Auteur: Karel Glastra van Loon
Titel: De Passievrucht
Uitgever: L.J. Veen
Plaats van uitgave: Amsterdam/ Antwerpen
Jaar van eerste uitgave: 1999
Samenvatting
'Wereldwijd is een op de tien kinderen niet verwekt door de man waarvan men aanneemt dat hij de vader is. Dat cijfer is in de westerse wereld niet anders dan elders.' Dat is een verbluffend percentage, als je er even bij stilstaat bij het zien van een uitgaande school, of een crèche met leuke geëmancipeerde afhaalpapa's met draagzakbaby. Een op de tien is dus een schijnverwekker, hun geliefde een vreemdgangster, een leugenaar. Deze nepvaders zijn de genetische verliezers op het slagveld van de liefde: 'Eén op de vijfentwintig concepties vindt plaats terwijl zich in de baarmoeder van de betrokken vrouw minstens twee verschillende spermalegers bevinden.'
Deze statistische gegevens treft Armin, de hoofdpersoon in de roman De passievrucht, aan tijdens zijn zoektocht naar de harde feiten over vruchtbaarheid, conceptie en de wegen der genen. Hij stort zich in het onderwerp sinds de dag dat een arts hem vertelde dat hij lijdt aan de ziekte van Klinefelter, een afwijking aan de geslachtschromosomen die tot totale onvruchtbaarheid leidt. 'De kinderen die een vrouw gaat baren, lijken op degene die ze liefheeft. Als dat haar man is, dan lijken ze op haar man. Als dat een echtbreker is, dan lijken ze op die echtbreker', leest hij in het voorwetenschappelijke Evangelie van Philippus. Ook die observatie geeft te denken: de 13-jarige Bo die hij al die tijd zijn zoon noemde, lijkt sprekend op hem. Natuurlijk, want Bo's moeder, de tien jaar geleden overleden Monika, hield van hem.
Wat doet een man die na dertien jaar tot de verbijsterende ontdekking komt dat zijn kind zijn kind niet kan zijn? Dat het aanbiddelijke jongetje dat hij, de weduwnaar, elke dag koesterde, voorlas, in bad deed, met wie hij door de stad sjouwde, ging vissen en hagedissen zoeken, andermans zoon is? Dat zijn grote liefde een geheim meenam in haar graf, en hij bij zijn nieuwe vriendin nooit een kind zal kunnen verwekken? Zo'n man wil zich koste wat het kost wreken op de vader. 'Op de dader'. De vijandelijke spermalegers mogen aan zijn lamme zaadcellen een makkie hebben gehad, de tegenstander dient alsnog vermorzeld te worden. Dit intrigerende gegeven koos Karel Glastra van Loon voor zijn tweede boek, opvolger van de verhalenbundel Vannacht is de wereld gek geworden uit 1997. En hij werkt het op sublieme wijze uit.
De roman is zorgvuldig opgebouwd. Het verbeten en systematische recherchewerk vormt de hoofdlijn in het verhaal. Armin maakt een lijst van verdachten. Hij zoekt hen op, confronteert de potentiële verwekkers met zijn waarheid, en moet de meeste weer doorstrepen op zijn lijst. Op een na, Niko, de softe versierder met wie Monika op een alternatief reisbureau werkte. Deze Niko noemde zijn officiële oudste zoon ook Bo, de schoft. In zijn familiealbum treft Armin, onder valse voorwendselen bij zijn echtgenote binnengedrongen, een foto van Monika aan. Vreemd is alleen dat zijn Bo, Monika's Bo, geen steek lijkt op deze Niko.
Het hoofdverhaal wordt doorsneden met hoofdstukken die in het verleden spelen. Daarin wordt het verhaal verteld van drie liefdes. Armins vijf jaar durende, zeer gelukkige verhouding met Monika, die plotseling stierf aan een hersenvliesontsteking. Zijn grote liefde voor Bo, met wie hij ontredderd achterbleef en voor wie hij bleef zorgen toen hij zich na Monika's dood onderdompelde in alcohol. En zijn liefde voor Ellen, Monika's vriendin, die hem uit het moeras trok en met wie hij ging samenwonen.
