Beschrijvingsopdracht.
Ik heb dit boek gekozen, omdat ik van een vriendin had gehoord dat dit een heel mooi boek is. Ook had ik al eens een boek van Yvonne Keuls gelezen en dat vond ik heel mooi geschreven.
Eerste persoonlijke reactie:
Ik vond dit een heel interessant boek. Het gaat over drugs. Ik had namelijk nog nooit een boek over drugs gelezen waarbij de moeder van de verslaafde het verhaal “vertelde”. Het was een ontroerend boek, vooral doordat ze alleen nog maar oog hadden voor wat David deed. De andere kinderen kregen bijna geen aandacht meer en David’s zusje, Juliëtte, wilde al bij een vriendinnetje van haar gaan wonen. Ik vond dit boek heel echt, dit is gewoon realiteit en dit kan iedereen overkomen. Veel mensen denken: “Dat gebeurt mij niet”, maar dat is niet zo. Het kan ieders kind overkomen. Verder vond ik het boek niet moeilijk om te lezen en aan de ene kant somber en aan de andere kant toch weer opgewekt. Dat komt dat er steeds weer hoop was en dan ging het steeds weer slecht. Dat regelmaat zag je steeds weer terugkomen.
Samenvatting. De belangrijkste gebeurtenissen:
- Len is zwanger van Simon. Ze is nog erg jong en ze trouwen.
- Len is David in bad aan het doen en ze denkt: “Als ik hem nu onder water doe, dan gaat hij dood. Ik kan beslissen over zijn leven. Dan komt de moeder van Len en die zorgt dat David weer genoeg lucht krijgt.
- David is een moeilijk kind, Len en Simon halen er een magnetiseur bij en die vertelt hen dat David in een vorig leven is omgekomen tijdens een bombardement en dat hij dat aan het verwerken is door zich tegen alles en iedereen af te zetten. Ze mogen hem niet helpen, alleen troosten.
- Len gaat weer studeren aan de tekenacademie. Haar moeder komt bij hun in huis wonen.
- In 1968 studeert Simon af aan de universiteit en inmiddels hebben ze vier kinderen.
- David is blijven zitten en in de zomer willen zijn ouders en de rest van het gezin op vakantie, maar David wil niet mee. Simon en Len vragen de buren om een beetje op hem te letten. Dat gaat niet goed, hij geeft alleen maar feestjes, nodigt allemaal kennissen uit die allemaal blijven slapen en ze maken er een enorme puinhoop van.
- In de vakantie belt Simon de ouders van Bernard op, om te komen praten. Zij vertellen dat Bernard drugs gebruikt en dat David waarschijnlijk ook gebruikt. Simon en Len willen het eerst niet geloven, ze schrikken erg van het gene wat Gerrie en Tom vertellen.
- De kinderen krijgen allemaal zakgeld, maar Juliëtje is dat van haar kwijt. Len is ook geld kwijt uit haar portemonnee en van een geheime plaats, waar honderd gulden lag. Ze gaat zoeken naar bewijzen in Davids kamer en daar vindt ze zilverpapier. Ze wil hem ermee confronteren, maar dat kan ze niet.
- David belooft steeds dingen, die hij niet waar kan en wil maken. Len kan hem niet loslaten, dus elke keer gelooft ze hem weer. Door zijn schuldgevoel tegenover zijn ouders gaat hij steeds meer gebruiken. Hij probeert keer op keer om af te kicken, maar het lukt hem steeds niet.
- Len gaat naar Amerika, naar Henriëtte. Zij neemt Len mee naar een groep voor ouders van drugsverslaafden. Len wil als ze weer thuis is ook zo’n groep oprichten in Nederland.
- Als Len weer thuis is richten zij, Simon, Tom en Gerrie ook een groep op voor ouders van drugsverslaafde kinderen. De groep valt op een gegeven moment uiteen, omdat Bernard, de zoon van Tom en Gerrie dood gaat aan een overdosis.
