De leraar door Bart Koubaa

Beoordeling 7.4
Foto van Cees
Boekcover De leraar
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 4871 woorden
  • 11 mei 2009
  • 134 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
134 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Bart Koubaa
Genre
Psychologische roman
Thriller & Detective
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2009
Pagina's
283
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Beroepsproblemen,
Moord,
School- en Studentenleven

Boekcover De leraar
Shadow
De leraar door Bart Koubaa
Shadow
Feitelijke gegevens over het boek

Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum 1e druk: april 2009
Aantal bladzijden: 283
Uitgegeven door: Querido te Amsterdam

Beschrijving van de cover

Het gezicht van een oude grijze man met kleine stoppelbaard staat op de kaft van het boek: zijn lege ogen staren je aan. Het lijkt een leraar van een bepaalde leeftijd te zijn, maar het is geen leraar. Het is een afbeelding van Albert Fish, een Amerikaanse seriemoordenaar die in 1936 werd terechtgesteld. Dat verhaalelement wordt aan het einde van de roman verklaard.

Opdracht

Er is geen opdracht.

Genreaanduiding van het boek

De leraar is een psychologische roman over een Vlaamse leraar die wraak neemt op een van zijn leerlingen.

De flaptekst

De Kraai is leraar Nederlands op een school voor beroepsonderwijs. Binnen een paar jaar zal hij van zijn welverdiende rust kunnen genieten. Als hij echter het slachtoffer wordt van een uit de hand gelopen grap, slaan bij hem de stoppen door – of is het zijn ware aard die naar boven komt? Met De Leraar schreef Bart Koubaa een verontrustende en spannende roman die de westerse moraal onderuithaalt, een Bint van de eenentwintigste eeuw. Wat begint als een zelfportret van een uitgebluste en verzuurde docent eindigt met een bikkelharde confrontatie die de lezer verdwaasd achterlaat.

Structuur en/of verhaalopbouw

Het verhaal wordt beschreven in 120 korte hoofdstukken. Hoofdstuk 119 is slechts 1 zin en hoofdstuk 120 is alleen een notenbalk. In deze hoofdstukken vertelt leraar De Kraai (bijnaam) over een incident op school en de gevolgen die daaruit voortvloeien. Hij doet dat afwisselend in de o.t.t. en in de o.v.t. Hij spuwt in het verhaal o.a. zijn gal over de ontwikkelingen in het onderwijs. Impliciet zit er in het verhaal het motief van een incident dat op school heeft plaatsgevonden. Dat wordt pas aan het einde van het verhaal van De Kraai meegedeeld. Daarna vlucht hij naar Amerika. Ook daar gebeurt iets verschrikkelijks.

Dan neemt een auctoriale vertelinstantie de pen over. In een aaneenschakeling van krantenberichten wordt uitgeweid over het kannibalisme dat het thema van de roman is. Er wordt een relatie gelegd tussen de moordzaken van de Kraai en die van de Amerikaanse misdadiger Albert Fish.
Door de korte hoofdstukken (1-120) krijgt de roman een heel strak tempo.
Er zijn enkele heel korte hoofdstukjes waarin in cursief gedrukte woorden de komst van “De Kraai”wordt aangegeven. Later blijkt dat die hoofdstukjes te maken hebben met het “voorval”dat als een rode draad door de vertelling loopt.
Bij het vertellen van de roman maakt Koubaa veel gebruik van vooruitwijzingen die later een invulling krijgen. Die worden heel subtiel in de tekst vermeld en het zijn aanwijzingen die de lezer aan het denken moeten zetten wat er met “de leerling”en “het voorval”bedoeld kan worden.
Enkele voorbeelden:
- De vele vooruitwijzingen naar het “ voorval” {het incident dat blijkbaar op school is gebeurd ): het voorval zelf wordt op pas op blz. 234 en 235 ingelost
- Een heel subtiele verwijzing naar de manier waarop wraak zal worden genomen staat op blz. 91 : “ Mijn wang kunnen ze vergeten en mijn vuist zullen ze niet in hun gezicht krijgen, ik ga subtieler te werk: naast het verplichte Nederlands had ik destijds chemie als bijvak. Deze vooruitwijzing wijst naar de manier waarop hij uiteindelijk met zijn leerling omgaat: hij spuit hem in een winterslaap.
- In ho 13 wordt verwezen naar een verhaal over een Japanner die 24 dagen heeft overleefd door in een winterslaap te vallen. Wanneer hij wakker wordt, herinnert hij zich ….. Dat element van winterslaap speelt door de gehele roman een rol. Zo laat De Kraai er een taaloefening mee maken door zijn leerlingen en uiteindelijk brengt hij ook de leerling Mustafa S. in de winterslaap.
Gebruikt perspectief

