De olifantenjongen door Ellen Tijsinger

De olifanten jongen. Ellen Tijsinger. Thema/ Probleem/Onderwerp: Straat kinderen Hoofdpersoon: Kari jongen van 12 De belangrijkste personen in dit boek zijn.: •Kari (Hoofdrolspeler) •Njeri (Vrouw die Kari vaak hielp en en hij hielp haar) •Tabitha, Kabero, Nathan, Kamau, Titus (Karis’s vrienden uit zijn bende) •Mozes en Rudia, Wanja (Degene die Kari heeft opgevangen toen hij met de olifanten werkte) Het verhaal speelt zich af in Kenia Korte samenvatting: Kari woont in Kenia en is vanaf zijn geboorte door zijn oma opgevoed. Als Kari twaalf is en de oogst is mislukt neemt zijn oma de moeilijkste beslissing van haar leven. Ze stuurt Kari weg want er is niet genoeg eten voor hen twee. Kari besluit naar de stad te gaan en hij hoopt dat het leven daar beter is. Maar Kari heeft het mooi mis. Auto’s wassen en zilverpapier verzamelen zij de enige mogelijkheden om een heel klein beetje geld te verdienen om eten en drinken mee te kopen . Kari sluit zich aan bij een van de vele straatbendes en hij ontdekt dat je gemakkelijker aan geld kunt komen door het te stelen en te roven. Maar ineens word het te gevaarlijk voor hem en zijn bende vrienden. Ze kunnen niet meer veilig op straat slapen. Want een andere bende stelen al het voedsel van hen weg. Aan de rand van de stad bouwen ze in dicht struikgewas een hutje van takken en bladeren. Maar hier komen ze andere vijanden tegen. Grote, sterker en veel gevaarlijker: olifanten! Tot de verbazing ontdekt Kari dat hij een bijzondere gave heeft … hij kan mat de olifanten praten met die gave kan Kari zijn toekomst waar maken tot een beter leven. Hij gaat naar school en leert lezen en schrijven. Zo beleeft Kari toch heel wat meer met zijn gave. De titel ‘de olifantenjongen’ is waarschijnlijk gekozen omdat Kari met olifanten kan praten door deze gave kan heeft hij een goede baan om de olifanten tot rust te brengen.
Informatie over de schrijver Ellen Tijsinger werd op zeven december 1947 in utrecht geboren. En heeft nu u 2 kinderen mariëtte en frank en een man ron. Mijn allereerste kinderboek heette: ‘Soms ben ik boos.’ Het ging over de kattenkwaadstreken van mijn twee kinderen. Later verschenen: ‘Soms is het feest’ en ‘Ben je belupklupt.’ Ze is nu 59 jaar oud. Ze schreef eerst Na de middelbare school ging ze studeren aan een HBO kinderpsychologie, opvoedkunde, handenarbeid, spelleiding en literatuur. In de vakken gaf ze ook les aan kinderen op verschillende scholen. Mening Ik vind dit boek heel leuk want dan realiseer je een beetje hoe de straat kinderen in Afrika leven. De hoofd persoon lijkt me wel een leuke jongen en ik kan me wel verplaatsen in hem met zijn gevoelens hij ik denk dat ik dat ik dat ook wel gedaan had. Ik zou iedereen wel aanraden om dit boek te lezen het is het proberen waard Samenvatting 1 Kari is een jongen die opgevoed werd door zijn grootmoeder in Kenia. Ze woonden in een manyatta, een hutje gemaakt van takken en klei. Zijn moeder was opeens verdwenen en zijn vader was onbekend omdat zijn moeder het met veel verschillende mannen deed, vertelde zijn grootmoeder als hij vroeg waar zijn ouders waren. Hij groeit op als een gewone jongen. Zijn grootmoeder maakte iedere dag uij, pap gemaakt van parelgierst en suiker. Ze maakte, zonder dat iedereen dat merkte te veel want, de buurkinderen kwamen iedere ochtend