Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De sprong der paarden en de zoete zee door Harry Mulisch

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover De sprong der paarden en de zoete zee
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 1841 woorden
  • 18 februari 2008
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
19 keer beoordeeld

Boekcover De sprong der paarden en de zoete zee
Shadow
De sprong der paarden en de zoete zee door Harry Mulisch
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A. Boekbeschrijving
1. Schrijver: Harry Mulisch
Titel: De sprong der paarden en de zoete zee
Uitgeverij: Meulenhoff Educatief Amsterdam
Druk: 4e druk, 1979

2. Om een inzicht te krijgen in de ondergang en het hoge behoud van de menselijke geest, diene dit bericht inzake de mythologie van het voormalige eiland Schokland, gelegen in het oostelijk deel der voormalige Zuiderzee.

B. Opbouw van het boek
1. Het boek is opgebouwd uit 2 delen.

C. Tijd
1. Chronologisch tijdverloop

2. Er wordt eigenlijk geen tijd genoemd.
3. Er zijn geen flashbacks.

D. Perspectief
1. Personale verteller

E. Personages
1. Gustaaf Nagelhout: 13-jarige jongen, in de eerste en derde klas blijven zitten. Wordt verliefd op Bessie, hopeloos verliefd, en begint aan waanzinnige dingen te denken als zij geen interesse toont.
In Gnodde’s mythe: Binar, halfgod, een voorvader van de broers.
Gnodde Joziasse: Grijsaard, oude bewoner van Schokland. Verliefd op de Zuiderzee, waar hij was weggestuurd en uiteindelijk naar terugkeert, waar hij zijn 4 broers weer ontmoet. Daar gaan ze samen onder.

2. Bessie
: Het mooie meisje waar Gustaaf Nagelhout hopeloos verliefd op wordt.
In Gnodde’s mythe: Leia, de godin der zee
Drs. Scharr: Gepensioneerd leraar die Gustaaf bijles geeft. Hij houdt hem in de gaten en straft hem met eindeloos veel schrijfwerk.
In Gnodde’s mythe: Geidallr, vuurspuwend


F. Ruimte
Het eerste deel is niet duidelijk waar het zich afspeelt, maar er zijn duinen in de buurt en er wonen veel piloten.
Het tweede deel speelt zich op schokland af, in de Zuiderzee.

G. Thematiek
1. Eerste en ongelukkige jeugdliefde, verliefd op Bessie, komt niet wederzijds, eindigt in waanzin.
Liefde voor Schokland, mythe, zelfmoord in de zoete zee.

2. De sprong der paarden en de zoete zee -
Nadat Gustaaf hoort van de dood van Bessie rent hij ver weg de stad uit, naar een veld waar paardrijles gegeven wordt. Terwijl hij de geschiedenis van zijn mislukte liefde opschrijft, stort er plotseling een paard na een hoge sprong op hem neer, waarbij de rijdster wordt gedood.
Schokland ligt in de voormalige Zuiderzee. Toen Gnodde en zijn broers hier woonden, was deze zee zout. In de loop van de jaren is het water zoet geworden. De broers gaan er in onder.

