De ontdekking van de hemel door Harry Mulisch

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover De ontdekking van de hemel
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 6346 woorden
  • 14 december 2016
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
2 keer beoordeeld

Boekcover De ontdekking van de hemel
Shadow

Is de hemel een organisatie die op het punt staat begrepen en opgerold te worden door de technologisch hoogontwikkelde mens van de twintigste eeuw? De ontdekking van de hemel (1992) is een totaalroman waarin alle thema’s en obsessies uit het werk van Harry Mulisch in 65 hoofdstukken bijeenkomen. Dit monumentale boek is tegelijk een psychologische roman, een filo…

Is de hemel een organisatie die op het punt staat begrepen en opgerold te worden door de technologisch hoogontwikkelde mens van de twintigste eeuw? De ontdekking van de hemel (1992…

Is de hemel een organisatie die op het punt staat begrepen en opgerold te worden door de technologisch hoogontwikkelde mens van de twintigste eeuw? De ontdekking van de hemel (1992) is een totaalroman waarin alle thema’s en obsessies uit het werk van Harry Mulisch in 65 hoofdstukken bijeenkomen. Dit monumentale boek is tegelijk een psychologische roman, een filosofische roman, een tijdroman, een ontwikkelingsroman, een avonturenroman en een alles overkoepelend mysteriespel.

De ontdekking van de hemel door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Leesverslag: De ontdekking van de hemel
Titelbeschrijving
Auteur: Harry Mulisch  
Titel: De ontdekking van de hemel
Ondertitel: -
Plaatsnaam: Amsterdam
Jaar van verschijning: 1992
Druk: 42ste druk
Genres: Fictie, Roman
Pagina's: 927
Hoofdstukken: 65
Deze hoofdstukken zijn weer onderverdeeld in 4 delen, namelijk Eerste deel: Het begin van het begin, Tweede deel: Het einde van het begin, Derde deel: Het begin van het einde en het Vierde deel: Het einde van het einde. De volledige verdeling ziet er als volgt uit: EERSTE DEEL: HET BEGIN VAN HET BEGIN
 Proloog

1. Het familiefeest
2. Hun ontmoeting
3. Thuisbrengen
4. Vriendschap
5. Buiten spelen
6. Nog een ontmoeting
7. De sterrenwacht
8. Een idylle
9. De demonen
10. De zigeuners
11. Het proces
12. De driehoek
13. Opruiming
14. Restitutie
15. De uitnodiging
16. Het congres
17. Hete dagen
18. Het verdwijnpunt
19. In zee
De opdracht
TWEEDE DEEL: HET EINDE VAN HET BEGIN
Eerste intermezzo
20. De Hooblei
21. De boodschap
22. Wat nu?
23. Kruis of munt
24. De bruiloft
25. De spiegel
26. Fancy
27. Troost
28. De uitvaart
29. Onomkeerbaarheid

30. Het schavot
31. Het aanzoek
32. Beunhazerij
33. Sectio caesarea
Uit de diepte
DERDE DEEL: HET BEGIN VAN HET EINDE
Tweede intermezzo
34. Het geschenk
35. De intocht
36. Het monument
37. Expedities
38. Het graf
39. Verdere expedities
40. De woordenwereld
41. Afwezigheid
42. De Burcht
43. Vondsten
44. Het Niet
45. Veranderingen
46. De vrije markteconomie
47. De muziek
48. Snelheden
49. De Westerbork
50. Het besluit
Uit de diepte
VIERDE DEEL: HET EINDE VAN HET EINDE
Derde intermezzo
51. De Gouden Muur
52. Italiensche Reise
53. De schaduw

54. De stenen van Rome
55. De plek
56. Schriftgeleerdheid
57. Ontdekkingen
58. Voorbereidingen
59. Antichambreren
60. Het commando
61. De vlucht
62. Derwaarts
63. Het midden van het midden
64. Chawah Lawan?
65. De Wetnemer
Epiloog

Samenvatting
De ontdekking van de hemel telt 900 pagina's en bestaat uit vier delen: 'Het begin van het begin', 'Het einde van het begin', 'Het begin van het einde' en 'Het einde van het einde'.
Deel I (p. 5-237) begint met een Proloog. Net als in Goethes Faust speelt de proloog in de hemel. Twee engelen, een engel-verteller en een opperengel, voeren een gesprek. De eerste engel meldt: 'Opdracht volbracht. De zaak is rond' (p. 7). Voorlopig komt de lezer nog niet te weten welke opdracht en welke zaak worden bedoeld. Het heeft te maken met 'het testimonium' (de bijbelse wet van de tien geboden) en het is gelukt op aarde 'de gewenste Vonk' te creëren (p. 11). De opperengel vraagt de engel-verteller zijn verhaal te doen. Dat verhaal vormt de inhoud van de roman.
Na de proloog verspringt het verhaal van de hemel naar de aarde. Twee belangrijke personages in de roman, Max Delius en Onno Quist leren elkaar kennen wanneer Max op 14 februari 1967 Onno een nachtelijke lift geeft van Den Haag naar Amsterdam. Tussen hen ontstaat een hechte vriendschap. Onno is taalkundige en heeft onlangs een eredoctoraat gekregen van de universiteit van Uppsala vanwege zijn onderzoek naar het Etruskisch. Max is sterrenkundige en heeft een baan in Leiden.

