Beschrijvingsopdracht
Korte Motivatie Van Je Boekkeuze; Ik heb dit boek niet met een bepaalde reden gelezen. Ik zag het staan in de bibliotheek en ik dacht; dat lijkt me wel een leuk boek. Dus daarom heb ik het gelezen. Beschrijf Je Eerste Persoonlijke Reactie; Toen ik begon te lezen interesseerde het me helemaal niet. Ik vond het begin maar hartstikke saai en er gebeurde niets boeiends. Maar dat was alleen het begin. Ik vond het leuk en interessant. Ik kon me verplaatsen in de hoofdpersoon omdat zij natuurlijk ook een meisje is. Dan gaat het makkelijker dan wanneer de hoofdpersoon een jongen is. Ik vond het boek niet herkenbaar. Ik heb zelf gelukkig mijn vader nog. Het lijkt me heel erg als je vader er niet meer is en het lijkt me nog erger als je moeder een nieuwe vriend krijgt. Maar het lijkt me het ergst als je ook nog eens een hekel aan die man hebt. Zoals bij Maria en Bee. Zo’n boek zet je echt aan het denken. Stel dat ik ineens een ‘nieuwe’ vader zou hebben, dat lijkt me echt vreselijk. In het boek zitten ook vrolijke en opgewekte delen. Wanneer de kinderen lol hebben samen… Ik vond het wel heel zielig dat Bee het zich zo aan heeft getrokken. Zo’n jong kind en dan al trauma’s hebben. Ik had eigenlijk niet verwacht dat ze de beestenman echt zouden vermoorden, dus dat was best wel verrassend. Vat De Inhoud Kort Samen; Maria Talberg is een meisje dat samen met haar zusje Bee bij hun moeder woont. De moeder verdient zelf de kost en hun vader is verdwenen. Op een avond neemt de moeder iemand mee naar huis die zij oom Leen moeten noemen. De beide meisjes (Maria en Bee) vinden de man helemaal niet aardig en al gauw heeft oom Leen de naam; “beestenman.” Dat komt mede doordat hij een dierenwinkel heeft en omdat hij zelf een beest lijkt. De meisjes krijgen een steeds grotere hekel aan oom Leen en al gauw haten ze hem heel erg. Ze zijn bang en vies van hem. Hij maakt vaak lullige opmerkingen en heeft geen manieren. Wanneer de moeder van Maria en Bee in het ziekenhuis ligt zijn de meisjes alleen met de beestenman in huis. Ze maken plannen om hem dood te maken, niet echt natuurlijk, dat niet… Maar zodra hij hun lieve konijntje Nino vastpakt en hem zijn nek om wil draaien slaat Maria hem heel hard op zijn hoofd met een pan. Ze pakken hem bij zijn enkels beet en leggen hem in de kelder. Hij komt weer bij kennis en ze vermoorden hem dit keer echt. Hij wordt opgehaald en de meiden zijn van hem af. Maar of ze nu wel gelukkig zijn? Bee zit in een inrichting en heeft sinds de moord niet meer gepraat…
Verdiepingsopdracht
Analyseer Het Boek Op De Volgende Punten; Personages, Thematiek, Ruimte, Perspectief, Structuur, Stijl en Taal; Personages Maria Talberg is de hoofdpersoon in het verhaal. Zij is een jong meisje dat samen met haar moeder en zusje woont. Ze speelt veel met kinderen uit de buurt en is een gelukkig meisje. Ze heeft weleens rare dingen maar dat hebben alle kinderen. Zij is als personage beschreven dat ze als het ware echt voor mij leefde zeg maar. Het was heel goed geschreven. Zo verlies je ook niet je concentratie tijdens het lezen. Ze heeft geen specifieke eigenschappen en een bepaald karakter heeft ze ook niet echt. Ze heeft soms wel een beetje domme ideeën maar dat bepaald niet haar hele karakter. Ze gedraagt zich naar mijn mening wel een beetje kinderachtig. Dat komt misschien omdat ze veel met haar jongere zusje omgaat en met buurmeisjes speelt. Ik kan niet zeggen dat ik het juist vind wat ze gedaan heeft. Ze had misschien ook eerlijk tegen haar moeder kunnen zeggen hoe zij en Bee erover dachten. Maar aan de andere kant kan ik het wel begrijpen. Ze schrok natuurlijk en dacht dat hij dat lieve konijntje zijn nek om wilde draaien, ik denk dat ie het anders ook wel gedaan zou hebben. Tenminste hij werd echt beschreven in het boek als een boeman. Bee Talberg is een bijfiguur. Ze is vrij stil en huilt snel. Als ze haar zin niet krijgt wordt ze boos en gaat ze drammen. Ze komt uiteindelijk in een inrichting terecht omdat ze niet meer wil praten. Sinds Oom Leen dood is heeft ze niets meer gezegd. Over de moeder wordt echt heel weinig verteld, ze wordt beschreven als een hardwerkende vrouw die lief is voor haar dochters. Oom Leen is natuurlijk de slechterik van het verhaal. De beestenman. Hij is slecht gemanierd en onbeschoft. De meisjes vinden hem stinken en zijn bang voor hem. Ze hebben gezag voor hem. Dan zijn er nog de buurkinderen Mindy, Max, Johnny en Eppo. Die komen heel weinig aan bod. Je komt genoeg over de personages te weten om hun gedrag te begrijpen. Je hoeft geen dingen zelf in te vullen. Dat was wel plezierig. Thematiek Als je in een woord of zin opschrijft wat jij het belangrijkste van de tekst vind, dan heb je voor jezelf het thema eigenlijk genoteerd. Het thema van de rode strik is de haat voor de stiefvader, want daar draait het uiteindelijk allemaal om. Een motief in het verhaal is misschien ook een stukje eenzaamheid vanuit de moeder. Een ander motief uit dit boek is haat. Haat tegen de nieuwe vriend van haar moeder. Er zit geen leidmotief in dit verhaal, of je moet de rode strik een leidmotief willen noemen. Eerst denk je aan een lieve meisjesstrik maar dat verandert later in een ‘stropersstrik.’ Tijd en Ruimte In het begin van het boek lees je eerst een heel klein stukje dat Bee al in de inrichting zit, maar dat is snel over. Dan wordt het boek helemaal in chronologische volgorde verteld. De vertelde tijd is ongeveer een half jaartje denk ik. De verteltijd is hier korter dan de vertelde tijd. Het verteltempo wisselt nogal. Soms wordt er heel uitgebreid vertelt en soms ook heel algemeen. Het decor van het boek is voornamelijk het huis van Maria Talberg, verder spelen ook veel scenes buiten, met de buurkinderen. En nog een paar korte stukjes op vakantie en in de inrichting van Bee. Er is geen bepaalde sfeer aanwezig in dit verhaal volgens mij. De ruimte is ook niet symbolisch. Perspectief Het perspectief is wellicht een beetje kinderlijk. Er wordt gebruik gemaakt van een ikperspectief. Je weet niet helemaal of de ikpersoon wel zo betrouwbaar is. Structuur Het verhaal is een verhalende literaire tekst; een tekst waarin een verhaal verteld wordt. Er zitten geen of bijna geen spanningsbogen in het verhaal. En volgens mij wordt er door Mensje van Keulen ook geen gebruik gemaakt van manipulatietechnieken. Het verhaal is bijna helemaal in chronologische volgorde. Alleen aan het begin van het verhaal lees je eigenlijk het einde. Je leest dat Bee zeg maar gek geworden is en later merk je waarom. De structuur lijkt heel erg op de algemene structuur van verhalende teksten. Maar alleen begint dit verhaal met het einde. Eindsituatie, Maria is bij Bee in de inrichting, je vraagt je af waarom ze daar zit en hoe lang al. Ontstaan van het probleem, De beestenman komt in zicht. Verslechtering van de situatie, Ze krijgen een steeds grotere hekel aan Oom Leen. Dieptepunt, Moeder van Maria komt in het ziekenhuis te liggen en de meisjes houden het niet uit thuis met de beestenman. Verbetering van de situatie, De beestenman is dood Afronding, Bee wil niet meer praten. Stijl en Taal Er komt eigenlijk geen figuurlijk taalgebruik voor in het verhaal. het taalgebruik is normaal, maar er zitten soms wat kinderachtige uitspraken in, wat natuurlijk ook wel logisch is omdat je het verhaal leest via Maria en zij is nog een echt kind. Ook geen beeldspraak zit er in dit boek, dat leest wel makkelijk vind ik. Je weet direct wat er bedoeld wordt.
Raadpleeg De Secundaire Literatuur Over Deze Schrijver;
Ik heb een recensie kunnen vinden op de website van De Trouw. Ik ben er heel lang mee bezig geweest om uiteindelijk een recensie te vinden.
De recensent is positief over het boek.
Net zo als ik eigenlijk. Ik heb eerst deze opdrachten gemaakt en daarna de recensie gezocht. Sommige dingen die de recensent vermelde heb ik ook gedacht dat was wel grappig.
Ik heb verder nog niet eerder boeken van Mensje van Keulen gelezen.
Dus ik weet ook niet helemaal wat haar schrijfstijl is.
Evaluatie
Ik heb met plezier dit boek gelezen en ik zou het zeker aanraden aan een ander. Het is wel gemakkelijk boek. Het is ook goed te lezen door 13/14 jarigen denk ik.
De verdiepingsopdracht ging wel goed alleen kon ik niet veel informatie vinden over Mensje van Keulen en heb ik maar een recensie kunnen vinden. Dus ik moest wel deze nemen. Dat was wel jammer. Ik kon niet kiezen.
Verder ging het goed.
Korte Motivatie Van Je Boekkeuze; Ik heb dit boek niet met een bepaalde reden gelezen. Ik zag het staan in de bibliotheek en ik dacht; dat lijkt me wel een leuk boek. Dus daarom heb ik het gelezen. Beschrijf Je Eerste Persoonlijke Reactie; Toen ik begon te lezen interesseerde het me helemaal niet. Ik vond het begin maar hartstikke saai en er gebeurde niets boeiends. Maar dat was alleen het begin. Ik vond het leuk en interessant. Ik kon me verplaatsen in de hoofdpersoon omdat zij natuurlijk ook een meisje is. Dan gaat het makkelijker dan wanneer de hoofdpersoon een jongen is. Ik vond het boek niet herkenbaar. Ik heb zelf gelukkig mijn vader nog. Het lijkt me heel erg als je vader er niet meer is en het lijkt me nog erger als je moeder een nieuwe vriend krijgt. Maar het lijkt me het ergst als je ook nog eens een hekel aan die man hebt. Zoals bij Maria en Bee. Zo’n boek zet je echt aan het denken. Stel dat ik ineens een ‘nieuwe’ vader zou hebben, dat lijkt me echt vreselijk. In het boek zitten ook vrolijke en opgewekte delen. Wanneer de kinderen lol hebben samen… Ik vond het wel heel zielig dat Bee het zich zo aan heeft getrokken. Zo’n jong kind en dan al trauma’s hebben. Ik had eigenlijk niet verwacht dat ze de beestenman echt zouden vermoorden, dus dat was best wel verrassend. Vat De Inhoud Kort Samen; Maria Talberg is een meisje dat samen met haar zusje Bee bij hun moeder woont. De moeder verdient zelf de kost en hun vader is verdwenen. Op een avond neemt de moeder iemand mee naar huis die zij oom Leen moeten noemen. De beide meisjes (Maria en Bee) vinden de man helemaal niet aardig en al gauw heeft oom Leen de naam; “beestenman.” Dat komt mede doordat hij een dierenwinkel heeft en omdat hij zelf een beest lijkt. De meisjes krijgen een steeds grotere hekel aan oom Leen en al gauw haten ze hem heel erg. Ze zijn bang en vies van hem. Hij maakt vaak lullige opmerkingen en heeft geen manieren. Wanneer de moeder van Maria en Bee in het ziekenhuis ligt zijn de meisjes alleen met de beestenman in huis. Ze maken plannen om hem dood te maken, niet echt natuurlijk, dat niet… Maar zodra hij hun lieve konijntje Nino vastpakt en hem zijn nek om wil draaien slaat Maria hem heel hard op zijn hoofd met een pan. Ze pakken hem bij zijn enkels beet en leggen hem in de kelder. Hij komt weer bij kennis en ze vermoorden hem dit keer echt. Hij wordt opgehaald en de meiden zijn van hem af. Maar of ze nu wel gelukkig zijn? Bee zit in een inrichting en heeft sinds de moord niet meer gepraat…
Analyseer Het Boek Op De Volgende Punten; Personages, Thematiek, Ruimte, Perspectief, Structuur, Stijl en Taal; Personages Maria Talberg is de hoofdpersoon in het verhaal. Zij is een jong meisje dat samen met haar moeder en zusje woont. Ze speelt veel met kinderen uit de buurt en is een gelukkig meisje. Ze heeft weleens rare dingen maar dat hebben alle kinderen. Zij is als personage beschreven dat ze als het ware echt voor mij leefde zeg maar. Het was heel goed geschreven. Zo verlies je ook niet je concentratie tijdens het lezen. Ze heeft geen specifieke eigenschappen en een bepaald karakter heeft ze ook niet echt. Ze heeft soms wel een beetje domme ideeën maar dat bepaald niet haar hele karakter. Ze gedraagt zich naar mijn mening wel een beetje kinderachtig. Dat komt misschien omdat ze veel met haar jongere zusje omgaat en met buurmeisjes speelt. Ik kan niet zeggen dat ik het juist vind wat ze gedaan heeft. Ze had misschien ook eerlijk tegen haar moeder kunnen zeggen hoe zij en Bee erover dachten. Maar aan de andere kant kan ik het wel begrijpen. Ze schrok natuurlijk en dacht dat hij dat lieve konijntje zijn nek om wilde draaien, ik denk dat ie het anders ook wel gedaan zou hebben. Tenminste hij werd echt beschreven in het boek als een boeman. Bee Talberg is een bijfiguur. Ze is vrij stil en huilt snel. Als ze haar zin niet krijgt wordt ze boos en gaat ze drammen. Ze komt uiteindelijk in een inrichting terecht omdat ze niet meer wil praten. Sinds Oom Leen dood is heeft ze niets meer gezegd. Over de moeder wordt echt heel weinig verteld, ze wordt beschreven als een hardwerkende vrouw die lief is voor haar dochters. Oom Leen is natuurlijk de slechterik van het verhaal. De beestenman. Hij is slecht gemanierd en onbeschoft. De meisjes vinden hem stinken en zijn bang voor hem. Ze hebben gezag voor hem. Dan zijn er nog de buurkinderen Mindy, Max, Johnny en Eppo. Die komen heel weinig aan bod. Je komt genoeg over de personages te weten om hun gedrag te begrijpen. Je hoeft geen dingen zelf in te vullen. Dat was wel plezierig. Thematiek Als je in een woord of zin opschrijft wat jij het belangrijkste van de tekst vind, dan heb je voor jezelf het thema eigenlijk genoteerd. Het thema van de rode strik is de haat voor de stiefvader, want daar draait het uiteindelijk allemaal om. Een motief in het verhaal is misschien ook een stukje eenzaamheid vanuit de moeder. Een ander motief uit dit boek is haat. Haat tegen de nieuwe vriend van haar moeder. Er zit geen leidmotief in dit verhaal, of je moet de rode strik een leidmotief willen noemen. Eerst denk je aan een lieve meisjesstrik maar dat verandert later in een ‘stropersstrik.’ Tijd en Ruimte In het begin van het boek lees je eerst een heel klein stukje dat Bee al in de inrichting zit, maar dat is snel over. Dan wordt het boek helemaal in chronologische volgorde verteld. De vertelde tijd is ongeveer een half jaartje denk ik. De verteltijd is hier korter dan de vertelde tijd. Het verteltempo wisselt nogal. Soms wordt er heel uitgebreid vertelt en soms ook heel algemeen. Het decor van het boek is voornamelijk het huis van Maria Talberg, verder spelen ook veel scenes buiten, met de buurkinderen. En nog een paar korte stukjes op vakantie en in de inrichting van Bee. Er is geen bepaalde sfeer aanwezig in dit verhaal volgens mij. De ruimte is ook niet symbolisch. Perspectief Het perspectief is wellicht een beetje kinderlijk. Er wordt gebruik gemaakt van een ikperspectief. Je weet niet helemaal of de ikpersoon wel zo betrouwbaar is. Structuur Het verhaal is een verhalende literaire tekst; een tekst waarin een verhaal verteld wordt. Er zitten geen of bijna geen spanningsbogen in het verhaal. En volgens mij wordt er door Mensje van Keulen ook geen gebruik gemaakt van manipulatietechnieken. Het verhaal is bijna helemaal in chronologische volgorde. Alleen aan het begin van het verhaal lees je eigenlijk het einde. Je leest dat Bee zeg maar gek geworden is en later merk je waarom. De structuur lijkt heel erg op de algemene structuur van verhalende teksten. Maar alleen begint dit verhaal met het einde. Eindsituatie, Maria is bij Bee in de inrichting, je vraagt je af waarom ze daar zit en hoe lang al. Ontstaan van het probleem, De beestenman komt in zicht. Verslechtering van de situatie, Ze krijgen een steeds grotere hekel aan Oom Leen. Dieptepunt, Moeder van Maria komt in het ziekenhuis te liggen en de meisjes houden het niet uit thuis met de beestenman. Verbetering van de situatie, De beestenman is dood Afronding, Bee wil niet meer praten. Stijl en Taal Er komt eigenlijk geen figuurlijk taalgebruik voor in het verhaal. het taalgebruik is normaal, maar er zitten soms wat kinderachtige uitspraken in, wat natuurlijk ook wel logisch is omdat je het verhaal leest via Maria en zij is nog een echt kind. Ook geen beeldspraak zit er in dit boek, dat leest wel makkelijk vind ik. Je weet direct wat er bedoeld wordt.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden