Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De ogen van Roosje door Clare Lennart

Beoordeling 8.6
Foto van een scholier
Boekcover De ogen van Roosje
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2147 woorden
  • 9 november 2002
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 8.6
17 keer beoordeeld

Boekcover De ogen van Roosje
Shadow
De ogen van Roosje door Clare Lennart
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens - Auteur: Claire Lennart - Titel: De ogen van Roosje, Nijgh & van Ditmar, Den Haag, 1966-5, 191 blz. (eerste druk 1957) - Genre: Roman Eerste Reactie - Keuze: ik heb dit boek gekozen omdat de titel en het verhaaltje op de kaft me wel aanspraken. - Inhoud: ik vond het boek best leuk om te lezen omdat je je best makkelijk in kan leven in het verhaal. Maar op sommige momenten is het ook best langdradig omdat veel dingen heel uitgebreid beschreven worden. Verdieping - Samenvatting: Frederik Johan Hazelaar en Marie Jeanne Charpolet trouwen op 20 mei in het jaar 1902 op het gemeentehuis van Rodenbeek. Marie Jeanne trouwt niet uit liefde, maar omdat ze bang is dat ze nooit zal trouwen. Daarom trouwt ze gelijk met de eerste man die haar ten huwelijk vraagt. In 1903 wordt Jeanine (koosnaam Nini) geboren en in 1905 Pauline (koosnaam Pau’tje). Bij de geboorte van Jeanine vindt Johan Hazelaar zijn vrouw nog een heldin, maar bij de geboorte van Pauline komt de ontnuchtering en ziet hij in dat zijn vrouw alleen maar leeft voor het materiële en er van buiten heel mooi en toegankelijk uitziet, maar van binnen eigenlijk niet leeft. Jeanine en Pauline brengen hun kinderjaren door in de mooie ‘’onderwijzers-woning’’ van Rodenbeek. Daar zijn ze heel gelukkig, ookal maken hun ouders soms wat ruzie. Ze zijn dus gelukkig totdat Roosje, Pauline's pop, geen ogen meer in haar hoofd heeft. Pauline is erg gehecht aan haar pop en schrikt dus heel erg. Als ze dan naar haar zusje kijkt, ziet ze een koude blik in haar ogen , waardoor ze zeker weet dat Jeanine de ogen in de pop gedrukt heeft. Ze probeert die gedachte te vergeten maar dat lukt niet. Door haar schoolliefdes is Pauline best gelukkig. Zo wordt ze verliefd op Tom Landaal. Tom Landaal is een zoon van de kunstschilder Walt Landaal. De mensen in het drop vinden Walt met zijn vreemde beroep maar een vreemde man. Walt Landaal ziet er artistiek uit, maar wat veel opwindender is, is dat hij ieder ogenblik een andere vriendin heeft. Daarom mogen de kinderen van het dorp geen contact hebben met Tom. De Hazelaars vinden dat onzin omdat het uiterlijk niets van iemands innerlijk zegt. Zo komt het dat Pauline vaak met Tom speelt, ze plukken bramen en spelen in het bos. Jeanine merkt dat de verhouding tussen Tom en Pauline steeds beter wordt en grijpt in. Van de één op de andere dag wil Tom niets meer van haar weten. Pauline weet niet wanneer, hoe, of wat Jeanine gedaan heeft. Jeanine kijkt haar alleen weer precies op dezelfde manier aan, zoals toen bij Roosje en ze weet dat Jeanine Tom van haar afgepakt heeft. In Pauline's laatste schooljaar op de HBS gaat ze veel om met Taco Zijlstra, hij is ,zoals je aan z'n naam kan zien, van Friese afkomst. Hij heeft vier broertjes en zusjes en een aardige moeder. Pauline voelt zich bij Taco altijd op haar gemak, maar weer is het Jeanine, die zich ermee gaat bemoeien. Maar ze doet weer niets aanwijsbaars om Taco af te pakken, maar ze danst één keer met hem en Taco kijkt niet meer naar Pauline om. Als Pauline haar eindexamen gedaan heeft, volgt ze de stoomcursus in Walburg om daarna lerares te worden. Daar ontmoet ze Flip Vogel. Ze gaat veel met Flip om, vooral omdat ze dezelfde interesses hebben. Na het examen wordt bij Pauline thuis een afscheidsfeest gehouden. Ze doen allerlei spelletjes zoals 'pand verbeuren'. Tijdens dat spelletje moet Flip, om zijn horloge terug te krijgen, Pauline tien zoenen geven. Maar bij de tien houdt hij niet op maar geeft haar wel 20 zoenen, waarna Pauline zich opeens losrukt en snel weg wil lopen. Tot ze plotseling Jeanine ziet staan. Jeanine kijkt Pauline aan met wéér die ijzige koude blik, zoals toen bij Roosje (en Tom). Die avond spelen ze nog met z'n allen verstoppertje, waarbij Jeanine Flip weer weet af te pakken. Van Flip heeft Pauline nooit meer iets gehoord, behalve dat hij vrij snel is getrouwd. Vlak hierna is Jeanine naar Parijs gegaan om filmster te worden. Als Pauline negentien jaar oud is, wordt ze benoemd tot onderwijzeres in het dorp Garvelo. Op weg naar huis ontmoet ze Rut Eslander (die ze nog kent van vroeger omdat haar moeder zijn gouvernante was) en krijgt ze verkering met hem. Pauline is doodsbang dat ook hieraan plotseling een eind zal komen. Ze is dan ook blij dat Jeanine niet op haar verlovingsfeest komt. Na het huwelijk wordt Rut benoemd tot burgemeester van het stadje Reemskate. Pauline en Rut krijgen twee kinderen: Martijn en Frederike. Beide kinderen zijn gezond, intelligent en erg aantrekkelijk. Toch blijft Pauline erg onzeker, omdat volgens haar het huwelijk elk moment kan breken. Ze durft dit niet tegen Rut te vertellen, omdat hij niet van ‘’somberaars’’ houdt. Daarom doet ze alles zoals Rut het denkt en het zegt en zoals zij denkt dat Rut haar graag wil zien. Zo wordt ze langzamerhand zijn echo zoals ze zelf vertelt in het boek. In 1946 - na de tweede wereldoorlog - ontvangen ze een brief van Jeanine waarin ze vertelt dat ze weer naar Nederland terug wil komen. Pauline schrikt erg, barst in tranen uit en vertelt haar jeugdervaringen aan Rut. Nog diezelfde dag komt Jane aan. Jane is de naam die Jeanine zichzelf in Parijs gegeven heeft en ze gebruikt deze naam ook als artiestennaam. Jane is niets veranderd en schakelt haar zus helemaal uit. Ze weet iedereen voor zich in te winnen en neemt steeds de leiding. Pauline trekt zich meer terug waardoor de mensen van het dorp haar vreemd gaan vinden. Ruts belangstelling voor zijn vrouw wordt minder en Jane doet er van alles aan om dit uit te buiten. Op Ruts verjaardag bereikt de spanning haar hoogtepunt. Er zal een foto gemaakt worden. Jane gaat expres heel dicht tegen Pauline aan staan. Pauline kan hier niet tegen (en dat weet Jeanine ook) en geeft Jane in haar woede een klap in het gezicht. Niemand begrijpt er iets van. Een week nadat dit gebeurde gebeurt er iets verschrikkelijks. Pauline rijdt met haar auto in een laan, waar plotseling iemand van de andere kant, links van de weg, in snelle vaart de tamelijk steile helling komt afstuiven. Pauline herkent haar zus, maar rijdt door en denkt tegelijkertijd: "Daar ga je". Toch bedenkt ze zich en remt, gooit het stuur om, maar ze kan niet meer voorkomen dat ze haar zus raakt. Jane is op slag dood. Iedereen beweert dat Pauline er niets aan kan doen, maar niemand weet dat ze misschien drie seconden eerder had kunnen remmen. Pauline is nu helemaal in de war. Ze houdt zich er alleen nog maar mee bezig of ze terecht boos was op haar zus. Op een morgen, als Pauline in de kamer zit, komt er bezoek. Het is Tom Landaal, haar jeugdvriend van vroeger. Hij heeft over het ongeluk gelezen in de krant en is direct naar haar toe gekomen. Ze brengen de hele dag samen door en Tom vertelt zijn mening over Jane: Tom heeft begrepen dat Jane’s koude hart haar angstig had gemaakt, daardoor voelde ze zich minder dan anderen en daardoor vond ze het noodzakelijk om de liefde tussen mensen kapot te maken. Voor Pauline wordt veel meer duidelijk: Haar moeder was angstig nooit te zullen trouwen. Jeanine kende die angst ook, maar ze uitte haar woede door agressief te worden. Nu ziet Pauline hoe de wereld is; overal is angst met moord en doodslag als gevolg. Angst waardoor mensen duivelse dingen gaan doen. Daardoor beseft ze dat ze een eigen mening zal moeten vormen en geen echo zoals ze tot nu toe altijd geweest was.
Onderzoek naar de verhaaltechniek - De schrijfstijl: er wordt met redelijk lange zinnen geschreven maar het aantal moeilijke woorden valt mee. - De ruimte: het verhaal speelt zich af in Nederland, voor en na de Eerste Wereldoorlog en het leven van Pauline staat centraal. - De verhaalfiguren: * Pauline Hazelaar: de persoon waar het boek om draait, zij verteld het verhaal. Ze is een gelukkig, maar erg onzeker persoon. * Jeanine Hazelaar: De zus van Pauline. Erg knap en trots meisje Alleen haar hardblauwe kille ogen waren niet mooi. Ook had ze een koud hart dat liefde haat en kapot wil maken. * Roosje: De pop van Pauline. Pauline kreeg Roosje met Sinterklaas, het was haar lievelings pop waarmee zij dagelijks speelde. * Tom Landaal: Tom is haar jeugdvriend. Toms vader had telkens een andere vrouw. Daardoor zocht Tom liefde bij Pauline. * Taco Zijlstra: Taco is haar vriend van de HBS. Hij heeft veel belangstelling voor de natuur, daardoor gaat hij vaak met Pauline naar het bos. Taco had een leuke, gezellige familie waardoor Pauline zich altijd erg op haar gemak voelde. * Flip Vogel: Flip is haar vriend van de stoomcurcus in Walburg. Hij heeft (net als Pauline) veel belangstelling voor literatuur en legt Pauline altijd de wiskunde opgaven uit. Ze studeren vaak bij Flip op zijn kamer, waardoor er een band tussen hen ontstaat. * Rut Eslander: Man van Pauline. Hij komt uit een bekende, rijke familie waardoor hij burgemeester in Reemskate werd. Op zoek naar de thematiek - Wat is de hoofdgedachte: de hoofdgedachte is volgens mij dat je altijd jezelf moet blijven, maar ook belangrijk in het verhaal is de woede die mensen soms dat vervelende dingen kan drijven. - Welke tekstgedeelten en motieven zijn typerend voor dat thema: alle gedeelten waarin terugverwezen word naar ‘’de ogen van Roosje’’ en het gedeelte waar Pauline er voor zichzelf achterkomt dat ze meer moet zijn dan de echo van haar man. - Wat is het verband tussen de titel en het thema: met het ‘’ogen van Roosje’’-incident begint alle ellende voor Pauline, die ellende wordt veroorzaakt door de woede en het egoïsme van Jeanine. Plaats in de literatuurgeschiedenis - Wanneer is het werk voor het eerst gepubliceerd: in 1957 - Wat weet je van de schrijver: Clare Lennart (Pseudoniem: Clare Helena van den Boogaard-Klaver) werd in 1899 geboren. Ze groeide op in 'De Ekelenburg' in Oldebroek, (Dit huis beschrijft zij in haar boek 'De blauwe horizon') maar toen Clare 10 jaar was ging haar vader's bedrijf failliet en moesten ze verhuizen. Ze verhuisden naar Epe en in 1914 ging Clare naar de Franse school. Hierna volgde ze de kweekschool in Apeldoorn. In 1918 slaagde ze voor haar eindexamen en werd aangenomen op de school 'De Stapel' in Drenthe. Na enige jaren ging ze daar weg en werd ze aangenomen in Utrecht. Ze verzon verhalen voor de kinderen, want die waren er dol op. Op haar 26e had ze een verhouding met Wim van den Boogaard, daarom verliet ze het onderwijs. Ze werd hospita en schrijfster, in haar boeken beschrijft ze ook vaak vervelende en lastige mensen, dit moeten mensen uit het pension voorstellen. In 1947 trouwde ze met Wim van den Boogaard, daardoor kreeg ze meer tijd om te schrijven en na 1954 verhuurde ze ook geen kamers meer. In 1972 werd Clare Lennart getroffen door een hartinfarct waaraan zij stierf. Boeken die zij geschreven heeft:. 1935 Avontuur
1936 De wijde wereld 1937 De blauwe horizon
1938 Toverlantaarn
1939 Huisjes van kaarten
1940 Maanlicht
1946 Ter herinnering aan Rotterdam
1948 Kasteel te huur
1949 Rouska 1950 De blauwe horizon
1951 Serenade uit de verte 1952 Liefde en logica
1954 Stad met rose huizen
1955 Op schrijversvoeten door Nederland
1957 Kathinka uit de kattesnorstraat
1959 Rinus Spoormus
1960 Iboe
1963 Scheepjes van papier - Wat weet je van de tijd waarin het werk geschreven werd: in die tijd reisden de mensen nog niet zo veel als nu en hadden ze ook (meestal) geen tv, waardoor ze minder van de wereld wisten. Dat is de reden waarom alles in dit boek (en vele uit dit tijdvak) zo uitgebreid beschreven word. Beoordeling - Welke verhaalelementen hebben voor jou een positieve werking: ik ben het ermee eens dat je altijd jezelf moet blijven, ongeacht de reactie van anderen daarop. - Welke passage spreekt je het sterkt aan en waarom: ik vind het gedeelte over de ogen van Roosje het belangrijkst omdat daar gedurende het hele verhaal naar terug verwezen word. - Wat is je oordeel over het thema van dit boek: ik vind het een thema waar je je makkelijk in kan leven omdat iedereen te maken heeft met woede, van zichzelf dan wel van anderen. En je staat altijd voor de keuze om jezelf te blijven of je aan te passen. - Wat vind je van het taalgebruik: omdat dit een boek uit de 1e periode is, had ik het taalgebruik een stuk moeilijker verwacht maar over het algemeen vond ik het boek goed te lezen. - Hoe luidt je eindoordeel over dit werk: ik vond het een goed boek omdat het een boeiend verhaal is en je kan je makkelijk inleven. Zou je een ander aanraden om dit boek te lezen: ja, omdat het boek goed te lezen is, ookal is het op sommige momenten (vooral in het begin) best langdradig.

REACTIES

J.

J.

He hartstikke bedankr voor je uitreksel van in de ogen van roosje ik kon het goed gebruiken als je wil stuur even een reactie terug

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De ogen van Roosje door Clare Lennart"