In een Leids antiquariaat ontmoet Max een paar maanden later Ada Brons, die prachtig cello speelt. Hij zoekt nader contact en wordt haar eerste minnaar. Onno heeft al een relatie, met Helga. Die wordt wreed verstoord als Max op een dag plagerig onder het raam roept: 'Mevrouw? Mag Onno buiten komen spelen?' (p. 66). Vanaf dat moment trekken Ada, Max en Onno op als een driemanschap.
Max' relatie met Ada breekt af wanneer Onno zijn vriend op een ongelegen moment komt afhalen. Max ligt net met Ada te vrijen, maar maakt abrupt een eind aan het liefdesspel met de botte opmerking: 'Maak jezelf maar klaar' (p. 127). Max en Onno willen namelijk samen om informatie naar het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) gaan. Max is volledig in de ban van het oorlogsverleden van zijn ouders: zijn Oostenrijkse vader die met de nazi's heulde en zijn joodse moeder die in Auschwitz is omgekomen. In dat kader maakt Max vervolgens alleen een soort bedevaart naar Auschwitz.
Terwijl Max op reis is, ontstaat er een idylle tussen Onno en Ada. Zij trekt bij hem in en als bevriend trio - met politiek zeer linkse ideeën - reizen ze naar een congres op Cuba. Daar voltrekt zich een cruciaal voorval. Wanneer Onno andere besognes heeft, gaat Max met Ada naar het strand. Daar voltooit hij alsnog wat in Amsterdam onafgemaakt bleef: hij vrijt met haar in zee en maakt haar vermoedelijk zwanger. Als een soort boetedoening verleidt Ada diezelfde nacht ook Onno om met haar te vrijen. De vraag naar het vaderschap wordt daardoor rijkelijk complex.
Het eerste deel besluit met een cursief gedrukt stuk, De opdracht, waarin veel wat in de proloog duister bleef, wordt onthuld. Uit 'de gewenste Vonk' moet op aarde een mens geboren worden, zo meldt de engel-verteller. Die mens zal de opdracht moeten uitvoeren om 'het testimonium' - de twee stenen tafelen met de tien geboden - naar de hemel terug te brengen.
Deel II (p. 239-427) opent met een Eerste intermezzo. De twee engelen praten verder. Uit hun gesprek wordt duidelijk, dat het testimonium naar de hemel terug moet, omdat de mensen het contract met 'de Chef' (God) verbroken hebben. In plaats daarvan hebben ze een pact met Lucifer (de duivel) gesloten. Hoofdschuldige is Francis Bacon (1561-1626), de grondlegger van de moderne, technologisch-wetenschappelijke wereld. In zijn voetspoor heeft de mens zijn ziel aan de duivel verkocht, gelokt met de belofte, dat hij in de vorm van de techniek over hemelse vermogens zal beschikken.
Op aarde gaat het verhaal verder met Ada's 'geschenk' aan Onno. 'Ik ben niet ongesteld geworden', deelt zij hem op zijn verjaardag mee (p. 264). Trots brengt Onno de boodschap aan Max over: 'Ik word vader' (p. 274). Voor Max breekt dan een moeilijke periode aan. Hij voelt zich schuldig tegenover Onno en vraagt zich angstig af of de baby (opvallend) op hem zal lijken.
In februari nodigt Max Onno en de zwangere Ada uit naar Dwingeloo te komen. Hij kan een baan krijgen in Westerbork als telescoop-astronoom. Vlakbij het voormalige concentratiekamp, van waaruit zijn moeder is weggevoerd, staan twaalf ultramoderne radiotelescopen op de hemel gericht. In het gastverblijf zullen ze daar gedrieën overnachten.
Er breekt een noodweer los. Rond middernacht krijgen ze een telefoontje, dat Ada's vader een hartaanval heeft gehad. Overhaast vertrekken ze met Max' auto naar Leiden. Onderweg gebeurt er een ongeluk. Max rijdt zich vast in een omgevallen boom; een tweede boom valt op de auto. Max en Onno komen er ongedeerd vanaf; Ada raakt in coma. Daaruit zal zij niet meer ontwaken.
Wanneer Ada's vader aan de hartaanval overlijdt, stelt Max voor, dat hij te zijner tijd de baby zal verzorgen en opvoeden, samen met Ada's moeder Sophia. Onno stemt ermee in. Tussen Max en Sophia ontstaat een merkwaardige seksuele relatie: 's nachts kruipt zij hunkerend bij hem in bed, overdag gedraagt zij zich koel en afstandelijk.
Ada's coma belemmert de groei van de baby niet. Het jongetje wordt met de keizersnede 'gehaald' op 30 mei 1968. Het is een opvallend mooie, haast bovenaardse verschijning. Onno geeft hem de aan de muziek ontleende naam Quinten.

