Titel: De meidenziekte
Auteur: Tom Pauka
Uitgeverij: Querido
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1983
Jaar van eerste druk: 1983
Aantal bladzijden: 165 bladzijden
Eerste reactie.
Ik was heel erg benieuwd hoe het verhaal zou lopen. Ik had het boek ook gekozen omdat het over een jongen met de ziekte anorexia gaat dat leek me hel erg interessant om te lezen omdat deze ziekte bijna niet op de wereld voorkomt.
Het was een heel apart verhaal, omdat het over een jongen gaat die anorexia heeft en daar lees je bijna nooit wat over. Ook vond ik het een indrukwekkend verhaal, de manier waarop die jongen denkt is heel volwassen. Verder vond ik het gewoon een heel erg mooi boek om te lezen, ik las het bijna in één adem uit.
Samenvatting:
Hans is een jongen van 16 jaar. Hij gaat vaak met zijn twee broertjes Sander en Leo naar buiten en bedenkt dan een ‘plan’ over wat ze zullen gaan doen. Op een dag moeten ze naar binnen om te eten, maar Hans blijft nog even buiten omdat hij misselijk is. Hij gaat dwalen en valt flauw. De politie vindt hem en brengt hem naar het ziekenhuis.
In het ziekenhuis komen ze erachter dat Hans lijdt aan anorexia nervosa. Een van de redenen waarom Hans anorexia heeft ontwikkeld is dat hij eten vies vindt. Hij heeft enorme smetvrees. Dit komt voort uit een gebeurtenis in zijn jeugd tijdens de oorlog, toen hij met zijn vader moest zingen voor de moffenhoeren. Toen een van hen hem een bonbon aanbood, zag hij opeens voor zich hoe dit chocolaatje misschien 'bevingerd' zou zijn door haar klant. Hij ontwikkelt vanaf die tijd niet alleen een angst voor eten, maar ook voor vrouwen. Daarom krijgt hij vanaf nu structureel 3 maaltijden per dag, in het begin via een slangetje, later mag Hans zelf eten. Na een aantal dagen mag hij zijn bed uit. Zijn broertjes en moeder komen hem vaak bezoeken. Hans’ vader bezoekt hem nooit, waarschijnlijk omdat zijn vader zich schaamt voor hem. Dokter Rozen vindt het een goed idee als Hans gaat werken zodat hij zijn gedachten van zijn eetprobleem af kan helpen. Zo komt hij terecht bij de bijkeuken. Het werk van Hans is om, samen met zijn baas Monsanto, de ladingen voedsel te controleren die het ziekenhuis binnenkomen. Na een tijdje komen ze erachter dat er gestolen wordt; óf door de bewaker, óf door de mensen die in het ziekenhuis werken. Samen proberen ze de dief te pakken door vallen te zetten en door zelf de nachtcontrole te doen. Zo worden Hans en Monsanto langzamerhand goede vrienden.
Na een aantal maanden verteld Dokter Rozen dat Hans het ziekenhuis mag verlaten omdat zijn eetpatroon en gewicht weer de goede kant zijn opgegaan. Eigenlijk wil Hans dit niet, omdat hij zijn oude en zwakkere negervriend Monsanto niet in de steek wil laten. Hij vertelt de dokter over Monsanto’s bestaan omdat zij helemaal niks van hem af wist, en hoopt dat er een nieuwe hulp voor hem kan komen. Zo ontsnapt hij op een dag uit het ziekenhuis, zonder dat zijn broertjes en moeder het weten.
Hans gaat zwerven, neemt de pond, en besluit in de breken bij een vakantiehuisje tussen de weiden langs het water. Hier treft hij niemand aan, en begint zich helemaal ‘vol te proppen’ met brood. Zijn ‘meidenziekte’ anorexia nervosa is langzamerhand omgegaan in een vreetziekte.
Als hij genoeg heeft gaat hij naar boven en besluit in een klein bed te gaan liggen. Hij valt in slaap. Die ochtend wordt hij gewekt door een meisje, Vera Storm. Eerst durven ze elkaar bijna niet aan te kijken, maar langzamerhand raken ze gewend aan elkaar. Ze maken Vera’s huiswerk, eten en drinken wat en gaan ’s middags roeien. Vera vindt het bijzijn van Hans steeds leuker; Hans staat steeds klaar met een ‘plan’ om te gaan doen, net als hij altijd deed bij zijn broertjes. Hij vertelt haar veel, ook dingen die niet waar zijn omdat hij toch eigenlijk beter wil lijken dan Vera’s grote broer Lucas.
Voor als Vera’s moeder thuis kwam, haar ouders waren immers gescheiden, had Vera bedacht dat Hans een jongen van school was die haar hielp met huiswerk. Gonnie Storm maakte helemaal geen bezwaar toen ze Hans thuis aantrof, hij mocht zelfs mee avondeten om daarna het huiswerk af te maken.
Vera moest rond negen uur naar bed, dus was Hans met mevrouw Storm alleen. Hij had haar voorgelogen dat hij met de bus naar huis moest om op tijd thuis te zijn. Toen bleek dat er geen bussen meer reden besloten ze dat Hans dan maar hier moest blijven slapen. Mevrouw Storm vertelde dat ze zich vaak verveelde omdat alles elke dag hetzelfde leek, dus moest Hans ook voor haar ‘plannen’ bedenken om te gaan doen. Hij loog namelijk dat hij zich nooit verveelde. Ze besloten te gaan roeien. Hans gooide een fuik uit en ving een hele grote vis, zo groot dat hij zich moest uitkleden en het water ingaan om de fuik en de vis los te maken. Toen dit was gelukt zag hij plotseling dat mevrouw Storm ook het water was ingegaan, met ontbloot bovenlijf. Hans schrok, en kreeg steeds meer het gevoel dat mevrouw Storm iets van hem wou.
’s Nachts besloot Hans het huisje te verlaten, hij voelde zich niet fijn meer bij zijn leugens en ook niet meer bij mevrouw Storm. Net als bij zijn inbraak kroop hij door het raampje en besloot weer te gaan zwerven.
Tijdens zijn verblijf bij Vera en mevrouw Storm dacht Hans vaak aan zijn broertjes en moeder. Zij zouden namelijk binnenkort naar zijn oom in Denemarken gaan. Dit zou natuurlijk niet door gaan sinds ze erachter kwamen dat Hans was ontsnapt en aan het rond zwerven was.
Daarom wilde Hans weer terug naar zijn familie, omdat hij wist dat hij ze pijn had gedaan. Maar eerst wilde hij zijn vriend Monsanto bij het ziekenhuis opzoeken. Toen hij hier aankwam na een zwerfdag, vertelde de portier hem dat Monsanto niet meer werkte bij het ziekenhuis maar in de gevangenis zat. Iemand had namelijk verteld over de diefstal in het magazijn, en na een huiszoeking bij Monsanto bleek dat hij heel veel thuis had staan. Hans wilde het niet geloven, maar vertrok uiteindelijk toch.
Hans liep richting het politiebureau en wilde proberen Monsanto uit de cel te halen. Toen vond hij ineens een briefje in zijn zak wat Vera hem had gegeven, met een muntje en nummer erop. Hans liep naar de telefooncel en draaide het nummer. Hij kreeg mevrouw Storm aan de lijn, die vroeg of ze hem misschien een keer mochten opzoeken in het ziekenhuis toen Hans vertelde dat hij was ontsnapt. Het werd een goed gesprek, en Hans hing met een lachend en goed gevoel op om weer terug te gaan naar zijn echte moeder.
Verteller:
Het verhaal heeft een ik-verteller.
“Ik was trots, en mijn keelpijn verdween: Monsanto’s naam was door mijn toedoen bekend geworden bij de dokter, en ik ging nu vragen om een echte hulp voor hem, iets waar hij zelfs meer mee geholpen zou zijn dan wanneer ik bleef tot de vijftiende” (Blz. 40)
Plaats:
De plaatsen waar het verhaal zich afspeelt zijn: De speeltuin waar hij met zijn broertjes is, dit roept nog geen sfeer op. In het ziekenhuis zelf hangt ook een beetje een eenzame sfeer. Pas als hij in de keuken bij Monsanto gaat werken, merk je dat hij zich thuis voelt. Monsanto is als een soort broer en vriend voor hem. Als hij gaat zwerven merk je echt dat hij alleen is. Alleen op de veerpont, een eenzame sfeer. Ik krijg een kil gevoel vanaf het moment dat hij van de pont afgaat totdat hij wegloopt en er weer opgaat. Dat komt omdat het voor mij gewoon niet klopt. Het kan werkelijkheid zijn dat hij in een vreemd huisje gaat slapen en met een vrouw gaat varen, maar ik kan er me niks bij voorstellen. Het is alsof hij in die tijd in een soort van fantasiewereld is. Hans ervaart het niet zo, want hij vindt het duidelijk leuk dat hij gewoon beslissingen kan nemen, zonder dat iemand er kritiek op heeft. Als hij wegloopt en de pont weer af is, belt hij mevrouw Storm op en dat geeft eindelijk weer een beetje een normaal gevoel, maar het is een verhaal met een open einde, dus je weet niet hoe het af gaat lopen.
Personages:
Hans.
Hans is een jongen van 16 jaar. Hij is heel lang en mager. Hij woont samen met zijn twee broertjes Sander en Leo, en zijn ouders. Hans heeft in zijn jeugd al veel meegemaakt. Hij moest in de oorlogstijd altijd mee met zijn vader naar cafés om daar te zingen. Vanaf zijn tiende stopte hij hiermee, maar hij heeft aan deze tijd altijd nog iets overgehouden, namelijk angst voor vrouwen (vanwege de moffenhoeren), smetvrees en als gevolg hiervan anorexia nervosa. Hans heeft dus problemen met eten, maar ook met het volwassen worden. Zo verandert zijn anorexia nervosa ook nog eens in een vreetziekte, en kan hij bijvoorbeeld niet begrijpen dat mannen en vrouwen eerst kinderen nemen en dan scheiden. Ook wil hij maar niet snappen dat Monsanto dingen stal uit het magazijn, en probeert hier allerlei (kinderlijke) redenen voor te verzinnen.
Hans vindt zichzelf een verrader. Zo heeft hij ooit zijn opa verraden, en nu dus zijn vriend Monsanto. Zijn relatie met zijn broertjes en moeder is wel heel goed. Zijn vader ziet hij ook bijna nooit, maar dit kan hem ook weinig schelen omdat hij denkt dat zijn vader zich voor hem schaamt. Met Monsanto kon Hans het goed vinden, net als met Vera. Ook zij worden vrienden. Hans vindt de moeder van Vera ook een aardige vrouw, maar dit vermindert doordat hij het gevoel krijgt dat ze iets van hem wil.
Verder is Hans een jongen die zich nooit aan een vast structuur houdt, maar steeds met nieuwe ‘plannen’ komt.
Monsanto
Monsanto is een al oudere neger maar ziet er nog wel groot en stevig uit. Hij werkt graag in de opslagplaatsen van het ziekenhuis. Hij leeft wel een teruggetrokken bestaan: niemand in het ziekenhuis wist dat Monsanto er werkte, totdat Hans het vertelde.
Monsanto is iemand die graag eerst de kat uit de boom kijkt. Zo vertrouwde hij Hans in het begin niet en vond dat hij vaak dingen verkeerd deed, maar naarmate Hans langer voor hem werkte konden ze het beter met elkaar vinden en werden zelfs vrienden.
Vera
Vera is een twaalfjarig meisje met een best wel vol figuur. Ze houdt ervan nieuwe dingen te doen, en is verder voor niet veel dingen bang.
Ze heeft een broer, Lucas, en een moeder, Gonnie Storm. Haar ouders zijn gescheiden, dus haar vader ziet ze niet meer. Soms woont ze in de stad en soms in het vakantiehuisje. Ze heeft een hele goede relatie met haar moeder, en als zij en Hans aan de praat komen kan ze het ook al snel goed met hem vinden.
Vera is een zelfstandig meisje omdat haar moeder vaak werken is.
Mevrouw Storm
Mevrouw storm is een moeder van middelbare leeftijd met een vol figuur. Ze is erg sympathiek, omdat ze Hans, voor haar een vreemde, zomaar in haar huis laat slapen als de bus niet meer gaat. Ook legt ze snel contacten met nieuwe mensen, zo gaat ze zomaar ’s avonds met Hans een boottochtje maken terwijl ze hem die middag heeft leren kennen.
Verder is Gonnie Storm een vrouw die zich vaak verveeld omdat voor haar de dagen er steeds hetzelfde uitzien, en zij zelf niks kan verzinnen om te doen. Daarom kan zij het ook zo goed vinden met Hans, omdat hij steeds klaar staat met nieuwe ‘plannen’. Misschien ziet zij in hem iets wat zij nu mist zonder man, en daarom wordt de relatie tussen Hans en Gonnie na een tijdje toch beperkter. Gonnie heeft wel een hele goede verhouding met haar dochter Vera. Ze woont samen met haar dochter in de etage boven haar textielwinkel. Met haar buren kan ze het niet zo goed vinden.
Thema
Het thema is het volwassen worden. Hans zit in de puberteit en je merkt dat op verschillende manieren. Hij heeft anorexia, iets dat zich vaak in de puberteit ontwikkelt. Maar je merkt het vooral wanneer hij in het vakantiehuisje is. Vera zegt over hem dat hij al eigenlijk een man is, maar dat vind Hans niet echt leuk en probeert dat te ontkennen, want zijn gedachte van een man is dat je verantwoordelijk bent voor van alles en nog wat en dat wil hij niet, maar eigenlijk is hij dat wel. Hij zit met zichzelf in de knoop. Wanneer Hans en mevrouw Storm gaan roeien en Hans op een gegeven moment het water in gaat om een vis te redden uit een fuik, doet hij al zijn kleren uit, behalve zijn onderbroek. Hij wil echter dat mevrouw Storm dit niet ziet en gebied haar de andere kant op de kijken. Wanneer zij even later ook het water in komt, met ontbloot bovenlijf, schrikt hij daar heel erg van en wil liever niet dat ze dicht bij hem in de buurt komt.
Motieven:
De roeiboot
Een motief in het verhaal is de roeiboot van Vera en Gonnie Storm. Hans gaat eerst met Vera varen en later met haar moeder. Zelf is hij zestien jaar en zit op de grens van het kind zijn en volwassen worden. Als hij met Vera vaart, mist hij zijn broertjes heel erg en vraagt hij zich af wat hij aan het doen is. Hij vaart met een kind en een volwassene, en kan nog alle kanten op roeien. De roeiboot staat dus voor het volwassen worden.
Eetziekten
Hans lijdt aan anorexia nervosa. Een reden voor zijn ziekte heeft te maken met het feit dat hij in de oorlog smetvrees heeft opgelopen, en nu dus alles vies vindt. Het is zo erg dat hij in het ziekhuis beland. Hier herstelt hij weer, maar krijgt als gevolg in plaats van anorexia nervosa een vreetziekte. Zijn ziektes bepalen voor een groot deel zijn leven.
