De loteling door Hendrik Conscience

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover De loteling
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3711 woorden
  • 19 juni 2007
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
16 keer beoordeeld

Boekcover De loteling
Shadow
De loteling door Hendrik Conscience
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Omschrijving Hendrik Conscience, De Loteling, Brugge 1974 (tweede druk) (eerste druk: 1850) Motivatie Ik moest een boek uit een bepaalde tijd lezen, daarom keek ik achter in het Laagland Informatieboek. Daar staan namelijk titels van verschillende boeken. Ik heb daar alle boeken weggestreept die in toneelvorm zijn geschreven, omdat ik dat niet fijn vindt lezen. En ik heb de poëzie ook weggestreept. Daarna heb ik uitgezocht welke boeken heel bekend zijn, die wil ik namelijk niet lezen, omdat iedereen die leest. Toen heb ik samenvattingen gezocht bij de titels die mij wel leuk leken, om te kijken waarover het gaat. Uiteindelijk heb ik dit boek gekozen, omdat mij de inhoud wel leuk leek. Samenvatting Het gaat over twee gezinnen, die in eenvoud naast elkaar leven en alles met elkaar delen. Het ene gezin bestaat uit een weduwe en haar dochter Katrien, het andere uit grootvader, zijn dochter en haar twee zoons, Pauwke en Jan. Hun leven gaat zijn gangetje tot op de dag van de militaire loting. Jan moet ook meedoen en hij wordt uitgelood. Ze hebben nog een jaar voordat Jan zal vertrekken. Op de dag van zijn vertrek, wordt het duidelijk dat Jan en Katrien meer voor elkaar voelen dan alleen vriendschap. Het leven op de boerderijen gaat door en af en toe wordt er bericht ontvangen van Jan. Op een dag ontvangen ze een brief van Jan. Hierin staat dat hij blind is geworden maar dat hij inmiddels weer aan het genezen is en dat hij binnenkort waarschijnlijk weer kan zien. Er zit ook nog een brief bij die alleen voor Katrien is. In deze brief staat dat Jan waarschijnlijk nooit meer zal kunnen zien en dat Katrien niet meer op hem hoeft te wachten maar weer gewoon met andere jongens moet omgaan. Verder staat er ook nog in dat Jan dit (zijn blindheid) alleen aan haar heeft verteld omdat de anderen het waarschijnlijk zouden besterven van verdriet als ze het wisten. Katrien denkt er echter niet over om Jan maar te laten voor wat hij is, ze gaat hem opzoeken in Venlo, waar hij met z’n leger gelegen is. Hier aangekomen herkent ze een jongen uit haar dorp, die korporaal is geworden. Deze laat haar uit medelijden binnen in de ziekenzaal, terwijl Jan eigenlijk geen bezoek mag hebben. Ze praat even met Jan maar als vervolgens de sergeant merkt dat Jan bezoek heeft stuurt hij Katrien weg. Overmand door verdriet komt ze buiten de vrouw van de officier tegen, die zich over haar ontfermd en dankzij haar man, mag Katrien Jan mee naar huis nemen. Op deze terugtocht vertelt Jan aan Katrien dat zij hem toch moet verlaten, omdat ze haar leven niet moet verspillen aan een blinde. Katrien wil hier echter nog steeds niets van weten. Als ze gaan slapen droomt Katrien dat Jan genezen wordt van z’n blindheid. Als ze de volgende dag, na een tijdje even uitrusten bij een beekje en Katrien de ogen van Jan wast. Denkt Jan met zijn linkeroog Katrien te zien als een schaduw. Jan is dus nog niet helemaal blind. De vreugde over dit nieuws duurt niet lang, want de tocht is heel zwaar. Als ze bijna thuis zijn stort Jan in. Katrien denkt dat ze hem nu kwijt is, maar dan komt de hulp van een oude leger-dokter. Hij heeft erg veel sympathie voor het meisje en wil Jan graag helpen. Jans linkeroog is inderdaad niet helemaal uitgezworen en de dokter weet het te genezen. Jaren later bidden Katrien en Jan, die getrouwd zijn en nu drie kinderen hebben, en de rest van de families nog elke dag voor de dokter die Jan het gezicht weer schonk.
