Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De ontaarde slapers door Ward Ruyslinck

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover De ontaarde slapers
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3108 woorden
  • 28 april 2002
  • 55 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
55 keer beoordeeld

Boekcover De ontaarde slapers
Shadow
De ontaarde slapers door Ward Ruyslinck
Shadow
Zakelijke gegevens Schrijver: Ward Ruyslink
Titel: De ontaarde slapers
Uitgever: Manteau
Plaats van uitgave: Antwerpen
Jaar van uitgave + druk: 1986; 21e druk (eerste druk in 1957) Aantal bladzijde: 122 bladzijden Eerste reactie Ik heb dit boek gekozen, omdat ik het al een keer eerder had gelezen en ik het leuk vind om boeken meerdere keren te lezen. Elke keer ontdek je namelijk weer nieuwe dingen in een boek, waardoor je het beter kunt begrijpen en het verhaal leuker wordt. Mijn eerste reactie is dus eigenlijk geen eerste reactie meer. Ik vind ook dit keer dat het boek erg langdradig is. Er worden maar een paar dagen beschreven in het hele boek. Ward Ruyslink gebruikt ook erg veel vergelijkingen, waardoor de elementen waar het eigenlijk om draait een beetje op de achtergrond raken. De boodschap (angst voor oorlog) is echter heel erg duidelijk en komt goed naar voren. Ik denk dat dit verhaal (helaas) een goede afspiegeling is van de werkelijkheid. Ik kan me goed voorstellen (nou eigenlijk kan ik dat niet, omdat ik het nooit heb meegemaakt) dat mensen na het meemaken van een oorlog, de zin van het leven niet meer inzien en bang zijn om het nogmaals te ervaren. De sfeer die wordt weergegeven vind ik goed passen bij het verhaal/thema: het sombere huis, weinig interieur, versleten kleding, de storm en regen en de bezigheden van de hoofdpersonen, namelijk niets doen. Verdieping Samenvatting De beide hoofdfiguren, Silvester en Margriet, zijn reeds 22 jaar getrouwd. Ze wonen in een slecht onderhouden huisje, enige kilometers buiten de voorstad. Ze hebben een afkeer van werken en leven van overheidssteun. Als het verhaal begint, raast er een storm over hun huisje. Een dakpan rammelt en Margriet spoort haar man aan het dak te herstellen. Verder moet hij een waskom solderen en het broodmes slijpen. Silvester verwijt zijn vrouw, dat zij geen knoop aan zijn broek zet. Als Silvester eindelijk is opgestaan, begeeft hij zich met tegenzin naar het stempellokaal in de voorstad. Tot zijn grote schrik hoort hij van de ambtenaar, dat hij zich moet melden als hulptuinier bij baron Van Speyk de Groet, die op het kasteel 'de Vier Torekens' woont. De tocht van Silvester verloopt hoogst merkwaardig. Om de regenvlagen te ontlopen, gaat hij in de luwte van een lijkstoet lopen. De nabestaanden nodigen hem uit in een volgkoets te stappen en Silvester doet of hij een oude vriend van de overledene is. Hij woont de begrafenis bij en na afloop gaat hij naar het kasteel. Hij wordt door de huisknecht ontvangen, die de tuinman voor hem roept. Deze merkt al gauw, dat Silvester tot niets in staat is. Het spijt Silvester overigens niets, dat hij niet voor deze baan in aanmerking komt. Tevergeefs tracht hij nog de tuinman wat eendeneieren af te troggelen door te zeggen dat hij een ziek kind thuis heeft. Silvester is een geboren leugenaar. Als hij thuiskomt, ligt Margriet nog in bed. Hij vertelt haar, dat hij heeft gehoord dat de metaalbewerkers in staking zijn. Margriet schrikt hevig, ze vreest dat er oorlog zal komen. Die angst heeft ze sinds ze de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Bij alles wat er gebeurt, denkt Margriet aan een nieuwe oorlog. Silvester kan dat vaak niet uitstaan. 