- Na lange tijd komt de groep weer bij elkaar, omdat ze merken, dat ze elkaar toch wel heel hard nodig hebben.
- Marleen wil David van de drugs afhelpen, zij is ook jaren verslaafd geweest. Op een gegeven moment is ze zwanger van David en gaat ze bij hem weg. Len wil David van de drugs afhelpen en het lijkt alsof het haar lukt, maar dan is David opeens weg. Waarschijnlijk om een shot te nemen.
De hoofdpersoon en zijn problemen:
De hoofdpersoon is Len, zij is de moeder van David en David is drugsverslaafd. Len moet David eigenlijk loslaten, maar dat kan ze niet, omdat ze daarvoor teveel van hem houdt. Hierdoor zakt David steeds weer terug en ontstaat er min of meer een wisselwerking. Len heeft ook veel problemen met de manier waarop Simon met David omgaat. Simon kan veel afstandelijker blijven, maar ook hij houdt erg veel van David.
Wat de hoofdpersoon beleeft:
Als David nog een baby is, bedenkt Len zich opeens dat zij over het leven van dat kleine kindje kan beslissen en dat zij er dus verantwoordelijk voor is. Dan laat ze hem los in het badje en David komt onder water terecht. Ze haalt hem er wel weer uit, maar haar moeder is vreselijk boos op haar, om wat ze gedaan heeft. Len gaat naar een vriendin in Amerika, om te kijken bij een groep voor ouders van drugsverslaafden, om te kijken hoe zij met de verslaving van hun kinderen omgaan. In Amerika besluit ze dat ze in Nederland ook zo’n groep op moeten richten, omdat ze dat daar nog niet hebben en ze besluit om dat zelf te doen. Op een gegeven moment gaat Len naar David toe, omdat ze doorheeft hoe hij leeft en denkt, daar hebben ze samen een goed gesprek. Ze besluiten dat zij hem gaat helpen om af te kicken, en dat lijkt heel goed te gaan, totdat David op een gegeven moment wegloopt om een shot te gaan nemen.
Of de hoofdpersoon verandert door de gebeurtenissen:
Len is eerst heel erg de beschermende moeder. Ze wil David eigenlijk constant in de gaten houden en heel erg beschermen tegen Simon, maar ze weet dat dat niet goed is. Nadat ze in Amerika is geweest, begint ze te begrijpen hoe ze met David om moet gaan en probeert ze hem ook wel weg te sturen. Aan het einde van het verhaal gaat ze toch weer naar David toe, maar als hij weer wegloopt, begint ze te begrijpen dat drugsverslaafden echt niet te helpen zijn als ze niet zelf willen en dat ze toch heel vaak zeggen dat ze af willen kicken, maar dat eigenlijk niet menen, of er toch niet helemaal klaar voor zijn.
Wie de belangrijkste andere personen zijn en hun relatie tot de andere personen:
· David: De drugsverslaafde zoon van Simon en Len. Hij is ook een hoofdpersoon, maar omdat je alles door de ogen van Len ziet, is zij de echte hoofdpersoon.
· Simon: De vader van David en de man van Len. Hij verandert in het verhaal ook heel sterk, doordat hij toch eerst probeert om David te helpen, en als dat niet lukt, gaat hij hem ook los laten.
· Juliëtje: Het zusje van David. Zij maakt alles heel bewust mee en ook zij wil David beschermen.
· Bernard: Davids beste vriend. Ook hij is verslaafd. Hij gaat op een gegeven moment dood in het verhaal.
· Oma: David bedreigt haar en daarom blijft zij hem geld geven.
Waar de gebeurtenissen zich afspelen:
De gebeurtenissen spelen zich gewoon in Nederland af. Voornamelijk in hun huis in Den Haag. Verder spelen zich ook delen in verschillende kamers van David af. Dat zijn altijd kamers met een verschillende rommel.
Wanneer de gebeurtenissen zich afspelen:
De gebeurtenissen spelen zich af vanaf 1959. Ik denk dat David aan het eind ongeveer 20 jaar oud was. Dus tot ongeveer 1980.
Evaluatieopdracht 1.
De vertelsituatie:
Het boek is geschreven vanuit het ik-perspectief. Je ziet dus alles door de ogen van Len, de moeder van David. Je komt haar gedachten en gevoelens te weten. Je kunt goed met haar meeleven. Je kunt niet zien wat de andere personen, vooral David en Simon, denken, maar je kunt wel heel wat opmaken uit wat ze zeggen en Len beschrijft op een gegeven moment ook hoe Davids gedachten gaan.
De thematiek:
De thematiek van het boek is dat de schrijfster duidelijk wil maken dat de overheid iets moet veranderen aan het drugsopvangbeleid. Ze wil zeggen dat het niet goed kan gaan als mensen alleen vrijwillig kunnen afkicken, dat houden ze toch niet vol, hoe graag ze er ook vanaf willen. Dat zie je ook met David. Hij wil wel afkicken, maar zodra het moeilijk wordt, stopt hij er weer mee. Yvonne Keuls wil dat de mensen actie gaan ondernemen om dit beleid zo te veranderen.
De ruimte:
De ruimtes die in het boek beschreven worden, zijn over het algemeen vrij kil. Waarschijnlijk, omdat je hele leven erdoor beheerst wordt en je gelijk ook heel kil bent als je kind verslaafd is aan drugs.
Verdiepingsopdracht 2:
Sinds het begin van de jaren zeventig houdt Keuls zich bezig met de sociale hulpverlening. Daarom schrijft zij steeds probleemromans. Ook ging ze literaire lezingen houden voor scholieren. Zelf heeft ze een erg fijne en warme jeugd gehad en ze wist dan ook bijna niets af van wat er werkelijk voor problemen speelden. Daarom sloot Keuls zich aan bij een aantal professionele hulpverleners, die het plan hadden opgevat om in Den Haag een ‘jongeren opvang sentrum’ te openen. Het JOS was een huis waar weggelopen jongeren tijdelijk op adem konden komen en waar ze verder geholpen konden worden. Hier hield Keuls een dagboek bij, dat werd 1080 bladzijden lang. Vanwege geldproblemen, moest het JOS sluiten. De gemeente Den Haag wilde kort daarna weer een zelfde opvangcentrum openen, maar won daarvoor eerst geen inlichtingen in bij de medewerkers van het JOS. Dat vond Keuls zo erg dat zij haar dagboek omzette tot een echt boek, de sociale roman ‘Jan Rap en z’n maat’.
Verdiepingsopdracht 3:
Keuls schreef dit boek, naar aanleiding van de vele gesprekken met ouders van drugsverslaafde kinderen. Zoals zo vaak schrijft Keuls ook in dit boek weer over sociale problemen en drugsverslaving. De boeken hebben meestal dezelfde thema’s, namelijk de achterliggende gedachte, dat men meer moet investeren in jeugdzorg, omdat dit nogal stil ligt qua ontwikkeling etc. Mensen zien de ernst van verslavingen bij vooral jeugdige volwassenen niet in.
Evaluatie:
Ik heb dit boek met veel plezier gelezen, maar zoals ik al eerder heb geschreven, is het een erg kil boek om te lezen. Het is wel weer heel goed beschreven van Yvonne Keuls, net zoals in een aantal van haar andere boeken die ik heb gelezen (‘Het verrotte leven van Floortje Bloem’; ‘Jan Rap en z’n maat’). Het kille van het leven van de ouders van drugsverslaafde kinderen is wel heel erg goed weergegeven door Yvonne Keuls. Je proeft als het ware de kilte in het boek.
Ik vond de verdiepingsopdrachten niet moeilijk om te doen. Zelfs makkelijker dan de vorige keren. Ik heb ook niet het gevoel dat er iets fout is gegaan, volgens mij ging het allemaal wel redelijk goed.
Geraadpleegde literatuur:
‘Het kritisch Lexicon’, Yvonne Keuls, bladzijde 1 t/m 13.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden