De meisjes van de suikerwerkfabriek door Tessa de Loo

A ZAKELIJKE GEGEVENS 1. Wie is de schrijver? De schrijver van het boek is Tessa de Loo. 2. Wanneer is het boek voor het eerst uitgegeven? Het boek is voor het eerst uitgegeven is het jaar 1983. 3. Wie is de uitgever? De uitgever van het boek is Singel Pockets. 4.Hoeveel bladzijdes heeft het boek? Het boek heeft 192 bladzijdes. 5. Wat is het genre van het boek? Verhalenbundel, ieder verhaal slaat op zich. Ik heb hieronder alleen het verhaal “de meisjes van de suikerwerk fabriek” behandeld. B INHOUDELIJKE GEGEVENS 1a) Wat is de titel van het boek? De titel van het boek is de meisjes van de suikerwerkfabriek. De titel komt van het grootste verhaal van het boek, dat zo heet.
1b )Leg de titel uit. Het slaat op de 4 meisjes, die in de suikerwerk fabriek werken. 2a Waar speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af in een treincoupé. De treincoupé is de belangrijkste ruimte in het verhaal. In het begin van het verhaal speelt het ook af in de suikerwerkfabriek 3a. Wanneer denk je dat het verhaal zich afspeelt? Ik denk dat het verhaal zich ongeveer in de jaren 60 afspeelt, er stond op blz. 32 ook iets over petticoats en die waren ook in de mode in de jaren 60. 4. Noem minstens 1 hoofdpersoon en nog 2 andere belangrijke personen uit het boek. Geef van deze personen een beschrijving waarbij je 3 kenmerken van hun uiterlijk en 3 kenmerken van hun karakter noemt. De ik -figuur: Ze is een meisje dat het heeft gehad met iedereen. Haar ouders vinden haar maar niks. Ze ziet er vrij normaal uit. Trix: Ze is blond, blauwe ogen en slank. Ze kijkt altijd verveelt uit haar ogen
Lien:Ze heeft dikke brillenglazen en breit altijd. Ze weet veel over sport, omdat ze altijd met haar man mee gaat naar sportevenementen om hem in de gaten te houden. 5. Hoe zijn de hoofdstukken verdeeld over het boek? 6 verhalen, muziekles(blz. 7-27), de meisjes van de suikerwerk fabriek(blz. 28-64), Rosé, met bizarre stukjes geel ertussen (blz. 65-87), De Grote Moeder (blz. 88-128) Op hoge hakken(blz. 129-171) Mottenballen en parfum (blz. 172-194),drie korte en drie langere. (geen hoofdstukken)
6. Wat kun je zeggen over het taalgebruik in het boek? Licht je antwoord toe met voorbeelden. (makkelijk, moeilijk, humoristisch, korte of lange zinnen, veel bijvoeglijke
Ik vind het taalgebruik erg moeilijk te begrijpen het zijn vrij lange zinnen b.v op blz. 29 “Hebben wij onszelf, hoewel ieder een eigen leven leidt tussen het moment waarop we ’s avonds vermoeid de trein uitstappen en de volgende ochtend als we onze doezelige, lome lichamen de treeplank ophijsen, in het dagelijks samenzijn tussen de wielen ongemerkt aan elkaar uitgeleverd en zijn we door de gebeurtenis van deze ochtend voor eeuwig aan elkaar geklonken?” En nog een voorbeeld van een lange zin en ook waar veel bijvoeglijk naamwoorden worden gebruikt op blz. 31 “Door het glas in de tuindeuren zag ik onnatuurlijk grote, rode tulpen die op de een of ander manier de toespraak benadrukten, die mij vader tegen mij hield, terwijl we met zijn drieën aan de ovale tafel zaten onder de met shantung beklede hanglamp die zwart zag van de vliegepoep, mijn vader, mijn moeder en ik.” 7 Zouden de gebeurtenissen uit het boek ook in de werkelijkheid kunnen plaatsvinden? Waarom denk je dat? Het boek was erg geloofwaardig, je kunt je in de verhalen inleven. Alles wat in het verhaal voorkwam kan in het echt ook gebeuren. 8. Geef in minstens 5 regels je mening over het boek. Maak daarbij gebruik van argumenten en voorbeelden. Ik vond het een vrij moeilijk verhaal, vooral door die lange zinnen en moeilijke woorden (zie vraag 6). Verder vond ik het niet echt een leuk verhaal. B.v met die flashbacks wanneer ik net een beetje het boek begreep en het begint een beetje spannend te worden, komt er weer een heel stuk over Cora’s jeugd dat is heel verwarrend. Het leukste stukje van het verhaal vond ik dat Cora, Lien, Trix en de ik-figuur uit woede de conducteur uit kleedde, en hij naakt weg liep. 9. Maak een zo kort mogelijke samenvatting van het boek. In ‘ De meisjes van de suikerwerkfabriek’ gaat het over vier vrouwen Cora, Lien, Trix en de ik-figuur. Elke dag gaan ze met de trein naar hun werk, de suikerwerkfabriek. De vier vrouwen hebben allemaal problemen met mannen. Het groepje vrouwen hebben omdat ze elke dag met de trein gaan een eigen trein coupe. Op een dag komt er een nieuwe conducteur de kaartjes controleren. De ik-figuur is vergeten haar maandkaart te verlengen. De conducteur schrijft daarom een boete uit. De vrouwen zijn het er niet mee eens. Ze chanteren hem en ze kleden hem uit, wanneer die helemaal naakt is krijgen de vrouwen medelijden met hem. De conducteur begint te huilen, wanneer de vrouwen echt medelijden met hem krijgen, lieten ze hem gaan. Naakt liep de man weg. C EXTRA VRAGEN Vanuit welke perspectief is het boek geschreven? Het verhaal is geschreven in de ik-vorm. Je leest haar eigen ervaringen en gedachten. Het is een ik-perspectief.
Wat is het thema van het boek? Uit alle 6 de verhalen: alle vrouwen uit het boek hebben problemen met mannen. Noem enkele motieven. Machteloosheid, het dagelijkse leven, relatieproblemen met mannen. Is het verhaal in chronologische volgorde geschreven? Nee, het verhaal in niet chronologisch geschreven, het verhaal begint met het ‘nu’ dan komen er stukjes uit het verleden. Geef een voorbeeld van een flashback in het boek. Wanneer de ikpersoon op een gegeven moment terug denk dat ze voor het eerst met een jongen naar bed ging, en ze beschrijft daar ook in wat ze op dat moment dacht. Dat was een voorbeeld van een flashback.