's Morgens doet Silvester niets, maar 's middags klimt hij eindelijk op het dak om de pan recht te leggen, al vindt hij het wel eng om met storm het dak op te gaan. Als hij weer binnen komt, slaapt Margriet nog steeds... Halverwege in het boek komt er een wending in het verhaal. Het is lente en dit inspireert 'de ontaarde slapers' tot enige activiteiten. Margriet ontdekt dat ze 22 jaar getrouwd zijn, maar ze vindt dat de verjaring van een groot ongeluk in stilte herdacht moet worden. Ze informeert bij Harry, de broodbezorger, of er oorlog is uitgebroken. Van een meisje hoort ze dat de burgemeester is overleden, wat haar nog meer angst geeft. Ook de mycoloog (iemand die paddestoelen bestudeerd) is niet in staat haar te kalmeren. Een poosje later komt Sylvester thuis; hij heeft van de pastoor-deken een kalender los gekregen. Na Pasen worden ze plotseling opgeschrikt door geweerschoten. Margriet raakt in paniek en bedaart ook niet, als Silvester vertelt dat het slechts oefeningen zijn. Als de militairen even pauzeren, gaat Silvester met een jonge officier praten. Het is de bedoeling, dat er een schijnaanval op zijn huisje zal worden ondernomen. De officier begrijpt Silvesters bezwaren, maar bevel is bevel. De aanval begint. Tijdens het gevecht verschijnt er plotseling een gehelmd hoofd voor het raam; Margriet smijt er een schoen heen. Enige tijd later verdwijnen de militairen. Toch is bij Margriet de angst niet weg. Een duistere onverklaarbare angst die heel haar wezen vervulde, was op dit noodlot gericht, niet als een afweer, doch als een voorbereiding van het onontkomelijke ondergaan.' Ook Silvester is onrustig; alles is deze dag anders, maar wat de zin ervan is, begrijpt hij niet: 'Niemand kan de ware betekenis van het leven verklaren'. Margriet is somber gestemd: 'dit zijn dingen die men niet van zich afschudt, men ontkomt er niet aan, het is het noodlot dat op u loert en u niet loslaat.' Silvester gaat naar het akkermaalsbos. Als Margriet even naar buiten gaat, vindt ze een lege

patroonhuls en ze peinst over de onontkombaarheid van de oorlog: '...want de oorlog was als de erfzonde met de mens op de wereld gekomen en er was niemand die zich ervan zou kunnen bevrijden.' De broodbezorger vertelt over een gruwelijk ongeval, dat zijn vader is overkomen, nadat hij hetzelfde had gedroomd. Als hij weg is hoort ze een enorme knal. Ze gaat naar buiten, ziet in de verte rook opstijgen en loopt weer naar binnen. Ze weet niet goed wat ze er mee aan moet. Na een poosje komt een rijkswacht binnen. Hij vertelt haar, dat Silvester het slachtoffer is geworden van een granaat uit de vorige oorlog. De mycoloog heeft het gezien. Als Margriet weer alleen is, grijpt ze een lang touw en een stikdraad. Onderzoek van de verhaaltechnieken Het verhaal is na de Tweede Wereldoorlog in 1957 geschreven en speelt zich ook rond die tijd af. Het verhaal begint in de winter (of iets later) en eindigt in de dagen na Pasen. De vertelde tijd is dus ongeveer 2 maanden. Het verhaal is over het algemeen chronologisch en bevat tijdsprongen. Er zitten wel enkele flashbacks in. Ook kun je spreken van een flash-forward als je het hebt over de dood van Silvester. Er komen een aantal tekens in het verhaal voor die als het ware de dood aankondigen. Bijvoorbeeld wanneer er een zwarte kraai op het dak gaat zitten (een zwarte kraai staat symbool voor de dood). Het verhaal speelt zich vooral af in en rond het huis van Silvester en Margriet dat vlak bij de voorstad ligt. Enkele scènes vinden in de voorstad plaats onder andere bij het stempellokaal en bij het kasteel 'de Vier Torekens'. De schrijfstijl van Ward Ruyslink is niet ingewikkeld. Er komen soms moeilijke en vooral vreemde woorden in voor (misschien omdat de schrijver een Vlaming is en dus Vlaamse woorden gebruikt die ik niet ken) maar verder is het goed te begrijpen. Wat mij opviel is dat er vaak met ‘gij’ wordt gesproken. Dat is niet meer iets van deze tijd en daarom viel het mij op. Ward Ruyslink maakt veel gebruik van vergelijkingen bij bepaalde dingen of gebeurtenissen om deze te versterken. Het perspectief van dit verhaal is personaal. Je ziet de gebeurtenissen en gedachten wisselend vanuit Margriet en Silvester. De twee hoofdpersonen in het boek zijn Margriet en Silvester. Ze zijn al 22 jaar getrouwd en hebben geen kinderen of werk. Silvester, die 43 jaar is, moet regelmatig naar het stempellokaal. Hij doet geen moeite om werk te zoeken maar op een dag moet hij zich melden bij het kasteel 'de Vier Torekens' voor een baan als ‘hulptuinier’. Hij krijgt, tot zijn blijdschap, de baan niet. Hoewel Silvester van binnen vaak bang is, is hij (juist daarom) een geboren leugenaar. Hij probeert onder andere een ei van de tuinman af te troggelen door te zeggen dat hij een ziek kind thuis heeft. Ook is Silvester lui. Hij moet in het verhaal drie klusjes doen waarvan aan het einde van het verhaal er maar één gedaan is. Silvester is een nuchtere man die zich niet zoveel van de buitenwereld aantrekt. Toch heeft hij een goede kijk op de wereld. Hij heeft een baard en ziet er onverzorgd uit. De twee personen kunnen zich alleen maar wassen wanneer het mooi weer zodat het water lauw is, wat niet echt fris is. Ook Margriet ziet er niet goed verzorgd uit. Ze heeft sluik, lang en ongewassen haar. Qua bouw is ze tenger en ze heeft een vrij witte huid. Het echtpaar heeft de Tweede Wereldoorlog meegemaakt en vooral Margriet heeft daar iets aan overgehouden. Ze heeft een grote angst gekregen voor oorlog. En niet zomaar een angst. Als er wat gebeurt, denkt zij meteen dat het tot een oorlog zal leiden. Verder is ze erg dominant. Ze commandeert Silvester en ook denk ze boven andere mensen te staan. Verder zijn er (vele) bijpersonages die alleen voorkomen in bepaalde scènes. Alleen de mycoloog komt iedere dag terug. Hij bestudeert paddenstoelen en loopt elke dag op een vast tijdstip met een trommeltje langs het huis van Silvester en Margriet. Ook komt de broodbezorger Harry een paar keer in het verhaal voor. De situaties zijn erg verschillend en moeilijk uit te leggen. Hoewel de schrijver de hoofdstukken niet een nummer of een titel heeft gegeven, bestaat elk hoofdstuk uit een ander onderwerp: * De hoofdstukken 1 en 4 belichten het samenzijn en de verhoudingen tussen Silvester en Margriet. * In hoofdstuk 2 speelt Silvester een belangrijke rol. * In hoofdstuk 3 wordt er vooral door de ogen van Margriet gekeken. Thematiek Het thema van dit boek lijkt erg voor de hand te liggen, namelijk de angst voor een oorlog. Toch denk ik dat de eenzaamheid (individualisme) het thema is. Margriet en Silvester komen haast nooit de deur uit en weten niets van de wereld om ze heen. Margriet voelt zich vaak eenzaam omdat ze met niemand kan praten over haar angst. Niemand begrijpt haar, zelfs Silvester niet. Ook Silvester is erg in zichzelf gekeerd. Het echtpaar praat niet veel met elkaar en begrijpen elkaar ook niet. Margriet ergert zich aan het feit dat Silvester nooit iets doet. Silvester ergert zich op zijn beurt weer aan Margriet omdat zij bij alles meteen denkt aan een nieuwe oorlog. Ook het einde heeft met eenzaamheid te maken. Wanneer Silvester omkomt bij een explosie van een granaat, is Margriet alleen. Met een nieuwe oorlog (dat voor haar al vast staat) in het verschiet kan ze het niet meer aan. Ze pleegt zelfmoord. Ze wil niet alleen achterblijven en kiest dus voor de dood waar ze eigenlijk al die tijd ook een soort angst voor had. De angst van Margriet voor een nieuwe oorlog zou ik als belangrijkste motief willen noemen. Het komt bij elke gebeurtenis terug. De motieven zijn: Angst Angst is ook een duidelijk motief. Niet alleen de angst van Margriet voor de oorlog, maar ook de angst van Silvester om met mensen in contact te komen. Zo vindt hij het eng om naar het kasteel te gaan voor de baan en is hij bang om het dak op te gaan om de dakpan goed te leggen. Ook moet hij veel moed verzamelen om naar de officier te gaan van de militairen die oefeningen doen rondom het huis. Ook de angst voor de dood is aanwezig bij zowel Margriet en Silvester. Dood