vragen of er nog wat over was iedereen kreeg dan een vol bord. Op een dag toen het rijp genoeg was om te oogsten was er iets mis gegaan, daarom was de oogst mislukt. Er was geen genoeg eten meer voor twee mensen. Dus moest hij van zijn grootmoeder de wijde wereld in om te overleven. Hij vond het raar om voor het eerst Nairobi uit te gaan, zijn dorp. Na een tijde lopen komt hij een man tegen. Hij zegt dat hij een mooie dochter heeft waarmee hij kan trouwen. Kari vind het een goed idee om te trouwen en gaat mee. Als hij bij het hutje is aangekomen zegt de man dat ze erin zit, Kari gaat erin en ziet een geit. De deur gaat met een grendel dicht en zit op slot. Kari schrikt, hij praat de man om en gaat hem helpen om hem weer op het rechte pad te krijgen. Dat lukt en hij krijgt van de man een shilling. Dat is zijn geluksshilling geworden. Hij verlaat de man en gaat richting het noorden, en liep ook soms een brutale baboen, een aap, waar hij vroeger heel bang voor was. Hij trok zich er niets van aan. Na een tijdje lopen komt hij een weg tegen, er staat een kapotte en vooral volle mutatta, een busje waar veel mensen in kunnen. Kari heeft mensen in het dorp ook geholpen met hun auto te maken. De mannen hebben de motorkap open gedaan, hij ziet dat de hun er niet veel van weten. Kari gaat de mannen helpen, het lukt en hij mag meerijden. Als hij even later in een dorpje aankomt, stapt hij uit, het busje rijdt verder. Hij wordt gewaarschuwd dat hij niet in een bende gaat door zijn grootmoeder en zijn volwassen vrienden. Na een tijdje in het dorp was, had hij wel wat behoefte in wat vrienden. Hij wordt gewild door twee bendes eerst door die van Jogana maar dat weigert hij en dan door die Kabero waar ze hem hebben omgepraat. Hij gaat bij de bende en gaat stelen, vechten en alle andere dingen die niet mogen. Op een gegeven moment zijn ze niet meer veilig voor de bende van Jogana en vluchten naar het bos waar Kari een hutje had gemaakt toen hij hier in het dorp Nyahururu aankwam. s’ Ochtends toen iedereen in het hutje had geslapen kwamen er olifanten, iedereen klom in een boom. Kari begint tegen de olifanten te praten en merkt dat ze hem begrijpen. Ze gaan weg naar het diepe bos. Njeri, een vriendin van de markt, merkt dat hij die gave heeft en stuurt hem naar haar oom op: Mount Kenia want daar zijn heel veel olifanten. Hij vindt het jammer dat hij de bende moet achterlaten en gaat weg. Eenmaal daar aangekomen ziet hij dat het een rijk gezin is. Hij heeft een moeder, Rudia een vader, Moses en een zusje, Wanja. Rudia krijgt even later een baby een jongen de kleine Moses. Alles gaat gewoon zijn gangetje tot ze een kleine olifant in de nacht horen huilen. Ze halen hem s’ ochtends op en bellen twee dagen er na KWS, Kenia Wild Service, en laten hem ophalen. Met een terreinwagen met gesloten achterbak, komen ze hem ophalen de olifant wil de auto niet in. Kari begint tegen de kleine olifant te praten dat hij in de auto moet gaan, de olifant luistert naar Kari en gaat de auto in. Later als het dier is afgevoerd komt Njeri met een verrassing. Ze is bij zijn grootmoeder geweest, en heeft een cadeau voor hem gekregen. Het is een grote enveloppe, hij maakt het open en er zit een grote deken in die ze zelf heeft gebreid. 