Er is in de eerste 120 hoofdstukken sprake van de ikverteller De Kraai, een leraar Nederlands van 55 jaar in het Vlaamse beroepsonderwijs. Hij vertelt afwisselend in de o.t.t. en in de o.v.t.

Na zijn verhaal wordt de afloop van de geschiedenis verhaald in een krantenbericht over de zaak. Dat geeft de zaak een officieel karakter. Er is dan eigenlijk sprake van een alwetende verteller.
De tijd van het verhaal

Het verhaal-Nu speelt zich af in de 21e eeuw. Met tekstgegevens kun je bepalen wanneer de roman speelt. De Kraai zegt dat zijn vader hem verlaten had toen hij zes jaar oud was. Dat was op de dag dat de Russen hun Spoetnik II- raket hadden gelanceerd. Dat blijkt in november 1957 te zijn geweest. Dat houdt in dat de Kraai in 1951 geboren is. In de roman wordt hij 55 jaar. Dat leidt tot het gegeven dat de roman dus in het jaar 2006 speelt. In hoofdstuk 196 wordt nog gezegd dat hij Bush zou willen neerknappen. Dat betekent dat die nog president van de VS is. Die gegevens zijn dus niet met elkaar in strijd.
Maar een ander bewijs is nog dat De Kraai in het laatste deel van de roman een brief schrijft aan de moeder van de leerling die hij heeft vermoord. Die brief verhaalt over het voorval dat op vrijdag 6 oktober zou hebben plaatsgevonden. In 2006 valt 6 oktober inderdaad op een vrijdag, zodat we zouden kunnen vaststellen dat het verhaal-nu in 2006-2007 speelt. De Kraai wordt een jaar later in de VS opgepakt. Dat zou dus begin 2008 kunnen zijn.

De plaats van handeling

De plaats van handeling is het huis en de school van de leraar de Kraai in een grote Vlaamse stad. (Antwerpen) Aan het eind vertrekt hij naar de Verenigde Staten dicht bij de plek waar zijn verdwenen vader naar toe zou zijn verhuisd.

Samenvatting van de inhoud

De bijna 55-jarige leraar Nederlands De Kraai (zijn bijnaam) staat op een school voor middelbaar beroepsonderwijs (automechanica) in Vlaanderen. Hij staat al 27 jaar voor de klas. Hij vertelt in het begin cynisch over het onderwijs in Vlaanderen. Daarbij schuwt hij geen kritiek over het niveau van bijvoorbeeld de Turken en Marokkanen in zijn klas. Hij onthult ook dat er een “voorval”is geweest. Ook geeft hij al incidenteel aanwijzingen over “zijn leerling” die hij een speciale opvoeding wil geven. Een van zijn hobby’s is de zwart-wit fotografie.