Eerste persoonlijke reactie Ik vind het een eenvoudig verhaal en het is makkelijk verteld. Ik vind het verhaal niet boeiend, dat komt ook doordat het verhaal vrij oppervlakkig is verteld, niet uitgediept. Ik vind het boek wel redelijk leerzaam. Het boek geeft een vrij goed beeld van de situatie van toen. De eenvoud en het belang van God. In het boek blijkt dat rond 1850 andere dingen belangrijk waren in het dagelijks leven als nu. Uitgewerkte persoonlijke reactie Onderwerp Voordat ik het boek ging lezen had ik niet echt bepaalde verwachtingen over het onderwerp. Ik had wel verwachtingen over het taalgebruik, maar daarover later meer. Ik had namelijk geen idee wat ik kon verwachten van een oud boek met dit onderwerp. Ik verwachtte wel dat het anders zou zijn dan een boek van tegenwoordig met hetzelfde onderwerp, maar ik wist niet hoe anders. Ik vind het onderwerp niet boeiend, dat komt doordat het erg oppervlakkig is weergegeven. Dat het onderwerp oppervlakkig is weergegeven vind ik aan de ene kant niet leuk, want daardoor wordt het verhaal daardoor niet boeiend. Maar aan de andere kant is het boek daardoor zeer eenvoudig en daardoor kan iedereen het begrijpen. In de tijd van de Romantiek, waar dit boek onder valt, moest de literatuur de lezers wat leren. Dus iedereen moest het makkelijk kunnen begrijpen en daardoor wat leren uit het boek. Gebeurtenissen De gebeurtenissen spelen de belangrijkste rol, niet de gevoelens en/of de gedachten van de personages. In het boek worden nauwelijks gedachten en/of gevoelens van de personages beschreven. De gebeurtenissen spelen de belangrijkste rol, niet de gedachten en/of de gevoelens van de personages. Boeken waar de gebeurtenissen de belangrijkste rol spelen, of boeken waarin gedachten en gebeurtenissen een gelijke rol hebben, vind ik fijn om te lezen. Ik vind een boek waarin de gedachten en gevoelens van personages de belangrijkste rol spelen niet leuk om te lezen. De gebeurtenis die ik het belangrijkst vind is wanneer Katrien de brief van Jan ontvangt. In die brief staat dat hij blind is geworden, en waarschijnlijk niet meer zal genezen. En dat zij de enige is aan wie hij dat verteld. Ook zegt Jan in die brief dat Katrien niet meer op hem hoeft te wachten. Blz. 51
Ze rukte met bevende hand haar borstdoek los en haalde de brief te voorschijn. Ze scheurde hem open en spelde luidop hetgeen nu volgt. Meer dan eens sprongen haar daarbij tranen in de ogen en voelde ze alle kracht uit zich wegvloeien. ‘Deze brief heeft Karel ook geschreven. Maar ik heb hem woord voor woord gezegd wat hij erin moest zetten. Katrien, Ik heb het aan mijn moeder niet durven schrijven, omdat het te verschrikkelijk is. Ik ben blind. Katrien, levenslang blind! (…) Ik heb dit alleen aan jou geschreven, Katrien, (…)’ Nauwelijks had het meisje met tot het uiterste gespannen zenuwen het laatste woord van deze brief gelezen, of ze werd lijkbleek. Haar armen vielen slap langs het lichaam, haar ogen sloten zich en haar hoofd zonk langzaam naar achter weg op de kruiwagen. De gebeurtenissen vloeien logisch uit elkaar, ze zijn zeer samenhangend. De gebeurtenissen worden chronologisch verteld, dat zorgt vooral ervoor dat de gebeurtenissen samenhangend zijn. Aan het begin van hoofdstuk acht snapte ik eerst niet wat de tekst daar met het verhaal te maken had. Later kwam ik er achter hoe het zat. Ik vind het wel leuk dat het laatste hoofdstuk anders is dan de andere hoofdstukken. Het laatste hoofdstuk is echt een afsluitend hoofdstuk, dat vind ik wel leuk. Blz. 138
De hoevebewoners staakten echter hun gebed nog niet. Ik had alle tijd om ongemerkt elk van hen op te nemen met die aandacht die elk mens met wat meer belangstelling en vooral elk schrijver eigen is. Er was een grootvader, die wel negentig jaar of nog ouder moest zijn, want zijn hoofd en handen bibberden voortdurend, alsof hij koorts had. Naast hem zaten twee ook reeds bejaarde vrouwen. Iets verder een struise man, wiens ene levensloze oog als een witte bol onder de zwarte wenkbrauw draaide, terwijl zijn andere oog fonkelde van levenslust. Aan zijn zijde zat een frisse vrouw met een kind op schoot en nog een jongetje en een meisje van zeven of acht jaar bij zich. Helemaal aan het eind van de tafel bevond zich een knappe jongeman met een hoogrood gezicht en vriendelijke ogen. De gebeurtenissen worden niet heel uitvoerig verteld. De droom die Katrien had, waarin Jezus Jan genas, wordt wel uitvoerig beschreven. Blijkbaar is die droom vrij belangrijk voor het verhaal, anders had de schrijver het niet zo uitgebreid beschreven. Maar ik vond het te uitvoerig beschreven vergeleken met de andere gebeurtenissen. Ik vond die droom niet zo belangrijk. Blz. 102

Ja, jij kwam er ook in voor, Jan. Dat spreekt vanzelf. Och, het is zo vreemd. Luister maar liever. – De pachtersvrouw, de goede mens – God zal het haar lonen – had me een klein kamertje gegeven om te slapen. Toen ik nu alleen was, ging ik op mijn knieën zitten bidden voor het Mariabeeldje dat daar op de schoorsteen stond. Ik weet niet hoelang ik daarop mijn knieën heb gezeten heb. Maar toen ik opstond, draaide mijn hoofd en was ik duizelig. Zo leek het mij tenminste. De maan was intussen opgegaan en ze scheen zo helder door het raampje dat mijn kamer er overal blauw uitzag en heel vreemd. Ik hield mijn voorhoofd tegen de ruit, om mijn hersens wat af te koelen en ben toen half aangekleed op bed gaan liggen om de volgende dag vroeg gereed te zijn. Maar ik kon niet slapen. Want de maan scheen recht in mijn ogen en ik moest er steeds naar kijken. Opeens kreeg de maan een mond en heel mooie blauwe ogen, en ze begon te blozen als een appel. (...) Personages Een aantal karaktereigenschappen van de hoofdpersonen komen naar voren. De goede eigenschappen, verder leer je de personages niet kennen. De slechte eigenschappen kom je niet te weten. Van Jan, een van de twee hoofdpersonen, kom je te weten dat hij een edelmoedig persoon is, die heel veel van Katrien houdt en niks anders dan het beste voor haar wilt. Blz. 96 ‘Ach, Katrien, je begrijpt me best,’ antwoordde de soldaat. ‘Jij wilt je jonge leven voor mij opgeven. Mag ik dat vragen, dat jij je hele leven gaat bederven, alleen maar voor mij? Het idee alleen al, dat je dat zou willen doen, maakt me ziek. Jij hebt liever dat ik blij ben? Wel, beloof me dan dat je niets meer voor me zult zijn dan een zuster, dat je net zoals vroeger naar de kermis zult gaan en even lief zult zijn voor andere jongens. Katrien, de andere hoofdpersoon, is eenvoudig, maar erg oprecht en trouw en heeft heel veel doorzettingsvermogen. Blz. 98 ‘Ik jou verlaten? Met andere jongens gaan dansen, terwijl jij in het hoekje bij de haard zit te treuren en aan mij denkt? Ik weet het niet, Jan, maar hoe durf je dat te denken? Als ik alleen de goede karaktereigenschappen van een personage kom te weten, dan leer ik de personages niet goed kennen. Maar bij dit boek vond ik dat niet zo’n probleem, want het draaide voornamelijk om de gebeurtenissen. Doordat ik de personages niet goed leerde kennen, kon ik met ook niet verplaatsen in de personages. Ik kan me niet vaak verplaatsen in personages in een boek, maar ik vind het niet erg. Ook doordat er nauwelijks gedachten van de personages waren gegeven kon ik met niet inleven. Het niet inleven in de personages vind ik geen probleem. Ik vind de hoofdpersoon Katrien sympathiek. Dat komt ook doordat alleen haar goede eigenschappen in het verhaal naar voren komen. Vooral doordat zij zo trouw is aan Jan vind ik haar sympathiek. Eigenlijk zijn alle personages is het boek sympathiek, behalve de sergeant die Katrien wegstuurt en een schermmeester. personages worden zeer aangenaam afgeschilderd, behalve de sergeant en de schermmeester, doordat geen slechte eigenschappen naar voren komen, behalve bij de sergeant en de schermmeester. Blz. 65 Schermmeester
Op slag veranderde de herberg in een wild toneel dat akelig was om aan te zien. Nauwelijks bekomen van zijn duizeling, greep de schermmeester een glas bier en wilde het meisje daarmee op het hoofd slaan. Maar de jonge Kempenaar, veel sterker gebouwd, had hem even snel bij de keel gegrepen en de pint uit zijn hand geslagen. Blz. 75 Sergeant
Bevend kwam ze voor de sergeant staan en smeekte: ‘Ach, alstublieft, meneer, nog een half uurtje! Ik zal zeven onzevaders voor u bidden en …’ ‘Geen minuut meer!’ snauwde de sergeant, ‘het is uit met de pret!’ ‘Maar godlievemenstoch!’ snikte de bedroefde Katrien. ‘Ik kom van de andere kant van het land om onze arme Jan wat te troosten, en u zou me nu wegjagen? Ik heb hem haast nog niets gezegd!’ ‘Ga je of niet?’ schreeuwde de sergeant, dreigend met ruwe woorden die het meisje deden sidderen. Ik vind de personages uit dit boek niet levensecht. Dat komt doordat ze alleen maar goede eigenschappen hebben. Er bestaan geen mensen die geen slechte eigenschappen hebben. Ik houd niet zo van boeken waarin de personages niet levensecht en herkenbaar zijn. Bij dit boek kan ik het wel begrijpen waarom alleen goede eigenschappen naar voren komen. Want dit boek is in de tijd van de Romantiek geschreven en in de tijd van de Romantiek moest de literatuur de lezers wat leren. En dus werden de personages geïdealiseerd, in de hoop dat de lezers zich gingen gedragen als de personages. Maar ik ga me niet gedragen als een van de personages in dit boek. Opbouw Het boek is erg makkelijk opgebouwd. Het verhaal wordt chronologisch verteld en er is dus geen sprake van verwijzingen naar het verleden of naar de toekomst. De eerste zeven hoofdstukken wordt het verhaal verteld, op een chronologische manier. En in het achtste hoofdstuk komt er een ‘ik’-persoon, de schrijver. Die vertelt dat hij bij de twee families komt en vertelt hun situatie na een aantal jaren nadat alles is gebeurd. Blz. 139
Wat ik u in deze geschiedenis verhaald heb, beste lezer, vernam ik die avond in de eenzame hoeve, die vroeger uit twee lemen hutten bestond, doch nu een fraaie boerderij met vier koeien en twee paarden is geworden. Ik vind het verhaal niet spannend. Dat komt doordat het niet is uitgediept en doordat ik het onderwerp helemaal niet spannend vind. Aan het eind van het boek blijf je niet met vragen zitten. Dat komt doordat in het achtste hoofdstuk wordt verteld hoe het de hoofdpersonen is na een aantal jaren. Ik vind het goed dat het achtste hoofdstuk zo is, dan is het verhaal helemaal af. Ik houd er niet van als het verhaal maar half af is, en dat ik dus met vragen blijf zitten terwijl het boek uit is. Blz. 139
Elke avond bidt heel het gezin voor de oude dokter. Want door hem heeft Jan Braems het gezicht teruggekregen en door zijn edelmoedige bescherming zijn de lemen hutten tot een welvarende pachthoeve herschapen. Het verhaal wordt verteld door een algemene verteller. Er worden nauwelijks gedachten van personages gegeven. De verteller geeft ook geen commentaar. Daardoor komt het verhaal vertrouwelijk over. De verteller vertelt de dialogen en wat er gebeurt en hoe het eruit ziet. Blz. 90

Zo stil mogelijk kroop het meisje uiterst zachtjes tussen de struiken en sneed met een mes twee elzentakken uit het hout. Ze trad tot voor de slapende soldaat en naar de zon kijkend alsof ze een plan berekende, stak ze beide stokken naar hem in de grond. Daarop knoopte ze het lint los dat om haar gordel gebonden was en hing haar schort als een breed scherm voor het gezicht van de soldaat, waarna ze zich weer met een uitdrukking van tevredenheid naast hem nestelde. Taalgebruik Ik vind het taalgebruik dat is gebruikt helemaal niet moeilijk tot mijn verbazing. Voordat ik het boek ging lezen verwachtte ik dat het taalgebruik vrij lastig zou zijn, omdat het zo’n oud boek is. Maar het taalgebruik was helemaal niet zo lastig als ik had gedacht. Het taalgebruik was wel net anders dat wat wij nu gebruiken, maar het was helemaal niet lastig om te begrijpen. Er is een goede verhouding tussen beschrijvingen en dialoog. Is nooit sprake van een indirect dialoog. Soms bevat het boek een vrij uitgebreide beschrijving van de natuur. Blz. 13
De prille lentezon straalde in volle luister aan de blauwe hemel. Het majestueuze gelaat van een god als het ware, die al het geschapene beminnelijk toeroept: Kop op! De winter is voorbij! Begin een nieuw leven! Wees vrolijk! – Zo mild viel het jonge zonnelicht over heide en velden, waar de natte grond, onder de stralende gloed gistend neveldampen uitademde. Pas enkele planten hadden de oproep gehoord. Langs de akkerranden bewoog alleen het sneeuwklokje zijn zilveren sterretjes. (…) Blz. 136
Weldra echter beginnen de wolken dan zwoegend door elkaar te drijven. Wat urenlang ginds in stilte bleef aanhangen, komt nu in wilde vaart aangestormd. De orkaan loeit en buldert, als door machtige slagen voortgezweept. Uit de dennenbossen stijgt een geheimzinnig gehuil op, van pijn. Wolken zand en bladeren warrelen als draaikolken in de hoogte. Bomen knakken of worden ontworteld. En dan pas komt de donder met zijn machtige geluid alles overstemmen. De bliksem schiet zijn vlammende schichten door de ruimten. De heide schijnt in lichterlaaie. Vurige slangen kronkelen in haar schoot. Stromen water storten op de aarde neer. Het geloei van de orkaan sterft weg in het eentonige, trieste gekletter van de regen… Een kenmerk van de Romantiek is dat (beschrijvingen van) de natuur veel bijdroegen aan het opwekken van het gevoel. . Het taalgebruik was dus wel anders dan het taalgebruik dat ik dagelijks tegenkom, maar het gaf geen problemen. Blz. 56
Haar hart juicht van blijdschap en klopt vol ongeduld. Als ze vleugels had, vloog ze nu pijlsnel naar die torens daar, van het dak waarvan de zon als door een spiegel weerkaatst wordt. Het meisje ijlde zo steeds sneller voort, totdat zij de verschansingen van de stad Venlo voor zich zag. Plaats in de literatuurgeschiedenis Het boek is rond 1850 geschreven. In die tijd was er sprake van Romantiek in Nederland. Er was ook sprake van gegoede burgerij; deugd en godsvrucht. Dit komt heel veel voor in het boek, God wordt voor alles bedankt en er wordt veel gebeden. De deugd was dat Jan deed wat hij moest doen, hoeveel verdriet het hem ook deed. Eerst was dat met het leger mee gaan, daarna was het door tegen Katrien te zeggen dat ze maar met een ander moest trouwen, omdat hij haar niks meer te bieden had. Kenmerken van de romantiek waren, dat de natuur uitvoerig beschreven werd en ook weer de religie. Een ander kenmerk van de Romantiek is de verbeelding en droom. Ook worden de personages geïdealiseerd, er worden geen slechte eigenschappen genoemd. Katrien hoopt op betere dagen en houdt zich vast aan haar geloof. Ze zoekt troost in haar religie, dit is een voorbeeld van Weltschmerz in de Romantiek. Droom:blz. 120
Bidden: blz. 139 en 27 ‘Jan, jongen, zul je nooit vergeten wat ik je gezegd heb? Houd altijd God voor ogen en verzuim nooit te bidden voordat je gaat slapen. Zolang je dat doet, zal je hart zuiver blijven. Maar als je ooit eens mocht vergeten, denk dan de volgende dag aan mij, je moeder. En het zal weer in orde komen. Want wie aan God en zijn moeder blijft denken, die wordt beschermd, jongen.’ Deugd: blz. 28 ‘Jan, je zult je plicht doen, niet? Zonder tegenzin en van harte. Doen wat er gecommandeerd wordt, en maar denken: het zijn mijn meerderen. Oppassend zijn en dienstvaardig voor iedereen. Je goede wil laten zien en gehoorzamen, dan zul je met iedereen over de baan kunnen, hoog of laag.’ God: blz. 120 en 139

Geve God de weldoener en deze dankbare mensen een lang en gelukkig leven hier op aarde! Natuur: blz. 31 en 136
Dit boek behoort dus tot de Romantiek. Het boek behoort dus duidelijk tot de stroming Romantiek. In Romantiek zijn er verschillende genres: luimige poëzie, dominee-dichten, Piet Paaltsjens-achtige poëzie en de historische roman. Dit boek behoort duidelijk niet tot de eerste drie. Maar het behoort ook niet tot de historische roman, omdat er geen verbanden zijn tussen het boek en gebeurtenissen uit de historie. Secundaire literatuur Hendrik Conscience werd geboren te Antwerpen op 3 december 1812 uit een Franse vader en een Vlaamse moeder (afkomstig uit Brecht). Zijn vader was scheepstimmerman. Als kind was hij dikwijls ziek zodat hij slechts af en toe naar school ging. Door zelfstudie werkte hij zich op en werd hulponderwijzer. In 1830 nam hij dienst in het Belgisch leger. Hij kon de hardheid van het legerleven niet aan en werd gedegradeerd. Na zijn demobilisatie in 1836 begon hij te schrijven, eerst in het Frans, daarna in het Nederlands. Hij ging werken als klerk bij het provinciebestuur maar hij nam ontslag om zich helemaal aan het schrijven te wijden. Wegens politieke moeilijkheden dook hij enige tijd onder. In een romantisch historisch proza ontpopte hij zich als flamingant (1). Zijn epos "De Leeuw van Vlaanderen" zou generaties lang bijdragen tot de Vlaamse bewustwording. In 1841 huwde hij met Maria Peinen. Ondertussen deed hij het kalmer aan en was hij griffier geworden bij de Academie voor schone kunsten te Antwerpen. Hij evolueerde naar een minder radicaal katholiek realisme hoewel hij flamingant* bleef. Hij schreef nu maatschappelijke zedenromans zoals "Siska van Roosemael". Vanaf 1850 begon hij dorps- of landelijke romans te schrijven zoals "De Loteling" en "De arme edelman". In 1856 werd hij benoemd tot arrondissementscommissaris te Kortrijk. In zijn Kortrijkse periode verburgerlijkte zijn litterair werk. Uit die periode dateert o.a. "Bella Stock". In 1869 tenslotte werd hij beheerder van het Wiertzmuseum te Brussel. Hoewel het in zijn privé-leven minder goed ging - zijn twee zonen overleden - betekende dit op letterkundig vlak een herleving met o.a. "De kerels van Vlaanderen". Voor hem werd in Antwerpen een standbeeld onthuld in augustus 1883. Een maand later, op 10 september 1883, overleed "de man die zijn volk leerde lezen" te Elsene. "De Leeuw van Vlaanderen" en "De loteling" werden verfilmd in 1985 en 1973. * flamingant = voorstander van de Vlaamse beweging
Een selectie uit zijn werk: In 't wonderjaer (1837) De leeuw van Vlaanderen (1838) Wat eene moeder lijden kan (1843) Siska van Roosemael (1844) Geschiedenis van België (1845) Jacob Artevelde (1849) De Loteling (1850) Baas Gansendonck (1850) Blinde Rosa (1851) De arme edelman (1851) De boerenkrijg (1853) De omwenteling van 1830 (1858) Bella Stock (1861) Moederliefde (1862) Het Goudland (1862) De koopman van Antwerpen (1863) Bavo en Lieveken (1865) De kerels van Vlaanderen (1870) De oom van Felix Roobeek (1877) De schat van Felix Roobeek (1878) Geld en Adel (1882) - http://users.pandora.be/louis.jacobs/Conscience.htm - http://kevindevis.tripod.com/loteling/hendrik.htm

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De loteling door Hendrik Conscience"