneer ze met Kjarim wil vrijen op de bewuste donderdag, reageert hij koel en vraagt hij tijd om na te denken. Opnieuw voelt Priscilla zich door een lover in de steek gelaten (haar vader had haar immers ook ingeruild voor Monique) Ze rijdt hem achterna met haar scooter en slaat hem met een baksteen zijn hersens in. Priscilla, het ijskonijn, die in de iglo woont met een stenen hart, doodt haar Marokkaanse vriend die haar zojuist had laten staan. De bloedspatten zitten wel op haar kleren.
In het laatste deel van hoofdstuk 20 brengt ze een kind ter wereld dat meteen bij haar wordt weggehaald. “Niemand meer om bij haar weg te lopen.” Het is 22 december 2002.
In een soort epiloog ( “Een begin”) gaat ze precies een jaar later op 22 december 2003 terug naar de woning aan de Prins Hendrikstraat. Ze gaat terug om te bekijken of de bloedsporen van het eerste ongeluk (de dood van Rosita) al vervaagd zijn. Dat is gebeurd omdat het pleintje opnieuw bestraat is.
“Als ze zou willen, had zich hier niets voorgedaan, helemaal niets “ (slotzin op blz. 302)
Recensies
De recensenten van de grote landelijke dagbladen waren niet zo positief over de roman gestemd. Toch kreeg Van der Linden vrij veel media-aandacht (hij zat o.a. bij Pauw en Witteman en in Goedemorgen Nederland, waarin hij vertelde van het grote trauma uit zijn eigen bestaan, het ongeluk van zijn broertje met de vrachtwagen) Maar de literaire recensenten waren over de roman van de journalist Van der Linder minder goed te spreken.
In
De Volkskrant van vrijdag 1 september 2006 gaat Wineke de Boer uitvoerig in op de roman.
Terwijl Van der Linden dicht op de huid van een recht door zee ‘jongensmeisje’ wil zitten, slaat hij de plank af en toe ook faliekant mis. Een havo-meisje uit de bollenstreek dat niks heeft met de Heilige Maagd Maria of met melodrama zou gewoon baarmoeder zeggen, in plaats van het door Priscilla gebezigde ‘schoot’. En het is ondenkbaar dat ze ooit ‘stop de persen’ zal denken, zoals de auteur haar liefst twee keer ingeeft. Ook maakt deze Priscilla eigenaardige vergelijkingen: een oproep tot een stille tocht ‘getuigde van zo veel goede bedoelingen dat je er ter plekke puistjes van kreeg’.
Daarnaast: ‘zakjapannerigs’, ‘het was om van uit je plaat te gaan’ en ‘niet te filmen’ konden in 2002 al echt niet meer. Van een andere orde is deze beschamende misser: neo-nazistische skinheads dragen geen rode, maar juist witte (‘white power’) veters in hun legerkistjes.
De journalist Van der Linden heeft in “De steniging” veel te veel kwijt gewild, zich te veel laten sturen door de realiteit buiten zijn verhaal, en heeft zich niet beteugeld bij het maken van geinige opmerkingen. Er is nauwelijks ruimte gelaten voor verbeelding of suggestie. Deze roman loopt over als een vergeten emmer onder een stromende kraan. En de lezer maar dweilen, terwijl hem ‘ter plekke’ de puistjes uitbreken bij de gedachte aan alle goede bedoelingen. Je ziet dat wel vaker bij geëngageerde, contemporaine literatuur; ze hoopt de tijdgeest te vangen, maar is nog sneller gedateerd dan een weekblad.
Op dezelfde dag bespreek Arjen Fortuin in het
NRC-Handelsblad de roman:
Zo lijkt “De steniging” een roman waarin de band tussen de twee jongeren een genuanceerde microkosmos is voor de verhoudingen tussen bevolkingsgroepen in Nederland. Plotseling krijgt “De steniging” echter een andere wending. Priscilla stort in en wordt opgenomen in een psychiatrische inrichting, waarna Van der Linden erg veel drama zijn verhaal binnensleept: scheidingsperikelen, ontucht, een dood kind en vreemde fascinaties. Zo blijkt De steniging geen roman met een sociologische inzet, maar een psychologische. Maar juist psychologisch is er weinig te beleven aan de roman. Priscilla heeft in haar leven al zo veel ellende voor de kiezen gehad dat het niet alleen voorstelbaar is dat ze verknipt raakt, maar ook volkomen logisch en bovendien niet boeiend meer.
