De slavenring door Simone van der Vlugt

A - Algemeen - Datum leesverslag: maandag 9 januari 2006. - Schrijver van het verslag: Pieter Rosman. - Titel: De slavenring. - Auteur: Simone van der Vlugt - Uitgever: Lemniscaat b.v. Rotterdam
Eerste druk: 2003 - Genre: historische roman. - De schrijver heeft de titel van het boek aan de ene kant wel goed gekozen. Want de slavenring is een van de grote problemen uit het boek. De slaven ring was een sterke metalen band die slaven om hun hals kregen. Hieraan kon je een slaaf herkennen. Op de slavenring stond de eigenaar van de slaaf gegraveerd. Die ring verhindert Folkrad een paar keer om te ontsnappen. Aan de andere kant is de titel niet zo goed gekozen. Want die slavenring is niet het belangrijkste uit het boek. Eigenlijk werkt de schrijfster toe naar de belangrijkste gebeurtenis in dit boek: de uitbarsting van de Vesuvius. Ook aan de epiloog kun je zien dat het boek draait om deze uitbarsting. B - Opbouw Het boek is opgebouwd uit 15 hoofdstukken zonder titel. Aan het einde van het boek staat nog een epiloog over de feiten rond de uitbarsting van de vulkaan Vesuvius. Dan is er nog een verklarende woordenlijst die alle moeilijke woorden uit die tijd uitlegt. Er komen is het boek geen illustraties voor behalve de voorkant van het boek. De illustratie is goed gekozen; je ziet duidelijk de Vesuvius, die een grote rol speelt, roken op de achtergrond. Je kunt aan de pilaren en aan de huizen op de achtergrond zien in welke tijd het boek zich ongeveer afspeelt. Daarnaast is aan de warme kleuren en de omgeving te zien dat het een zuidelijk land is (namelijk Italië).
C - Inhoud Het verhaal speelt zich af in de tijd waarin de Romeinen heersten over de toen bekende wereld, zo rond 70 na Christus. Dat het verhaal zich in die tijd afspeelt is goed te zien aan de badhuizen, galeien, de Romeinse legers en het gebruik van slaven. Ook een gladiatorengevecht komt in het verhaal voor. Dat wordt helemaal duidelijk omdat het boek verdeeld is in drie stukken, waarboven staat in welke tijd en stad dat deel zich afspeelt. Er zit ongeveer twee en een half jaar tijdsverschil tussen het begin en het einde van het boek (van 77 na Christus t/m eind Augustus 79 na Christus). Het boek is verdeelt in 3 delen en daar staan ook jaartallen bij. Het vroegste jaartal is 77 na Christus en in de epiloog staat dat de uitbarsting van de Vesuvius begon op 24 augustus 79 na Christus. Daaruit kun je dus concluderen dat het ruim 2 en een half jaar duurt van het begin tot het einde. De delen van het boek staan niet in chronologische volgorde want het verhaal begint in 78 na Christus bij de eerste hoofdpersoon. Het tweede deel begint een jaar eerder, in 77 na Christus bij de tweede hoofd persoon. En in het derde stuk in 79 na Christus komen die twee hoofdpersonen beiden als slaaf bij een zelfde meester. Het verhaal speelt zich af in de volgende plaatsen: - In het rijnland, in het dorp van Folkrad (eerste hoofdpersoon) - In Rome, de stad waarin Chloë woont (tweede hoofdpersoon) - In Pompeï, de stad waar ze alle twee slaaf zijn bij dezelfde meester en waar de vulkaanuitbarsting van de Vesuvius plaats vindt. Samenvatting Het is 78 na Christus. Folkrad loopt door het bos als hij ontdekt dat een meisje uit zijn sibbe word verkracht door twee Romeinen. Hij vermoordt de Romeinen en bevrijdt het meisje. Samen slepen ze de lijken van de mannen het moeras in. De verdwijning van de mannen heeft echter veel gevolgen. Op een dag vallen de Romeinen hun sibbe binnen en vermoorden iedereen die ze tegen komen. Folkrad weet te vluchten. Maar als hij later terug keert naar het kamp dan wordt hij alsnog gevangen genomen. Hij wordt naar een legerplaats gebracht en van daaruit per schip naar een haven plaats vervoerd. Als hij daar aan komt wordt hij als galeislaaf in een schip gevangen gezet. Na een lange tijd op het galeischip komt hij in de baai van Napels waar hij op een slavenmarkt gekocht wordt door een knecht van een zekere Heer Lucius die in Pompeï woont. Het is 77 na Christus. Chloe is de pleegdochter van vader Athnus en haar moeder Julia. Ze heeft ook nog een pleegzusje en die heet Elena. Elena en zij werken bij haar