In de jaren na Monika's dood stierven Armins moeder en vader. Sinds de komst van Monika had hij voor het eerst het gevoel dat zijn vader hem als zijn gelijke beschouwde, en niet langer als de mislukte zoon. Zijn vader was 'een alleskunner'.
De roman eindigt met een klassieke catharsis. Tijdens een korte vakantie op Ameland, waar Armin met Bo naartoe is gegaan om tot rust te komen, barst zijn zelfbeheersing. Als hij de 14-jarige Bo 's ochtends in bed aantreft met een meisje, krijgen vader en zoon voor het eerst slaande ruzie. Armin, nog dronken van de nacht ervoor, schreeuwt dat hij zijn vader niet is. 'Hoor je dat? Ik ben je vader niet, je vader is een of andere rokkenjager uit Haarlem die niet van je moeder kon afblijven. Daar kijk je van op hè? Die lag ongetwijfeld ook al op zijn veertiende kleine meisjes te neuken!' En dan, als het eenmaal gezegd is, en Armin er schuldbewust in berust dat hij de verwekker niet zal achterhalen, vindt hij hem. Bij toeval. Het is iemand die niet op zijn lijstje stond.
De passievrucht is geschreven in een hartstochtelijke, geladen stijl. De roman schiet vooruit als een springveer, verteld door een ik-figuur die zich hyperbewust is van zijn eigen, wonderlijke gedrag. Iemand die, woedend, jaloers en ontgoocheld als hij is, alle zintuigen op scherp heeft staan. Ieder uitgesproken zinnetje, iedere coïncidentie, iedere minieme verandering beschouwt hij als een aanwijzing. Door de uitgebalanceerde afwisseling van scènes uit verleden en heden word je als lezer gedwongen eigen hypothesen te ontwikkelen en te verwerpen. Kleine voorvallen uit het leven van zoon, vader en grootvader blijken onnadrukkelijk te 'rijmen' op elkaar. De schrijver heeft het geheel superieur in de hand.
Maar die superioriteit wordt niet met trots vertoond. Glastra van Loon laat zijn verteller door het slijk wentelen. Bovendien heeft hij de verkwikkende eigenschap ook de meest genante en kinderlijke gedachten, die iedereen het liefst snel wegduwt, gewoon op te schrijven. Zo zitten Armin, zijn vriendin Ellen en de begrafenisondernemer bij het lijk van zijn vader. 'We bespreken de dingen die op zo'n moment besproken moeten worden, precies zo als twee jaar geleden. Het is zelfs dezelfde man. Alleen mijn vader neemt niet deel aan het gesprek. Hij zit met gesloten ogen in zijn stoel.'
Uiteindelijk vindt ieder in dit ingewikkelde kluwen van levens weer zijn plaats. De passie-vrucht, begonnen als een verbitterde speurtocht, eindigt als een roman over de genezende kracht van de liefde. Liefde tussen minnaars, vaders, broers en zonen. Een spannende, zeer ontroerende roman, met groot vakmanschap geschreven, waarin nurture uiteindelijk triomfeert over nature. De met blinde wetmatigheid opererende genen en chromosomen hebben in dit fascinerende gevecht tenslotte het nakijken. En dat is een geruststellende gedachte voor de vaders van een op de tien kinderen.
Thema
Het centrale thema in het boek is het achterhalen van de waarheid over je kind en de twijfel aan het vaderschap. Hier kom je al lezend achter door heel veel flash-backs over de opvoeding van Bo, die toch verre van normaal is.
Een dieper liggend thema zou het feit kunnen zijn dat wij, de mens, denken de werkelijkheid te kennen, maar dat die toch anders is; je moet niet te gauw denken dat je overtuigingen kloppen met de realiteit.