2e samenvatting Kari woont in een dorpje die heel erg klein is. Hij woont daar samen met zijn grootmoeder in een manyatta, een hut gemaakt van takken, bladeren, klei en mest. Kari woont in Afrika. In Kenia, om precies te zijn. Kari is heel tevreden met zijn leventje. Maar op een dag stuurt zijn grootmoeder hem weg, de wijde wereld in. Er is niet genoeg eten meer in het dorp. Ze zegt tegen Kari dat hij beter ergens anders naar toe kan gaan. Grootmoeder denkt dat Kari best voor zichzelf kan zorgen. Kari leeft op straat. Hij sluit vriendschap met Tabitha. Zij is lid van een bende straatkinderen. Ze houden zich bezig met stelen en roven. Kari wordt lid van de groep. Een stemmetje in zijn hoofd zegt wel dat grootmoeder dit niet goed zou hebben gevonden, maar Kari luistert er niet naar. Als hij de kans krijgt in een kindertehuis te wonen en gewoon naar school te gaan, kiest hij toch voor zijn vrienden en het leven op straat. Hij leert hoe je moet roven en etc… Intussen heeft Njeri gehoord dat Kari goed met olifanten kan omgaan. Ze stelt voor dat hij bij haar broer, Mozes, in de bergen gaat wonen. Mozes kan wel hulp gebruiken om olifanten, die zijn velden vertrappen, weg te jagen. Nu grijpt Kari zijn kans. Hij wordt in het gezin van Mozes opgenomen. En hij gaat naar school. Hij leer veel op het laatst kwam Njeri op bezoek, ze bracht een deken van Karis’s grootmoeder hij was heel erg blij. Het verhaal zelf speelt zich af in Kenia (Afrika) En het verhaal speelt zich af in de 20e eeuw. Het kan zijn dat het verhaal echt kan gebeurd zijn, omdat in Afrika veel bendes zijn en in armoede leven. in dit boek zijn de gebeurtenissen niet door elkaar gegooid, het is allemaal bij elkaar het verhaal word later spannender dan in het begin en dat maakt het juist avontuurlijk Het gaat eigenlijk alleen om Kari dat kun je uit het boek maken, want je kunt zijn gevoelens meeleven. De andere zijn meer bijfiguren Verschillen tussen deze samenvattingen. Ik vind de samenvattingen erg veel van elkaar verschillen. De 1e samenvatting vind ik dat er te veel fragmenten uit de tekst in de samenvatting staan. En in samenvatting 2 vind ik precies bij de tekst passen je ziet ook dat er bij deze samenvatting meer naar het verhaal is gekeken. En niet dat er maar wat geschreven staat zoals bij samenvatting 1 het geval is . Bij samenvatting 1 vind ik ook dat het dat het veel te lang is en van samenvatting 1 kun je ook nog een samenvatting maken. Omdat die samenvatting zo lang is. Dat vind ik op zich wel heel jammer. niet veel samenvattingen vinden over dit boek. En heel veel verschillen tussen deze 2 samenvattingen. Maar als ik kijk naar de inhoud kies ik toch voor de 1e. Maar die samenvatting vind ik meer een verhaal worden. En als ik kijk naar de kwaliteiten kies ik voor de 2e samenvatting. Dus alles bij elkaar opgeteld kies ik voor samenvatting 2. De bron waar ik deze informatie vandaan heb is
www.scholieren.com en dan op boekverslagen klikken. Vervolgens ‘de olifanten jongen’ in typen en dam krijg je 4 leesverslagen. En daar uit heb ik deze samenvattingen gekozen. Maar je kunt ook op de ‘T’ klikken en dan zoeken tot Ellen Tijsinger. Dan erop klikken dan “de olifantenjongen,, dan zie je ook 4 verslagen. Een tabel van verschillen van de samenvattingen. Samenvatting 1 Te lang
Veel dingen zijn letterlijk uit de tekst opgeschreven. Is te lang kan korter Samenvatting 2 Lekker kort
Er wordt niet teveel verklapt
Past perfect bij de tekst