pleegvader in de herberg. De zaken lopen niet erg goed. Op een dag komt er een man in de herberg die interesse toont in Chloe. Door het geldgebrek ziet haar vader zich genoodzaakt Chloe te verkopen aan de man die slavenhandelaar blijkt te zijn. Chloe moet met de man mee, de stad uit. Na 2 dagen gereisd te hebben komen de man en Chloe in een plaats waar een slavenmarkt is. Ze wordt verkocht en krijgt een nieuwe eigenaar. Die neemt haar mee naar een badhuis in Pompeï waar ze als slavin aan het werk moet. Ze verricht daar werk als masseren, schoonmaken en dergelijke. Op een keer moet ze een man die Marcus heet masseren die haar zo knap vind dat hij haar koopt als slavin. Die man is de zoon van een zekere heer Lucius... Op een dag als Folkrad aan het werk is komt Marcus met een heel knap meisje binnen. Ze blijkt Cloë te heten. Marcus neemt Cloë ‘s nachts een aantal keer mee naar bed omdat hij haar zo aantrekkelijk vindt. Daardoor raakt zij in verwachting. Ze durft het niet te vertellen en probeert het zolang mogelijk verborgen te houden. Als het ontdekt wordt, is Marcus de vader weg en kan de baby gewoon geboren worden. Na de geboorte is Cloë erg gelukkig met haar kindje. Folkrad is bewaker van zijn meester Lucius. Hij heeft erg veel moeite om zijn verleden los te laten. Hij wil leren lezen en schrijven en krijgt dat aangeleerd van Philos. Philos neemt hem ook een keer mee naar de arena om hem wat meer van de cultuur te laten weten, maar Folkrad vindt het afschuwelijk. Als Marcus na een jaar ongeveer weer thuis komt dan neemt hij de baby van Cloë mee naar een pleeggezin omdat hij geen kind van een slavin wil. Cloë verandert van een vrolijk, aardig meisje in een stil, somber iemand die erg gesloten is. Ze is radeloos van angst over de onzekerheid waar het kind is en of het nog wel leeft. Ze sluit zich op in haar zelf en zegt tegen niemand meer iets. Folkrad weet toch vriendschap met haar te sluiten. En ze begint op een gegeven moment ook weer te praten. Maar als Marcus op een dag weer thuiskomt uit het leger probeert hij haar weer te verkrachten. Folkrad, die toevallig langs loopt verhinderd dat door de kamer binnen te gaan. Hij bevrijdt Cloë en dan vermoordt hij Marcus. Ze leggen hem in zijn bed zodat het net lijkt als of zij slaapt. Folkrad vlucht dan weg van het huis en gaat de vrijheid in. Als de volgende dag de begrafenis is van Marcus dan vangt Cloë iets op over haar dochter. Ze gaat de hele dag opzoek naar haar kindje en ze krijgt haar ook te zien met haar pleegmoeder. Maar dan als ze in de stad is barst de Vesuvius uit en word de hele stad bedolven onder de stenen en lava. Op die manier komt zij om het leven. Dat gebeurt terwijl Folkrad in een havenplaats aan komt waar hij op Cloë zou wachten.. De hoofdpersonen uit het boek zijn Folkrad en Chloë. Folkrad is een zeventien zonnewendes oude jongen. Hij woonde in een sibbe van de cananefaten dit is een oude Germaanse stam die in het Rijnland woonde. Hij is een gezonde, gespierde sterke knaap met lange blonde haren. Hij gelooft heel erg in de goden en aanbid ze dagelijks. Na dat de hele stam is uitgemoord door de Romeinen en hij als enige overblijft wordt hij gevangen genomen en als slaaf op de galeien gezet. Uiteindelijk wordt hij gekocht door heer lucius. Hij kan zijn familie moeilijk vergeten en denkt nog vaak aan zijn ouders en zijn vriendin. Maar door zijn sterke wil en moedige karakter weet hij zich er overheen te zetten en wordt goede vrienden met Cloë en de andere slaven. Chloë is een meisje dat toen ze nog een baby was te vondeling is gelegd. Ze is toen ze rond de 15 was als slavin verkocht. Uiteindelijk komt ook zij bij heer Lucius als slavin. Ze is een jong, knap en gezond meisje met donker haar en bruine ogen. Doordat zij zo knap is wordt zij door de zoon van heer Lucius verkracht. Als het baby’tje wat daar van komt bij haar word weggehaald, wordt ze erg sober en zondert ze zich af en wil met niemand meer praten
De bijfiguren zijn: - Heer Lucius: Hij is de baas van Folkrad en Chloë. Het is een goede meester die zijn slaven over het algemeen goed behandeld. - Marcus : Dit is de zoon van Lucius, Hij behandelt zijn slaven een stuk minder goed. Hij kan niet van Chloë afblijven, en heeft Folkrad een keer bijna doodgeslagen met zijn zweep. Op het laatst vermoordt Folkrad hem. - Valeria: Ze is de dochter van de Lucius en ze heeft Cloë als slavin - Mama Constina : de slavin die de keuken beheert. Zij draagt ook de zorg voor de slaven. Zij biedt vaak een helpende hand. - Philos: de hoofd slaaf van Lucius. Hij leert Folkrad lezen en schrijven als ze allebei tijd hebben
Het belangrijkste probleem uit het verhaal is de slavenring. Folkrad wil zijn vrijheid terug. Maar hij kan niet ontsnappen omdat hij die slavenring om heeft waarop staat van wie hij slaaf is. De hoofdpersonen lossen het probleem zelf op want nadat Folkrad Marcus vermoord helpt Cloë hem te ontsnappen en geeft zij hem ook een vijl mee. Na dat hij een eind gevlucht is, vijlt hij een nacht aan de Ring en begraaft hem onder de grond. Het hoogte punt uit het boek is wanneer Folkrad ontsnapt is en de dag daarna de Vesuvius uitbarst. Cloë is dan juist op zoek naar haar dochter die ze terug wil zien. Ze is dus in de stad als de vulkaan uitbarst eerst vallen er grote stenen en storten huizen in. Dan valt er allemaal puimsteen (poreus vulkanisch gesteente) en bedekt de stad onder een halve meter dikke laag. Daarna komt er een verstikkende as wolk die maar doorgaat. Cloë probeert er nog aan te ontsnappen maar zo wordt verstikt door de as wolk en sterft. Dat is juist op het moment dat Folkrad in een havenstad aangekomen is en daar zal wachten totdat Cloë ook zal komen. D - De schrijver en het boek De schrijver heeft met dit boek willen bereiken dat wij in de eerste plaats een leuk, spannend verhaal lezen, dat we ons amuseren. In de tweede plaats wil ze laten weten hoe een de mensen vroeger in die tijd leefden. En er wordt ook informatie gegeven over de Vesuvius en Pompeï De schrijver heeft verschillende titels ophaar naam staan. Dat zijn de volgende titels: -Bloedgeld -De amulet -De bastaard van Brussel -De guillotine -De reunie -De slavenring -Het Hercynische woud -Jehanne -Schaduwzuster -Schijndood -Zwarte sneeuw
Simone van der Vlugt wilde altijd schrijfster worden. Al toen ze een klein kind was. Op school werd zij geprezen om haar opstellen. Haar vader bracht haar indertijd de liefde voor geschiedenis bij. Bij haar dochter ziet ze die interesse voor historische voorwerpen en geschiedenis weer terugkomen. Toen ze ‘Kruistocht in spijkerbroek’ van Thea Beckman las, wist ze het zeker, zo wilde ze later ook worden: een schrijfster van dat soort boeken. Thea Beckman heeft in haar leven en een prachtig aantal goede boeken geschreven, vindt ze. Ze heeft een lerarenopleiding Frans en Nederlands gedaan omdat er vakken als jeugdliteratuur en creatief schrijven werden gegeven. Na de lerarenopleiding ging Simone als secretaresse aan het werk en schreef ze in haar vrije tijd haar eerste boek, ‘De amulet’. Het werd toen uitgegeven door Lemniscaat. Uiteindelijk is ze nooit aan lesgeven toegekomen. Ze komt wel vaak op scholen om met leerlingen haar boek te bespreken. De levenswijze van Simone van der Vlugt is niet echt in de tekst te herkennen. Ze heeft zich helemaal ingeleefd in het denken en doen van de hoofdpersoon. Wel worden in het verhaal verkrachters vermoord dus je kan zeggen dat ze daar op tegen is. Haar levensstijl is niet (door mij) in het boek te vinden. Ze blijft in haar boeken neutraal en leeft zich in in de persoon en de gebruiken van die tijd.
E - De mening van de lezer Ik vind het een mooi maar ook een triest verhaal. Het is in begrijpelijke taal geschreven en het leest gemakkelijk. Ik vind dat de schrijfster op een erg originele manier naar het hoogtepunt van het boek toeschrijft: de uitbarsting van de Vesuvius. Daarbij vertelt de schrijfster gelijk hoe het met een willekeurig persoon uit die tijd kon gaan. Folkrad kwam zo van een vrij normaal leven in de slaven wereld terecht. Wel vind ik het een beetje twijfelachtig dat verschrikkelijke gebeurtenissen zich achter elkaar opstapelen. Maar dat maakt het boek wel spannend. Het verhaal is neutraal de godsdienst speelt geen grote rol. Het christelijke geloof komt er voor en ook de Germaanse goden van Folkrad. Al met al was het een leuk boek om te lezen.