Titelverklaring
In het woordenboek staat als betekenis voor passievrucht:
benaming voor een plantengeslacht in Tropisch Amerika
Ik denk niet dat Karel Glastra van Loon deze plant heeft bedoeld als titel voor zijn boek. Ik denk dat hij het woord letterlijk heeft genomen. Het boek gaat over vruchtbaarheid. Armin dacht dat zijn zoontje uit een ‘passievrucht’ was geboren, maar dat blijkt niet zo te zijn, althans, niet uit de ‘passievrucht’ van Armin.
In het woord passievrucht zit ook het woord ‘passief’. In het boek blijkt Armin tot zijn onwil passief. Er zijn verschillende dingen gebeurd die hij graag anders had gezien, die hij ‘actief’ had willen bestrijden of voorkomen. Dit kon hij echter niet en hij moest ‘passief’ toezien.
Boek en schrijver
Tijd: Het verhaal speelt zich af in het verleden, waarvan de lezer de afloop weet, en in het heden, waarvan men nog niet weet wat er in de toekomst zal gebeuren. In het verleden wordt verteld over de relatie tussen Monica en Armin en over de periode na de dood van Monica. In het heden wordt verteld over de speurtocht van Armin naar de biologische vader van Bo.
De vertelde tijd loopt ongeveer vanaf het begin van de relatie tussen Armin en Monica tot de ontdekking van de echte vader van Bo, ongeveer vijftien jaar.
Stroming: Moderne roman
Schrijver: Karel Glastra van Loon is geboren op 24 december 1962 in Amsterdam en komt uit een groot gezin. Als jongetje van negen wilde hij bioloog worden en begon hij een nooit voltooid boek over de edele kunst van het vissen. Op het Gymnasium (Bèta) raakte hij onder invloed van de dichter Paul van Ostijen en schreef hij radicaal-geëngageerde gedichten die nooit zijn gepubliceerd. Vanaf dat moment wilde hij niet langer bioloog worden, maar journalist. Na een jaar in de Verenigde Staten, waar hij op de Hastings Senior High School in Minnesota zat, werkte Karel Glastra van Loon achtereenvolgens bij de Sociale Dienst Amsterdam, als bureauredacteur bij Elsevier Science Publishers, was hij leerling-journalist bij Libelle, en algemeen verslaggever voor Nieuwe Revu. Als verslaggever maakte hij reizen naar onder meer China, Cuba, Tsjecho-Slowakije, Rusland, Armenië, Estland en Koeweit. In dezelfde periode werkte hij als vrijwilliger in Nicaragua bij een herbebossingproject.
Sinds 1991 is Glastra van Loon freelance journalist voor diverse media. Hij was redacteur van de programma's Karel, Lolapaloeza, Hagens, Het Laatste Woord en Haenen voor de Nacht. Daarnaast was hij regisseur voor de zendtijd politieke partijen van de Socialistische Partij en maker/regisseur van VPRO's Lopende Zaken.
Karel Glastra van Loon is een sterk geëngageerd auteur. De eerste non-fictieboeken die hij schreef hadden een grote maatschappelijke lading. Hij debuteerde in 1994 met De Poppe-methode over milieu-activist Remi Poppe, in 1995 gevolgd door Herman, een 'biografie' van de beroemdste, want eerste genetische gemanipuleerde stier van Nederland, dat hij samen met Karin Kuiper schreef. In 2000 schreef Karel Glastra van Loon samen met Jan Marijnissen, SP-voorzitter van de Tweede-Kamerfractie, het boek De laatste oorlog, over de rol van Nederland in internationale conflicten. De auteurs spraken daarvoor onder anderen met Hans van den Broek, Noam Chomsky en Lord Carrington.