Deel III (p. 429-670) begint met een Tweede intermezzo. De twee engelen bespreken nader, hoe de voortgang van de techniek tot de ondergang van de mensheid zal leiden. De engel-verteller acht de situatie vrijwel hopeloos. Eigenlijk heeft Lucifer al gewonnen.
Het verhaal op aarde beschrijft in deel III de eerste zeventien levensjaren van Quinten. Max en Sophia hebben in de buurt van Westerbork woonruimte gevonden op kasteel Groot Rechteren. De medebewoners brengen Quinten een schat aan kennis en vaardigheden bij, die hij in deel IV goed blijkt te kunnen gebruiken. De heer Verloren van Themaat vertelt hem bijvoorbeeld uitvoerig over de architectuur(geschiedenis). En sleutelmaker Piet Keller leert hem hoe hij zonder sleutel(s) oude sloten kan openen.
Aan school heeft Quinten niet of nauwelijks behoefte. Heel belangrijk is daarentegen voor hem een droom die regelmatig terugkeert. Het is een 'koesterende architectonische droom' (p. 547), waarin hij door een labyrint van kamers dwaalt. Hij noemt zijn droombouwwerk 'de Burcht', die hij beschouwt als 'het midden van de wereld'.
Onno heeft intussen maatschappelijk de steven gewend. Hij zoekt zijn carrière niet langer in de linguïstiek, maar in de politiek. Via een wethouderschap in Amsterdam brengt hij het tot staatssecretaris. Hij krijgt echter een dubbele klap te incasseren bij de volgende kabinetsformatie. Vanwege zijn Cuba-verleden loopt hij een ministerspost mis. Tegelijkertijd hoort hij, dat Helga is neergestoken door een junk en doodgebloed. Het is te veel voor Onno. In drie emotionele brieven neemt hij afscheid van Max, Sophia en Quinten, verlaat Nederland met onbekende bestemming en is vier jaar lang spoorloos.
Intussen heeft Max een nieuwe geliefde gevonden in de Drentse domineesdochter Tsjallingtsje. Wanneer hij op een avond, na het nuttigen van veel drank, bij haar in de tuin zit, bedenkt hij plotseling, dat de onbegrijpelijke signalen die hij uit het heelal opvangt, afkomstig kunnen zijn van de plek van de oorspronkelijke oerknal. Daarmee zou hij dan in feite de hemel zelf ontdekt hebben. Dat wordt hem fataal: hij wordt getroffen door een meteoriet en is op slag dood.
Na de begrafenis van Max meldt Quinten zijn grootmoeder Sophia: 'Ik ga papa zoeken' (p. 660). Hij voegt de daad bij het woord. Vanaf dat moment speelt hij de hoofdrol in de roman.
Deel IV (p. 671-901) is het meest fantastische deel van de roman. Na een kort engelengesprek - het Derde intermezzo - volgt de beschrijving van Quintens zoektocht. Hij reist naar Italië, bezoekt eerst Venetië, daarna Florence en komt ten slotte in Rome. Daar leeft Onno, verwaarloosd en vereenzaamd. Slechts in de raaf Edgar - genoemd naar de dichter Edgar Allan Poe - vindt hij een levend wezen om tegenaan te praten.
Op een dag gaat Quinten naar het Pantheon. Bij de ingang ziet hij een haveloze zwerver met een raaf op zijn schouder. Vader en zoon herkennen elkaar. Samen trekken ze nu dagenlang de stad door. Quinten is niet alleen geïnteresseerd in de architectuur, maar ook in de bijbel. Onno vertelt zijn zoon onder andere over Mozes en de wetgeving op de berg Sinaï: de tien geboden op de twee stenen tafelen. In Israël werden die destijds bewaard in het Heilige der Heiligen, een kubusvormige ruimte in de tempel te Jeruzalem.
Quinten heeft dan de verrassende ingeving, dat die stenen tafelen zich nu in het Sancta Sanctorum, een oude kapel in Rome, moeten bevinden. Hij wil ze niet alleen zoeken, maar ook bemachtigen en weet zijn vader te overreden hem daarbij te helpen. Ze laten zich opsluiten in de kapel en gaan 's nachts op zoek. Quinten weet de deuren te openen en doet onder het altaar zijn ongelooflijke vondst: '"Papa 1/4 " fluisterde hij toonloos. "Ik heb ze"' (p. 816).

Met de stenen tafelen vluchten ze naar het vliegveld. Het eerst vertrekkende vliegtuig waarop ze plaats kunnen krijgen - het heet Francis Bacon! - voert hen naar Tel Aviv. Ze loodsen hun schat door de douane en reizen door naar Jeruzalem. Daar wordt 'het testimonium' opgeborgen in de kluis van Hotel Raphaël (!), waar ze hun intrek hebben genomen.
Een Arabische gids leidt hen rond in de stad. Zo komen ze ook op de Tempelberg en bij de beroemde rots. Volgens de gids is dat 'de funderingssteen van het hele wereldgebouw', het beginpunt van de schepping van hemel en aarde (p. 864). Quinten ziet er nog meer in: hij ontdekt in de rots 'het midden van het midden', waar eens de stenen tafelen gelegen moeten hebben (p. 864).
's Nachts wordt Quinten in trance uit zijn kamer gevoerd. Hij haalt de stenen tafelen uit de hotelkluis en wordt op een paard naar de Tempelberg gevoerd. Hij klimt op de rots, 'en op dat moment omhult Mozes' letterzwerm zijn naakte lichaam met zo'n oneindig, verblindend Licht, dat het er in vergaat als het schijnsel van een kaars in dat van de zon 1/4 ' (p. 890). Zo wordt Quinten opgenomen in het Licht en komt het testimonium terug bij 'de Chef'.
In een Epiloog ronden de twee engelen hun gesprek af. De opperengel constateert, dat met het terughalen van de tien geboden bezegeld is dat de duivel heeft gewonnen. De engel-verteller bestrijdt dat en wil nog een reddingspoging wagen. Als de opperengel dat afwijst, is zijn reactie: 'Dan doe ik het op mijn eigen houtje! ( 1/4 ) Ik laat het er niet bij zitten!' (p. 901).

Verhaalanalyse
1. Vertelsituatie
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een alwetende verteller.   2. Tijd
• Het verhaal speelt zich af zich in twintigste eeuw. Om precies te zijn van 1914 tot en met 1985.
• Fabel en Sujet lopen niet gelijk in dit boek. Er komen veel flashbacks en vooruitwijzingen in voor. Eigenlijk is het complete boek een combinatie van een vertelling van gebeurtenissen die in het verleden gebeurt zijn en gesprekken tussen de verteller en degenen die hem aanhoort.
• Het verhaal wordt verteld vanuit een alwetende verteller. In dit boek is dit een persoon die een verhaal verteld tegenover iemand anders. Tussen het vertellen door hebben deze twee personen zelf ook nog een gesprek. Het verhaal loopt dus al niet helemaal chronologisch. Het verhaal dat verteld wordt door de verteller is zelf ook niet chronologisch. In dit verhaal komen flashbacks en vooruitwijzingen voor.   3. Ruimte

Het verhaal speelt zich af over de hele wereld en zelfs daarbuiten. Echter, speelt het grootste deel van het verhaal zich af in Nederland. Maar ook gaan de personages Onno, Max en Ada naar Cuba, waar het personage Quinten wordt verwekt. Later gaan de personages Onno en Quinten naar Italië, en tenslotte naar Israël, waar het verhaal uiteindelijk eindigt. De functie van de ruimtes in het verhaal zijn vooral hun symbolische waardes. Zo speelt een deel van het verhaal zich af in Westerbork, waarvandaan vroeger veel joden zijn gedeporteerd naar vernietigingskampen. Onno werkt hier als sterrenkundige. Hij merkt op dat het frappant is dat op een waar plek zoveel mensen een ster droegen (davidster/Jodenster) en ter hemel zijn gegaan, nu een sterrenwacht staat. Het boek eindigt in Jeruzalem, wat een smeltkroes is van allerlei geloven en religies. Quinten zoek het middelpunt van de wereld, het midden van het midden. Het is logisch dat de plek waar het christendom, jodendom en de islam bij elkaar komen, in Jeruzalem, het midden van het  midden is. Op deze manier is er voor bijna elke plek die in boek voorkomt wel een symbolische betekenis te vinden. Vaak wordt deze al door de schrijver onthult. Een ander plek die belangrijk is voor het verhaal is de hemel. Vanuit de hemel wordt het verhaal verteld door een engel. Ook is het voor het verhaal belangrijk om te weten dat in dit verhaal de hemel bestaat.   4.Personages
Er zijn in dit boek meerdere hoofdpersonen, namelijk: • Onno Quist: Onno is de enige hoofdpersoon die het verhaal van het begin tot het einde meemaakt. Onno is een taalkundige. Hij komt uit een invloedrijke Nederlandse familie. Iedereen in zijn familie is gelovig, behalve Onno. Hij is eigenlijk het zwarte schaap van de familie. Hij trouwt met Ada Brons. Ada krijgt een zoon, waarvan Onno lang denkt dit zijn eigen kind is. Het kind krijgt de naam Quinten. Hij Onno ouder wordt besluit hij om de politiek in te gaan omdat zijn wetenschappelijke werk niet wil vlotten en omdat hij niet langer het buitenbeentje van de familie wil zijn. Nadat hij na een bliksemcarrière een tijdlang politicus is geweest, moet hij vanwege het bezoeken van een communistisch congres in het verleden uit de politiek stappen. Als rond dezelfde tijd zijn goede vriendin Helga op brute wijze wordt vermoord trekt hij zich terug zonder dat iemand weet waar hij is. Als hij uiteindelijk wordt gevonden door Quinten, helpt hij hem bij voltooien van zijn missie, zonder te weten wat die missie is. Onno heeft eigenlijk geen doel  in het verhaal. Hij helpt andere personages, maar hij heeft zelf geen duidelijk doel voor ogen wat hij wil bereiken. • Max Delius: Max is een sterrenkundige met een grote interesse in vrouwen. Hij is continu bezig met versieren en verleiden van vrouwen. Max raakt goed bevriend met Onno en samen voeren zij veel gesprekken op een hoog, intellectueel niveau. Als hij op een dag met Onno door het stadscentrum van Leiden  loop, hoort hij iemand cello spelen. Dit blijkt Ada te zijn. Hij krijgt met haar een serieuze relatie. Dit is de eerste voor Max dat hij een relatie krijgt met een vrouw die niet alleen op seks is gebaseerd. Uiteindelijk gaat de relatie tussen Max en Ada uit en ontwikkelen zij een vriendschappelijke relatie. Ada krijgt rond die dezelfde tijd een relatie met Onno. Als Ada, Max en Onno op een gezamenlijke trip zijn naar Cuba, hebben Max en Ada zonder dat Onno het weet seks in de Cubaanse zee. Op dit moment raakt Ada zwanger. Max is dus de echte vader van Quinten, maar alleen hij en Ada weten dit. Als Quinten geboren is en Ada door een ongeluk in coma is geraakt, kan Onno niet voor Quinten zorgen. Max bied uit schuldgevoel aan om samen met de moeder van Ada zich over het kind te ontfermen. Uiteindelijk sterft Max op het moment dat hij het geheim van de hemel heeft ontdekt doordat hij getroffen wordt door meteoriet. Max heeft geen doel in het verhaal. Hij helpt andere personages, maar hij heeft zelf geen duidelijk doel voor ogen wat hij wil bereiken. • Ada Brons: Ada wordt pas betrokken in het verhaal vanaf het moment dat Max haar ontmoet. Ze is celliste en  woont in Leiden bij haar moeder en haar vader die een boekenwinkel heeft. Ada wordt verliefd op Max met wie zij een tijdlang een relatie heeft, maar de relatie houdt uiteindelijk niet stand. Hierna krijgt ze een relatie met Onno, met wie ze later ook trouwt. Tijdens een trip naar Cuba met Onno en Max, heeft Ada seks in de zee met Max zonder dat Onno dit weet. Op dit moment raakt Ada zwanger. Enkele maanden later raakt Ada bij een auto-ongeluk in coma. Op dit moment is haar kind nog niet geboren. Dit komt via een keizersnede ter wereld. Uiteindelijk ligt Ada nog ruim zeventien jaar in coma totdat ze sterft op het moment dat Quinten zijn opdracht heeft volbracht. Het doel van Ada is om moeder te worden en voor haar kind te zorgen. Dit lukt niet omdat Ada in coma raakt voordat haar kind geboren wordt. Ze heeft hem niet meegemaakt. Ada heeft eigenlijk 3 helpers. Dit zijn:
  -Onno. Ada trouwt met Onno en ihoud van hem. Toch is Quinten niet het kind van Onno. Maar Onno speelt wel een rol in het opvoeden van Ada's kind.
  -Max. Max is de ex-vriend van Ada. Hij is vader van haar kind en speelt een grote rol in het opvoeden van haar zoon.
  -Sophia Brons. Dit is de moeder van Ada. Ada en Sophia hadden niet echt een goede relatie toen Ada nog bij bewustzijn was. Desondanks speelt Sophia een grote rol in het opvoeden van haar zoon. Ada heeft geen tegenstanders in het verhaal. • Quinten Quist: Quinten wordt geboren als het verhaal al een tijdje onderweg is. Door zijn naam wordt hij soms ook QQ of KuKu genoemd. Hij is van het begin af aan geen normaal kind. Hij huilt nooit en hele andere interesses dan andere kinderen van zijn leeftijd. Hij interseerd zich niet voor buitenspelen en speelgoed, maar voor architectuur en andere wetenschappen. Op een gegeven moment gaat hij dromen over de Burcht. Dit is een gebouw met een oneindig doolhof in zich. In een droom ziet hij een deur waar "het midden van het midden" opstaat. Als Max overlijdt besluiten Quinten op zoek te gaan naar Onno en "het midden van het midden". Quintens doel is het vinden van het midden van het midden. Uiteindelijk bereikt Quinten zijn doel. Quinten had in het verhaal de volgende helpers:
 -Max. Voed hem op samen met Sophia. Hij fungeert voor Quinten als een vader.
 -Sopha. Voed hem op samen met Max. Zij fungeert voor Quinten als een moeder.
 -Onno. Quinten denkt dit zijn echte vader is, maar hij ziet hem niet vaak. Toch vind Quinten de gesprekken die hij heeft met Onno de beste, en kan hij het best met hem opschieten. Later in het verhaal helpt Onno hem met het vinden van het midden van het midden.
 -De inwoners van het kasteel. Quinten groeit op in een kasteel, wat is verdeelt in verschillende appartementen. De inwoners van het kasteel leren Quinten verschillende dingen zoals kennis over architectuur en het openmaken van sloten die later van pas komen om het midden van het midden te vinden. Quinten heeft geen tegenstanders in het verhaal.   5.1  Thematiek
In dit boek komen veel verschillende thema's aan de orde. De schrijver weeft deze op manier in elkaar zodat deze niet stoort en blijft boeien. Harry Mulisch heeft in zijn vorige boeken al veel thema's behandelt, en hij laat deze allemaal terugkomen in dit boek. De Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging, het raadsel van de tijd, vragen van schuld en verantwoordelijkheid, de spanning tussen politiek en macht, de combinatie van erotiek en vernietigingsdrang, de relatie tussen verbeelding en werkelijkheid: ze komen allemaal terug in De ontdekking van de hemel. Maar het centrale thema van de roman is tegelijk even oud als actueel. In de Middelnederlandse Elckerlijc begon het thema van de mens die zijn ziel aan de duivel verkoopt, zijn literaire loopbaan. Mulisch geeft er een brede en moderne uitwerking aan. De mensheid heeft het verbond met de hemel, in de vorm van de tien geboden, verraden en ingeruild voor een pact met de duivel, die hem een verleidelijke 'vooruitgang' belooft via wetenschap en techniek. Maar de technologische mens is bezig de schepping in hoog tempo te verwoesten. De ontgoddelijking van de wereld heeft funeste gevolgen. De onafwendbare consequentie van de knieval voor de techniek is, dat de mens zal verdwijnen in de machines die hij zelf heeft uitgedacht en geconstrueerd. De thematiek heeft de vorm van een scherpe cultuurkritiek. De roman schetst namelijk een directe lijn van wetenschappelijke vernieuwers als Bacon, Descartes en Newton - vooral Bacon is in De ontdekking van de hemel de kwade genius - naar Auschwitz en Hiroshima. Dat de mens het testimonium met voeten treedt, betekent niet alleen dat de moraal verloren is gegaan. Ook de macht en de invloed van het Woord zijn verdwenen. Het geloof in de mythe en in het mysterie zijn 'onttoverd'; alle ideologie is afgeschreven. Het is een bijzonder pessimistische visie op onze cultuur, die Mulisch hier ontwikkelt. Is de situatie volledig hopeloos? Eén engel wil nog een poging wagen de mensheid te redden. Hij laat het er niet bij zitten, deelt hij zijn superieur mee. Er klinkt iets in door van de visie van de auteur: alleen de kunst is misschien in staat de desastreuze opmars van de techniek te stuiten. Voor muziek en literatuur is daarbij een sleutelrol weggelegd. De thematiek bevat dus nog een klein vleugje idealisme.   5.2 Titelverklaring

De titel van de roman heeft een dubbele betekenis. De gesprekken van de twee engelen maken allereerst duidelijk, dat de hemel een ontdekking heeft gedaan. De Chef ziet, dat de mens zich aan Lucifer heeft uitgeleverd en zich van Zijn geboden niets meer aantrekt. Daarom beramen de engelen een ingenieus plan om de bijbelse tien geboden, die op twee zoekgeraakte stenen tafelen staan, naar de hemel terug te brengen. Er is weliswaar een bizarre familiekroniek voor nodig om uit de hemelse Vonk het jongetje Quinten Quist geboren te laten worden, maar het lukt. Overigens luidt de conclusie van de hemel - op één engel na - ook nadien, dat Lucifer in feite de strijd gewonnen heeft. De andere betekenis van de titel is, dat er mensen op aarde zijn, die de hemel ontdekken. Het zijn er twee: Max en Quinten. Max heeft een ingeving waardoor hij de Big Bang kan lokaliseren. In het mythische wereldbeeld betekent dat: Max staat op het punt de schepping van hemel en aarde te ontraadselen. De engelen zorgen ervoor, dat hij het met de dood bekoopt. Quinten is uit een Vonk van het hemelse Licht ontstaan. Hij wordt aan het eind van de roman op welhaast mystieke wijze weer in het hemelse Licht opgenomen. Max is de mislukte, Quinten de ware ontdekker van de hemel.   6.Stijl
De ontdekking van de hemel heeft een zware thematiek en zit vol symboliek. Toch is het een helder en zeer leesbaar boek. Dat is vooral te danken aan Mulisch' stilistisch meesterschap. Hij schrijft afwisselend en geestig, beeldend en vaak meeslepend. Bijbel, mythologie en wetenschap leveren een belangrijke bijdrage aan taal en stijl van de personages. Onno strooit met citaten uit en verwijzingen naar de bijbel. In Rome geeft hij daar zelf een verklaring voor, wanneer hij merkt dat Quinten maar weinig van het christendom afweet. 'Weet jij eigenlijk wel iets van de bijbel?' vraagt hij zijn zoon; en vervolgt: 'Geeft niet, daar heb je je vader voor, die kent hem uit zijn hoofd' (p. 735). De wetenschap komt royaal aan bod. Uit verschillende disciplines worden theorieën geventileerd. Uiteenzettingen over DNA-onderzoek (p. 8/9) en over het Etruskisch (p. 36/37) staan bijvoorbeeld meteen al in het begin van de roman. In het kader van Quintens opvoeding leveren later verschillende figuren een bijdrage. Met name Verloren van Themaat is actief: hij doceert omstandig over architectuur (p. 614-620). Max ontvouwt gedetailleerd zijn theorieën over astronomie (p. 631-636, 642-653). De kroon spant echter Onno met een (cursief gedrukt) betoog over de macht, een verhandeling die hij in Rome voorlegt aan de raaf Edgar (p. 681-693). Het is een beknopt essay, dat binnen het verhaalverloop zijn plaats krijgt. Dat de roman zijn vaart niet verliest, komt door Mulisch' levendige stijl. De roman is met veel humor geschreven. De ironie van de engelen en de zelfspot van het vriendenduo zorgen ervoor, dat het verhaal een lichte toon houdt. Daaraan leveren ook de dialogen een belangrijke bijdrage. Verder weet Mulisch steeds weer voor spannende en verrassende wendingen te zorgen. Een hoogtepunt wordt stellig gevormd door de 'kapelkraak' van vader en zoon Quist (p. 800-821). Aparte vermelding verdient nog de manier waarop Mulisch de aandacht prikkelt door zijn vele paradoxen. Zowel in de hemel als op aarde leeft men van de paradox. 'Hij [de Chef, God] bestaat bij de gratie van de paradox', stelt de ene engel (p. 12). Even later poneert de ander: 'Ja, de mensentijd is één grote paradox' (p. 17). Max en Onno tonen in hun gesprekken een opvallende voorkeur voor deze stijlfiguur. 'Ik meen ook wat ik niet meen' (p. 23); 'Ik herinner mij dingen, die nooit gebeurd zijn' (p. 207): het zijn maar enkele illustraties van hun manier van converseren. Al die paradoxen zijn variaties op de 'oerparadox' in Mulisch' werk: dat iets tegelijk waar en niet waar, hetzelfde en niet hetzelfde is.   7. Literatuurgeschiendenis
7.1 Harry Mulisch
Zoals in de paragraaf 'Thematiek' besproken, heeft Mulisch in De ontdekking van de hemel alle thema's uit zijn werk samengebracht en met elkaar verbonden. De roman geldt dan ook als het hoogtepunt van zijn oeuvre. Mulisch debuteerde in 1952 met de roman archibald strohalm en publiceerde in de jaren daarna nog een aantal (korte) romans, waarvan Het stenen bruidsbed (1959) het bekendst werd. Hoewel er in literaire kring brede waardering was voor dit werk, werd het toch door het grote publiek als te complex en ontoegankelijk ervaren.
Daarna nam de politiek hem in beslag. De politieke situatie van de jaren zestig en zeventig - de Provo-acties in Amsterdam, de Cubacrisis, de Vietnamoorlog - lieten hem geen ruimte voor het schrijven van nieuwe romans. 'In de oorlog schrijf je geen romans', was zijn mening. 'We leven nu in dezelfde situatie als tijdens de tweede wereldoorlog, al vechten ze niet hier in de straat' (interview in de Volkskrant, 2 oktober 1968). In deze jaren verscheen van Mulisch een reeks politieke essays.
Pas in 1975 publiceerde hij met Twee vrouwen weer een roman. 'Na al dat essayistische werk weer een "gewoon" verhaal. De oorlog is nu over. Gewonnen. We kunnen elkaar weer verhaaltjes gaan vertellen' (interview in de Haagse Post, 1 november 1975). De liefdesroman Twee vrouwen zorgde ook voor een toenemende waardering van zijn werk in breder kring. De doorbraak naar een groot lezerspubliek kwam echter pas met De aanslag (1982). Zowel de roman als de film maakte furore. In de bijna vijftig jaar sinds zijn debuut verschenen van hem meer dan tachtig afzonderlijke publicaties: romans, verhalen, essays, toneelstukken, poëziebundels, filosofische studies. Toch vertoont het hele oeuvre een opvallende eenheid en een constant hoog niveau. Dat onderstreept de uitzonderlijke kwaliteit van Mulisch' schrijverschap.   7.2 Stroming
Het werk van Harry Mulisch behoort tot de moderne Nederlandse literatuur. Dit boek behoort ook tot de periode 1990-2009.   8. Secundaire literatuur
Ik heb de recensie gelezen van Simon Burgers in de Volkskrant van 20 maart 2007. Deze recensie is te vinden via de volgende link: http://www.volkskrant.nl/recensies/de-ontdekking-van-de-hemel-zit-vol-quasi-diepzinnige-kletspraat~a854282/ De mening van de recensent is dat "De ontdekking van de hemel vol zit met quasi-diepzinnige kletspraat". Het is een erg kritische recensie. Hij heeft voor zijn mening realistische argumenten en esthetische argumenten. Hij heeft meerdere realistische argumenten, die onder andere te maken hebben met plaatsen in het verhaal. Zo zegt hij over de Haagse Statenlaan het volgende: "In de eerste alinea en ook elders wordt een ‘vrijstaand herenhuis’ beschreven in Den Haag, een ‘villa’. Op verschillende plaatsen valt de bijbehorende naam van de straat: de Statenlaan. Maar daar staan geen vrijstaande huizen". Ook op de beschrijving van Venetië heeft hij kritiek: "Ergens anders schrijft u: ‘in Venetië was alles nu juist asymmetrisch. De piazza was geen rechthoek maar een trapezium, de basiliek stond niet in de as, de ramen van het dogenpaleis weerspiegelden elkaar niet’. De opsomming van drie gevallen is een erg magere ondersteuning voor de uitspraak dat in Venetië ‘alles’ asymmetrisch is".
Maar hij heeft ook realistische argumenten voor gebeurtenissen in het boek. Over de moord op Onno's vriendin Helga heeft hij het volgende te zeggen: "De beschrijving van het einde van Onno’s vriendin Helga luidt als volgt. ‘Diep in de nacht moest zij overvallen zijn, terwijl zij de voordeur van haar huis openmaakte. Zij werd naar binnen gesleurd en in de vestibule meedogenloos bewerkt met een mes, vermoedelijk door een verslaafde; nadat haar woning was doorzocht, werd zij aan haar lot overgelaten. Van de dader geen spoor. Omdat ook haar stembanden waren geraakt, kon zij niet om hulp roepen, maar hevig bloedend slaagde zij er in de deur weer open te krijgen en naar de telefooncel aan de overkant van de kade te kruipen (...), maar de telefoon was vernield. Denkelijk pas een uur later, tegen de ochtend, werd zij gevonden door een voorbijganger; toen was zij al door bloedverlies overleden.’ Ten eerste is niet duidelijk waarom Helga niet in haar eigen huis het alarmnummer belt. Dat zij telefoon heeft is zeker, verschillende malen in het boek telefoneert zij thuis. Verder zal men, bloedend en met beschadigde stembanden, niet naar een telefooncel kruipen, maar bij buren aanbellen of op de ramen kloppen. Ten slotte is het ongeloofwaardig dat het – in het centrum van Amsterdam, in 1981, op zaterdagnacht, in de zomer – een uur duurt voordat een voorbijganger een doodbloedende vrouw bij een telefooncel aantreft". Hij heeft zoals gezegd ook esthetische argumenten. Hij vind dat er alleen diep wordt ingegaan op de personages Max, Onno en Quinten. Hij vindt dat de lezers weinig te weten komen over met name de vrouwelijke personages in het boek: "De figuur Ada blijft een tamelijk vlak sjabloon. Dat geldt nog meer voor Helga en Tsjallingtsje. Over het gedachteleven van Sophia Brons komen we niets te weten, in tegenstelling tot dat van Max, Onno en Quinten. Kortom, het innerlijk leven van de vrouwen krijgt veel minder aandacht dan dat van de mannen in het boek. Vergelijk dat eens met een werk van Couperus, waarin de lezer in de huid mag kruipen van de meest uiteenlopende figuren – mannen en vrouwen". Er zijn nog veel meer argumenten te uit de recensie te halen, maar dit zijn de belangrijkste. Ik vind persoonlijk dat de auteur van de recensie echt op zoek is gegaan naar fouten. Wat zijn argumenten betreft ben ik het niet eens met zijn realistische argumenten. Ik vind ze redelijk ver gezocht. Bovendien is deze roman fictief, en hoeven de feiten dus niet kloppen. Het lijkt mij ook erg lastig een roman van 927 bladzijden te schrijven van een dergelijk hoog niveau zonder dat er kleine schoonheidsfoutjes insluipen. Ik ben het wel eens met zijn esthetische argumenten. De personages zijn Max, Onno en Quinten zijn veel aan het woord en lezer komt alles over deze personages te weten. De vrouwen die in dit verhaal voorkomen zijn alleen oppervlakkig aan het woord en hun daden zijn vaak mysteries voor de lezer, met als hoogtepunt de seksuele relatie van Sophie Brons met Max. Persoonlijk denk ik dat Harry Mulisch hiermee symbolisch duidelijk willen maken dat vrouwen een mysterie voor mannen zijn.   9. Eigen mening

De Ontdekking van de hemel  lijkt op niks wat ik tot nu toe gelezen heb. Het is erg apart om met name Max en Onno gesprekken te zien voeren die eigenlijk niks met de verhaallijn te maken hebben. Vaak gaan deze gesprekken over grote onderwerpen en personen uit de geschiedenis. Hierdoor wordt het verhaal soms lang van stof, maar ik vond het nooit vervelend om te lezen. Het mooie vond ik dat de schrijver zich niks aantrok van de "normale" schrijfregels. Hij heeft een boek geschreven over de onderwerpen die hem boeide en deze samengesmolten tot een verhaal. Des te knapper vind ik het dat hij tussen al deze onderwerpen verbanden vind en verbindingen legt die bijna onnavolgbaar zijn. Vooral het gedeelte waarin Max de hemel "ontdekt" vind ik persoonlijk erg sterk. Een van redenen dat dit niet een erg zwaar en moeilijk boek wordt, is dit Harry Mulisch veel ironie en humor gebruikt in zijn boek. De ironie komt vooral terug in de gesprekken tussen de twee engelen over de mensheid. De humor vind ik vooral terug in de gesprekken tussen Onno en Max, waarin in vooral Onno zelfspot niet schuwd. Toch zijn ook negatieve punten. Ik vind dat er in het boek van 927 bladzijden vooral Onno en Max aan woord zijn. Ik had graag gezien dat zij meer gesprekken met andere personages hadden gevoerd. Een ander negatief punt vindt het tekort aan spanning gezien de lengte. Soms heb het idee dat je een wetenschappelijke essay zit lezen in plaats van een roman. Alleen de inbraak ik het Sancta Sanctorum en de vrijpartij van Max en Ada op Cuba zijn spannend. Ik vind het kortom een ijzersterke roman door de vele onderwerpen die Mulisch samensmelt in zijn roman zonder dat dit ergert of irriteert. Hij maakt het te behappen door de humor en de ironie in het boek. Een nadeel is wel een tekort aan variatie in de gesprekken en een gebrek aan spanning.

Verwerkingsopdracht Ontdekking van de hemel
Opdracht 6: Verzamel informatie over de kenmerken van de literaire stroming waartoe de schrijver van het door jou gelezen werk behoort, en geef voorbeelden uit het werk van die kenmerken. Het boek De ontdekking van de hemel behoort tot de literaire stroming moderne Nederlandse literatuur. Hij behoort ook tot de periode van 1990-2009 . De kenmerken van deze periode zijn:
• Verteller, auteur en personages zijn niet meer strikt gescheiden.
• Het verschil tussen genres neemt af. De genres lopen makkelijker in elkaar over.
• Het verschil tussen fictie en non-fictie is minder duidelijk. Fictie en non-fictie lopen makkelijker in elkaar over.
• Onderwerpen worden van veel kanten uitgelicht. Er is niet langer één waarheid. Verteller, auteur en personages zijn niet meer strikt gescheiden in dit boek. Zo lijkt de vriendschap van Max en Onno erg op de vriendschap tussen Harry Mulisch en (Jan) Hein Donner, zijn in 1988 overleden 'aartsvriend', bekend schaker en commentator van zijn werk. Mulisch komt er zelf voor uit. 'Dit boek is een standbeeld voor Hein Donner', zei hij in een interview ( NRC Handelsblad, 16 oktober 1992). Hun uiterlijk wordt werkelijkheidsgetrouw getypeerd (p. 33). Hun gesprekken worden vaak woordelijk weergegeven: een 'onafgebroken stroom theorieën, grappen, beschouwingen en anekdoten' (p. 53).  Ook laat Harry Mulisch Max en Onno in Amsterdam een "bekende schrijver" en een "illustere schaakgrootmeester" ontmoeten (p.106), op wie ze hun commentaar leveren. Max vindt de schrijver arrogant, 'een kwal' (p. 110). Onno reageert: 'Je lijkt wel wat op hem' (p. 111). Het is ook lastig te zeggen welke genre bij het boek hoort, omdat Harry Mulisch over zoveel verschillende onderwerpen schrijft. Een paar voorbeelden waar dit boek onder zou kunnen vallen zijn: avonturenroman, fantastische vertelling, liefdesverhaal, autobiografische roman, Bildungsroman, ideeënroman en psychologische roman. Het verschil tussen fictie en non-fictie is in dit boek niet altijd duidelijk. Veel gebeurtenissen waar de engel over verteld kunnen in principe echt gebeurd zijn. Maar sommige zijn erg onwaarschijnlijk en neigen sterk naar fictie. Het beste voorbeeld hiervan is dat Max gedood wordt door een meteoriet. Tegelijkertijd bestaat in dit boek de hemel, wat een voorbeeld is van fictie. Onderwerpen worden van verschillende kanten belicht in dit boek. In het grootste deel discussiëren Onno en Max over verschillende kwesties. Er is slechts één kwestie die vaststaat in dit boek: de hemel bestaat. Maar dit weten de personages niet, en dus wordt hier ook regelmatig over gediscussieërd.  

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De ontdekking van de hemel door Harry Mulisch"