Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De macht van mijnheer Miller door Charles den Tex

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
Boekcover De macht van mijnheer Miller
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas aso | 1621 woorden
  • 1 juli 2008
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
18 keer beoordeeld

Boekcover De macht van mijnheer Miller
Shadow
De macht van mijnheer Miller door Charles den Tex
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De macht van mijnheer Miller
Charles den Tex

De titel verwijst naar de macht van het computernetwerk dat door de organisatie waarvoor het hoofdpersonage werkt, is opgericht. Het netwerk kan immers in elke computer inbreken, informatie wijzigen en zo de informatievoorziening manipuleren. Het idee is dus best te vergelijken met ‘Big Brother’. Het gaat hier grotendeels om virtuele macht maar die wordt wel hier en daar omgezet in grof geweld om die macht te beschermen.
Zoals de tagline op de cover (“Man is the information he carries.”) al doet uitschijnen, wordt in het boek duidelijk gemaakt dat informatie alles is. Wie macht heeft over de informatietoevoer, heeft macht over alles. Die macht wordt hier misbruikt in de strijd tussen het Westen en de Islam.


Het verhaal begint bij Michael Bellicher, een adviseur van het consultancykantoor HC&P in Amsterdam. Wanneer Michael zijn broer Kees, die na vijf jaar terugkomt uit Amerika, gaat afhalen op Schiphol, valt hij voor een voorlopig onbekende reden flauw. Thuis duikt Michael gedurende twee dagen in de alcohol en trekt zich niets aan van zijn opdrachten, klanten of zijn baas. Uiteindelijk blijkt dat Kees zich in Amerika heeft laten ombouwen tot Kirsten, een aantrekkelijke vrouw. Wanneer Michael weer op kantoor opdaagt, wordt hij door zijn baas geroepen. Hij weet dat hij binnenkort ontslagen zal worden en verschanst zich ’s nachts in het cafetaria van het kantoorgebouw. ‘s Nachts vindt hij het lijk van een jonge vouw. Het blijkt om een van zijn vrouwelijke collega’s te gaan. Alleen personeelsleden kunnen ’s nachts in het gebouw dus Michael beseft dat het om een intern complot gaat. Door via een goede collega en vriend, Gijs, nog een belangrijke klant binnen te halen, kan hij zijn ontslag nog even uitstellen. Even later ziet hij een zekere Huib Breger op kantoor, wiens stem hij herkent als een van de moordenaars. Vanaf het moment dat zijn baas wordt geïnformeerd over de moord, wordt Michael aangezien als hoofdverdachte. Hij was immers de enige met een geregistreerd pasje die die nacht in het kantoor was. Vanaf dat moment ontstaat er een soort klopjacht. Maar niet alleen de politie zoekt hem, ook de echte moordenaars willen hem uit de weg ruimen. Michael gebruikt de sleutels van I. Radekker om in haar huis te zoeken naar aanwijzingen wie er achter de moord kan zitten en ontdekt op haar computer een link naar een netwerk dat in alle computers kan inbreken en feiten kan wijzigen. Via een zoekmachine komt hij in contact met een naamgenoot van Huib Breger, namelijk de Zuid-Afrikaanse neef van de moordenaar. Via via komt hij ook in contact met een groep ICT’ers die hem helpen met het ontwerpen van een virus dat het netwerk blokkeert. Samen met ‘Huib 2’ en diens familie zoekt hij Huib Breger op bij de Eurotop in Brussel en doeken ze het netwerk voor eens en voor altijd op. Huib Breger bekent de moord, Michael gaat vrijuit en richt samen met Gijs een eigen adviesbureau op.

De gebeurtenissen zijn chronologisch verhaald. In vertelde tijd neemt het verhaal zo’n 36 dagen in beslag, in verteltijd zijn dat 63 hoofdstukken in 408 bladzijden. Een aantal hoofdstukken wordt gepresenteerd als pagina’s van het weblog van de hoofdfiguur, genaamd ‘Bellilog’. Andere hoofdstukken zijn dan weer getiteld met een cryptische aanduiding die je al warm maken om voort te lezen. Bijvoorbeeld: “Nee, dit is Kees,” “Nog steeds Gijs”, “Virussen in een gunstig klimaat”. Charles den Tex maakt het je heel gemakkelijk om je in te leven in de zakelijke leefwereld van de adviseurs. Hij kan dit zo geloofwaardig voorstellen omdat hij zelf, buiten zijn werk als schrijver, ook adviseur is.
Af en toe wordt er versneld, meestal dan wanneer er wordt overgegaan op een volgend hoofdstuk. Zo eindigt hoofdstuk 21met Michael die samen met Gijs het netwerk bekijkt en begint hoofdstuk 22 meteen met Michael die vroeg in de morgen wakker schrikt. Vertragingen daarentegen komen door heel het verhaal voor. Dat komt doordat we mee de gedachtegang van het hoofdpersonage volgen.
Flashbacks of flashforwards zijn er niet echt maar wel terug- en vooruitwijzingen. Vb: “Het einde van mijn leven landde vier weken geleden op Schiphol.” en “Ze reizen. Zodra ze de kans krijgen, zijn ze weg. Nu zitten ze in New York. Volgende week in San Fransisco.”

Het verhaal begint in medias res. De eerste zin bestaat zelfs maar uit twee woorden: “Kees vandaag.” Het eerste hoofdstuk is een bericht op zijn weblog, dat hij doorgaans als dagboek gebruikt. Het lijkt alsof het meer een bericht aan zichzelf is dan om duidelijk te maken wat er gebeurt of gebeurd is. De lezer weet dus nog niet waarom het hoofdpersonage (zijn naam is nog niet bekend) zich zo emotioneel gedraagt. Ook het laatste hoofdstuk is een weblogbericht en bestaat uit maar één zin: “Ik ben er weer.” Het is een gesloten einde want alle vragen die Michael Bellicher gedurende het verhaal had opgeroepen, zijn opgelost, hebben geleid tot een ‘happy ending’ waarbij ook een beknopte uitleg wordt gegeven over hoe het verhaal zich zou voortzetten. Dat Gijs en Michael samen een eigen bedrijf opstarten bijvoorbeeld.

Wat de sociale klasse betreft, speelt het verhaal zich af in de hectische bedrijfswereld waar enorme hoeveelheden geld, drank en dure kleding de norm zijn. “Mannen en vrouwen die elkaar op elk denkbaar vlak beconcurreren: status, positie, relatie, macht of bezit.”
Een voorbeeld van symboliek is: “De Deurloosstraat was nog maar gedeeltelijk wakker.” Die zin verwijst naar het feit dat hij steeds meer moeite moet doen om een uitweg te vinden. Een andere verklaring kan zijn dat ‘de Deurloosstraat’ verwijst naar het feit dat hij bij niemand echt terecht kan omdat bijna iedereen bij wie hij hulp zoekt, tot hetzelfde lot als dat van hem wordt veroordeeld.

Er is over het algemeen een versterkende sfeerschepping. Zo speelt het verhaal zich vooral af in de binnenstad van Amsterdam en in Dordrecht, in een wijk, met een doolhof van straatjes. Bellicher raakt verstrikt in een virtueel netwerk maar vindt ook in het echte leven geen uitwegen meer.
Het aspect dat de meeste spanning opbouwt is de constante vlucht van het hoofdpersonage. Hij wordt overal opgejaagd. Bellicher ontsnapt zo vaak nauwelijks aan de dood dat je je begint af te vragen of hij dat wel volhoudt.

Het thema is volgens mij ‘informatie’, want daar draait alles in het verhaal rond. Dat thema kan eventueel worden uitgebreid naar informatica als informatiekanaal. Een bijkomend thema kan ‘macht’ zijn omdat controle over die informatie tot ultieme macht leidt en het is dat dat in het verhaal wordt nagestreefd door de radicale christenen van het ‘Miller-netwerk’.

Het idee van den Tex was volgens mij een waarschuwing voor de gevaren van het internet en haar mogelijkheden. Het hoofdpersonage en ook wij leven in het computertijdperk waarin nog lang niet alles is ontdekt. Technologie neemt een steeds belangrijker plaats in in ons leven. De mogelijkheden die internet en de moderne technologieën bieden, zijn oneindig. Veel van die mogelijkheden zijn dan ook nog niet benut. Misschien is dat zelfs nog niet zo slecht als je bedenkt waar te veel macht over de informatiekanalen toe kan leiden, nl. ‘informaticacriminaliteit’.
Het motief is hoofdzakelijk statisch, maar ook min of meer literair-historisch want het bevat een aantal elementen die heel vaak in actiethrillers voorkomen, zoals bijvoorbeeld: het ten onrechte beschuldigd zijn, een moord op een persoon die iets ontdekt heeft of het op de vlucht zijn voor een grote organisatie of andere grootmacht.
Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-standpunt waarbij Michael Bellicher de belevende ik-verteller is. Hij doet dit in de onvoltooid verleden tijd.
Michael Bellicher, het hoofdpersonage, is geen held. Hij is een adviseur die soms aan paniekaanvallen lijdt en verslaafd is aan ‘Labello’. Als kantoorman weet hij echter verbazend vaak uit levensbedreigende situaties te ontsnappen. Hoewel Bellicher zijn beroep even toelicht, is hij een impliciet personage. Je leert hem als het ware kennen naarmate het verhaal vordert. Toch is hij eerder ongenuanceerd omdat je alleen maar tot de oppervlakte van zijn persoonlijkheid kunt reiken. Bellicher is wel een dynamisch personage omdat hij als alledaagse adviseur evolueert naar iemand die de wereld behoedt van een virtuele machtsgreep.

Den Tex gebruikt voornamelijk elliptische zinnen maar die zinnen bevatten toch altijd de kern van wat hij wil zeggen. Vb.: “Koffie.” Hij gebruikt hiervoor alledaagse taal met hier en daar een woord uit het Hollands dialect.
Charles den Tex kan op zo’n manier schrijven dat de lezer bij elke zin reflecteert. Zo stelt het hoofdpersonage zichzelf vragen die de lezer automatisch ook voor zichzelf even probeert te beantwoorden. Veel van die vragen zijn licht filosofisch getint, zoals bijvoorbeeld wanneer Michael worstelt met het feit dat zijn broer zich heeft omgebouwd: “Als alle onderdelen zijn vervangen, is het dan nog wat het was?” of “Zou je een ander mens kunnen doden? Hoe vaak heb je die vraag al gehoord? En hoe vaak heb je niet al glazig theoretisch hypothetisch geantwoord?”
Hij heeft ook een uitzonderlijk talent voor veelzeggende zinvorming. Daarmee bedoel ik dat den Tex zijn zinnen zo kan opstellen dat hij met een vrij eenvoudige woordenschat en weinig woorden toch veel kan zeggen. Hij gebruikt vaak ook beeldende zinnen die exact weergeven hoe je het je moet voorstellen, alsof den Tex het filmscript al in zijn hoofd had.
Het verhaal is geschreven in een zakelijke stijl. Dat is te merken aan de ellipsen die den Tex geregeld gebruikt. Vb.: “Daglicht om haar heen.”.

Persoonlijk vond ik het een heel aangenaam boek om te lezen. Het is alsof je mee in het avontuur zit, alsof je het verhaal zelf beleeft. Dat is deels ook te wijten aan het ik-vertelperspectief. Ook voor mensen die niet geïnteresseerd zijn in informatica, is dit boek best te smaken.

REACTIES

K.

K.

dit is echt een fantastisch verslag wowie die wowie gped gedaan joh!

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De macht van mijnheer Miller door Charles den Tex"