De demente moeder van De Kraai die in een tehuis is opgenomen, sterft. Hij vertoont niet veel verdriet. Hij onthult aan de lezers dat zijn vader hem heeft verlaten toen hij zes jaar oud was en dat hij daarna met zijn moeder is achtergebleven.
De Kraai spuwt zijn gal verder over het onderwijs en hij vertoont racistische trekjes. Zo maakt hij een islamitische leraar min of meer belachelijk. Die heeft hem bekritiseerd om de inhoud van een dictee. Intussen bekijkt De Kraai films en foto’s en bewerkt hij ze op de computer. Herhaaldelijk staat de tekst in het vertekenen van de waarheid op welke manier dan ook. Hij laat zich in steeds andere bewoordingen uit over de leerling die blijkbaar in de kelder van zijn woning zit opgesloten. Die probeert hij als het ware een nieuwe opvoeding bij te brengen.
Intussen wordt De Kraai 55 jaar en hij krijgt van zijn leerlingen een fles whisky aangeboden. De opmerkingen die de leraar over zijn leerlingen maakt zijn behoorlijk racistisch en discriminerend. Hij bekent intussen ook voor het eerst in zijn leven op een rechtse politieke partij te hebben gesteld (dat zal dus wel Vlaams Blok of Vlaams Belang zijn)
Intussen heeft De Kraai een slecht bericht gekregen van zijn huisarts: hij lijdt aan prostaatkanker en eigenlijk is er niet veel meer aan te doen. Wanneer hij daarna buiten loopt, ontmoet hij een vrouw uit zijn verleden. Die heeft een bericht van zijn moeder gevonden over zijn vader die naar Amerika zou zijn vertrokken. Ze biedt zich duidelijk aan hem aan en hij gebruikt haar dan ook voor een partijtje (anale) seks en laat haar daarna in de steek.
Intussen wordt het steeds duidelijker dat er een jongen in de kelder verborgen zit. Zijn moeder komt de maand achterstallige huur betalen aan De Kraai die over verschillende huizen beschikt. Ze vraagt tijdens het bezoek of ze even mag plassen en later blijkt dat de zoon zijn moeder heeft horen praten. De leraar heeft een luxe ingerichte kamer gemaakt voor de jongen die er televisie kan kijken en over een computer kan beschikken.
Intussen wordt ook duidelijk wat het voorval op school geweest is. De Kraai heeft met zijn leerlingen een toneelstuk dat ze zelf hebben geschreven ingestudeerd. Wanneer hij bij de opvoering voor een zaal met genodigden naar voren wordt geroepen, zetten de leerlingen hem in zijn blote kont door zijn broek naar beneden te trekken. Bovendien zetten de leerlingen de opnamen daarvan in een filmpje op een site die sterk doet denken aan You Tube.
De schoolleiding is “not amused”, maar de Kraai besluit geen aanklacht in te dienen. Hij heeft zijn eigen wraakmethode bedacht. Het wordt dan natuurlijk wel een puzzel waarvan de stukjes in elkaar beginnen te passen. De leraar in de kelder is betrokken bij het voorval op school en het wekt natuurlijk geen verbazing dat dit ook nog een allochtone leerling is. Overigens verwent hij de leerling wel, maar ook wordt duidelijk dat hij seksueel contact heeft met de jongen. (Als hij een bezoek heeft gebracht aan de leerling, wast hij zijn geslacht.)
De Kraai brengt een bezoek aan een landhuis dat zijn geboortehuis is geweest. Er zijn nu andere huurders, maar die gaan op skivakantie. Hij gaat dan het huis binnen en wacht totdat de post komt. Die bezorgt een krant waarin een voorval wordt beschreven van een hart dat op straat is gevonden. Daarna gaat hij opzoek naar een oude partituur die in het huis moet liggen. Op de achterzijde daarvan staat vermeld dat zijn vader in de Japanse bezetting getuige is geweest van het eten van mensenvlees door de Japanners. Dan komt de roman in een stroomversnelling. De leraar spuit zijn leerling in met een vloeistof en hij brengt hem ritueel om het leven. Hij brengt hem in een winterslaap waarover hij steeds heeft gesproken naar aanleiding van een experiment met zijn leerlingen. Vervolgens vertrekt hij naar Amerika dicht bij de plek waar zijn vader zou moeten wonen. Hij gaat een boomhut maken en na een tijdje verschijnt de duivel op zijn ranch. Hij legt aan en schiet hem neer.
(Einde deel hoofdstuk 1-120)
Dan komt het deel waarin de gebeurtenissen worden afgewikkeld in een krantenbericht.
Er is sprake van een zaak van kannibalisme. De leraar A. Jacobs wordt ervan verdacht mensen om het leven te hebben gebracht met de bedoeling ze op te eten. In zijn woning zijn diverse diepvriezers aangetroffen waarin systematisch lichaamsdelen (als hart, nieren en hersenen) zijn opgeborgen. Het hart dat op straat is gevonden, blijkt te worden herkend als dat van de leerling van De Kraai Mustafa S.
Een jaar later is De Kraai opgepakt in de VS, omdat een ontsnapte tiener hem had verraden. Daarna ging het proces van start waarbij de deskundigen het maar niet eens konden worden over de motivatie van de dader. Er wordt gezocht in verlatingsangst, maar het was niet de moeder maar de vader die hem had verlaten. Ook zou het opeten van iets de verdwijning van het kwaad kunnen betekenen. De Kraai geeft aan voor zijn slachtoffers te bidden. Zijn het de gruwelijke sprookjes die zijn moeder hem voorgelezen heeft, is het de kennis van de wetenschap dat zijn vader in Nieuw Guinea kannibalisme heeft meegemaakt? Er wordt ook gesuggereerd dat zijn moeder een kannibaal was en zijn vader vermoord en opgegeten heeft omdat hij haar zou mishandelen.
De krant vermeldt ook dat er correspondentie van de Amerikaanse kannibaal Albert Fish is opgedoken in een boek De Speler van Dostojewski en dat deze brieven De Kraai mogelijk geïnspireerd kunnen hebben. Het is de brief die Fish aan de moeder van één van zijn slachtoffers heeft geschreven. Deze wordt daarna integraal afgedrukt. Deze had verklaard dat hij “just a mania had for writing.”
De Kraai kopieert dat gedrag omdat hij ook een brief aan het huisadres van Mustafa S. heeft gestuurd. Ook die brief wordt afgedrukt in dit deel. Hij vertelt over het lugubere voorval waarvan zijn vader tijdens de Japanse bezetting getuige zou zijn geweest: zijn vriend werd voor zijn ogen om het leven gebracht. Hij had toen ook de hersenen van zijn vriend gegeten in de veronderstelling dat die dan in hem zou voortleven. Vervolgens schrijft hij aan de moeder van de leerling over het voorval op vrijdag 6 oktober op school. Hij beschrijft ook hoe hij de moord ritueel heeft begaan en dat hij hart en andere onderdelen uit het lichaam heeft gesneden. De beelden daarvan zijn op www.klapinhetgezicht.be te zien(de ultieme wraak dus) Hij memoreert aan het einde van de brief bovendien dat de moeder nog steeds een maand huur achter is en of ze dat zo spoedig mogelijk zou willen betalen.
De krant ziet overeenkomsten met de brief van Fish, maar zegt dat De Kraai naast een rituele kannibaal ook een seksuele kannibaal was. Ook zag de Kraai zich als een soort Christusfiguur, die de wereld wilde verbeteren. Er is een verwijzing naar het verhaal van Abraham die zijn zoon moet offeren, wat God op het ultieme moment had voorkomen.
Fish werd veroordeeld voor 15 moorden maar beweerde zelf er meer dan honderd te hebben gepleegd. Er zijn meer verschillen tussen Fish en De Kraai”: de laatste verorberde zijn slachtoffers rauw, waar Fish ze heerlijk bereidde. Zou er ook nog een relatie zijn tussen het feit dat de aan ongeneeslijk prostaatkanker lijdende De Kraai nog zo lang leefde met het eten van rauw mensenvlees. De krant besluit met de feitelijke constatering dat kannibalisme bestaat.
Titelverklaring