H. Genre
Novelle


I. Samenvatting
Gustaaf Nagelhout, een 13-jarige jongen die twee keer was blijven zitten, ontmoette Bessie voor het eerst onderweg naar zijn bijles van Drs. Scharr. Het was liefde op het eerste gezicht - hij kon zich niet meer bewegen, bevend stond hij daar, met open mond. Ze was heel mooi, vrolijk, stevig, blond, lichtblauwe ogen. Ze was de dochter van een piloot, zoals vele mensen daar piloot waren. Nog een poosje bleef hij daar zo staan, ook toen ze al weg was. Hij moest haar nog eens zien. Hij bleef haar daar zoeken, bleef daar in die drukke straat op dezelfde plek staan wachten. Hij stond in de weg, mensen liepen geёrgerd langs hem heen, maar hij bleef waar hij stond, tot hij haar eindelijk zag, een tweede keer. Weer kon hij zich niet bewegen, maar uiteindelijk achtervolgde hij haar tot aan haar huis. Elke avond ging hij naar haar huis en ging daar huilend aan de waterkant liggen. Hij was zo verliefd op haar dat niks anders hem meer uitmaakte. Maar zij toonde geen enkele aandacht aan hem, nooit had zij hem zelfs aangekeken. Zo ging het maar door. Zonder klachten deed hij zijn plichten voor Drs. Scharr, een gepensioneerde leraar die Gustaaf bijles gaf en hem vaak in de gaten hield. Hij kon erg woedend worden en bestrafte Gustaaf vaak met eindeloos veel schrijfwerk.
Van zijn zakgeld betaalde Gustaaf een klasgenootje om in contact met Bessie te komen, en zo gingen ze met z’n drieёn vissen, maar Gustaaf kon nog steeds geen woord uitbrengen. Weer toonde zij geen enkele interesse aan hem tijdens het vissen. Gustaaf nam haar strohoed, die ze na het vissen vergeten was, mee naar huis en sliep er elke dag mee.
Alles wat Gustaaf probeerde om haar aandacht te krijgen was zinloos. Hij schreef dingen op de muur om haar jaloers te maken, maar ze zag het niet eens. Drs. Scharr was de enige die het zag; nog meer strafwerk.
Het hele verliefd zijn begon hem te breken. Mensen om hem heen snapten niet wat er met Gustaaf aan de hand was. Hij haalde de ene onvoldoende na de ander en praatte niet met andere mensen. Hij bracht veel van zijn tijd alleen in zijn kamer of in de duinen door. Hij begon zelfs aan zelfmoord te denken. Deze gedachten werden na een paar dagen niet meer zelfmoord, maar moord. Hij wilde Bessie vermoorden.
Gustaaf werd erg ziek en lag dagenlang te ijlen. Hierna kwam hij weer helemaal tot bewustzijn, alles was weer vertrouwd. Bessie, wie hij had vermoord, dacht hij nu anders over. Hij hield van haar, maar niet zoals eerst. De ernstige obsessies waren voorbij.
Een paar dagen later mocht hij weer naar buiten en kwam zijn klasgenoot, die hij ook betaald had, tegen. Gustaaf ging naast hem zitten en samen bekeken ze de begrafenisstoet die net in die straat verscheen. De klasgenoot vertelde dat de stoet was voor een meisje uit zijn klas die was overreden. Het meisje was Bessie.
Gustaaf rende naar huis, haalde zijn schriftje en pen op van thuis en ging weer naar buiten. Daar begon hij te rennen, hard te rennen, het hele dorp door; mensen keken hem aan. Een stuk buiten de stad, op een verwilderd veld plofte hij neer en begon te schrijven. Hij schreef over Bessie, de hele geschiedenis, het hele verhaal. Op het veld waar hij was gaan zitten werd verderop paardrijles gegeven, de paarden kwamen steeds dichterbij – niemand wist ook dat hij daar zat. Gustaaf schreef verder. Plotseling, na trillen en schokken in de grond stortte een reusachtig paard met een meisje op zijn rug na een hoge sprong op Gustaaf neer. Het meisje brak haar nek bij de val. Gustaaf was gewond, en schreeuwde onbegrijpelijke dingen. Hij was in de waanzin geland.

Het anonieme schrift van Gustaaf werd gevonden door een broodbezorger, die het allemaal las en het wel grappig vond. Hij nam het mee naar zijn werk en las het aan zoveel mogelijk mensen voor, onder andere aan Ubbe Joziasse, de zoon van Gnodde Joziasse. Gnodde was een oude bewoner van Schokland, een eiland in de voormalige Zuiderzee. Ubbe vertelde het verhaal van Gustaaf, wat hem nogal aangegrepen had, aan zijn vader. Ook hij moest er om grinniken, net zoals de broodbezorger.

Niet veel later kwam Ubbe om het leven bij een auto-ongeluk. Gnodde pakte zijn koffer en reisde twee weken later naar de Zuiderzee, waar hij zijn vier broers, Stobbe, Odde, Slikke en Ubbe ontmoette op een boot. Hij was de laatste die op de boot aankwam. Alle vijf waren ze bewoners van Schokland geweest, toen het water van de Zuiderzee nog zout was. Ze waren er jaren geleden weggestuurd, maar hadden zich nu weer op de boot verzameld. Hun liefde voor Schokland was niet minder geworden.
Gnodde was het meest van de tijd aan het woord. Terwijl het water in de Zuiderzee steeg, vertelde hij een verhaal, een mythe. De mythe van Schokland. Leia, de mooie zeegodin, verbracht veel tijd aan het strand. Binar was een halfgod, een voorvader van de Joziassen. Toen hij Leia voor het eerst zag, was hij op slag verliefd. Maar Binar was een halfgod en mocht niet verliefd zijn, en werd vervloekt door Foki de heks. Binar kon zich niet bewegen en niet meer praten. Hij kon haar niet bereiken en zijn hart werd gebroken door eenzaamheid. Op een nacht verscheen Geidallr, met een staf en vuurspuwend. Hij gaf Binar levenslang schrijfwerk.
Gorr was een zoon van een van de luchtgoden, en door hem al zijn bezittingen te geven lukte het Binar om in contact te komen met Leia. Maar het lukte Binar nog steeds niet om te praten. Hij stal Leia’s hertenkroon, schreef in de wolken dat hij van haar hield, maar niks hielp, Leia zag het niet. Binar was woedend en kapot, begon te schreeuwen en alles te vervloeken. Hij dacht aan de dood en toen ook aan moord, moord op Leia. Daarna werd hij geslagen en verpletterd door de wolken. Later werd hij weer wakker en herkende alle sterren, alles was vertrouwd. De kroon was weg en wat hij geschreven had ook. Toen ontmoette hij Gorr weer. Samen zwegen ze en er kwam iets tevoorschijn wat Gnodde beschreef als zwart, als de dood, het zoete water van de Zuiderzee.
Ondertussen was dit zoete water al zo ver gestegen dat de vier broers al bijna onder water waren. Op het moment dat Gnodde die laatste paar woorden had uitgesproken verdwenen ze met z’n vijven in het water.

L. Tekstbeleving
Ik vond het een heel goed boek. Ontzettend knap geschreven, heel gedetailleerd, maar aan de andere kant had ik na het lezen het gevoel dat het boek een stuk dikker was. Een ander boek van 31 pagina’s had ik heel wat sneller uitgelezen, deze moest ik in delen lezen omdat ik er vaak over na moest denken wat er stond. Ik begrijp wat Harry Mulisch bedoeld met wat hij in het begin van het boek zegt, namelijk dat hij expres delen onduidelijk heeft gelaten. Alles is heel onvoorspelbaar, ik had nooit zo een einde verwacht. Het blijft tot de laatste zin onvoorspelbaar en onduidelijk, eigenlijk snapte ik het boek pas echt toen ik het helemaal uit had en er nog eens over nadacht. Ik vind het heel interessant zoals het verhaal op 2 totaal verschillende manieren wordt verteld. Twee totaal verschillende mensen in totaal verschillende omgevingen. In het eerste deel draait alles om Gustaaf, wat hij denkt en wat hij voelt, wat hij doet waar hij heengaat. Heel af en toe een andere persoon. In het tweede deel is het al wat algemener, er komen meer mensen in voor. De schrijver heeft heel duidelijk laten zien wie er belangrijk zijn in het boek.
Het verhaal van Gustaaf, alle gevoelens en gedachten vond ik erg goed beschreven, heel realistisch.
Ik vond dit boek een duidelijk voorbeeld van literatuur, ik weet nu al een stuk beter wat dat inhoudt. Er zaten een paar hele mooie uitdrukkingen en zinnen bij.

M. Tekstverwerking
15. Beschrijf het uiterlijk van enkele belangrijke personen. Uitsluitend op basis van tekstgegevens.

Bessie:
“...werd hij verliefd op een blond meisje,...“
“...had zij de verre, lichtblauwe ogen, waarmee men tot over de horizon kan zien..“
“...van moederswege de volle mond met tanden..“

“Zij was vrolijk en stevig, droeg een lichte jurk..“
“... het haar in vlechten, op haar hoofd een strooien hoed“
“Daar kwam zij, blond lichtblauw en dansend...“
“...naar Bessie’s stevige benen, waarop blonde haartjes groeiden“
“...dat lachende, blonde, lichtblauwe geheim...“

Drs. Scharr:
“...wanneer die woedend was, vloog het speeksel uit zijn mond en dan werd hij zo rood als een tulp onder zijn gecentimeterde grijze haar...“
“...gebogen steunde hij op zijn bergstok...“
“...met opsproeiende vonken aan zijn voeten...“
“...de man met het vuur...“

Gnodde Joziasse:
“De grijsaard zat...“
“... een zware, zeer oude man..“
“Een geweldige baard bedekte zijn borst, zijn hoofdhaar hing tot op zijn schouders, - de kleur was diep grauw...“

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De sprong der paarden en de zoete zee door Harry Mulisch"