Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De oesters van Nam Kee door Kees van Beijnum

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover De oesters van Nam Kee
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 7072 woorden
  • 15 mei 2015
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
12 keer beoordeeld

Boekcover De oesters van Nam Kee
Shadow

De oesters van Nam Kee is een even geestige als ontroerende roman over hunkering. Hunkering naar waarheid en liefde. Het met grote vaart en scherpte geschreven verhaal over een achttienjarige gymnasiast en zijn obsessieve liefde voor een danseres werd bekroond met de Bordewijk-prijs. De verfilming van het boek gaat najaar 2002 in première.

De oesters van Nam Kee is een even geestige als ontroerende roman over hunkering. Hunkering naar waarheid en liefde. Het met grote vaart en scherpte geschreven verhaal over een ach…

De oesters van Nam Kee is een even geestige als ontroerende roman over hunkering. Hunkering naar waarheid en liefde. Het met grote vaart en scherpte geschreven verhaal over een achttienjarige gymnasiast en zijn obsessieve liefde voor een danseres werd bekroond met de Bordewijk-prijs. De verfilming van het boek gaat najaar 2002 in première.

De oesters van Nam Kee door Kees van Beijnum
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1. Titelbeschrijving;

 

Kees van Beijnum,’De oesters van Nam Kee‘, Nijch & van Ditmar, 2000

 

2. Samenvatting;

 

Hoofdpersoon en ik-verteller is de intelligente, achttienjarige Berry (Ber) Kooijman, geboren 28 november 1980. In de Bijlmerbajes kijkt hij terug op zijn turbulente leven en de misdaad die hij gepleegd heeft.

Berry komt uit een goed milieu. Zijn vader is zes jaar geleden gestorven aan een hartinfarct. Berry had een goede band met hem. Met zijn moeder (een idealistische reclasseringsambtenaar) en zijn oudere broer Rein (student biologie) woont Berry in een villa in Amsterdam-Slotermeer, aan 'de goede kant' van de Sloterplas. Aan de overkant ervan ligt 'Schotelcity', zo door hem genoemd vanwege de woeker aan schotelantennes. Daar wonen zijn slechte vrienden, met wie hij graag optrekt: de Marokkanen Rachid (De Laatste Mode), Otman en Jamal en Gerrie Grolsch, de vetste junk van Amsterdam.

Berry spijbelt bijna het hele laatste jaar van het gymnasium (Barlaeus). Zijn moeder heeft hij zo overtuigend wijsgemaakt dat hij is geslaagd, dat zij op de dag van de uitslag zelfs zijn versleten rugtas aan een vlaggenstok heeft gehangen. 's Morgens vroeg verlaat Berry het huis, zogenaamd op weg naar de universiteit. Na een uurtje komt hij echter weer terug. Urenlang ligt hij in bed, zapt voor de televisie, hangt met zijn louche vrienden rond in winkelcentra of in de snackbar van Fast Eddie (waar de hamburgers smaken naar een verschroeide cd) en gaat naar undergroundparty's, waar volop geslikt, gesnoven en gedronken wordt en meiden worden versierd.

Berry moet zowel thuis als bij zijn vrienden voortdurend liegen. Hij raakt verstrikt in een web van leugens en heeft soms de grootste moeite om zich uit penibele situaties te redden. De aantrekkingskracht van bijvoorbeeld De Laatste Mode, die zonder enige aanleiding iemand 'op z'n smoel timmert', is voor Berry echter onweerstaanbaar: '(...) niet alleen vanwege zijn piekfijne gejatte Armanipakken, maar omdat ie verder ook alles mee heeft: schouders, armen, zelfbewust haar. En dan nog zo'n klere karakter.'

Op 14 juni 1999 heeft hij een toevallige ontmoeting met een negentienjarig meisje dat Thera Bouman heet. Ze koopt twee knipperende horentjes van hem, die hij de avond ervoor op straat heeft gevonden en nu probeert te verkopen. Hij is direct onder de indruk van haar en staat als aan de grond genageld. De volgende dag ontmoet hij haar toevallig weer en knoopt een gesprek aan. Ze blijkt als scholiere Haarlem te zijn ontvlucht en in Amsterdam ondergedoken te zijn. Daar werkt ze als softpornofotomodel en naaktdanseres.

Er ontwikkelt zich een turbulente liefde. Tijdens de zonnige zomer van 1999 beleven ze de mooiste tijd van hun leven. Ze liggen de hele dag op het dak, 'neuken zich te pletter', kijken naar spannende films en filosoferen over van alles en nog wat. Veel scrupules om aan de kost te komen kennen ze niet.

Ze dromen ervan in één keer een flinke slag te slaan om daarna een verre reis te maken en hun geluk te zoeken. Na allerlei plannen gewikt en gewogen te hebben, komt Thera met een, in hun ogen even simpel als briljant idee. Ze bieden in een advertentie de etage van de oude dame te huur aan, slagen erin deze aan tientallen personen tegelijk te verhuren en halen zo ruim twintigduizend gulden binnen.

Ze besluiten naar Parijs te gaan. In de tussentijd nemen ze hun intrek in de bruidssuite van het Hiltonhotel, waar ze John Lennon en Yoko Ono imiteren, die deze kamer ooit ook betrokken, en zijn volmaakt gelukkig.

Thera lijdt aan epilepsie en krijgt op een dag een aanval. Thera bagatelliseert haar ziekte en zegt dat ze absoluut niet naar het ziekenhuis wil, daarvan heeft ze na allerlei onderzoeken haar buik vol. Als ze na weer een aanval lange tijd buiten bewustzijn blijft, wordt Berry bang en besluit hij niet langer risico te nemen: hij waarschuwt de receptie en Thera wordt naar het ziekenhuis gebracht.

Haar verblijf daar duurt lang. Ze wordt (voor de tweede keer in haar leven) binnenstebuiten gekeerd. Het wordt een keerpunt in haar leven en in haar verhouding tot Berry. Tijdens zijn veelvuldige bezoeken in het ziekenhuis merkt hij dat ze apathisch reageert. Als ze later thuis is, blijft ze gelaten. Onder het mom dat haar dochter met rust gelaten wil worden, probeert Thera's moeder Berry zoveel mogelijk buiten de deur te houden. Slechts een enkele keer weet hij haar te spreken te krijgen. Tot zijn ontsteltenis weert ze hem af en probeert ze hem duidelijk te maken dat hij zich niet zo moet 'vastklampen'. Dat kan hij echter niet: wanhopig blijft hij haar achtervolgen. Als hij van haar zuster hoort dat ze niet meer thuis is, loopt hij haar dagenlang als verdwaasd door Amsterdam te zoeken.

Ten slotte komt hij erachter dat ze weer is ingetrokken bij Ben, de fotograaf die haar als pornosterretje liet werken. Urenlang wacht hij voor diens huis aan de Keizersgracht in de hoop een glimp van haar op te vangen. Berry wordt steeds verkrampter en depressiever en drinkt en slikt als nooit tevoren om aan de ellende te ontsnappen.

Op een dag heeft hij een geladen pistool van Otman geleend en belt bij aan bij het huis van Ben. Er ontstaat een flinke ruzie. Thera weet een drama te voorkomen door Berry weg te trekken en een eindje met hem mee te lopen.

Berry heeft het gevoel zijn grote liefde nu definitief kwijt te zijn. Hij is verbitterd en wordt mede door de drank en de drugs steeds psychotischer.

Op een dag is Berry aanwezig bij de opening van een nieuw buurthuis door de burgemeester. Hij wordt woedend als De Laatste Mode hem een knal in zijn gezicht verkoopt, omdat hij een biertje drinkt. Zijn criminele vrienden blijken zich bij deze gelegenheid te hebben laten strikken om als ordebewakers op te treden en lopen parmantig in jasjes met 'Security' erop.

Berry voelt zich innerlijk volkomen leeg. Uit ellende en balorigheid gooit hij een steen naar de burgemeester, als die na een toespraak in zijn auto wil stappen. Het blijkt een voltreffer, de burgervader raakt in coma. Berry weet te ontkomen.

Vlak bij zijn huis wordt Berry aangehouden door een politeagent, die via de portofoon van de aanslag heeft gehoord, een signalement van de vermoedelijke dader heeft gekregen en onraad vermoedt. Berry schiet hem met twee kogels neer, rent zijn ouderlijk huis binnen en pakt het hoognodige.

Met de trein reist hij naar Bretteville-sur-Laize. Daar hadden zijn ouders eens een huisje, waaraan Berry goede herinneringen bewaart, vooral aan de momenten daar met zijn vader. Berry treft er niemand thuis. Hij breekt in, wordt na enkele dagen gesnapt door een politieagent en naar het bureau gebracht. De gealarmeerde bewoners van het huisje willen echter van geen aanklacht horen, zodat de politie Berry laat gaan. Als hij langs de weg op een lift staat te wachten, stopt er na verloop van tijd een politie-auto. De politie heeft alsnog door wie Berry is en wat hij in Amsterdam misdreven heeft. Hij wordt gearresteerd en naar de Bijlmerbajes overgebracht.

De aanslag wordt door de pers breed uitgemeten. Televisieploegen verschijnen in de straat waar Berry's moeder woont en interviews met omwonenden verschijnen in kranten, tijdschriften en op de buis. Berry moet in de gevangenis vele gesprekken voeren met deskundigen, onder wie dokter Meesters, die een rapport moet uitbrengen met de motieven voor zijn daad. Zelfs nu vertelt Berry maar halve waarheden. De burgemeester ontwaakt na drie weken uit zijn coma. Berry wordt tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld.

 

3. Romananalyse

 

a) personages:

 

De hoofdpersoon van het verhaal is de achttienjarige Berry. Berry komt uit een goed milieu, hij heeft het niet slecht. Zijn vader, waar hij een hele goede band mee had, is echter zes jaar geleden gestorven aan een hartinfarct. Met zijn moeder (een idealistische reclasseringsambtenaar) en zijn oudere broer Rein (student biologie) woont Berry in een villa in Amsterdam-Slotermeer, aan 'de goede kant' van de Sloterplas. Berry zit tot op zekere lengte in het verhaal op de middelbare school, het gymnasium welteverstaan. Hij deed het goed op school, altijd zonder enige moeite. Maar toen hij in het laatste jaar meer met zijn vrienden omging, van wie je wel kan zeggen dat ze een slechte invloed op hem hadden, ging het steeds verder bergafwaarts met zijn schoolresultaten. Hij liegt zelfs tegen zijn moeder over het behalen van zijn diploma, die hij in werkelijkheid nooit heeft gehaald. Berry moet zowel thuis als bij zijn vrienden voortdurend liegen. Hij raakt verstrikt in een web van leugens en heeft soms de grootste moeite om zich uit penibele situaties te redden.

 

 

Thera is een 19-jarige zelfstandige ‘danseres’ en het belangrijkste bijpersonage van het verhaal. Ze heeft blond haar en is een enorme schoonheid voor Berry. Haar eerste ontmoeting met hem was toen hij duivelhoorntjes zat te verkopen. Thera nam hem vervolgens mee naar het restaurant Nam Kee. Het restaurant waar ze dol op is. Vooral omdat ze daar oesters verkopen. Thera is ook een stripdanseres en model (o.a. bij de nieuw Revu weekblad), bij de nachtclub treed ze vaak op in haar zwarte pakje met een zilver pruik. Sindsdien had Berry pas echt contact met haar. Door het verhaal langzamerhand te lezen, kom je steeds meer over dit karakter te weten. Ze krijgt later ook last van epileptische aanvallen, waardoor ze in conflict met zichzelf komt. Ze raakt gefrustreerd en is ook bang dat Berry de relatie gaat beëindigen, net als de vorige mannen in haar leven. Bij haar tweede aanval eindigt ze in het ziekenhuis, de plek waar ze erg bang voor is, omdat ze alles al eerder heeft meegemaakt. Ze heeft daarna geen contact meer met Berry, vooral omdat haar moeder hem tegenhoudt.

 

 

 

Rachid is een criminele vriend van Berry, ook wel genoemd ‘De Laatste Mode’, vooral omdat hij altijd kleren van de laatste mode draagt. Rachid is geen goede vriend en is ook vaak agressief. Hij gebruikt drugs, drank, en nog veel meer… Ook is die altijd op zoek naar nieuwe meisjes en zijn status is hem erg belangrijk. En toch heeft Berry veel bewondering voor hem. Maar later komt hij erachter dat Rachid alles behalve een goede vriend is en hangt hij ook niet meer zo vaak met hem rond. Er wordt niet veel verteld over dit personage en is daardoor een flat character.

 

Otman is ook een criminele vriend van Berry. Een Marokkaanse, asociale en erg onbeleefde jongen. In het kort: een hangjongere, zoals andere mensen hem ook zullen beschrijven. Net als Rachid gebruikt hij vaak achter drugs, alcohol, etc. Otman stapt altijd samen uit met Berry in Amsterdam. Samen doen ze de mafste dingen. Hij is zeker geen wijsneus en heeft vaak van de gekste ideeën. We komen niet veel over dit personage te weten en hij is daarom gewoon een flat character.

 

 

Dhr. Meesters is een psychiater van Berry, nadat Berry in de gevangenis terecht komt. Berry vertelt hem alles, over zijn hele leven: zijn vriendin, vrienden, familie, etc. Maar toch houdt Berry liever veel dingen voor zichzelf. Door zijn gesprekken met Meesters komen er veel flashbacks in het verhaal voor. Soms krijgt Berry de rare opdrachten van hem, die hij erg kinderachtig vindt. En er zijn soms ook tijden waar Berry een grote hekel aan hem vindt, vooral omdat hij hem probeert leeg te zuipen, maar toch vindt hij hem vrijwel aardig.

 

 

b) Plaats en ruimte:

 

Kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat het gehele verhaal zich afspeelt in de Nederlandse hoofdstad Amsterdam. Dit kun je weten doordat in het boek meerdere malen plekken in Amsterdam genoemd worden, zoals de Keizersgracht en het Museumplein. Als je wat gedetailleerder naar het verhaal kijkt, kom je verschillende plaatsen in Amsterdam zelf tegen, die toch voor het verhaal een rol spelen. In het verhaal komt de snackbar ‘Fast Eddy’ voor, waar Berry en zijn vrienden regelmatig rondhangen. Ook komen verschillende ‘underground’ clubs voor, die verder niet zo belangrijk voor het verhaal zijn. Verder komen in het boek het restaurant ‘Nam Kee’ voor, wat belangrijk is voor het verhaal, omdat het boek daar zijn titel van heet ontleend, het huis van Thera, een hotel waar Berry en Thera enige tijd verblijven, en het voormalige vakantie huisje van zijn ouders in Bretteville-sur-Laize, Parijs, Frankrijk.

 

c) Tijd:

 

Het verhaal wordt duidelijk niet in chronologische volgorde verteld. Want het verhaal begint eigenlijk waar het geëindigd is, in Frankrijk, en vanuit daar is het hele verhaal eigenlijk een grote flash-back met tussendoor kleine passages waarin het verhaal in het ‘heden’ doorgaat. Fabel en sujet vallen niet samen, dus verschillen in dit verhaal. Bij Fabel is het zo, dat Berry eerst Thera ontmoet, waarna ook de ontwikkeling in hun relatie plaatsvindt, en aan het eind van het verhaal eindigt Berry in de gevangenis. Bij sujet begint het verhaal al in het begin, waar de arrestatie van Berry wordt verteld. Hij bekijkt daarna zijn vorige leven, voordat hij gearresteerd werd. Dit valt al meteen op de eerste bladzijde van het boek te lezen.

 

d) Structuur

Om te beginnen bevat het boek 35 hoofdstukken die allemaal genummerd zijn van 1 tot en met 35. Het is niet chronologisch, en het boek bestaat uit voornamelijk flashbacks, die allemaal door elkaar staan. Het boek is dus niet in een logische volgorde geschreven.

Als je het boek begint te lezen val je meteen in de gebeurtenissen die op dat moment plaatsvinden, zonder inleiding of uitleg. Berry verstopt zich in het vakantiehuisje van zijn ouders, in Bretteville-sur-Laize. Later krijg je te weten dat dit een flashback was, en dat er nog meer gebeurtenissen vooraf gingen. Verder heeft het verhaal een open eind, waar Berry, hopend dat Thera ooit bij hem terug komt, zijn tijd doorbrengt en het hele verhaal verteld heeft. Veel vragen blijven onbeantwoord. Om maar even een voorbeeld te geven, weet niemand hoe het met Berry afloopt, en of hij zijn normale leven weer kan oppakken.

 

e) Perspectief

 

Het verhaal wordt vertelt vanuit de persoon Berry, en er is dus sprake van een ik-verteller. Het boek bestaat, zoals al eerder vermeld, voornamelijk uit flashbacks. Het hele verhaal is dus een herinnering van een bepaald persoon en je zou vraagtekens kunnen stellen bij de betrouwbaarheid van deze herinneringen. Ik denk zelf dat ze redelijk betrouwbaar zijn, omdat deze gebeurtenissen in een hectische periode van Berry’s leven plaatsvinden. Waarom is dat interessant? Berry’s leven heeft tot nu toe nog nooit zulke interessante, hectische, wilde, spraakmakende gebeurtenissen meegemaakt, en daarom ga ik er van uit dat ze zeker duidelijk in het geheugen van Berry zijn gegriefd.  Je zou het verhaal ook vanuit andere personen kunnen bekijken, maar niemand is eigenlijk betrouwbaar omdat Berry tegen iedereen liegt.

 

f) Thema

Berry liegt enorm veel. Hij liegt tegen zijn moeder dat hij nog op het Gymnasium zit, en later beweert hij nog dat hij een universiteit gaat, terwijl Berry in de 6e klas van het Gymnasium geen zin meer had en maar besloot te stoppen met school. Zijn moeder weet van niets omdat Berry de handtekening van zijn moeder vaak gebruikt voor verschillende brieven.

Hij liegt tegen zijn vrienden, want hij vertelt dat zijn vader opgepakt is bij een grote drug deal in Frankrijk, terwijl hij is overleden.

Berry liegt tegen Thera als hij zich voordoet als Raymond, omdat hij weet dat Thera op een Raymond aan het wachten is.

Berry bedriegt samen met Thera 15 verschillende mensen die het appartement van Thera willen huren. Nadat ze het appartement te huur hebben gezet, komen er veel reacties en uiteindelijk verdienen ze duizenden guldens door de voorschoten van de huurders.

Berry houdt van Thera en Thera houdt ook van Berry, maar op een gegeven moment verandert dat compleet. Thera wil niks meer met Berry te maken hebben, en Berry raakt hierdoor van streek en moet en zal Thera spreken en weer een relatie krijgen. Berry krijgt een enorme obsessie voor Thera en gaat haar opzoeken terwijl hij weet dat zij dat niet wil. Hij blijft maar proberen, zelfs wanneer Berry al weet dat Thera weer bij haar ex-vriend is.

Oesters blijven ook maar terug komen in het boek. Berry eet voor het eerst oesters samen met Thera in het restaurant Nam Kee. Hij vindt ze niet lekker en zal ze ook nooit lekker gaan vinden. Maar toch gaan ze geregeld bij Nam Kee oesters eten. Berry vindt het er gezellig en is blij dat hij er samen met Thera is. Als Thera niks meer van Berry moet hebben dan gaat hij haar vaak zoeken in Nam Kee, maar zal haar nooit vinden.

 

 

De titel ‘De oesters van Nam Kee’ is gebaseerd op het restaurant Nam Kee, waar Thera en Berry samen regelmatig oesters eten. Op het eerste gezicht lijkt dit niet echt een voor de hand liggende titel maar bij de motieven leg ik dat verder uit.

 

Het motto van het boek kan op verschillende manieren geformuleerd worden, maar het is waarschijnlijk iets wat op ‘ Liegen maakt de zaken alleen maar moeilijker.’ of ‘Liegen lijkt op het eerste gezicht handig, maar het lost uiteindelijk niets op.’ lijkt, omdat in het boek duidelijk naar voren komt dat Berry vaak, echt heel vaak liegt en zichzelf eigenlijk alleen maar meer in de nesten werkt, terwijl hij met leugens zichzelf daaruit wil houden.

 

Leugens en bedrog zijn een belangrijk motief. Berry liegt tegen iedereen, tegen zijn moeder, tegen zijn vrienden. Zijn hele leven is uiteindelijk een grote leugen, hij moet altijd een rol spelen. Het liefst zou hij tegen iedereen de waarheid vertellen, vooral tegen zijn moeder, maar het juiste moment is er nooit.

“Wat ik aan liegen haat, los van het feit dat je zo verdomd goed moet onthouden wat je verteld hebt, is dat de eerste leugen altijd een hele keten van nieuwe leugens oproept. Voor je er erg in hebt ben je zo ver dat je je kapotschrikt als je jezelf betrapt op het vertellen van de waarheid. Mijn moeder is gewend om met leugenaars om te gaan. Dat is een belangrijk onderdeel van haar professionele bestaan, beweert ze zelf. Luisteren naar leugens. Ze is, zou je kunnen zeggen, een expert in de omgang met leugenaars. Maar niet in de omgang met leugenaars die haar zoon zijn. Dat is een belangrijk verschil. Ik weet dat ik haar kapot heb gemaakt, niet alleen door wat er gebeurd is maar ook, misschien wel vooral, door de leugens.” (blz 40)

“We woonden ongeveer even ver van het park, Otman en ik, alleen wist hij dat niet. Hij dacht dat ik aan de andere kant van de markt woonde, achter hotel Slotania, deep in the heart of Schotelcity. Niemand wist dat ik in het straatje met de villa’s woonde. Nu wel natuurlijk. Nu weet iedereen het.” (blz 43)

 

Een ander belangrijk motief is zijn wolkenverzameling. Berry gaat er vaak met zijn camera op uit om foto van wolken te maken. Hij fotografeert niets anders dan wolken. Berry hunkert naar zuiverheid en maakt daarom alleen foto’s van wolken.

“Het was een dag met mooie wolken. Dat weet ik nog, want ik was er die ochtend opuitgetrokken. Ik had een stuk of twintig foto’s van wolken gemaakt.” (blz 29)

 

De dood van Berry’s vader is ook een belangrijk motief. Berry heeft de dood van zijn vader niet goed verwerkt, zijn vader was een soort held voor hem. Berry zapt vaak kinderprogramma’s af in de hoop dat hij zijn vaders stem kan opvangen. Ook denkt hij vaak terug aan de leuke dingen die hij met zijn vader beleefd heeft. Zijn broer vindt dat hij zijn vader idealiseert, hij was eigenlijk een bedrieger die verslaafd was aan alcohol en zijn moeder belazerde.

“Rein vindt dat ik ‘vroeger’ idealiseer. Hij beweert dat mijn vader en moeder die laatste zomer nooit hand in hand op het pad van ons huisje in Bretteville hebben kunnen staan.” (blz 38)

“…, even langs alle kindernetten zappen om te zien of ik toevallig mijn vaders stem zou tegenkomen…” (blz 41)

 

Nog een belangrijk motief is haat. Berry verdenkt zijn broer ervan dat hij zijn vader haat. Berry haat zijn eigen liegen. Thera’s moeder haat Berry, ze ziet in hem de aanstichter van al het kwaad dat haar dochter is overkomen. Jamal haat al die gasten van zijn elftal, Thera vraagt Berry om haar te haten.

“Soms verdenk ik hem ervan dat hij onze vader haat.” (blz 38)

“’Thera,’ zei ik. ‘Haat me,’ zei ze. Ik rook haar adem, haar kleren, haar parfum, ik rook háár. We stonden bij de vijver, onze gezichten dicht bij elkaar. ‘Haat me.’ Haar ogen rood doorlopen. Haar gezicht, omkranst door de bladeren van de bomen, wit, verontrustend wit. Een fontein van springerig haar op haar hoofd. Ze droeg geen make-up en leek niet ouder dan zeventien. Ik bracht mijn hand naar haar gezicht en streelde haar wang. Hij was koud en glad. Ze keek me aan. Ik nam een plukje haar tussen mijn vingers en zocht naar het andere gezicht, het gezicht dat ik wilde kennen. ‘Haat me.’ Ik schudde mijn hoofd, langzaam. Ze hief haar hand en sloeg me hard in mijn gezicht. ‘Haat me!’” (blz 262)

 

 

Nog een motief zijn de oesters die Thera zo lekker vindt. Thera neemt Berry mee naar Nam Kee om oesters te eten. Hij vindt ze niet lekker en zal ze ook nooit lekker gaan vinden, toch eet hij ze vaak. De oesters staan voor het karakter van Berry: zacht van binnen, hard van buiten.

(bron: uittrekselbank) De oesters lijken een symbool te zijn voor het geluk dat ze allebei zoeken. Ze vinden het beiden echter niet: er zijn maar weinig oesters die een parel bevatten!

 

Wat kees van Beijnum eigenlijk wil zeggen met het verhaal (thematische laag) is dit:

‘Als je geen grip hebt op je leven moet je leren de waarheid en realiteit te accepteren en niet allerlei domme dingen gaan doen.’

 

 

g) literaire stroming of tijd

 

In het boek komen twee soorten stromingen voor. Dat zijn het existentialisme en romantiek.

 

Romantiek: - Berry is heel belangrijk in dit boek en je komt alles te weten over hem. Dat komt natuurlijk door het perspectief. Hij heeft af en toe hevige gevoelsstormen waarbij het bedrukte overheerst, zijn gevoelsleven en persoonlijke verbeelding worden ook duidelijk beschreven in het boek. Dat zijn belangrijke kenmerken van de Romantiek.

 

Existentialisme: - Een belangrijk kenmerk van het existentialisme is dat keuzes veel invloed hebben op je eigen leven en dat van anderen. Dat is zeker van toepassing op dit verhaal. Berry maakt namelijk veel verkeerde keuzes door van school af te gaan, Thera niet op te geven, de steen te gooien op de burgemeester en op de politieagent een kogel af te vuren. Al deze keuzes van Berry hebben invloed op hemzelf maar ook op anderen. Positieve maar vooral negatieve invloed in Berry’ s geval. Andere mensen zijn dus afhankelijk van Berry door zijn keuzes.

 

 

 

 

5. Recensies

 

de Volkskrant:

Je doet er schrijvers zelden een plezier mee, al bedoel je het lovend. Zeggen dat iemand ''een groot verteller'' is. Bij buitenlandse, erotische schrijvers kan het nog wel: ''Márquez is een groot verhalenverteller'', maar in Nederland zit er een goedkoop luchtje aan de kwalificatie. A.F.Th. van der Heijden is weliswaar, een goed verteller, maar je doet hem tekort door dat zijn hoogste ambitie te noemen. In het merendeel van de Nederlandse literatuur, van superieure bouwwerken tot deerniswekkend ego-geneuzel, is het verhaal slechts aanleiding, excuus, een schriel skeletje dat opgetuigd zal worden. Voor het spannende, goed geschreven, scherp gesneden verhaal dat niets meer wil zijn dan er staat, moet je bij de journalistiek zijn, bij de weinigen die het genre van de lange reportage beoefenen. Kees van Beijnum schreef vier romans, zijn nieuwste, De oesters van Nam Kee, meegerekend, die zeer verschillend van onderwerp en aanpak zijn. Wat ze gemeen hebben is dat het verhalen zijn die in precies het goede tempo worden afgewikkeld, dat de verteller scherp waarneemt hoe mensen praten en zich gedragen, en dat ze zeer persoonlijk zijn zonder het ego van de schrijver tot onderwerp te verheffen, zelfs niet het semi-autobiografische Dichter op de Zeedijk. Als Kees van Beijnum al over zichzelf schrijft, dan langs de omweg van een herkenbare, maar niet zo vertrouwde wereld. Hij was eerder journalist en scenarioschrijver en hij beheerst de professionele verteltechnieken van beide: snel een scène neerzetten, inzoomen, terugwijken, snelle dialogen, pijnlijke stiltes, terloopse vooruitwijzingen, effectieve flashbacks. Hij past ze in zijn romans met grote vanzelfsprekendheid toe, onmerkbaar bijna; je wordt meegezogen en wilt niet weten hoe. Dat meesterschap maakt hem tot een groot verteller. En dat was hij al in zijn eerste boek, Over het IJ (1989), dat geen roman heette te zijn, maar een reconstructie van de ''brievenbusmoord'' in Amsterdam-Noord. Op dat boek lijkt De oesters van Nam Kee nog het meest, in ieder geval wat onderwerp betreft. Toen ging het over de boefjes in Noord, nu over de boefjes in West. De kansarme bleekneuzen heetten toen Ferrie en Ben; de jongens van Plein ''40-''45 in Slotermeer Rachid, Jamal of Otman. Ze hebben meer geld, meer coke, en duurdere kleren dan de crimineeltjes uit Noord. Maar hun schoolloopbaan is net zo kort, de verveling even groot. En op een noodlottig moment wordt er een trekker overgehaald, of een steen geworpen. Maar Berry Kooijman, de achttienjarige hoofdpersoon in Van Beijnums nieuwste roman, is geen allochtoon, zelfs niet eens kansarm. Hoe hij precies terechtkwam in het gezelschap van die drie losers - de inbreker Otman, de aan jeugdreuma lijdende voormalige Ajax-voetballer Jamal, die zich sinds zijn doodvonnis bewusteloos zuipt en snuift, en de met peperdure, gestolen Hugo Boss-jasjes en mobiele telefoons omhangen Rachid, ook wel De Laatste Mode, met zijn ''IQ van 48'' en zijn gewoonte van iedere toevallige voorbijganger ''de kop te verbouwen'' - hij kan het niet precies achterhalen. Wel begon het ermee dat hij in Slotermeer woonde. Niet in een goedkope wederopbouwflat, maar in een van de villaatjes die een bovenmodale oase vormen in gedoemd West, met uitzicht op de Sloterplas, en op Schotelcity, de buurt met een woud van witte schotelantennes op de daken. Niet lang voordat hij een fatale steen wierp, en twee schoten loste met Otmans revolver en in de Bijlmerbajes terechtkwam, vertaalde Berry nog Seneca en Plato. Hij werd opgevoed door twee vriendelijke alternativo''s, vader cameraman bij de NOB, moeder hulpverlener bij de reclassering. Thuis klonk zijn moeders klassieke muziek en The Kinks en Bob Seger van zijn vader. Zijn moeder las hem en zijn oudere broer Rein elke dag voor. Op Jip & Janneke-laarsjes stapte hij met zijn moeder vrolijk rond op de kinderboerderij. Een paar jaar later was hij een veelbelovend tennistalent en kreeg hij een Cultureel Jongerenpaspoort. In de zomer ging het gezin in de oude Mazda naar het vakantiehuisje in Frankrijk. Het is ook de plek waar Berry naartoe vlucht als de politie hem zoekt. Hij had er een eigen pony, New Shatterhand. Maar de pony stierf. Samen met zijn vader treurde hij, en samen takelden ze het lijk weg. Dat gedeelde verdriet was een van Berry''s beste herinneringen. Maar kort daarna stierf ook zijn vader; de ambulance haalt het

lijk weg. En niet lang daarna begint Berry de duistere wereld van het andere West te verkennen. Al gauw zit hij dagelijks bij Fast Eddie hamburgers te eten die smaken als ''verschroeide cd''s''. Hij raakt snel thuis in het beperkte jargon van ''kanker, tering, fuck fuck fuck man''. Met zijn van zijn moeder opgedane kennis van politie en justitie kan hij de jongens goede diensten bewijzen. Als zijn moeder naar kantoor is vertrokken, sluipt hij het huis weer binnen. Brieven van het Barlaeus-gymnasium worden vakkundig onderschept. Vol schaamte kijkt hij toe hoe zijn goedgelovige moeder zijn schooltas met vlag omhoog hijst. Dat diploma zou hij nog wel eens ophalen. ''s Ochtends zit hij met een kater op de bank te zappen naar kinderprogramma''s, in de hoop even zijn vader te horen, die wel eens ''stemmetjes'' deed in kinderfilms. Zoals die van Thomas O''Malley, de stoere straatkat uit De Aristokatten, met zijn sonore: ''Dames in nood zijn mijn sterkste punt.'' Meisjes redden is ook Berry''s sterkste punt denkt hij. Alles lijkt anders te worden als hij Thera ontmoet. Mooie lieve, volmaakte Thera, aan wie hij een koptelefoon met lichtgevende horentjes verkoopt. Elke dag eet ze gestoomde oesters, haar lievelingseten, bij de Chinees Nam Kee en Berry eet die slijmerige dingen dapper mee. Want ze is ook verliefd op hem. Ze noemt hem, Dirty Berry, Diablo. Als ze samen in de zon liggen op het dakje van het huis van een oude dame dat Thera tijdelijk bewoont, staat de tijd stil. Dan is het leven gezuiverd van alle leugen en mislukking. Thera, stripteasedanseres en pornomodel, droomt ook van een nieuw leven. Ze bedenken een geniaal plan om met het huis van het oude dametje steenrijk te worden. En daarmee maken ze hun leven definitief stuk. De oesters van Nam Kee is, meer dan een roman over criminele jongeren, een liefdesverhaal. Dat verhaal krijgt op een zeker moment Turks fruit-achtige trekken, compleet met een serpent van een jaloerse schoonmoeder en een ernstige ziekte die Thera in de armen van een verkeerde, dit keer echt foute, man drijft. Van Beijnum gebruikt dit gegeven echter niet als tranentrekker, maar omdat Berry''s wanhoop over zijn teloorgegane liefde het doorslagggevende motief is voor zijn wandaden. Berry heeft nu eenmaal de neiging om op kruispunten in zijn leven nét de verkeerde weg in te slaan. Hij constateert zelf: ''Ik had besloten dat het een stommiteit en een rotstreek zou zijn als ik het Barlaeus niet afmaakte en ik ging van school. Ik was ervan overtuigd geraakt dat ik voorlopig beter bij Fast Eddie weg kon blijven en ik zat er trouw iedere avond. Ik was tot de conclusie gekomen dat het een pijnlijke vergissing zou zijn als ik zou uitzoeken waar Ben woonde en ik stelde alles in het werk om zijn adres te achterhalen.'' Berry hunkert naar zuivere liefde, naar die van Thera. Hij fotografeert de lucht, schuldeloze wolken die ieder moment van vorm kunnen veranderen. Zo zou hij ook willen zijn. Hij heeft een vader nodig die van hem houdt, zijn vader, maar hij ontdekt dat alles wat mooi is een smerige keerzijde heeft. Zelfs zijn held, de vader over wie zijn broer iets onthult dat hij nooit had willen weten. Dat is de ''verklaring'' die Van Beijnum geeft voor de ontsporing van Berry. Zij is net zo romantisch en net zo weinig aannemelijk als de stelling die Berry's doodgoede moeder nog altijd op feestjes verdedigt: dat ''de maatschappij'' met haar ongelijke kansen ''haar'' bajesklanten - de zielige, niet haar welgevormde zoon - heeft misvormd. Maar De oesters van Nam Kee is een roman, geen sociologische beschouwing, en geen levensechte reportage. Zij doet uiteindelijk geen uitspraak over ''de Berry''s'' in West, over pubers zonder grenzen, eenoudergezinnen en falend gezag, want daar is de literatuur niet voor. In die roman is het portret van deze jongen volstrekt overtuigend, en ontroerend. Van alle verhalen die in de zichtbare werkelijkheid besloten kunnen liggen, koos de verteller Van Beijnum dit ene. Hij deugt niet, deze Berry, dat is zeker, maar je kunt niet anders dan blindelings zijn partij kiezen.