Van der Linden heeft De steniging duidelijk met zorg gemaakt en ontwijkt tal van verteltechnische valkuilen, maar dat is niet genoeg: als lezer blijf je zitten met het gevoel dat dit boek bedacht is.
Op 14 september 2006 bespreekt Arie Storm in
het Parool de roman onder de vleiende titel “Wie geeft zo’n mal boek uit ?:
Daarbij schijnt Van der Linden te denken dat lezers achterlijk zijn: werkelijk alles legt hij uit. Eén voorbeeldje (maar de voorbeelden zijn op elke bladzijde aan te wijzen). In het boek komt een klein kind voor: Rosita (dat slaapt overigens in een minibedje en is vanzelfsprekend 'een roze schepsel dat zich van geen kwaad bewust was'). Zij zegt bij de cd-speler 'Uziek'. Wat zou ze daar nu mee bedoelen? Van der Linden legt het meteen uit: 'Om onnaspeurlijke redenen bleef ze moeite houden met de m.' Heerlijk!
Ook beleefde ik veel plezier aan de manier waarop hij het leidmotief 'bloed' in de roman heeft verwerkt. Zo onhandig als dit hier is gedaan zie je het niet vaak meer.
Niet dat het belangrijk is, maar had ik al gezegd dat Karim wordt vermoord? Beschouwen we De steniging als een thriller, wat het geloof ik eigenlijk is, dan raken we nog verder van huis. Ongeveer op bladzijde dertig weet je precies hoe de vork in de steel zit (ik zal me inhouden en niets verklappen). Van der Linden voegt nog een hoop gratis ellende toe (gescheiden ouders, dood kindje, incest, adoptieproblemen) maar dat kan de zaak niet redden. Wat een mal boek is dit! Verontrustend is het wel, ik bedoel, dat het is uitgegeven.
In
Spits van maandag 18 september 2006 geeft de recensent aan dat overdaad in een roman schaadt:
Telkens als je denkt dat het niet erger kan, doet Van der Linden er nog een schepje bovenop. Een en al ellende, dus. “De steniging” begint sterk en heeft een prima uitgangspunt, maar vliegt na zo'n honderd pagina's uit de bocht. Van der Linden wilde de tijdsgeest vangen, iets zeggen over maatschappelijke thema's, een liefdesgeschiedenis vertellen, en dat alles in een thrillerachtige plot. Dat is simpelweg te veel.
Blijft staan dat de roman met vaart is geschreven. Bovendien zijn Karim en Priscilla innemende karakters, over wie je graag meer zou willen weten. De scènes waarin zij samen zijn, zijn bij vlagen zelfs vertederend: dat stoere pubermeisje met haar kleine hart, die zo hoopt dat haar vriend haar verlosser zal zijn. Maar juist hun relatie komt te weinig aan bod. Van der Linden ging voor het grote gebaar, voor een allesomvattende roman. Waardoor “De steniging “ uiteindelijk onder zijn eigen gewicht bezwijkt.
Over de schrijver
Uit een interview van Coen Verbraak met de schrijver in september 1999 in Vrij Nederland is heel wat informatie ver de schrijver te halen.
Frénk van der Linden groeide op in Hillegom, waar zijn vader als vrachtwagenchauffeur bloembollen vervoerde. Soms mocht hij met zijn vader mee in die grommende bak, ‘met vijfentwintig ton bloembollen achter je kont’. Dan draaide zijn vader shaggies terwijl hij met zijn ellebogen stuurde, pratend over de vraag of ze ooit over een felbegeerde DAF 2600 zouden kunnen beschikken. ‘Dat zat er alleen niet in; alles was van de bank. Tot aan het reservewiel toe.’ Zijn ouders hadden een slecht huwelijk. Uiteindelijk mondde dat uit in ‘een lange veldslag’. Van der Linden: ‘Ik noem het zelf vaak met een pathetische knipoog: mijn derde wereldoorlog. Het ging er echt hard aan toe; ze sloegen elkaar bijna de hersens in. Voor de kinderen hadden ze geen aandacht meer.’ Zijn ouders scheidden toen hij twaalf was. Hij wilde met zijn zusje Desirée bij zijn vader blijven. ‘Ik dacht heel zwart-wit: papa is goed, en mama is fout. Buiten mijn vader om heb ik een brief aan de rechter en aan mijn moeders advocaat gestuurd: “wij geven veel om onze moeder, maar we willen toch bij onze vader blijven”. De rechter heeft mij daarop bij zich geroepen. Hij heeft anderhalf uur informeel met mij gepraat, en daarna besloten dat ik inderdaad naar mijn vader zou gaan.’
‘Ik verkeer in de illusie dat de scheiding van mijn ouders een heel belangrijke rol in mijn leven gespeeld heeft. Het idee dat je thuis niet gezién bent, dat we in het strijdgewoel ten onder gingen. Ik heb lang het idee gehad: ik besta helemaal niet. En daarna dat moeten kiezen tussen die twee ouders... Ik wil mijn moeder geen grote verwijten maken, maar uiteindelijk was zij degene die wegging. Ze wist: ik verlies hierdoor mijn kinderen. En toch ging ze. Ik heb haar tien jaar later opgezocht. Jaren later besefte ik hoe moeilijk dat allemaal geweest is. Als kind verlaten worden door je moeder... blijkbaar niet waard gevonden worden om bij je te blijven... dat heeft een gat geslagen. Mijn vader kon zich na de scheiding nauwelijks handhaven. Ik runde als dertienjarige een jaar lang het gezin; kookte, en maakte samen met mijn zusje het huis schoon. Ik werd daardoor heel snel volwassen. Een jaar na de scheiding is mijn vader hertrouwd en kreeg ik er opeens twee stiefbroers en een stiefzusje bij. Eigenlijk een wonder dat dat allemaal goed is gegaan.’
Van der Linden wilde naar de School voor de Journalistiek in Utrecht. Hij kreeg geen studiebeurs, moest in zijn onderhoud voorzien door stukken te verkopen aan kranten en weekbladen. Hij werd er voor zijn gevoel een vreemde eend in de bijt van, zowel thuis als op school. ‘Thuis vonden ze het heel vreemd dat ik niet met mijn handen maar met mijn hersenkwabben wilde werken. Ze zeiden: als je wilt studeren moet je het zelf maar financieel regelen. En op school riepen ze dat ik een ambitieuze lul was. Maar zij hadden wel een beurs. Zij leverden een stuk bij de docent in, ik bij de NRC of De Tijd. Daar hing van af of ik de huur die maand kon betalen.’ Hij had grote journalistieke idealen, zeker nadat hij in All the president’s men had gezien dat goede journalisten zelfs de president van de Verenigde Staten ten val kunnen brengen. ‘Niet dat ik Woodward of Bernstein wilde worden. Ik wilde vooral het peil bereiken van de journalistiek zoals die bij The Washington Post werd bedreven.’
Zie verder
www.coenverbraak.nl
Bibliografie
“De steniging” is de debuutroman van Frenk van der Linden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
V.
V.
In dit boekverslag staat dat de vader sees gehad zou hebben met Pricilla, maar dit is zeker niet het geval!
17 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Priscilla heeft helemaal geen seks met haar vader. Dit staat nergens in het boek weergeven.
13 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Ik heb ook in het boek gelezen dat priscilla incest (sex) met haar pa heeft gehad
13 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Wat is een zakmuis?
12 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Even een kleine suggestie.
Over dat er iets niet klopt met die leeftijden, klopt volgens mij niet.
Want er wordt in dit verslag gezegd dat Priscilla ongeveer 19 is, maar ze is 22 en is een aantal keren blijven zitten. Dat wordt volgens mij in mijn boek gezegd en ook in mijn secundaire literatuur.
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Veel spelfouten! maar wel een zeer goede samenvatting!
;-)
12 jaar geleden
Antwoorden