“De leraar” hoeft verder geen uitleg.

Motto

De roman begint met een motto van Kafka. Want wij zijn als boomstammen in de sneeuw. Schijnbaar staan zij er bovenop en met een licht duwtje moest je ze eigenlijk weg kunnen schuiven. Nee, dat kun je niet, want ze zijn vast met de aarde verbonden. Maar kijk, zelfs dat is slechts schijnbaar. “

Dit motto geldt ook voor deze roman. Aan de oppervlakte is niet altijd zichtbaar wat in de diepste roerselen van de mens gaande is. De werkelijkheid achter de mensen is altijd een andere. Zo ook met de leraar de Kraai, die zich voordoet als een cynisch en op het onderwijs aan allochtonen uitgekeken leraar en die wraak wil nemen op zijn leerling die hem iets heeft aangedaan. Maar de werkelijke waarheid ligt dieper: ook zonder het voorval op school was De Kraai al een kannibaal. Achter de cynische leraar blijkt een moreel diep afgezakte man te zitten.
Thematiek en interpretatie

Het eten van mensenvlees is het bizarre thema van deze bizarre roman. Daarmee wordt de roman over de leraar in feite horrorliteratuur. Waar het verhaal in het eerste deel van de roman vooral lijkt te gaan over een leraar die cynisch (en soms humoristisch) praat over de ontwikkeling van het onderwijs en de domheid van zijn leerlingen, gaat het bij de vordering van het verhaal over het seksueel misbruik van mensen en sluipen gedachten van de misdadiger Mark Dutroux in het verhaal. Die wordt ook met name een keer in de tekst genoemd. Daarnaast worden de uitingen racistisch en lijkt De Kraai een aanhanger van het Vlaams Blok of Vlaams Belang te zijn.

De manier waarop Bart Koubaa de ontwikkeling in die roman beschrijft is heel erg sterk. Je krijgt in het begin steeds tipjes over “de leerling”en “het voorval” en aan het einde van het eerste deel (hoofdstuk 120) vallen al die puzzelstukjes mooi in elkaar.
De Kraai blijkt een kannibaal te zijn die er een systematische manier van doden op na houdt. In feite is hij niets meer en niets minder dan een psychopaat. De ware motivatie van zijn handelwijze komt ook in het krantenartikel niet boven water (zit het kannibalisme in zijn genen, is hij geïnspireerd door sprookjes en het verhaal dat zijn vader heeft meegemaakt?) Heeft hij Albert Fish willen kopiëren? Is het een laatste redmiddel geweest voor zijn prostaatkanker? Het zijn allemaal vragen die toch ook onopgelost blijven in het tweede deel. Behalve dan dat de constatering er is dat kannibalisme werkelijk bestaat.
De roman verandert dus tijdens het lezen van een roman over een cynische leraar met Bintachtige trekjes (`we zullen de leerling moeten heropvoeden via een stalen discipline’) in een psychologische roman over een psychopaat die mensenvlees eet. Daar had Bart Koubaa weliswaar geen leraar als personage voor hoeven uit te kiezen, maar het feit dat De Kraai zijn leerlingen van allochtone afkomst wil heropvoeden, geeft hem wel die mogelijkheid. Door de nadruk op het laatste deel verwacht ik dan ook niet dat “ De leraar” een klassieke school bestseller zal worden als “ Bint.” Niettemin is het aardig om beide boeken op je lijst te zetten en vergelijkingen te treffen.
Een motief dat ook steeds terugkeert in de roman is het feit dat er verschillende visies op de waarheid zijn. Oftewel is er wel een objectieve waarheid? Dit motief wordt o.a. verwerkt in de hobby van de leraar die immers zwart-wit foto’s met een fotoprogramma bewerkt. Zo kan hij de waarheid naar zijn eigen hand zeggen.
Een tweede element in dit opzicht is dat hij zijn de donkere kamer heeft aangepast en samen met zijn leerling die hij in de kelder verbergt naar een film van Kurosawa (Rashomon) kijkt. In die film worden de verkrachting van de vrouw en de moord op haar man door verschillende getuigen uit de doeken gedaan. Een houthakker heeft de vrouw gevonden in het bos en verwittigt de politie. De houthakker, de overvaller, de vrouw en de samoerai geven ieder hun versie van de feiten. Omdat de samoerai dood is, doet hij zijn verhaal via een medium. Alle getuigenissen zijn anders. Ik heb hem gezegd dat we hieruit kunnen leren dat de objectieve waarheid niet bestaat. (blz. 22)
Zijn cynische visie op de farmaceutische industrie heeft ook te maken met het verdraaien van de waarheid (blz. 156) “ Gisteren stond in de krant dat industriële sponsors enkel geld geven aan studies die hun goed uitkomen en dat onderzoekers hun stellingen formuleren conform de financiële belangen van de sponsor. Negatieve uitkomsten zien het licht niet. Vooral de farmaceutische industrie is een meesterfoefelaar. Als er vijftien jaar geleden in de klas één tussen zat die af en toe de boel op stelten zette, werd hij bestempeld als een kwajongen of een haantje/de/voorste, tegenwoordig is de diagnose ADHD. De pillen zijn zo licht geworden dat zowat de helft van onze leerlingen Ritaline slikt, interessant voor de economie, en die moet tot elke prijs draaien, anders komt onze sociale zekerheid op de helling en kunnen we de pillen niet terugbetaald krijgen. Verlaag met andere woorden de drempel voor de diagnose- ieder kind dat tegenspreekt of een raam aan diggelen gooit, heeft per definitie ADHD . Verlicht vervolgens de dosis van de pillen en schrijf ze voor.
De belangrijkste motieven in de roman zijn dus:
- Het kannibalisme
- De cynische kijk van een leraar op het onderwijs en samenleving
- Het schoolleven
- Het maken van racistische opmerkingen over allochtonen; discriminatie
- De moeder-zoonverhouding (misschien wel bijna oedipaal nl. afhankelijk van de moeder en een verdwenen vader)
- het Vatersuch-motief: De Kraai gaat naar de VS om zijn vader te zoeken
- De wraak [op de leerling Mustafa S.]
- Seksualiteit (verbonden met het kannibalisme)
- Het verschil tussen fictie en werkelijkheid (de verschillende visies op de werkelijkheid)
Beoordeling scholieren.com

“ De leraar “ is een sterk geschreven roman met een uiteindelijk lugubere inhoud. Voor leerlingen (ondanks de inhoud) een mooie roman om op de literatuurlijst te zetten. Bovendien krijgen ze een goed beeld van het spel van vooruitwijzingen en terugverwijzingen en van de mogelijkheid “ tussen de regels door kunnen doorlezen.”

Verder is een sterk element de cynische stijl waarin Koubaa zijn leraar laat spreken.
Drie voorbeelden daarvan zijn:
- (blz. 93-94) Misschien hebben ouders geen tijd meer voorhun kinderen omdat er afbetaald moe worden, dat is logisch. Kapitalisme is de norm die we de leerlingen moeten meegeven; autochtonen en allochtonen, want met een les over het Laatste Avondmaal help je hen niet vooruit, daarmee komt geen brood op tafel en Christus kon dan wel water in wijn veranderen, een ezel omtoveren in een auto staat bij mijn weten niet op zijn palmares.
-
- (blz. 115) Over de islamitische leraar King Kong op school: “ Ik overdrijf: King Kong is een mooie en een lieve man, alleen zaait hij via zijn schotelantenne haat zonder dat hij het weet. We mogen van geluk spreken dat zijn antenne in het Chinese regenwoud is gemaakt en het af en toe eens laten afweten maar vooral dat hij het grootste deel van zijn publiek liever een nieuwe auto wil in plaats van een heilige oorlog, wat op de keper beschouwd ook geen cadeau is voor een schonere wereld. Maar nogmaals: ik slaap als een bos rozen”.
-
- De derde cynische beschrijving gaat over straatmuzikanten met de kerst. (blz. 144) “Een andere reden waarom ze me overdag , en zeker tijdens de kersperiode, niet op straat zullen zien, zijn de muzikale talenten die het kleingeld uit je zak proberen te kloppen door in het ergste geval met een Leger des Heils-kepie op hun kop Bob Marley te staan coveren en daarbij al zingend en spelend op en neer veren als hun grote voorbeeld, die in geval van nood zijn eigen haar en dat van Che Guevarra opgerookt zou hebben om van de wereld een schonere plaats te maken “
De amusementswaarde voor leerlingen is vooral voor hen die heel nauwkeurig willen lezen of belezen zijn hoog ( 7 à 8) De literaire waarde van de roman is m.i. 3 punten. Ik vind de roman heel geschikt voor een plaats op een vwo-literatuurlijst. Ook belezen leerlingen van de eindexamenklassen havo kunnen de roman nog wel volgen. Voor de mavoscholieren lijkt de roman me te moeilijk.
Relevante recensies

De meeste recensenten zijn erg enthousiast over de nieuwe roman van Bart Koubaa.

Arie Storm in “ Het Parool van 8 april is enthousiast over de roman: De nieuwe roman van Bart Koubaa (1968), De leraar, laat de lezer verdwaasd achter, belooft de flaptekst. Welnu, daar zit ik dan. Voordat ik u deelgenoot maak van mijn ervaring met het lezen van dit boek, nog iets over de buitenkant ervan: op de voorkant van het omslag is van dichtbij een hoofd te zien van een oudere man. Inderdaad, ben ik inmiddels geneigd te denken, dit is de leraar die hier zijn verhaal vertelt. Hij heet A. Jacobs, alias De Kraai: 'Wellicht noemen ze me De Kraai omdat ik zwartglanzend haar heb. Ze hadden me beter De Mol kunnen noemen, maar op een dag werd ik De Kraai gedoopt en zo is het al die tijd dat ik lesgeef gebleven.' Dat klinkt nog wel olijk, leraren met treffende bijnamen, maar dit is wel het laatste gezellige dat deze roman te bieden heeft.[…] Er is de laatste tijd veel vraag naar schrijvers die straatrumoer in hun romans verwerken: actualiteiten, oorlogen, ellende, en dat je dan als schrijver opmerkt dat je daar tegen bent. Thomas Vaessens, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, houdt in zijn onlangs verschenen boek De revanche van de roman een pleidooi voor een dergelijke simplistische romanopvatting. Het lijkt erop dat Bart Koubaa aan die vraag voldoet als hij De Kraai het volgende laat opmerken: 'Als leraar Nederlands zou ik meer Nederlandstalige boeken moeten lezen, maar verder dan de krant kom ik niet. De krant is voor mij ook een beter werkinstrument dan een roman, het kopieert in elk geval gemakkelijker.'

En ja, er zit veel hedendaagse schoolellende in dit boek, die zo uit de krant over lijkt te zijn gelepeld. Toch is dit niet de reden dat De leraar zo'n overtuigende roman is. Meeslepend is dat Koubaa zich werkelijk in een ander heeft verplaatst. Hoe verrot die geest van die ander ook is. Dat is de kracht van literatuur

Jann Ruyters op 11 april 2009 in Trouw : “Onderhuids, nooit hardop, sluipen Dutroux en Vlaams Belang de tekst binnen. Wel hardop, diverse malen zelfs, verwijst de leraar naar de film ’Rashomon’ van Kurosawa, een film over een verkrachting, een film waarin getoond wordt dat dé waarheid niet bestaat, alleen verschillende versies van een gebeurtenis. „De natuur daarentegen zegt dat alle leven één is, en dat is de enige onomstotelijke waarheid die in dit universum geldt”, vindt De Kraai. Op bladzijde 52 is dat nog niet meer dan een gedachte waar je alle kanten mee op kunt, zoals dit boek vol staat met prikkelende zinnen die pas later veelbetekenend blijken.
Tot en met het einde laat de auteur je aan het gissen wat er nu gebeurd is, of het wel echt gebeurd is, waarom het gebeurd is, en wat het betekent dat het gebeurd is. Heel knap laat hij het voorstelbare overgaan in dat wat we niet meer kunnen begrijpen, maar evengoed heeft plaats gevonden. Als niet in deze roman, dan wel in het echt. Het maakt van ’De Leraar’ een wurgend, verontrustend boek, een uitdagende reflectie op onze werkelijkheid, een die je niet meer loslaat.

Edith Koenders in De Volkskrant van 10 april 2009 : Subtiel bouwt Koubaa het drama op, de ik-figuur worstelt met de dood van zijn demente moeder, en met zijn afwezige vader, een beroepsmilitair en dronkaard die naar Amerika vertrok toen hij 6 was. Zelf houdt de leraar niet alleen van een borrel maar ook van een lekker stukje vlees. De maaltijden die hij nuttigt krijgen aan het einde van het boek wel een heel akelige bijsmaak. En dat geldt voor de roman als geheel eigenlijk ook. Tot vlak voor het einde meen je het relaas te lezen van een verbitterde docent, die zich wil wreken op een leerling. De man glijdt langzaam af, dat is wel te begrijpen. Bovendien schrijft Koubaa ontzettend goed.

Maar dan klinkt het slotakkoord en verandert De leraar in een horrorfilm. De Kraai is meer dan ‘die ene rotte appel die de hele mand aantast’, en al heeft zijn evenbeeld in werkelijkheid bestaan, door deze abrupte wending laat Koubaa zijn knap geconstrueerde roman als een kaartenhuis instorten .

In 8Weekly stelt Hannes de Deurwaerder op 10 april 2009 : “ De grote verdienste van Koubaa is dat zijn roman ondanks dat venijn uiterst leesbaar is: je sympathiseert weliswaar niet met de leraar, maar je kunt 'm begrijpen. Dat komt vooral omdat hij de zaken met veel humor weet te verwoorden. Bijvoorbeeld als hij zich heel expliciet tot de lezer richt: 'Waag het niet over me te oordelen zolang ik in leven ben. Ik moet geen lessen moraal van iemand die zijn tijd zit te verprutsen met lezen.' Van een postmoderne sneer gesproken.

De grootste troef van het boek is echter de onderhuidse dreiging. Vanaf de eerste pagina is er sprake van 'het voorval', dat hier en daar ter sprake komt, maar pas helemaal op het einde zijn inhoud prijsgeeft. Daarnaast is er de mysterieuze leerling, over wie de leraar zich besluit te ontfermen, zij het op een manier die meer en meer ongemakkelijk aanvoelt. Gaandeweg, maar ontzettend zuinig, strooit Koubaa kruimeltjes rond die naar het antwoord leiden. Daardoor krijgt het boek bij momenten de allure van een thriller, hetgeen het lezen zeker veraangenaamt. Zeker omdat het verhaal in korte hoofdstukken wordt verteld: het strakke tempo blijft wonderwel van begin tot eind gehandhaafd.

Op de laatste pagina's komt dan het antwoord en het is een mokerslag in het gezicht van de lezer. Je zou geneigd zijn te denken dat de groteske uitkomst van De Leraar het zorgvuldig opgebouwde evenwicht van het boek onderuit zou halen, maar niets is minder waar. Het einde is de oorverdovende oerschreeuw, nadat een boek lang giftige lucht werd ingezogen. De Leraar geeft een harde, maar prachtige les.

Op de site van Pink Bullets van 23 maart 2009 schrijft de recensente Judith : 'De Leraar' is een uitstekende roman en een mooie opname van de huidige maatschappij, inclusief vreemdelingenproblematiek. Hierin zit ook het enige wat me stoort aan deze roman, de Turken en Marokkanen van De Kraai spreken wel heel erg slecht Nederlands, op een kinderachtige manier. Maar goed, het verhaal is opgetekend door De Kraai zelf die elke allochtoon King Kong noemt, allicht daarom komen zijn leerlingen over als complete debielen die nog te stom zijn om te poepen.
Is dit boek de nieuwe 'Bint'? Nee, het is de eerste 'De Leraar' en zou best uit kunnen groeien tot een klassieker.

Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk

Bron: website uitgever

Bart Koubaa (Eeklo, 1968) studeerde Arabisch en fotografie. In 1988 won hij met de groep 'Ze Noiz' Humo's Rockrally. Na een jaar als ontwerper te hebben gewerkt begon hij te reizen. Sinds 1998 werkte hij met het dadaïstische gezelschap Walbers und Hanssen aan een film.
Eind 2000 debuteerde hij met zijn roman Vuur, die bekroond werd met de Vlaamse Debuutprijs. Daarna verschenen de romans Lucht (2005) en Het gebied van Nevski, die genomineerd werd voor de BGN Literatuurprijs.
'De schaamteloze opgewektheid die Bart Koubaa in zijn debuut aan de dag legt, verrast door de pure kracht van zijn stijl.' de Volkskrant
'Lucht is een kleine, speelse, maar ook indringende roman van een schrijver die zo te zien heel andere kanten op kijkt dan het gros van zijn collega's' Trouw
romans

Vuur (2000)
Lucht (2005)
Het gebied van Nevski (2007)
De leraar (2009)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.