Karel Glastra van Loon debuteerde in 1997 als literair auteur met de verhalenbundel Vannacht is de wereld gek geworden, waarmee hij werd genomineerd voor de ECI-prijs Schrijvers van Nu. In deze verhalenbundel maakt Karel Glastra van Loon naadloos de stap van (onderzoeks)journalist naar literair auteur. In het eerste verhaal, 'De taal van zwaluwen' schrijft hij bijvoorbeeld over Het Plein van de Hemelse Vrede in China, waar de schrijver als journalist aanwezig was toen daar in 1989 de Studentenopstand uitbrak. In een interview zei hij naar aanleiding daarvan later: 'Ik hoef mijn engagement niet te wantrouwen: als het er op aankomt, handel ik ernaar.'
In 1999 verscheen de roman De passievrucht, waarin de ontroerende zoektocht wordt beschreven van een vader die ontdekt dat zijn zoon niet zíjn kind kan zijn. De passievrucht kreeg juichende kritieken en werd bekroond met de Generale Bank Literatuurprijs 1999. Inmiddels zijn de vertaalrechten wereldwijd verkocht en momenteel is ook de verfilming van de roman, waarvan bijna 200.000 exemplaren werden verkocht, in voorbereiding. Onlangs verscheen Lisa's adem, de prachtige nieuwe roman van Karel Glastra van Loon.
Beoordeling
Het boek ‘De Passievrucht’ gaat over een man die de halfbroer is van zijn zoon, een onrealistische zin. Daar gaat het verhaal over, de man hoort dat hij altijd onvruchtbaar is geweest en zijn zoon dus niet zijn zoon is. Hij gaat op zoek naar de werkelijke vader, zíjn vader. In een heel realistisch verhaal verteld Glastra van Loon over de zoektocht van de man naar de vader. In het verleden wordt er verteld over de liefde en verdriet tussen hem en zijn vrouw, zijn zoon, zijn ouders, zijn vriendin. Dit gebeurt vaak niet al te duidelijk. En dat is juist het plezierige aan het verhaal, men weet de toekomst niet. En misschien wil men die toekomst wel helemaal niet weten. Daar worstelt de man ook mee, moet hij het zijn zoon vertellen? Zal hij zijn zoon kwijtraken? ‘Bijzaken’ waar je helemaal niet aan gedacht had.
Openhartig wordt er gepraat in de ik-vorm. Door die ik-vorm kan men zich beter verplaatsen in de man, die zich alles herinnert van zijn dode vrouw, die zich alles herinnert over zijn zoon die niet zijn zoon zou zijn, die alle liefde in zijn leven moet heroverwegen. Alle liefde wat beschreven wordt, niks van alle liefde wordt overgeslagen, behalve die éne keer. Die éne keer waarvan hij geen weet had, waarvan de lezer geen weet heeft. Die éne keer moet hij opsporen, maar die éne keer vindt hem eerder. In een heel onverwacht moment, waarin een heel onverwachte brief wordt voorgelezen, krijgt men de onverwachtste ontknoping van het verhaal.
Iets wat men niet zou hebben verwacht, wat het extra plezierig maakt dit boek te lezen. Zal hij nú, nu de dader dood is, nu het geen bedreiging meer is, zal hij het nú zijn zoon vertellen? Hij vertelt het niet… Hij schreeuwt het, in een dronken bui, in een ruzie. Een onverwachte ruzie, een ruzie dat niet leuk is, de lezer wil dit niet, de lezer wil geen ruzie. De lezer wil dat de man het rustig had verteld, dat ze beide zouden huilen, dat ze nog lang en gelukkig zouden leven. Ondanks alle pijn en verdriet in zijn leven, nog gelukkig leven. Met de ogen dicht slapen, eindelijk wetend wie mijn vader is. Niet meer bang hoeven te zijn.
Wil de schrijver dat? Dat de lezer niet meer bang hoeft te zijn? Nee, de lezer moet nadenken over alles wat gezegd is, of alles wel waar is wat gezegd is, wat men beleefd heeft, of alles in de liefde niet berust op één grote leugen. Want je weet het niet, je weet niet wat een ander denkt. Behalve als die ander dit verwoordt in een prachtig boek, alleen dan kom je te weten wat een ander denkt.
REACTIES
1 seconde geleden