Jeugd
Een ander motief is de jeugd van Hans. In veel gevallen wordt Hans herinnerd aan zijn jeugd tijdens de oorlog. Het denkt ook vaak aan het spelen met zijn broertjes. Maar aan de andere kant wil Hans graag zijn jeugd achter zich laten en volwassen worden.
Beoordeling.
Ik vond het een erg ontroerend verhaal. Je ziet hoe zo’n jongen onder zo’n ziekte lijdt. Hoeveel impact die ziekte heeft op die jongen. Voor mij was het trouwens ook wel vernieuwend want je ziet anorexia niet vaak bij jongens.
Het passage wat mij het sterkst aansprak was het passage waarin hij een vreetbui krijgt. Bijna ongeloofwaardig dat hij een vreetbui krijgt.
Verwerkingsopdracht
Ik heb voor deze verwerkingsopdracht het onderwerp ‘vergelijking van leeservaring met een klasgenoot of professionele lezer’ gekozen.
De recensent is W.A.M de Moor.
Uit de recensie heb ik de belangrijkste argumenten gehaald.
Gebeurtenis en reflectie vormen ook een natuurlijke tweespan in het steeds mooier wordende proza van Tom Pauka.
Argument 1 De werkelijkheid desorganiseren om haar intrigerender te maken, om onder meer het manipulatieve karakter van de traditionele tekst aan te tonen gelijk volhoudt, is een functie die tot ‘de taak van de schrijver’ kan worden gerekend. Niet alle schrijvers zien dit als hun taak, evenals Tom Pauka. Gebeurtenissen en reflectie daarop vinden we ogenschijnlijk spontaan en natuurlijk geordend, dit is gebeurt bij Tom Pauka.
Want in ‘De Meidenziekte’ handhaaft Pauka de eigen vorm, onafhankelijk van ironisch-realisme en Revisor. Pauka’s boeken bezitten een spannende intrige omdat de auteur zijn oorspronkelijke kijk op de werkelijkheid in gebeurtenissen van een dezelfde oorspronkelijkheid vertaalt.
De vier boeken van Tom Pauka naast elkaar leggend kun je goed zien wat hem bezig houdt. In ‘De Meidenziekte’ komen twee belangrijke elementen voor die we uit ouder werk herkennen: Een overgevoeligheid voor alles wat de dingen, in het bijzonder voedsel vies maakt en de aandrang zich schuil te houden voor anderen.
Argument 1: In Pauka’s debuut, ‘Een moeilijke eter’, begint de eerste zin met: Ik begon me al bezorgd te maken over de viesheid van bepaalde dingen toen ik acht was. In een ander debuut, ‘Een fijne neus’, laat hij als het ware zien dat het om een levenslang gedoemd zijn gaat: zo’n reukvermogen raak je nooit meer kwijt.
Het zijn prachtige, vermakelijke bladzijden waarin Pauka de vreetpartij in beschrijft.
Argument 2: De vreetpartij vormt de proloog op de kern van de roman. De jongen, ontslagen uit het ziekenhuis, keert niet naar huis terug maar zoekt zijn heil in een zomerhuisje bij het Kinselmeer, waar hij de vreetdrift die voor zijn meidenziekte in de plaats zijn gekomen tracht te bevredigen.
Ook in het boek ‘De Meidenziekte’ is er weer dat wegkruipen, het is de thematiek die Tom Pauka bezig houdt. Als men de verschillende boeken van Pauka met elkaar in verband legt, dan valt het op dat dit schuilhouden samenhangt met de angst voor of afkeer van een vader.
Argument 3: Daarom is Hans een nestvlieder. Niet om zijn moeder, want hij verlangt herhaaldelijk naar haar. Maar hij moet het buitenshuis vinden.
De auteur laat de ontdekking van Hans in een heel mooi deelverhaal voelbaar worden. Hans doet een belangrijke ontdekking, namelijk dat hij beter in zijn element is wanneer hij verhalen bedenkt dan wanneer hij echt daden verricht.
Wat een aardige, levendig geschreven, emotioneel warme roman is dit, goed van vorm en rijk van inhoud, spannend tot op de laatste bladzijde.
Argument 4: De roman vindt een logisch einde in de ochtendlijke terugkeer van de jongeman naar zijn moeder. Gebeurtenis en reflectie vormen ook een natuurlijke tweespan in het steeds mooier wordende proza van Tom Pauka. Zijn boeken bezitten een spannende intrige omdat de auteur zijn oorspronkelijke kijk op de werkelijkheid in gebeurtenissen van een dezelfde oorspronkelijkheid vertaalt. Het zijn prachtige, vermakelijke bladzijden waarin Tom Pauka de vreetpartij in beschrijft. Ook in het boek De meidenziekte is er weer dat wegkruipen, het is de thematiek die Tom Pauka bezig houdt.
De auteur laat de ontdekking van Hans in een heel mooi deelverhaal voelbaar worden.
De recensent heeft goede en duidelijke argumenten gegeven, ik sluit mij helemaal aan bij het eindoordeel:
‘De Meidenziekte’ is een aardige, levendig geschreven, emotioneel warme roman is dit, goed van vorm en rijk van inhoud, spannend tot op de laatste bladzijde.
De roman vindt een logisch einde in de ochtendlijke terugkeer van de jongeman naar zijn moeder. Gebeurtenis en reflectie vormen ook een natuurlijke tweespan in het steeds mooier wordende proza van Tom Pauka. Zijn boeken bezitten een spannende intrige omdat de auteur zijn oorspronkelijke kijk op de werkelijkheid in gebeurtenissen van een dezelfde oorspronkelijkheid vertaalt. Het zijn prachtige, vermakelijke bladzijden waarin Tom Pauka de vreetpartij in beschrijft. Ook in het boek ‘De Meidenziekte’ is er weer dat wegkruipen, het is de thematiek die Tom Pauka bezig houdt.
De auteur laat de ontdekking van Hans in een heel mooi deelverhaal voelbaar worden.
Auteur: Tom Pauka
Uitgeverij: Querido
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1983
Jaar van eerste druk: 1983
Aantal bladzijden: 165 bladzijden
Eerste reactie.
Ik was heel erg benieuwd hoe het verhaal zou lopen. Ik had het boek ook gekozen omdat het over een jongen met de ziekte anorexia gaat dat leek me hel erg interessant om te lezen omdat deze ziekte bijna niet op de wereld voorkomt.
Het was een heel apart verhaal, omdat het over een jongen gaat die anorexia heeft en daar lees je bijna nooit wat over. Ook vond ik het een indrukwekkend verhaal, de manier waarop die jongen denkt is heel volwassen. Verder vond ik het gewoon een heel erg mooi boek om te lezen, ik las het bijna in één adem uit.
Hans is een jongen van 16 jaar. Hij gaat vaak met zijn twee broertjes Sander en Leo naar buiten en bedenkt dan een ‘plan’ over wat ze zullen gaan doen. Op een dag moeten ze naar binnen om te eten, maar Hans blijft nog even buiten omdat hij misselijk is. Hij gaat dwalen en valt flauw. De politie vindt hem en brengt hem naar het ziekenhuis.
In het ziekenhuis komen ze erachter dat Hans lijdt aan anorexia nervosa. Een van de redenen waarom Hans anorexia heeft ontwikkeld is dat hij eten vies vindt. Hij heeft enorme smetvrees. Dit komt voort uit een gebeurtenis in zijn jeugd tijdens de oorlog, toen hij met zijn vader moest zingen voor de moffenhoeren. Toen een van hen hem een bonbon aanbood, zag hij opeens voor zich hoe dit chocolaatje misschien 'bevingerd' zou zijn door haar klant. Hij ontwikkelt vanaf die tijd niet alleen een angst voor eten, maar ook voor vrouwen. Daarom krijgt hij vanaf nu structureel 3 maaltijden per dag, in het begin via een slangetje, later mag Hans zelf eten. Na een aantal dagen mag hij zijn bed uit. Zijn broertjes en moeder komen hem vaak bezoeken. Hans’ vader bezoekt hem nooit, waarschijnlijk omdat zijn vader zich schaamt voor hem. Dokter Rozen vindt het een goed idee als Hans gaat werken zodat hij zijn gedachten van zijn eetprobleem af kan helpen. Zo komt hij terecht bij de bijkeuken. Het werk van Hans is om, samen met zijn baas Monsanto, de ladingen voedsel te controleren die het ziekenhuis binnenkomen. Na een tijdje komen ze erachter dat er gestolen wordt; óf door de bewaker, óf door de mensen die in het ziekenhuis werken. Samen proberen ze de dief te pakken door vallen te zetten en door zelf de nachtcontrole te doen. Zo worden Hans en Monsanto langzamerhand goede vrienden.
Na een aantal maanden verteld Dokter Rozen dat Hans het ziekenhuis mag verlaten omdat zijn eetpatroon en gewicht weer de goede kant zijn opgegaan. Eigenlijk wil Hans dit niet, omdat hij zijn oude en zwakkere negervriend Monsanto niet in de steek wil laten. Hij vertelt de dokter over Monsanto’s bestaan omdat zij helemaal niks van hem af wist, en hoopt dat er een nieuwe hulp voor hem kan komen. Zo ontsnapt hij op een dag uit het ziekenhuis, zonder dat zijn broertjes en moeder het weten.
Hans gaat zwerven, neemt de pond, en besluit in de breken bij een vakantiehuisje tussen de weiden langs het water. Hier treft hij niemand aan, en begint zich helemaal ‘vol te proppen’ met brood. Zijn ‘meidenziekte’ anorexia nervosa is langzamerhand omgegaan in een vreetziekte.
Als hij genoeg heeft gaat hij naar boven en besluit in een klein bed te gaan liggen. Hij valt in slaap. Die ochtend wordt hij gewekt door een meisje, Vera Storm. Eerst durven ze elkaar bijna niet aan te kijken, maar langzamerhand raken ze gewend aan elkaar. Ze maken Vera’s huiswerk, eten en drinken wat en gaan ’s middags roeien. Vera vindt het bijzijn van Hans steeds leuker; Hans staat steeds klaar met een ‘plan’ om te gaan doen, net als hij altijd deed bij zijn broertjes. Hij vertelt haar veel, ook dingen die niet waar zijn omdat hij toch eigenlijk beter wil lijken dan Vera’s grote broer Lucas.
