De rat van Arras door Adriaan van Dis

Beoordeling 8
Foto van Cees
Boekcover De rat van Arras
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 1143 woorden
  • 13 september 2004
  • 85 keer beoordeeld
Cijfer 8
85 keer beoordeeld

Boekcover De rat van Arras
Shadow
De rat van Arras door Adriaan van Dis
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Adriaan Van Dis De rat van Arras
De schrijver
Adriaan van Dis debuteerde in de Nederlandse literatuur met Nathan Sid , een roman over zijn Indische jeugd. Dat motief speelde ook een rol in de roman Indische Duinen. Verder schreef hij o.a. nog Dubbelliefde, een Amsterdamse roman over seks en politiek. Bekend werden ook zijn reisromans Casablanca, Een barbaar in China, Het beloofde land en In Afrika. Hij was een bekend presentator van talkshows op de VPRO-televisie. Genre De rat van Aras werd uitgegeven in het fonds van De Bijenkorf ter gelegenheid van de Boekenweek 1986. Het boekje telt 53 bladzijden en is een novelle, omdat er slechts één kleine verhaallijn wordt verteld. Eigenlijk zijn er maar twee personages Maria La Tour en Sebastiaan Lepel.
Perspectief Het verhaal wordt verteld door een ik-verteller, Sebastiaan Lepel, journalist bij een krant. Hij moet als journalist een betrouwbaar getuige zijn van de gebeurtenissen. Er zijn geen afwijkingen van het perspectief. Vertelwijze Het verhaal wordt chronologisch verteld. Er zijn 9 ongetitelde en ongenummerde hoofdstukken, die door stukken wit van elkaar gescheiden zijn. Hoewel er door mevrouw La Tour veel over haar verleden wordt verteld, wordt de chronologische volgorde niet doorbroken. Decor Het verhaal speelt zich af in Laren en Arras. In beide plaatsen wordt bovendien verteld over de oorlogssituatie in Nederlands-Indie. De verteltijd neemt maar enkele weken in beslag. Eind oktober ontmoeten de beide personages elkaar op de avond met de hypnotiseur Leenmans, op 8 november vertrekken ze naar Arras en ze verblijven daar enige dagen. Tot Kerstmis wordt Maria opgenomen in een inrichting en een dag na Nieuwjaar eindigt de novelle met de brief van pater Roger. Omdat de oude vrouw ongeveer 80 haar is, zal het verhaal in het begin van de tachtiger jaren spelen. Thematiek Het oeroude thema van “Dichtung und Waarheid” staat centraal in deze novelle: het thema van fantasie en werkelijkheid. Beleeft Maria La Tour het verleden opnieuw of doet ze dit slechts in haar hoofd. De motieven die van Dis gebruikt zijn daarbij oorlogstrauma, het jappenkamp, de dood, reïncarnatie. Maar alle motieven hebben direct te maken met het motief of alles op fantasie of werkelijkheid berust. Naamgeving Van Dis geeft symbolische namen aan zijn personages. Maria (die naam staat natuurlijk symbool voor de vrouw in het algemeen) en La Tour betekent “toren” maar met een ander lidwoord natuurlijk ook de ronde. Want “geboorte is geen begin en de dood is geen einde”, zegt Maria in het eerste hoofdstuk.. De naam Lepel is een palindroom, een woord dat ook andersom kan worden gelezen. Ook dit suggereert een omkering van leven en dood, wat de basis is voor de reïncarnatie. Heet haar man niet toevalligerwijs Onno (ook een palindroom). Daarnaast keren ratten keren steeds terug in het verhaal: in het jappenkamp komt Arthur om het leven door een rattenbeet; in het verleden is Maria in Arras terechtgekomen; de stad met het symbool van de rat in het stadswapen. De ratten hebben ook de pest veroorzaakt die er heerste toen ze in Arras werd opgejaagd. Ook de naam Leenmans van de hypnotiseur wijst terug naar het verleden, nl. de Middeleeuwen. En Theo, zijn voornaam, wijst naar het goddelijke.
Samenvatting van de inhoud Sebastiaan Lepel ontmoet op een avond met een hypnotiseur de oude mevrouw La Tour die heilig in een spirituele wereld en reïncarnatie gelooft. Aan het einde van de avond, die Lepel nogal cynisch bekijkt, nodigt ze hem uit voor een bezoek aan haar huis in Laren. Ze vertelt hem dat ze tijdens de seance van de hypnotiseur door de straten van Arras heeft gerend. Kort daarna wordt op de redactie van de krant een brief bezorgd waarin La Tour schrijft dat ze Lepel nodig heeft. Hij gaat haar opzoeken. Ze laat hem tijdens het bezoek een reïncarnatiehoroscoop zien die ze heeft laten opmaken, waaruit blijkt dat ze tijdens de 17e eeuw in Arras heeft gewoond. Ook vertelt ze hem van haar Indische verleden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft ze in een Jappenkamp gezeten. Haar zoon en man zijn destijds omgekomen. Een paar dagen later komt er weer een brief voor Sebastiaan. De oude vrouw wil eigenlijk met hem een bezoek brengen aan Arras. Opnieuw komt het Indische verleden ter spraken. Zo vertelt Maria o.a. dat haar man Onno op het moment van sterven aan haar verschenen is in een soort visioen. Sebastiaan is wel geïnteresseerd vanwege zijn eigen Indische rots. E vertelt hem ook van haar reïncarnatie waarin ze steeds wordt achtervolgd door een woedende menigte die haar tot in een ondergrondse kerk (crypte) vervolgd. Ze nodigt hem uit mee te gaan naar Arras. Op vrijdag 8 november haalt Lepel Maria La Tour op: ze rijden naar Arras. Het stadje valt erg tegen, maar wanneer Maria bij een torentje staat, voelt de een sterke innerlijke drang (zelf heet ze ook nog La Tour). De bode van het stadhuis verwijst haar naar Gustave Roger, een pater die tevens archivaris van de stad Arras is. Die ontmoeten ze de volgende dag en hij vertelt o.a. dat de naam Arras afkomstig is van ratten. Letterlijk betekent Arras: het besmette water van de ratten, vandaar dat in het stadswapen van Arras een rat staat afgebeeld. De Nederlandse naam van Arras is Atrecht. Bij een nieuwe zwerftocht door de stad wordt Maria La Tour naar een kerk getrokken waarop Johannes de Doper staat afgebeeld. Ze worden echter door arbeiders die met renovatie bezig zijn, weggestuurd. Maria ziet er de volgende dag erg slecht uit; toch wil ze de ondergrondse kerk bezoeken. Wanneer ze dit doen, krijgt Maria een waanaanval, waarin ze denkt dat ze achterna gezeten wordt. Ze herbeleeft de tocht naar de crypte en in haar armen is haar zoon Arthur (een baby nog ) dood.. Maria wordt naar een dokter gebracht. Ze komt enigszins tot rust. Ze vertelt hoe haar zoon Arthur gestorven is. In het Jappenkamp werden ze op een dag opgesloten in een vochtig hok, Arthur wilde ratten vakken om ze te eten, maar hij werd waarschijnlijk gebeten en aan een vergiftiging is hij gestorven. Sebastiaan brengt haar terug naar Laren. Van haar huisarts hoort hij dat ze elk jaar zo’n traumatische aanval heeft. Wat later blijkt dat Maria is opgenomen in een Therapeutisch Centrum. De huisarts is boos dat ze naar Arras zijn geweest. Maria heeft hem verteld dat ze in Sebastiaan haar gereïncarneerde zoon ziet. De huisarts heeft als theorie dat ze het verleden van Arras oproept omdat er voor de slachtoffers van de jappenkampen geen aandacht in Nederland is. Na Nieuwjaar komt er een briefje van Maria waarin ze Sebastiaan vraagt haar te komen opzoeken. Ze heeft nog maar één leven overgehouden door de therapie. Dan komt er een brief van pater Roger uit Arras. Tijdens de werkzaamheden is er een ondergrondse crypte gevonden met daarin enige stoffelijke resten. “Interessant’, heeft de pater onder de brief gekrabbeld.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De rat van Arras door Adriaan van Dis"

Ook geschreven door Cees