Titel: De lachaanval
Auteur: Tjibbe Veldkamp
Uitgeverij: Van Goor
Jaar van uitgave: 2002
Genre: Humoristisch verhaal
Samenvatting:
Auke en de ikpersoon zijn hele goede vrienden. In hun vrije tijd proberen ze vooral grappig te zijn en dat lukt hun aardig want veel mensen schieten van Auke en de ikpersoon in de lach, behalve Sybille, een meisje uit hun klas. De ikpersoon wou daarom Sybille ook aan het lachen zien te krijgen en zo indruk op Sybille te maken. Maar tevergeefs, want wanneer de ikpersoon, Shirley, Eileen, Hannah en Sybille samen met Auke op vakantie gaan komt iedereen erachter dat Sybille en Auke verkering met elkaar hebben. Het bevalt de ikpersoon niet dat Auke dat niet eerder had gezegd en er ontstaat ruzie tussen Auke en de ikpersoon. De vakantie valt helemaal in duigen omdat de ikpersoon zich maar een nietsnut vindt om mee te gaan, want wie wil hem nou? Sybille vind hem veel te kinderachtig en Auke ook nu hij met Sybille heeft.
Wanneer de vakantie is afgelopen en de school weer is begonnen, heeft de ikpersoon niemand om bij te zijn in de pauzes. Hij wordt er zo gek van om met niemand te spreken dat hij besloot om de ‘Gemeentelijke informatie’ te bellen. Hij kreeg een vrouw, genaamd ‘Pip’ aan de lijn. Ze besloten een afspraak te maken waarbij ze naar het treinstation gingen. Pip wees naar het bord ‘stop met lijden’. Daar zag ze wel humor in.
De ikpersoon ging erover nadenken en dacht nadat hij dat bord had gezien, had gehoord dat ze was gescheiden en haar had zien huilen, dat ze zelfmoord wou plegen door voor een trein te springen. Dat bordje stond immers bij een treinstation.
Samen met Nikki, een meisje uit een andere klas, ging de ikpersoon op zoek naar Pip. Gelukkig had ze geen zelfmoord gepleegd want ze zat gewoon thuis, en ze was het ook niet van plan geweest.
Nikki en de ikpersoon gingen opgelucht weer naar school. In de gang stonden ze hand in hand tegenover elkaar, en de mondhoeken gingen omhoog.
Persoonlijke beleving:
Ik vond het verhaal niet echt leuk omdat het een humoristisch verhaal was, en humoristische verhalen zijn niet echt het type boeken dat ik leuk vind. Ook vond ik het boek een beetje saai om te lezen, omdat er weinig spanning in het verhaal zat, waar ik juist wel van hou.
Ik kon het meest met de ikpersoon meeleven omdat je precies wist wat hij over alles dacht.
Ruimte:
Het verhaal speelt zich af: op school, het Centraal Station, het huis van Sybille’s ouders en in het huis van Pip
School: zoals een doodgewone school is er niets speciaals aan, alleen dat je niet over de middentrap naar beneden mag lopen. In de school zat ook een oersaaie lerarenkamer en er zit een rode hoek in het schoolgebouw waar alleen een paar opgestapelde stoelen staan. Centraal Station: Je zag het station vanaf de brug over het spoor. Tegenover het spoor stond een groot bord ‘stop met lijden’. Het huis van Sybille’s ouders: het was geen vakantiehuisje, maar een groot oud woonhuis aan de rand van een dorp. Het had glas-in-loodramen, drie verdiepingen en een enorme tuin. Ook de keuken was monsterachtig groot. Het huis van Pip: Het was een soort van scheef arbeidershuisje. De gordijnen waren dicht. De verf op de kozijnen was gebarsten. In de hoek van de kamer lag speelgoed voor het zoontje van Pip. De weersomstandigheden waren koud. Want op het begin van het boek gebruikt de ikpersoon een ironie om humor in het verhaal te brengen. Hij zegt: ‘Wat is het heet hè, ik stik!’ terwijl hij het juist heel erg koud had. Ik denk dat het toen winter was, want er was een ijzige wind en alleen Auke en de ikpersoon waren buiten. De weersomstandigheden hebben niet als doel om spanning op te wekken in het verhaal maar om de karakter