Voor als Vera’s moeder thuis kwam, haar ouders waren immers gescheiden, had Vera bedacht dat Hans een jongen van school was die haar hielp met huiswerk. Gonnie Storm maakte helemaal geen bezwaar toen ze Hans thuis aantrof, hij mocht zelfs mee avondeten om daarna het huiswerk af te maken.
Vera moest rond negen uur naar bed, dus was Hans met mevrouw Storm alleen. Hij had haar voorgelogen dat hij met de bus naar huis moest om op tijd thuis te zijn. Toen bleek dat er geen bussen meer reden besloten ze dat Hans dan maar hier moest blijven slapen. Mevrouw Storm vertelde dat ze zich vaak verveelde omdat alles elke dag hetzelfde leek, dus moest Hans ook voor haar ‘plannen’ bedenken om te gaan doen. Hij loog namelijk dat hij zich nooit verveelde. Ze besloten te gaan roeien. Hans gooide een fuik uit en ving een hele grote vis, zo groot dat hij zich moest uitkleden en het water ingaan om de fuik en de vis los te maken. Toen dit was gelukt zag hij plotseling dat mevrouw Storm ook het water was ingegaan, met ontbloot bovenlijf. Hans schrok, en kreeg steeds meer het gevoel dat mevrouw Storm iets van hem wou.
’s Nachts besloot Hans het huisje te verlaten, hij voelde zich niet fijn meer bij zijn leugens en ook niet meer bij mevrouw Storm. Net als bij zijn inbraak kroop hij door het raampje en besloot weer te gaan zwerven.
Daarom wilde Hans weer terug naar zijn familie, omdat hij wist dat hij ze pijn had gedaan. Maar eerst wilde hij zijn vriend Monsanto bij het ziekenhuis opzoeken. Toen hij hier aankwam na een zwerfdag, vertelde de portier hem dat Monsanto niet meer werkte bij het ziekenhuis maar in de gevangenis zat. Iemand had namelijk verteld over de diefstal in het magazijn, en na een huiszoeking bij Monsanto bleek dat hij heel veel thuis had staan. Hans wilde het niet geloven, maar vertrok uiteindelijk toch.
Hans liep richting het politiebureau en wilde proberen Monsanto uit de cel te halen. Toen vond hij ineens een briefje in zijn zak wat Vera hem had gegeven, met een muntje en nummer erop. Hans liep naar de telefooncel en draaide het nummer. Hij kreeg mevrouw Storm aan de lijn, die vroeg of ze hem misschien een keer mochten opzoeken in het ziekenhuis toen Hans vertelde dat hij was ontsnapt. Het werd een goed gesprek, en Hans hing met een lachend en goed gevoel op om weer terug te gaan naar zijn echte moeder.
Verteller:
Het verhaal heeft een ik-verteller.
“Ik was trots, en mijn keelpijn verdween: Monsanto’s naam was door mijn toedoen bekend geworden bij de dokter, en ik ging nu vragen om een echte hulp voor hem, iets waar hij zelfs meer mee geholpen zou zijn dan wanneer ik bleef tot de vijftiende” (Blz. 40)
Plaats:
De plaatsen waar het verhaal zich afspeelt zijn: De speeltuin waar hij met zijn broertjes is, dit roept nog geen sfeer op. In het ziekenhuis zelf hangt ook een beetje een eenzame sfeer. Pas als hij in de keuken bij Monsanto gaat werken, merk je dat hij zich thuis voelt. Monsanto is als een soort broer en vriend voor hem. Als hij gaat zwerven merk je echt dat hij alleen is. Alleen op de veerpont, een eenzame sfeer. Ik krijg een kil gevoel vanaf het moment dat hij van de pont afgaat totdat hij wegloopt en er weer opgaat. Dat komt omdat het voor mij gewoon niet klopt. Het kan werkelijkheid zijn dat hij in een vreemd huisje gaat slapen en met een vrouw gaat varen, maar ik kan er me niks bij voorstellen. Het is alsof hij in die tijd in een soort van fantasiewereld is. Hans ervaart het niet zo, want hij vindt het duidelijk leuk dat hij gewoon beslissingen kan nemen, zonder dat iemand er kritiek op heeft. Als hij wegloopt en de pont weer af is, belt hij mevrouw Storm op en dat geeft eindelijk weer een beetje een normaal gevoel, maar het is een verhaal met een open einde, dus je weet niet hoe het af gaat lopen.
Personages:
Hans.
Hans is een jongen van 16 jaar. Hij is heel lang en mager. Hij woont samen met zijn twee broertjes Sander en Leo, en zijn ouders. Hans heeft in zijn jeugd al veel meegemaakt. Hij moest in de oorlogstijd altijd mee met zijn vader naar cafés om daar te zingen. Vanaf zijn tiende stopte hij hiermee, maar hij heeft aan deze tijd altijd nog iets overgehouden, namelijk angst voor vrouwen (vanwege de moffenhoeren), smetvrees en als gevolg hiervan anorexia nervosa. Hans heeft dus problemen met eten, maar ook met het volwassen worden. Zo verandert zijn anorexia nervosa ook nog eens in een vreetziekte, en kan hij bijvoorbeeld niet begrijpen dat mannen en vrouwen eerst kinderen nemen en dan scheiden. Ook wil hij maar niet snappen dat Monsanto dingen stal uit het magazijn, en probeert hier allerlei (kinderlijke) redenen voor te verzinnen.