De dood komt in vele verschillende soorten vormen voor. Allereerst de lijkstoet waar Silvester bij gaat lopen. Dan de zwarte kraai op het dak en de dood van Silvester. Uiteindelijk pleegt Margriet zelfmoord wat natuurlijk ook met de dood te maken heeft. Het is wel een andere soort dood dan die van Silvester. Margriet heeft er zelf voor gekozen. Verval + Lelijkheid Silvester en Margriet zijn allebei niet verzorgd en vooral Margriet geeft een verlope indruk. Ook het huis is niet goed onderhouden en ziet er vervallen uit. Oorlog Oorlog komt steeds op verschillende manieren in het boek terug. De Tweede Wereldoorlog, de militaire oefeningen en de oorlog die in het verschiet ligt. Ook de granaat uit de Tweede Wereldoorlog verwijst naar het motief oorlog. Leven
Silvester en Margriet weten niet goed wat ze met het leven aan moeten. Ze kiezen ook voor het niets doen en het slapen. Silvester zegt in het boek: 'Niemand kan de ware betekenis van het leven verklaren'. De dood is in eerste instantie een vijand voor de twee hoofdpersonen maar ik denk uiteindelijk ook een aflossing van het (voor hun verschrikkelijke) leven. Wanneer Margriet erachter komt dat ze 22 jaar getrouwd zijn, vindt ze dat het niet gevierd mag worden: ze vindt dat de verjaring van een groot ongeluk in stilte herdacht moet worden. Margriet zegt na de aanval van de militairen op hun huis: 'dit zijn dingen die men niet van zich afschudt, men ontkomt er niet aan, het is het noodlot dat op u loert en u niet loslaat.' Ritme Ik denk dat het vaste patroon waarin Silvester en Margriet leven ook een soort van motief is. De bakker komt elke dag langs; Silvester moet regelmatig naar het stempellokaal en ook de mycoloog komt elke dag op een vast tijdstip het huis voorbij. De vaste routine heeft zeker met het thema te maken, omdat het thema (eenzaamheid/ individualisme) er een gevolg van is. De titel heeft veel met het thema te maken. De titel: ‘de ontaarde slapers’ kun je op de volgende manieren uitleggen: ‘Ontaard’ betekent zijn ware aard verloren hebben; geen houvast meer hebben. ‘Slapers’ slaat op Silvester en Margriet omdat hun belangrijkste bezigheid slapen is. Silvester en Margriet hebben hun ware aard verloren omdat ze zoveel slapen. Je kunt ook zeggen: omdat ze hun ware aard verloren hebben, zijn ze (uit verveling) veel gaan slapen. Je kunt het dus op twee manieren uitleggen. Plaats in de literatuurgeschiedenis De eerste druk van het boek was in 1957. Ongeveer 12 jaar na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog. In die tijd zijn veel boeken geschreven die met de oorlog te maken hebben. Mensen hadden een nieuwe inspiratiebron. De oorlog gaf mensen de mogelijkheid om hun ideeën over oorlog op papier te zetten. Mensen die de boeken lazen, begrepen het verhaal vaak beter omdat ze de oorlog zelf hadden meegemaakt. Ook konden mensen hun persoonlijke belevingen uiten in de vorm van een verhaal. Het is dan ook niet raar dat er honderden boeken zijn geschreven naar aanleiding van de Tweede Wereldoorlog. Elke schrijver deed dat op zijn eigen manier. De een beschreef hoe het er aan toe ging in de gevechten, de ander liet de gevolgen van de oorlog zien, zoals Ward Ruyslink. Ward Ruyslink laat zien hoe een echtpaar kapot is gegaan aan de oorlog. De angst voor een nieuwe oorlog en de oude granaat uit de Tweede Wereldoorlog waar Silvester aan gestorven is. Het boek is dus typerend voor deze periode. Ik weet niet of het een typerend boek voor de schrijver, omdat dit mijn eerste boek is dat ik lees van Ward Ruyslink. Ward Ruyslink is een pseudoniem voor Raymond Karel Maria de Belser. Hij is geboren op 17 juni 1929 in Berchem (Antwerpen). Zijn vader was bibliothecaris en schreef ooit een streekroman en een politiek-historisch werk. Het gezin bestond uit vader, moeder en twee zoons. Ward Ruyslink was de jongste. Hij groeide op in een katholiek milieu, maar later typeerde hij zijn ouders als ‘lauwe katholieken’. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte hij met zijn ouders naar Noord-Frankrijk. Na de oorlog volgde hij in 1947-1948 de colleges Germaanse filologie aan de Gentse Universiteit. De dood van zijn broer in 1948 deed zijn geloof in een goede God verliezen. In 1953 trouwde Ward Ruyslink met Alice Burm, die hij op het einde van de middelbare school had leren kennen. Ze gingen wonen in de bovenverdieping van zijn ouderlijke huis in Mortsel en uit hun huwelijk werd één zoon geboren, Chris (1955). Van 1953-1984 was hij werkzaam in het museum Plantin-Moretus als adjunct-bibliothecaris. In 1964 verhuisde ze naar Pulle in Kempen. Na de dood van zijn vrouw in 1990 is hij verhuisd naar Meise (bij Brussel). Beoordeling De ontaarde slapers is een van de boeken waar i keen dubbele mening over heb. Aan de ene kant vind ik het een heel erg leuk boek waar goed over na gedacht is. Aan de andere kant vind ik het een nutteloos en langdradig verhaal. Het thema (en de motieven) spreken mij heel erg aan, omdat ik er nooit goed over heb nagedacht hoe het is na een oorlog; wat voor een leven je dan nog hebt. Dit boek geeft heel goed weer dat de angst voor een nieuwe oorlog er altijd zal blijven; in iedereen die een oorlog heeft meegemaakt. Ward Ruyslink heeft de mensen willen laten inzien, dat een oorlog meer gevolgen heeft dan dat je zou denken. Ook heeft hij iets aan de kaak willen stellen. De officier van de militairen heeft medelijden met de vrouw van Silvester maar moet zich aan de bevelen houden die hij heeft opgekregen. Daarmee (en misschien is dat vergezocht) laat Ward Ruyslink zien dat de top van de Defensie bijna alle macht in handen heeft. De officier mag namelijk niet van het plan afwijken. Als hij zich door zijn persoonlijke mening en gevoelens had laten leiden, had hij die aanval wel op een ander huis gedaan. Alleen heeft hij deze bevoegdheid niet. Dit viel mij op omdat in het hele boek geen vreemde acties voorkomen die iets met de oorlog te maken heeft. Ook vind ik het erg toevallig dat de aanval juist op hun huis was gepland. Ook het einde vond ik erg gepland. Alsof Ward Ruyslink geen goed slot kon verzinnen. Ik vond het net zoals de aanval erg toevallig dat juist Silvester op de granaat stapte. En alsof Ward Ruyslink geen raad weet met de overgebleven Margriet laat hij haar zelfmoord plegen. Het boek vond ik erg langdradig, wat ik ook al heb geschreven in mijn eerste reactie. De vertelde tijd is dan wel twee maanden, maar de tijdsprongen maken het Ward Ruyslink mogelijk, om daarvan maar een paar dagen te beschrijven. Deze dagen zijn erg uitgebreid verteld en met een hoop vergelijkingen. Soms verveelde dat me en soms werd er met zo’n vergelijking iets veel duidelijker. Het taalgebruik vond ik niet moeilijk. Soms waren er woorden die ik niet kende, maar dat stoorde niet. Ik vond het over het algemeen een leuk boek, alleen vind ik het jammer dat er zoveel negatieve punten zijn belicht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De ontaarde slapers door Ward Ruyslinck"