B. Titel: De oesters van Nam Kee
Uitgever: Hijgh & van Ditmar
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 2002, 10e druk
Eerste uitgave: 2000
Aantal blz: 320
C. Genre: Roman 2. Eerste Reactie A. Ik heb dit boek gekozen omdat ik heel graag naar de film wilde, maar daar had ik steeds geen tijd voor. Toen ik het boek zag staan in de mediatheek heb ik het meteen geleend. B. Ik vond dit een heel erg goed boek. Het is een van de leukste en mooiste boeken die ik gelezen heb. Het boek is makkelijk om te lezen, en daarom ook makkelijk om door te komen. Ik vond het moeilijk om te stoppen met lezen zo boeiend vond ik het. Vooral de vele verschillende verhaallijnen maken het boeiend, want soms stopt een verhaallijn ineens en dat gaat dan een paar hoofdstukken verder pas weer verder. Doordat het boek is geschreven in het ik-perspectief leef je ook heel erg met de hoofdpersoon mee. 3. Verdieping A. Samenvatting (Bron:
1. de schrijfstijl
De schrijfstijl van het boek is niet zo moeilijk, er worden weinig moeilijke woorden gebruikt en de zinsopbouw is ook gemakkelijk. Er wordt vooral populaire taal gebruikt, soms is het taalgebruik ook wel grof maar dit laat wel goed zien hoe het er aan toe gaat. “’Kut,’ schreeuwde ik. ‘Lul, kleretyfuskankerlul.’” (blz 47) Het taalgebruik maakt het boek realistisch. De opbouw van het boek is af en toe wel een beetje verwarrend door de vele flashbacks. Er lopen veel verschillende verhaallijnen door elkaar heen en soms houdt een verhaallijn ineens op en gaat een paar hoofdstukken later pas weer verder. Naar mate je verder in het boek bent zijn de flashbacks niet meer zo verwarrend want dan merk je al na een paar regels in welke verhaallijn je zit. 2. de ruimte (plaats en tijd) De verteltijd is ongeveer acht uur om De oesters van Nam Kee helemaal te lezen. Het verhaal dat verteld wordt (de vertelde tijd) duurt een paar maanden. Het verhaal begint als Berry Thera ontmoet doordat hij haar twee lichtgevende hoorntjes verkoopt en het verhaal eindigt als Berry uiteindelijk in de gevangenis op zijn proces moet wachten. Het verhaal is helemaal niet-chronologisch verteld. Dit kom je na een paar minuten lezen al te weten, want het einde van het verhaal wordt helemaal op het begin van het boek verteld. Berry verblijft in het eerste hoofdstuk in het oude vakantiehuisje van zijn ouders in Frankrijk waar hij later gearresteerd wordt. De rest van het verhaal is ook niet chronologisch verteld, want de verhaallijn loopt sterk door elkaar. Zijn relatie met Thera, de band met zijn vader, de vakanties in Frankrijk, het leven met zijn vrienden, en zijn leven in de gevangenis worden per hoofdstuk door elkaar verteld. Het is telkens weer even wennen, in welk verhaal je nu zit. Er zitten dus ook veel flashbacks en flashforwards in. De belangrijkste flashforward vind je al aan het begin, omdat dit het einde van het verhaal is. De vele flashbacks gaan over de vakanties in Frankrijk, de gebeurtenissen met zijn vader, het liegen tegen zijn moeder en zijn vrienden, hoe hij met zijn vrienden omging en vooral over zijn tijd samen met Thera. De plaatsen waar het verhaal zich afspeelt zijn Amsterdam en Bretteville-sur-Laize. In Amsterdam-West wonen Berry, Thera en Berry’s vrienden. Hier spelen dan ook de meeste verhalen af. Amsterdam zelf is niet echt belangrijk, maar omdat Amsterdam zo’n grote stad is, is daar ook veel criminaliteit. Dit is wel belangrijk voor het verhaal, omdat Berry in het criminele wereldje van Amsterdam leeft. In Bretteville-sur-Laize te Frankrijk hadden de ouders van Berry een vakantiehuisje en daar gingen ze altijd op vakantie. Berry heeft er goede herinneringen aan. Hij deed er veel dingen samen met zijn overleden vader. Bretteville-sur-Laize zelf is ook niet echt heel belangrijk voor het verhaal. Het had net zo goed een andere plaats kunnen zijn, waar ze op vakantie waren geweest. 3. de verhaalfiguren
De hoofdpersoon van het boek is de achttienjarige Berry Kooijman. Berry is asociaal, een leugenaar en een bedrieger, maar ook een gevoelige romantische jongen. Berry heeft een slap karakter, hij bedriegt iedereen, tegen zijn moeder zegt hij dat hij geslaagd is voor zijn examen terwijl hij allang niet meer naar school gaat, tegen zijn vrienden zegt hij dat hij in de criminele buurt van Amsterdam woont terwijl hij in het enige villastraatje van Amsterdam woont, ook vertelt hij zijn vrienden dat zijn vader is opgepakt voor een grote cokedeal maar zijn vader is overleden. Berry hunkert naar zuiverheid, zo fotografeert hij de lucht, wolken die elk moment van vorm kunnen veranderen. Berry zou net zo willen zijn. Hij wil niet leven me leugens, bedrog en haat, maar door de omgang met zijn criminele vrienden kiest hij er toch voor. Berry speelt voortdurend rollen, alleen voor zijn grote liefde, Thera, wil hij zich tonen zoals hij is. Thera Bouman is de vriendin van Berry. Thera werkt in een stripclub en heeft wel eens geposeerd voor bladen als de Panorama. Thera woont op een zolderverdieping van een oude vrouw die in een verzorgingshuis zit. Thera en Berry hebben een heftige relatie, ze zien elkaar zo ongeveer 7 dagen per week 24 uur per dag. Thera vindt net als Berry dat ze steeds een rol moet spelen, maar in tegenstelling tot Berry speelt zij ook een rol als ze bij hem is. “Iedereen spéélt zichzelf, is het niet raar, Diablo? (…) Iedereen. We spelen. We kunnen er niets aan doen, het komt ook door de anderen. Mijn moeder houdt van het meisje dat ze in me wil zien. En dan bén ik dat meisje.” (blz 149) Als Berry haar ervan probeert te overtuigen dat hij bij haar wel zichzelf is zegt ze: “Dat doe je wel. Op een dag zal je het begrijpen.” (blz 149) Thera lijdt ook aan epilepsie, maar ze wil perse niet naar het ziekenhuis. Ze is al een keer binnenstebuiten gekeerd en wil dit niet nog een keer meemaken. Als Berry na een hevige aanval toch de ambulance belt gaat het fout. Ze doet afstandelijker tegen hem. Aan de telefoon zegt ze ook dat hij zich niet zo vast moet klampen. “’Diablo?’ ‘Wat?’ ‘Je moet je niet zo vastklampen.’” (blz 202) Hiermee bedoelt ze waarschijnlijk dat hij te veel van haar wil. De moeder van Berry is een reclasseringsambtenaar, ze heeft een hekel aan liegen en juist haar eigen zoon bedriegt haar met allerlei leugens. Door de dossiers van zijn moeder te lezen kon hij het criminele wereldje binnenstappen, het wereldje waar zijn moeder hem juist zo graag buiten wilde houden. Rein is de broer van Berry, Berry en Rein hebben een haat/liefde verhouding. Berry vindt hem veel te braaf. Rein heeft het ideaalbeeld dat Berry van zijn vader had verdoezeld, door hem te vertellen over diens alcoholisme en overspel. Rein vindt dat Berry de werkelijkheid veel te veel romantiseert. Rachid (De Laatste Mode genoemd door zijn vrienden omdat hij altijd volgens de laatste mode gekleed is), Otman, Jamal en Gerrie Grolsch zijn de criminele vrienden van Berry. 4. de situaties
De belangrijkste situaties zijn: Berry ontmoet Thera voor het eerst als zij de lichtgevende horentjes van hem koopt. Hij verstijft helemaal als hij haar ziet. Als hij haar een tweede keer ontmoet omdat zij hem verwart met een fotograaf gaan ze samen oesters eten in Nam Kee. Er ontstaat een heftige relatie. Berry houdt zielsveel van Thera en is ervan overtuigd dat hij al zijn hele leven op haar heeft gewacht, alleen wist hij dat toen nog niet. Thera wordt opgenomen in het ziekenhuis, hierdoor verandert hun relatie. Thera doet steeds afstandelijker tegen hem en op een gegeven moment zegt ze dat ze niet meer weet hoe het verder moet. Berry gaat naar haar toe en ze vertelt hem dat het over is. Berry kan dit niet begrijpen en krijgt een echte obsessie voor haar. Hij gaat haar overal zoeken terwijl hij weet dat ze dit niet wil. Berry gooit een steen naar de Burgemeester en raakt hem net boven zijn oog. De Burgemeester raakt in coma. Voor deze misdaad zit Berry in de gevangenis. Deze misdaad is het gevolg van alles wat er met hem gebeurd is. 5. de vertelwijze
Het verhaal wordt verteld in het ik-perspectief, je ziet alles door de ogen van Berry. Hierdoor leef je erg met hem mee. In dit stukje komt het ik-perspectief erg goed naar voren, je leest precies hoe Berry zich op dat moment voelt: “De steen lag in mijn hand. Koel en zwaar. Ik smeet hem stuk op de grond en pakte het grootste deel weer op. Met mijn vingers wreef ik langs de grove breukrand die in een punt eindigde. Ik liep in de richting van de auto, mijn arm dicht langs mijn lichaam hangend. Ik moest dichterbij komen, ik moest erheen, eruit, bestaan, adem kunnen halen. Mijn handen waren koud en trilden.” (blz 308) C. Op zoek naar de thematiek
1. de motieven
Leugens en bedrog zijn een belangrijk motief. Berry liegt tegen iedereen, tegen zijn moeder, tegen zijn vrienden. Zijn hele leven is uiteindelijk een grote leugen, hij moet altijd een rol spelen. Het liefst zou hij tegen iedereen de waarheid vertellen, vooral tegen zijn moeder, maar het juiste moment is er nooit. “Wat ik aan liegen haat, los van het feit dat je zo verdomd goed moet onthouden wat je verteld hebt, is dat de eerste leugen altijd een hele keten van nieuwe leugens oproept. Voor je er erg in hebt ben je zo ver dat je je kapotschrikt als je jezelf betrapt op het vertellen van de waarheid. Mijn moeder is gewend om met leugenaars om te gaan. Dat is een belangrijk onderdeel van haar professionele bestaan, beweert ze zelf. Luisteren naar leugens. Ze is, zou je kunnen zeggen, een expert in de omgang met leugenaars. Maar niet in de omgang met leugenaars die haar zoon zijn. Dat is een belangrijk verschil. Ik weet dat ik haar kapot heb gemaakt, niet alleen door wat er gebeurd is maar ook, misschien wel vooral, door de leugens.” (blz 40) “We woonden ongeveer even ver van het park, Otman en ik, alleen wist hij dat niet. Hij dacht dat ik aan de andere kant van de markt woonde, achter hotel Slotania, deep in the heart of Schotelcity. Niemand wist dat ik in het straatje met de villa’s woonde. Nu wel natuurlijk. Nu weet iedereen het.” (blz 43) “En er was nog meer. Veel meer. Ik stal haar pillen, ik stal haar geld (uitsluitend in supernoodgevallen, dat wel), ik loog voortdurend tegen haar, ik zou haar hart breken op de onafwendbare dag dat uitkwam dat ik geen eindexamen had gedaan, dat mijn inschrijving aan de universiteit een grote leugen was, ik deed helemaal niets terug voor haar, ik deed niets wat haar gelukkig maakte.” (blz 161) Een ander belangrijk motief is zijn wolkenverzameling. Berry gaat er vaak met zijn camera op uit om foto van wolken te maken. Hij fotografeert niets anders dan wolken. Berry hunkert naar zuiverheid en maakt daarom alleen foto’s van wolken. “Het was een dag met mooie wolken. Dat weet ik nog, want ik was er die ochtend opuitgetrokken. Ik had een stuk of twintig foto’s van wolken gemaakt.” (blz 29) “Ik had die dag iets nieuws uitgeprobeerd. Voor het eerst had ik meer dan alleen maar lucht gefotografeerd. Lucht was mijn specialiteit. Lucht was het enige dat ik fotografeerde. Lucht. Wolken. Tot die dag. Ik had op mijn rug in de wat nauwere staten en stegen van het centrum gelegen en wolken gefotografeerd maar met aan de randen van het kader - en dat was het nieuwe, het experimentele – lijntjes daklijst en gevel. Ik was nieuwsgierig naar het effect daarvan, na anderhalf jaar van wolken en niets dan wolken.” (blz 30) “Toen we buiten kwamen, wilde ze dat ik een foto van haar maakte. ‘Dat gaat niet.’ ‘Is het te donker?’ ‘Dat is het niet. Ik fotografeer geen mensen.’ ‘Waarom heb je dan zo’n ding bij je?’ ‘Niet om mensen te fotograferen.’ ‘Zak.’ Ze was beledigd. Echt beledigd. Ik wees omhoog naar de hemel. ‘Dat fotografeer ik.’ ‘De lucht?’ Ik knikte. In het lawaai van de vroege avond, onder de schemerige hemel, wij tweeën in het midden van de straat, mijn opgestoken hand. ‘Jezus, man jij bent me wel wat schuldig na die rotstreek van vanmiddag. Maak godverdomme een foto van me.’ Ik aarzelde, nam mijn camera in beide handen, richtte de lens op de hemel, draaide de scherptering naar oneindig en drukte af.” (blz 31/32) De dood van Berry’s vader is ook een belangrijk motief. Berry heeft de dood van zijn vader niet goed verwerkt, zijn vader was een soort held voor hem. Berry zapt vaak kinderprogramma’s af in de hoop dat hij zijn vaders stem kan opvangen. Ook denkt hij vaak terug aan de leuke dingen die hij met zijn vader beleefd heeft. Zijn broer vindt dat hij zijn vader idealiseert, hij was eigenlijk een bedrieger die verslaafd was aan alcohol en zijn moeder belazerde. “Rein vindt dat ik ‘vroeger’ idealiseer. Hij beweert dat mijn vader en moeder die laatste zomer nooit hand in hand op het pad van ons huisje in Bretteville hebben kunnen staan.” (blz 38) “…, even langs alle kindernetten zappen om te zien of ik toevallig mijn vaders stem zou tegenkomen…” (blz 41) “’Pa was weer in een van zijn buien.’ ‘Hij is met ons naar het eilandje gezwommen, we deden een wedstrijdje wie er het eerste was.’ ‘Dat lijkt me stug, hij deed de hele dag geen bek open. Alleen maar zuipen.’ Ik griste het album uit zijn handen en sloeg het dicht. ‘Je bent een klootzak, Rein. Het spijt me dat ik het zeggen moet, maar je bent gewoon een gefrustreerde klootzak. Pa en ik hadden er die ochtend bij gestaan toen New Shatterhand werd opgehaald door de wagen van het destructiebedrijf. De kraaien hadden zijn ogen uitgepikt, het was… Wij hebben alles gezien. Wíj en niet jíj. Dáárom was pa stil, begrijp je? Nee, natuurlijk niet. Dat soort dingen bestaat voor jou niet.’ ‘Je bent zo stom jij, jij ziet nog steeds elanden die er niet zijn, Berry. Iedereen weet dat er geen elanden in Amsterdam voorkomen, iedereen behalve jij. Nog steeds niet.’ ‘Wat bedoel je?’ ‘Dat is jouw probleem. Daarom zit je hier, daarom maak je er een klotezooitje van. Jij ziet altijd wat er niet is. Wordt het niet eens tijd dat je gaat zien wat er wél is? Hoe het echt is. Pa was een alcoholist.’ ‘Rot op.’ ‘Hij was een chagrijn.’ ‘Rot op.’ ‘Hij was een bedrieger.’ ‘Ik waarschuw je, Rein. Ik waarschuw je.’” (blz 215/216) Nog een belangrijk motief is haat. Berry verdenkt zijn broer ervan dat hij zijn vader haat. Berry haat zijn eigen liegen. Thera’s moeder haat Berry, ze ziet in hem de aanstichter van al het kwaad dat haar dochter is overkomen. Jamal haat al die gasten van zijn elftal, Thera vraagt Berry om haar te haten. “Soms verdenk ik hem ervan dat hij onze vader haat.” (blz 38) “’Thera,’ zei ik. ‘Haat me,’ zei ze. Ik rook haar adem, haar kleren, haar parfum, ik rook háár. We stonden bij de vijver, onze gezichten dicht bij elkaar. ‘Haat me.’ Haar ogen rood doorlopen. Haar gezicht, omkranst door de bladeren van de bomen, wit, verontrustend wit. Een fontein van springerig haar op haar hoofd. Ze droeg geen make-up en leek niet ouder dan zeventien. Ik bracht mijn hand naar haar gezicht en streelde haar wang. Hij was koud en glad. Ze keek me aan. Ik nam een plukje haar tussen mijn vingers en zocht naar het andere gezicht, het gezicht dat ik wilde kennen. ‘Haat me.’ Ik schudde mijn hoofd, langzaam. Ze hief haar hand en sloeg me hard in mijn gezicht. ‘Haat me!’” (blz 262) Een ander motief is de horoscoop die Berry en Thera altijd lezen. “Op de roltrap las ze me uit de Beau Monde mijn horoscoop voor.” (blz 31) Nog een motief zijn de oesters die Thera zo lekker vindt. Thera neemt Berry mee naar Nam Kee om oesters te eten. Hij vindt ze niet lekker en zal ze ook nooit lekker gaan vinden, toch eet hij ze vaak. De oesters staan voor het karakter van Berry: zacht van binnen, hard van buiten. (bron: uittrekselbank) De oesters lijken een symbool te zijn voor het geluk dat ze allebei zoeken. Ze vinden het beiden echter niet: er zijn maar weinig oesters die een parel bevatten! 2. het thema
Het thema van het boek is: Je moet je niet te veel vastklampen aan dingen die vroeger gebeurd zijn of aan iemand waar je veel van houdt, dat kan alleen maar fout gaan. 3. titelverklaring
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
Heey had ff een vraagje aan jou
weet je toevallig of deze film een prijs heeft gewonnen?? k heb jou verslag gebruikt voor filmverslag van nederlands ;) Dank je wel ;) haha en daar moet ik nog paar vragen bij maken..
Ik hoop antwoord te krijgen
doei doei
groetjes melissa
20 jaar geleden
Antwoorden