Verder is Hans een jongen die zich nooit aan een vast structuur houdt, maar steeds met nieuwe ‘plannen’ komt.
Monsanto
Monsanto is een al oudere neger maar ziet er nog wel groot en stevig uit. Hij werkt graag in de opslagplaatsen van het ziekenhuis. Hij leeft wel een teruggetrokken bestaan: niemand in het ziekenhuis wist dat Monsanto er werkte, totdat Hans het vertelde.
Monsanto is iemand die graag eerst de kat uit de boom kijkt. Zo vertrouwde hij Hans in het begin niet en vond dat hij vaak dingen verkeerd deed, maar naarmate Hans langer voor hem werkte konden ze het beter met elkaar vinden en werden zelfs vrienden.
Vera
Vera is een twaalfjarig meisje met een best wel vol figuur. Ze houdt ervan nieuwe dingen te doen, en is verder voor niet veel dingen bang.
Ze heeft een broer, Lucas, en een moeder, Gonnie Storm. Haar ouders zijn gescheiden, dus haar vader ziet ze niet meer. Soms woont ze in de stad en soms in het vakantiehuisje. Ze heeft een hele goede relatie met haar moeder, en als zij en Hans aan de praat komen kan ze het ook al snel goed met hem vinden.
Vera is een zelfstandig meisje omdat haar moeder vaak werken is.
Mevrouw Storm
Mevrouw storm is een moeder van middelbare leeftijd met een vol figuur. Ze is erg sympathiek, omdat ze Hans, voor haar een vreemde, zomaar in haar huis laat slapen als de bus niet meer gaat. Ook legt ze snel contacten met nieuwe mensen, zo gaat ze zomaar ’s avonds met Hans een boottochtje maken terwijl ze hem die middag heeft leren kennen.
Verder is Gonnie Storm een vrouw die zich vaak verveeld omdat voor haar de dagen er steeds hetzelfde uitzien, en zij zelf niks kan verzinnen om te doen. Daarom kan zij het ook zo goed vinden met Hans, omdat hij steeds klaar staat met nieuwe ‘plannen’. Misschien ziet zij in hem iets wat zij nu mist zonder man, en daarom wordt de relatie tussen Hans en Gonnie na een tijdje toch beperkter. Gonnie heeft wel een hele goede verhouding met haar dochter Vera. Ze woont samen met haar dochter in de etage boven haar textielwinkel. Met haar buren kan ze het niet zo goed vinden.
Het thema is het volwassen worden. Hans zit in de puberteit en je merkt dat op verschillende manieren. Hij heeft anorexia, iets dat zich vaak in de puberteit ontwikkelt. Maar je merkt het vooral wanneer hij in het vakantiehuisje is. Vera zegt over hem dat hij al eigenlijk een man is, maar dat vind Hans niet echt leuk en probeert dat te ontkennen, want zijn gedachte van een man is dat je verantwoordelijk bent voor van alles en nog wat en dat wil hij niet, maar eigenlijk is hij dat wel. Hij zit met zichzelf in de knoop. Wanneer Hans en mevrouw Storm gaan roeien en Hans op een gegeven moment het water in gaat om een vis te redden uit een fuik, doet hij al zijn kleren uit, behalve zijn onderbroek. Hij wil echter dat mevrouw Storm dit niet ziet en gebied haar de andere kant op de kijken. Wanneer zij even later ook het water in komt, met ontbloot bovenlijf, schrikt hij daar heel erg van en wil liever niet dat ze dicht bij hem in de buurt komt.
Motieven:
De roeiboot
Een motief in het verhaal is de roeiboot van Vera en Gonnie Storm. Hans gaat eerst met Vera varen en later met haar moeder. Zelf is hij zestien jaar en zit op de grens van het kind zijn en volwassen worden. Als hij met Vera vaart, mist hij zijn broertjes heel erg en vraagt hij zich af wat hij aan het doen is. Hij vaart met een kind en een volwassene, en kan nog alle kanten op roeien. De roeiboot staat dus voor het volwassen worden.
Eetziekten
Hans lijdt aan anorexia nervosa. Een reden voor zijn ziekte heeft te maken met het feit dat hij in de oorlog smetvrees heeft opgelopen, en nu dus alles vies vindt. Het is zo erg dat hij in het ziekhuis beland. Hier herstelt hij weer, maar krijgt als gevolg in plaats van anorexia nervosa een vreetziekte. Zijn ziektes bepalen voor een groot deel zijn leven.
Jeugd
Een ander motief is de jeugd van Hans. In veel gevallen wordt Hans herinnerd aan zijn jeugd tijdens de oorlog. Het denkt ook vaak aan het spelen met zijn broertjes. Maar aan de andere kant wil Hans graag zijn jeugd achter zich laten en volwassen worden.
Beoordeling.