 

HP/De Tijd:

In NRC Handelsblad zei Kees van Beijnum onlangs dat hij zich in de eerste plaats als een vakman beschouwt en niet als een kunstenaar. Hij is iemand die verhalen vertelt zonder zich te bekommeren over de vraag of het wel kunst is wat hij doet. Helaas, zo zei hij wat klaaglijk, wordt de verhalenverteller door de Nederlandse kritiek met dédain bejegend, al is er onder druk van de Angelsaksische literatuur langzaam wel iets aan het veranderen. Schrijvers als Maarten ''t Hart en Tim Krabbé hebben in het verleden hetzelfde beweerd en er is veel te zeggen voor hun kritiek op de literatuurkritiek. Van Beijnum is afkomstig uit de journalistiek. Hij was verslaggever voor Nieuw Revu, het weekblad dat gespecialiseerd is in reportages over de zelfkant van de samenleving. Later klom hij op tot adjunct-hoofdredacteur, maar op een dag had hij genoeg van alle stress en besloot hij schrijver te worden. In zekere zin loopt zijn carrière parallel aan die van Karel Glastra van Loon, die eveneens voor Nieuwe Revu werkte en die met De passievrucht een geslaagde sprong naar de echte literatuur heeft gemaakt. Dat de huidige generatie verhalenvertellers uit de stal komt van Nieuwe Revu en niet is opgeleid bij Vrij Nederland, Hp/De Tijd en De Groene, lijkt mij iets dat de traditionele weekbladen zich zouden mogen aantrekken, maar dit is niet de plaats om daar verder op in te gaan. Het zal niet toevallig zijn dat Van Beijnum op dit ogenblik schrijft aan een filmscenario van De passievrucht, en het is dan ook verleidelijk dit boek te vergelijken met De oesters van Nam Kee, de nieuwe roman van Van Beijnum. Beide boeken zijn realistisch van toon en zij vertellen allebei een indringend verhaal met een dramatisch einde. Hun ambitie komt eveneens overeen: consequent een verhaal van a naar b vertellen. De ''gelaagdheid'' van hun verhaal is geen opzettelijk doel, al blijkt dat een goed verhaal altijd op verschillende manieren gelezen en begrepen kan worden. Wel is de ontvangst van beide romans heel verschillend geweest. De passievrucht bleef lange tijd vrijwel onopgemerkt, terwijl elke zichzelf respecterende bijlage inmiddels een groot interview heeft afgedrukt met de auteur van De oesters van Nam Kee. Toch heeft de Passievrucht destijds heel wat meer indruk op me gemaakt dan nu De oesters van Nam Kee, dat mij na alle publiciteit nogal is tegengevallen. Waardoor komt dat? In de eerste plaats natuurlijk doordat de probleemstelling van De passievrucht mij zeer interesseert. Op een originele wijze wordt verteld hoe een man erachter komt dat hij niet de vader van zijn zoon kan zijn. Glastra van Loon is goed op de hoogte van de medische implicaties die zijn plot moet hebben en het verhaal ontvouwt zich daarna als zo vanzelfsprekend dat het lijkt alsof het jou zou kunnen overkomen. De oesters van Nam Kee daarentegen gaat over een achttienjarige gymnasiast die terechtkomt in een crimineel milieu van Turkse en Marokkaanse jongeren. Het klinkt als een cliché, maar ongetwijfeld is zijn keuze voor de zelfkant een vlucht uit het eigen burgerlijke gezinnetje. Het onderwijs is bovendien saai, maar buiten lokt het gevaar. De roman lijkt me bij uitstek een boek dat het heel goed zal doen bij middelbare scholieren, maar helaas kan vooral de misdaadkant van het verhaal mij niet boeien. Ik raakte gauw uitgekeken op de figuren Otman, Jamal en De Laatste Mode, en op al die andere jongeren die vooral over wijven en neuken praten. Dat de vrouwen er voornamelijk zijn om lekker door gepijpt te worden - en het liefst met een plat hoofd om er een pilsje op te zetten - ja, dat weet je na een tijdje wel. De oesters van Nam Kee speelt zich af in het Amsterdamse Nieuw-West, het gebied rond de Sloterplas. Van Beijnum zegt veel onderzoek te hebben gedaan naar die buurt. Als verslaggever van Nieuwe Revu heeft hij er al rondgelopen en later heeft hij nog een tour gemaakt langs de plaatselijke snackbars. Dat geeft zijn roman het opzettelijke van een docu-drama. In mijn geval werkt die herkenbaarheid eigenlijk alleen maar nadelig. Ik ken de buurt die Van Beijnum beschrijft heel goed. Ik heb er een groot deel van mijn jeugd doorgebracht, want mijn ouders behoorden tot de pioniers die het aandurfden naar dat opgespoten gebied achter het Surinameplein te emigreren. Zij zijn daar tot hun dood blijven wonen, ook toen de buurt ernstig verpauperde. Nog niet zo lang geleden zag ik hoe

 

de kapotgegooide ramen van het Cartesius Lyceum - eens de trots van Nieuw-West - met spaanplaat waren dichtgetimmerd. Het is zeker een naargeestig buurt geworden, maar dat die naargeestigheid op een geweldige manier door Van Beijnum is neergezet, zal ik niet beweren. Veel inzicht in de motieven van die allochtone jongeren krijg je niet en eigenlijk wist ik na afloop ook nog steeds niet waarom die keurige Berry Kooijman, de hoofdpersoon, zich zo tot die schoffies aangetrokken voelt. Een aardige vader en aardige moeder heeft die Berry, en dan toch opgroeien voor galg en rad, daar moet op de een of andere manier toch ook nog een andere verklaring voor zijn dan alleen sensatiezucht. Verder is het allemaal geschreven in dat noeste jongensproza dat je in Amerikaanse thrillers toch wat krachtiger weergegeven vindt: "Mijn bril, een Gucci. 380 gulden, in de Bijenkorf, weetjewel. Maar als er een wijf met de zon schuin achter haar op je af komt lopen, dan moet je hem wel eerst afzetten om te kunnen zien of het een super-de-luxe-neukmonster van twintig is of een uit de vuilcontainer van een plastisch-chirurgiekliniek gekropen kreng van vijftig." Een fraaie volzin. Lees die eens hardop voor een probeer je voor te stellen hoe gebekt dat klinkt in de mond van een crimineel straatjochie. Misschien zit daarin ook wel de tragiek van de Nederlandse auteur die dit soort boeken wil schrijven. Zou het gesitueerd zijn in de haven van Marseille, in Brooklyn of in de sloppen van Miami, dan ben je geneigd elk mes te geloven dat getrokken wordt, en van elke seriemoord neem je onmiddellijk aan dat de details niet gruwelijk genoeg kunnen zijn, maar in het Amsterdamse Nieuw-West? Je hebt er wel eens een opstootje en er wordt wel eens een pet van een politiekop geslagen, maar verder moet Abdul daar gewoon ook om zes uur boven komen. Zonder twijfel is het romantische element het sterkste deel van het boek, al moet ik zeggen dat Van Beijnum hier heel goed naar de verteltrant van Jan Wolkers heeft gekeken. Het liefdesverhaal uit De oesters van Nam Kee doet op verschillende momenten aan dat van Turks fruit denken, en het zou mij ook niet verbazen als er van Van Beijnums boek ook een succesvolle film wordt gemaakt. Het verschil tussen beide verhalen zit hem vooral in de afloop. Wat bij Wolkers een volgehouden Romeo & Julia is geworden met een verbintenis in de dood, loopt bij Van Beijnum uit op een scheiding plus gevangenis. Na een verterende verliefdheid verlaat het meisje de jongen en keert ze terug naar een oude minnaar die haar altijd slecht heeft behandeld. Maar waarom? Dat wordt ook nergens duidelijk, en evenmin als Berry heb ik er een echte verklaring voor. Het meisje kon er gewoon niet meer tegen, zullen wij maar zeggen. Op dit punt zal het voor een scenarioschrijver nog een hele kluif worden.

 

Schema argumentenkleuren

 

1.         realistische argumenten: deze argumenten leggen een relatie tussen het literaire werk en de werkelijkheid die beschreven wordt. Geeft het boek een geloofwaardig, realistisch beeld of vind je dat de personages geloofwaardig of levensecht overkomen?;

2.         emotivistische argumenten: deze argumenten leggen een relatie tussen het literaire werk en de gevoelsmatige uitwerking ervan op de lezer. Woorden als ‘aangrijpend’, ‘beklemmend’, ‘fascinerend’, ‘meeslepend’, ‘vlak’, ‘nietszeggend’, ‘verrassend effect’ zijn typerend voor emotivistische argumenten;

3.         morele argumenten: deze argumenten leggen een relatie tussen het literaire werk en morele beginselen (normen en waarden). Gedrag van personages kun je goed – of afkeuren;

4.         structurele argumenten: deze argumenten leggen een relatie tussen het literaire werk en de opbouw, de structuur ervan. Woorden als ‘evenwichtig’, ‘uitgebalanceerd’, ‘samenhangend’, ‘eenheid’, ‘complexiteit’ zijn typerend voor structurele argumenten;

5.         intentionele argumenten: deze argumenten leggen een relatie tussen het literaire werk en de bedoelingen (intenties) van de schrijver. Ben je van mening of de auter er wel of niet in is geslaagd zijn intenties waar te maken?;

6.         vernieuwingsargumenten: deze argumenten leggen een relatie tussen het literaire werk en ander literaire werken van dezelfde auteur of van andere schrijvers. Brengt dit werk iets ‘nieuws’? Of heeft het veel gemeenschappelijk met ander(e) werk(en)?;

7.         stilistische argumenten: deze argumenten leggen een relatie tussen de literaire tekst en de stijl en het taalgebruik waarin het werk geschreven is. De stijl of het taalgebruik wordt beschreven als ‘zakelijk’, ‘concreet’ of ‘beeldend’.

 

6) Conclusie

Ik moet eerlijk zeggen dat lezen niet mijn grootste hobby is, en dat ik het praktisch nooit een boek voor de lol lees. Nou wil ik niet meteen zeggen dat ik echt genoten heb van het boek maar het was niet vervelend om te lezen, wat voor mij persoonlijk al een groot pluspunt is. Ik vond het een interessant verhaal over een gymnasiast die zijn leven drastisch ‘omgooit’, nou ja het eigenlijk gewoon verpest. Je leeft met hem mee, je gaat nadenken over wat jij zou doen in zijn situaties. Over het verhaal in het algemeen is niks verkeerds te zeggen. Het is een sterk verhaal, duidelijk en interessant. Wat ik wat minder vond, en dan moet ik de recensent van HP/De Tijd gelijk geven, is dat de bijpersonages, Berry’s vrienden, snel gaan vervelend en verder ook niet zo belangrijk of leuk om over te lezen zijn. Als je voor de zoveelste keer een ongegeneerde uitspraak voorbij ziet komen denk je: ‘Ja nu weet ik het wel!’. Het liefdesverhaal wordt meeslepend vertelt, en vooral de tijd daarna, dat het wat minder ging met Berry, waren leuk om te lezen. Over het algemeen, het klinkt zo afgezaagd maar ja, een echte aanrader, zelfs als je niet van lezen houdt is de kans groot dat je dit boek leuk zal gaan vinden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De oesters van Nam Kee door Kees van Beijnum"