van de personages duidelijk te maken. Zo is er te merken uit het voorbeeld hierboven dat de ikpersoon ook van humor houdt. Tijd: Het verhaal begint met een spreekbeurt die de ikpersoon houdt waarbij hij de leraar tegenwerkt. De ikpersoon wil iets op de wc laten zien, maar dat mag niet van de leraar. Dus hij zegt dan kan ik mijn spreekbeurt niet houden. De leraar antwoord daarop: ‘oke, ga maar naar je plaats’. Het verhaal loopt af met de ikpersoon en Nikki die denken dat Pip zelfmoord gaat plegen maar dat is niet zo. Zo bloeit er iets tussen Nikki en de ikpersoon, maar hoe het afloopt tussen Nikki en de ikpersoon staat niet in het boek. Het verhaal is chronologisch verteld. Er vindt een tijdvertraging plaats op het moment wanneer Pip en de ikpersoon samen op het station staan. Ook wanneer Nikki en de ikpersoon samen op school zijn en hand in hand stonden op het einde van het boek. Er vindt een tijdverdichting plaats wanneer Auke, Shirley, Eileen, Hannah en de ikpersoon in het huisje van Sybille’s ouders aankwamen. Dan gaan Auke en Sybille heel snel weg. Er vinden tijdsprongen plaats wanneer er lessen op school aan de gang zijn, de meeste lessen vertellen ze niet want er wordt dan meteen verteld over de volgende pauze en die er daarop weer volgde. Het doel van de tijd is om iets over de personages duidelijk te maken. Verteller: Het verhaal wordt verteld vanuit een ikpersoon. Het verhaal wordt op het moment zelf verteld dus niet achteraf. Het is geen alwetende ik-verteller. Personages: Ikpersoon De ikpersoon is iemand die eerst bij een groep hoort en zich veel beter voelt dan anderen, maar sinds hij met Auke omgaat trekt hij zich niks meer aan van die groep. Hij heeft een karakter dat belangrijk vind om grappig te zijn, omdat hij graag mensen aan het lachen wil hebben. Hij is ook een persoon dat graag leraren tegen zit. Zo doet hij als hij een spreekbeurt moet doen alles eraan om de leraar boos te krijgen, maar heeft dan ook altijd een weerwoord. De kleding wordt niet beschreven. Er zijn wel een paar foto’s gemaakt waar hij in een blouse en een spijkerbroek opstaat. De ikpersoon heeft gevoelens voor Sybille, maar wanneer er een relatie is tussen Sybille en Auke is dat over. Op het eind van het boek heeft hij ook nog gevoelens voor Nikki. De gedachtes van de ikpersoon worden uitgebreid beschreven in het verhaal. Hij vond bijvoorbeeld Auke maar een butje op het begin van het boek omdat hij bij de aulazitters hoorde die alleen maar huiswerk gingen maken in de pauzes en gingen kaarten, en dat Auke echt niet moest denken dat de ikpersoon tegen hem ging praten, want dan had hij het mooi mis. Over de wensen werd niet zoveel gesproken in het boek. Wel dat hij wenste dat hij nooit mee was gegaan met een paar man een weekend weg, want dat ging niet goed. Over zijn dromen werd gezegd dat de ikpersoon een keer had gedroomd dat Pip zelfmoord ging plegen, en daar schrok hij wakker van. Auke Hij is in het begin een verlegen ‘aulazitter’. Dat wil zeggen dat hij niet bij de groep hoort en altijd maar in de aula zit zijn huiswerk te controleren en te leren. Een studiebol. Maar toen hij met de ikpersoon omging is hij heel erg veranderd en is populairder geworden en houd wel van geintjes en een beetje stoer doen, maar wanneer Auke met Sybille heeft gaat hij zich anders gedragen. Hij vindt grapjes maken maar onvolwassen, terwijl hij eerst altijd grapjes maakte. Ook gaat Auke zich opeens met de leerlingenraad bemoeien, terwijl hij daar eerder niks van hebben moest. Alleen maar meer nieuwe regels in de school, dat was nergens voor nodig. Verder heeft Auke gevoelens voor Sybille. Omdat het wederzijds is krijgen Sybille en Auke verkering met elkaar.
Sybille
Een serieus en mooi meisje dat niet veel zegt. Ze zit bij de ikpersoon en Auke in de klas. De ikpersoon wil haar altijd aan het lachen maken maar dat lukt hem nooit. Later in het verhaal is ze een normaal meisje geworden en doet ze net zoals andere kinderen. Dit gebeurt wanneer Sybille gevoelens voor Auke heeft en ze verkering krijgen.
Stijl:
De schrijver is te herkennen aan zijn humoristische stijl van schrijven.
Hierbij gebruikt hij: ironie, een vergelijking, een opsomming en een parodie.
Ironie:
‘Wat is het heet hè, ik stik!’
Auke bedoelt precies het tegenovergestelde van wat hij zegt, want in het echt is het heel erg koud buiten.
Vergelijking:
‘Stop met lijden’
Eigenlijk wordt hiermee dezelfde betekenis aangeduid als ‘pleeg zelfmoord’ dat op het bordje bij het treinstation stond. De ikpersoon dacht dat omdat Pip die naar dat bordje wees, niet lekker in haar vel zat en misschien daarom wel zelfmoord wilde plegen.
Opsomming:
Zou Pip zelfmoord willen plegen? Ze was gescheiden, ze had gehuild en ze had naar die neonletters (stop met lijden!) gewezen.
Dit is een opsomming van: “Zou Pip zelfmoord willen plegen?”
Parodie:
Fiets ‘gezellig’ in de richting van het centrum.
De ikpersoon wou niet mee naar het centrum omdat hij boos was op Auke. Hij bedoeld met het woord gezellig dus juist spottend.
Thema:
Het probleem van het verhaal is dat Sybille tussen de ikpersoon en Auke in komt te staan. Wanneer Sybille met Auke heeft, gaat Auke zich anders gedragen, volwassener. Auke vind grappen maken opeens niet meer leuk en trekt zich niks meer aan van de ikpersoon, daardoor heeft de ikpersoon geen vrienden meer. De ikpersoon is jaloers op Auke omdat de ikpersoon Sybille ook leuk vond en omdat het Auke wel is gelukt om verkering te krijgen met Sybile.
Later in het verhaal wordt dit opgelost nadat ze een lang gesprek met elkaar hebben gehad en Auke zijn excuses heeft aangeboden vanwege zijn gedrag tegenover de ikpersoon.
Het thema van het verhaal is daarom ook wel jaloezie.
School: zoals een doodgewone school is er niets speciaals aan, alleen dat je niet over de middentrap naar beneden mag lopen. In de school zat ook een oersaaie lerarenkamer en er zit een rode hoek in het schoolgebouw waar alleen een paar opgestapelde stoelen staan. Centraal Station: Je zag het station vanaf de brug over het spoor. Tegenover het spoor stond een groot bord ‘stop met lijden’. Het huis van Sybille’s ouders: het was geen vakantiehuisje, maar een groot oud woonhuis aan de rand van een dorp. Het had glas-in-loodramen, drie verdiepingen en een enorme tuin. Ook de keuken was monsterachtig groot. Het huis van Pip: Het was een soort van scheef arbeidershuisje. De gordijnen waren dicht. De verf op de kozijnen was gebarsten. In de hoek van de kamer lag speelgoed voor het zoontje van Pip. De weersomstandigheden waren koud. Want op het begin van het boek gebruikt de ikpersoon een ironie om humor in het verhaal te brengen. Hij zegt: ‘Wat is het heet hè, ik stik!’ terwijl hij het juist heel erg koud had. Ik denk dat het toen winter was, want er was een ijzige wind en alleen Auke en de ikpersoon waren buiten. De weersomstandigheden hebben niet als doel om spanning op te wekken in het verhaal maar om de karakter van de personages duidelijk te maken. Zo is er te merken uit het voorbeeld hierboven dat de ikpersoon ook van humor houdt. Tijd: Het verhaal begint met een spreekbeurt die de ikpersoon houdt waarbij hij de leraar tegenwerkt. De ikpersoon wil iets op de wc laten zien, maar dat mag niet van de leraar. Dus hij zegt dan kan ik mijn spreekbeurt niet houden. De leraar antwoord daarop: ‘oke, ga maar naar je plaats’. Het verhaal loopt af met de ikpersoon en Nikki die denken dat Pip zelfmoord gaat plegen maar dat is niet zo. Zo bloeit er iets tussen Nikki en de ikpersoon, maar hoe het afloopt tussen Nikki en de ikpersoon staat niet in het boek. Het verhaal is chronologisch verteld. Er vindt een tijdvertraging plaats op het moment wanneer Pip en de ikpersoon samen op het station staan. Ook wanneer Nikki en de ikpersoon samen op school zijn en hand in hand stonden op het einde van het boek. Er vindt een tijdverdichting plaats wanneer Auke, Shirley, Eileen, Hannah en de ikpersoon in het huisje van Sybille’s ouders aankwamen. Dan gaan Auke en Sybille heel snel weg. Er vinden tijdsprongen plaats wanneer er lessen op school aan de gang zijn, de meeste lessen vertellen ze niet want er wordt dan meteen verteld over de volgende pauze en die er daarop weer volgde. Het doel van de tijd is om iets over de personages duidelijk te maken. Verteller: Het verhaal wordt verteld vanuit een ikpersoon. Het verhaal wordt op het moment zelf verteld dus niet achteraf. Het is geen alwetende ik-verteller. Personages: Ikpersoon De ikpersoon is iemand die eerst bij een groep hoort en zich veel beter voelt dan anderen, maar sinds hij met Auke omgaat trekt hij zich niks meer aan van die groep. Hij heeft een karakter dat belangrijk vind om grappig te zijn, omdat hij graag mensen aan het lachen wil hebben. Hij is ook een persoon dat graag leraren tegen zit. Zo doet hij als hij een spreekbeurt moet doen alles eraan om de leraar boos te krijgen, maar heeft dan ook altijd een weerwoord. De kleding wordt niet beschreven. Er zijn wel een paar foto’s gemaakt waar hij in een blouse en een spijkerbroek opstaat. De ikpersoon heeft gevoelens voor Sybille, maar wanneer er een relatie is tussen Sybille en Auke is dat over. Op het eind van het boek heeft hij ook nog gevoelens voor Nikki. De gedachtes van de ikpersoon worden uitgebreid beschreven in het verhaal. Hij vond bijvoorbeeld Auke maar een butje op het begin van het boek omdat hij bij de aulazitters hoorde die alleen maar huiswerk gingen maken in de pauzes en gingen kaarten, en dat Auke echt niet moest denken dat de ikpersoon tegen hem ging praten, want dan had hij het mooi mis. Over de wensen werd niet zoveel gesproken in het boek. Wel dat hij wenste dat hij nooit mee was gegaan met een paar man een weekend weg, want dat ging niet goed. Over zijn dromen werd gezegd dat de ikpersoon een keer had gedroomd dat Pip zelfmoord ging plegen, en daar schrok hij wakker van. Auke Hij is in het begin een verlegen ‘aulazitter’. Dat wil zeggen dat hij niet bij de groep hoort en altijd maar in de aula zit zijn huiswerk te controleren en te leren. Een studiebol. Maar toen hij met de ikpersoon omging is hij heel erg veranderd en is populairder geworden en houd wel van geintjes en een beetje stoer doen, maar wanneer Auke met Sybille heeft gaat hij zich anders gedragen. Hij vindt grapjes maken maar onvolwassen, terwijl hij eerst altijd grapjes maakte. Ook gaat Auke zich opeens met de leerlingenraad bemoeien, terwijl hij daar eerder niks van hebben moest. Alleen maar meer nieuwe regels in de school, dat was nergens voor nodig. Verder heeft Auke gevoelens voor Sybille. Omdat het wederzijds is krijgen Sybille en Auke verkering met elkaar.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
een leuke boek is dit. er staan van die grappige dingen op ik heb het niet helemaal gelezen maar toch vindt ik het een leuke boek.
13 jaar geleden
Antwoorden