Ik vond het een erg ontroerend verhaal. Je ziet hoe zo’n jongen onder zo’n ziekte lijdt. Hoeveel impact die ziekte heeft op die jongen. Voor mij was het trouwens ook wel vernieuwend want je ziet anorexia niet vaak bij jongens.
Het passage wat mij het sterkst aansprak was het passage waarin hij een vreetbui krijgt. Bijna ongeloofwaardig dat hij een vreetbui krijgt.
Ik heb voor deze verwerkingsopdracht het onderwerp ‘vergelijking van leeservaring met een klasgenoot of professionele lezer’ gekozen.
De recensent is W.A.M de Moor.
Uit de recensie heb ik de belangrijkste argumenten gehaald.
Gebeurtenis en reflectie vormen ook een natuurlijke tweespan in het steeds mooier wordende proza van Tom Pauka.
Argument 1 De werkelijkheid desorganiseren om haar intrigerender te maken, om onder meer het manipulatieve karakter van de traditionele tekst aan te tonen gelijk volhoudt, is een functie die tot ‘de taak van de schrijver’ kan worden gerekend. Niet alle schrijvers zien dit als hun taak, evenals Tom Pauka. Gebeurtenissen en reflectie daarop vinden we ogenschijnlijk spontaan en natuurlijk geordend, dit is gebeurt bij Tom Pauka.
Want in ‘De Meidenziekte’ handhaaft Pauka de eigen vorm, onafhankelijk van ironisch-realisme en Revisor. Pauka’s boeken bezitten een spannende intrige omdat de auteur zijn oorspronkelijke kijk op de werkelijkheid in gebeurtenissen van een dezelfde oorspronkelijkheid vertaalt.
De vier boeken van Tom Pauka naast elkaar leggend kun je goed zien wat hem bezig houdt. In ‘De Meidenziekte’ komen twee belangrijke elementen voor die we uit ouder werk herkennen: Een overgevoeligheid voor alles wat de dingen, in het bijzonder voedsel vies maakt en de aandrang zich schuil te houden voor anderen.
Argument 1: In Pauka’s debuut, ‘Een moeilijke eter’, begint de eerste zin met: Ik begon me al bezorgd te maken over de viesheid van bepaalde dingen toen ik acht was. In een ander debuut, ‘Een fijne neus’, laat hij als het ware zien dat het om een levenslang gedoemd zijn gaat: zo’n reukvermogen raak je nooit meer kwijt.
Het zijn prachtige, vermakelijke bladzijden waarin Pauka de vreetpartij in beschrijft.
Ook in het boek ‘De Meidenziekte’ is er weer dat wegkruipen, het is de thematiek die Tom Pauka bezig houdt. Als men de verschillende boeken van Pauka met elkaar in verband legt, dan valt het op dat dit schuilhouden samenhangt met de angst voor of afkeer van een vader.
Argument 3: Daarom is Hans een nestvlieder. Niet om zijn moeder, want hij verlangt herhaaldelijk naar haar. Maar hij moet het buitenshuis vinden.
De auteur laat de ontdekking van Hans in een heel mooi deelverhaal voelbaar worden. Hans doet een belangrijke ontdekking, namelijk dat hij beter in zijn element is wanneer hij verhalen bedenkt dan wanneer hij echt daden verricht.
Wat een aardige, levendig geschreven, emotioneel warme roman is dit, goed van vorm en rijk van inhoud, spannend tot op de laatste bladzijde.
Argument 4: De roman vindt een logisch einde in de ochtendlijke terugkeer van de jongeman naar zijn moeder. Gebeurtenis en reflectie vormen ook een natuurlijke tweespan in het steeds mooier wordende proza van Tom Pauka. Zijn boeken bezitten een spannende intrige omdat de auteur zijn oorspronkelijke kijk op de werkelijkheid in gebeurtenissen van een dezelfde oorspronkelijkheid vertaalt. Het zijn prachtige, vermakelijke bladzijden waarin Tom Pauka de vreetpartij in beschrijft. Ook in het boek De meidenziekte is er weer dat wegkruipen, het is de thematiek die Tom Pauka bezig houdt.
De auteur laat de ontdekking van Hans in een heel mooi deelverhaal voelbaar worden.
De recensent heeft goede en duidelijke argumenten gegeven, ik sluit mij helemaal aan bij het eindoordeel:
‘De Meidenziekte’ is een aardige, levendig geschreven, emotioneel warme roman is dit, goed van vorm en rijk van inhoud, spannend tot op de laatste bladzijde.
De roman vindt een logisch einde in de ochtendlijke terugkeer van de jongeman naar zijn moeder. Gebeurtenis en reflectie vormen ook een natuurlijke tweespan in het steeds mooier wordende proza van Tom Pauka. Zijn boeken bezitten een spannende intrige omdat de auteur zijn oorspronkelijke kijk op de werkelijkheid in gebeurtenissen van een dezelfde oorspronkelijkheid vertaalt. Het zijn prachtige, vermakelijke bladzijden waarin Tom Pauka de vreetpartij in beschrijft. Ook in het boek ‘De Meidenziekte’ is er weer dat wegkruipen, het is de thematiek die Tom Pauka bezig houdt.
De auteur laat de ontdekking van Hans in een heel mooi deelverhaal voelbaar worden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden