Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De laatste Nederlandse man door Jan Tetteroo

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
Boekcover De laatste Nederlandse man
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 2952 woorden
  • 13 juli 2003
  • 111 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
111 keer beoordeeld

Boekcover De laatste Nederlandse man
Shadow
De laatste Nederlandse man door Jan Tetteroo
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Slotopdracht
Module 11 1 Beschrijvingsopdracht 1.1 Motivatie boekkeuze Toen ik een boek moest zoeken om te lezen voor module 11 had ik in eerste instantie geen idee wat ik wilde gaan lezen. Als eerste werd ik aangetrokken door de titel van dit boek. Ik vroeg me af wat ermee werd bedoeld. Daarom ben ik de achterkant gaan lezen. Deze trok me wel aan. Voornamelijk omdat de verdwijning van Johanna werd genoemd. Ook kreeg ik de indruk dat de voetbalwedstrijd en de verdwijning van Johanna iets met elkaar te maken zouden hebben. De vraag was echter hoe er tussen deze twee totaal verschillende gebeurtenissen en verband kon bestaan. Ik wilde graag een antwoord op deze vraag en ben het boek daarom gaan lezen. 1.2 Samenvatting van de inhoud In dit boek spelen twee gebeurtenissen een belangrijke rol. De ene gebeurtenis is een interland tussen Nederland en Duitsland op 17 februari 1935. De andere is de verdwijning van Johanna de Nigtere op 18 november 1939. De hoofdpersoon, Jan Tetteroo, raakt diep onder de indruk van deze twee gebeurtenissen en wil daarom precies uitzoeken wat er op beide data is gebeurd. Er is geen detail wat hem niet interesseert. Daarom leeft hij zich helemaal in de situatie in. Hij probeert zelfs door de ogen van de hoofdpersonen van de gebeurtenissen te kijken. Ook probeert hij uit alle macht in contact te komen met mensen die iets van deze gebeurtenissen af zouden kunnen weten.
1.3 Uitgewerkte persoonlijke reactie Onderwerp
Het boek heeft twee onderwerpen: de interland tussen Duitsland en Nederland op 17 februari 1935 en de verdwijning van Johanna de Nigtere op 18 november 1939. Ik vind de verdwijning van Johanna erg interessant. Deze ligt wel in mijn belevingswereld. Vroeger las ik vaak detectives omdat misdaad me erg aantrok en omdat ik het leuk vond om mysteries op te lossen. De interland tussen Duitsland en Nederland vond ik echter helemaal niet interessant. Voetbal heeft me nooit geboeid. Wat ik wel interessant vond was de verhouding tussen Nederland en Duitsland. Ik was bereid om ook het gedeelte over de voetbalwedstrijd te lezen omdat ik dacht dat deze gebeurtenis iets te maken zou hebben met de verdwijning van Johanna en dit mysterie wilde ik nou eenmaal graag opgelost zien. De manier waarop de schrijver de onderwerpen uitwerkte had ik wel verwacht. Hij stelt zich namelijk vanaf de eerste pagina al voor als een persoon die vastbesloten is uit te vinden wat er precies gebeurd is. Op de achterkant van het boek stond vermeld dat de schrijver zich letterlijk en figuurlijk in de personen verplaatst. Dit doet de hoofdpersoon ook daadwerkelijk en met veel diepgang. De hoofdpersoon geeft regelmatig zijn mening over zaken die hij tegenkomt. Hij laat meerdere keren weten dat hij een ontzettende hekel heeft aan onverschilligheid. Zo zegt hij op pag. 124: “We gaan het hoogste kortstondige geluk omdat een lapje leer in een netje valt. Ik keur dit goed. Mensen die niet juichen wijs ik af. Wie eenmaal gejuicht heeft voor een doelpunt, kan zeggen: ik heb geleefd.” De mensen die niet juichen wijst hij af. Hij laat hiermee weten dat hij het niet accepteert als mensen een onverschillige houding aannemen ten opzichte van wat er gebeurt. Hij verdedigt betrokkenheid en aandacht. Ik ben het niet altijd met hem eens. Ik vind namelijk dat je van mensen die geen interesse hebben voor voetbal niet kunt verwachten dat ze juichen omdat “een stukje leer in een netje valt”. Ook kan hij er niet tegen dat het Olympisch Stadion afgebroken moet worden. Hij vindt dat men respect moet hebben voor wat er zich op die plaats heeft afgespeeld. Gebeurtenissen
Ik vind de verdwijning van Johanna de interessantste gebeurtenis. Of het de belangrijkste gebeurtenis is, weet ik niet. De schrijver legt op beide gebeurtenissen ongeveer evenveel nadruk. Voornamelijk de gedachten van de betrokkenen worden door inleving van de hoofdpersoon erg diepgaand beschreven. De dingen die de hoofdpersoon onderneemt om zijn mysteries op te lossen, gaan erg ver. Ik kan nog wel begrijpen dat hij naar het krantenarchief speurt naar berichten over de wedstrijd en de verdwijning van Johanna, maar zijn nieuwsgierigheid gaat nog veel verder. Behalve het feit dat hij door de ogen van de hoofdpersonen van de gebeurtenissen probeert te kijken, gaat hij ook daadwerkelijk op zoek naar de mensen die met deze gebeurtenissen te maken hebben. Zo gaat hij bijvoorbeeld mensen met de achternaam Nigtere opbellen wat er uiteindelijk tot leidt dat hij de moeder van Johanna kan interviewen. Hij gaat zelfs met haar uit eten. Ook spreekt hij met Pellikaan, een oud-speler van het Nederlands elftal. Dit doet hij om meer te weten over de voetbalwedstrijd
De verdwijning van Johanna maakte het meeste indruk op mij. Ik wilde namelijk net zoals de hoofdpersoon graag weten wat er met haar was gebeurd. Ik ergerde me echter aan het feit dat hij zomaar veronderstelde dat ze verkracht en vermoord zou zijn. Het was immers totaal onduidelijk wat er werkelijk met haar gebeurd was. De voetbalwedstrijd bleef me niet echt boeien. Vooral tijdens de beschrijvingen van het spel moest ik soms worstelen om verder te lezen. Wat ik wel iets interessanter vond waren de beschrijvingen van de toeschouwers en hoe het spelverloop invloed had op hen. Zo beschreef de schrijver dat de Duitsers hun Hitlergroet deden en hij leefden zich in de Nederlandse toeschouwers in. Wat ik jammer vond was dat ik uiteindelijk geen antwoord kreeg op de vraag wat er met Johanna was gebeurd. In de meeste detectiveboeken, bijvoorbeeld Baantjer, kom je wel te weten wat er gebeurd is. Dat vind ik daarom leuker om te lezen. Personages
Jan Tetteroo speelt niet echt een held in het verhaal. Hij is meer een toeschouwer van beide gebeurtenissen. Deze probeert hij zo precies mogelijk weer te geven. De gaten vult hij op met fantasie. Je leert de obsessies van de hoofdpersoon goed kennen. Ook geeft hij zijn mening, maar je leert hem niet kennen als de persoon die hij is in zijn eigen tijd, in zijn eigen dagelijkse bezigheden. Ik denk dat dit echter niet zo belangrijk is, want hij is meer bezig met het verleden dan met het heden. Ik vind de personages die Jan Tetteroo schetst erg levensecht. Hij probeert namelijk echt weer te geven wat deze mensen gevoeld moeten hebben en zo kun je als lezer met ze meevoelen. De mening van de hoofdpersoon heeft me niet echt beïnvloed. Als ik het niet met hem eens was, bleef ik bij mijn standpunt. Mocht er bij de verdwijning van Johanna een verkrachter in het spel geweest zijn, dan keur ik zijn gedrag natuurlijk af. De obsessie van de hoofdpersoon vind ik vreemd. Ik denk dat deze obsessie voor de mensen om hem heen geen kwaad kan. Daarom keur ik zijn zoektocht niet af, maar ik denk wel dat het een vrij nutteloze zoektocht is. Als ik in zijn schoenen zou staan zou ik de gebeurtenissen gewoon naast me neerleggen. Ik vind Jan Tetteroo soms wel voorspelbaar. Dit komt omdat hij aangeeft dat hij er alles aan zal doen om erachter te komen wat er gebeurd is. Dan vind ik het feit dat hij advertenties gaat zetten en mensen gaat bellen, erg waarschijnlijk. Omdat de hoofdpersoon een soort speurder is, wat ik ook een beetje ben als ik detectives lees, kon ik me goed in hem inleven. Ik kon het echter niet bevatten dat iemand zo geobsedeerd kan zijn van een bepaalde gebeurtenis. Opbouw
Ik vind de opbouw van het verhaal niet ingewikkeld. Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over de verdwijning van Johanna en het tweede deel gaat over de voetbalwedstrijd. Er zijn veel witregels tussen stukjes tekst. Dit vind ik fijn om te lezen. Ik vond de verdwijning van Johanna best spannend. Voornamelijk omdat er een precies beeld werd gegeven van wat er die dag gebeurd was. De twee gebeurtenissen worden chronologisch verteld, dus zonder flashbacks. Dit vind ik wel fijn want door flashbacks raak ik wel eens in de war tijdens het lezen. Er is echter wel een verschil in tijd tussen de twee gebeurtenissen en de zoektocht van de hoofdpersoon. Het leuke aan het boek vind ik, dat je de gebeurtenissen door de ogen vaan heel veel verschillende personages ziet. Ik vind het wel raar dat hetgeen wat je door de ogen van deze mensen ziet weer is bedacht door de hoofdpersoon. Hierdoor weet je als lezer nier goed of je wel werkelijk de gedachten van deze mensen voorgeschoteld krijgt. Misschien is het allemaal meer afhankelijk van wat Jan Tetteroo allemaal fantaseert. Aan het slot vroeg ik me nog steeds af wat er met Johanna was gebeurd en ik vroeg me af waarom de hoofdpersoon juist zo door deze twee gebeurtenissen geboeid was. Er zij in het verleden immers wel meer “belangrijke” voetbalwedstrijden geweest, en er zijn wel vaker meisjes spoorloos verdwenen. Ik vind het vervelend dat ik op deze vragen geen antwoord heb gekregen. Hierdoor hou je na het een onvoldaan gevoel over. Het boek begon me te boeien vanaf het moment dat de verdwijning van Johanna werd genoemd. Dit kwam doordat ik me afvroeg wat er met haar gebeurd was. Taalgebruik
Het taalgebruik in het boek vind ik zeker niet moeilijk. Ik ben geen woorden tegengekomen die ik niet begreep en er waren ook vrijwel geen langdradige zinnen. Ik vond dat er vrij veel beschrijvingen waren in het boek. Ik had liever meer gesprekken gelezen van mensen die de gebeurtenissen zelf mee hadden gemaakt. Doordat je voornamelijk beschrijvingen krijgt van de hoofdpersoon, wordt het beeld dat je krijgt van de gebeurtenissen voor een deel bepaald door zijn fantasie. Je krijgt dus een vertekend beeld van de werkelijkheid. Omdat het hier om echte gebeurtenissen ging wilde ik liever weten wat er echt gebeurd was. Fantaseren wat er gebeurd zou kunnen zijn, kan ik zelf ook wel. Ik vind het taalgebruik goed passen bij de personages. Er zijn me geen bijzonderheden opgevallen in het taalgebruik. 2 Verdiepingsopdracht 2.1 Fabel en sujet 2.1.1 Verschil tussen fabel en sujet? Het gebeurtenissen in het verhaal spelen in 3 verschillende tijden. Eerst speelde de voetbalwedstrijd op zondag 17 februari 1935. Een aantal jaren later op 18 november 1939 verdween Johanna de Nigtere. De andere tijd in het boek is het heden. Dit is in de jaren 90. In het heden speelt de zoektocht van Jan Tetteroo. Omdat de hoofdpersoon de dingen die hij niet weet over de gebeurtenissen waarschijnlijk opvult met fantasie, is het niet duidelijk in hoeverre hij de geschiedenis naar waarheid weergeeft. 2.1.2 Belangrijke flashbacks, terugverwijzingen, vooruitwijzingen

De twee gebeurtenissen uit het verleden die beschreven worden zou je als twee grote flashbacks kunnen beschouwen. Wat in het heden gebeurt is de zoektocht van de hoofdpersoon. Tijdens deze zoektocht vertelt hij wat de zoektocht hem tot op dat moment heeft opgeleverd. Hierdoor vertelt hij dus steeds stukjes uit het verleden. Dit doet hij wel chronologisch. Ook de zoektocht wordt chronologisch weergegeven. 2.2 Structuur 2.2.1 Geleding
Het boek is ingedeeld in 3 delen namelijk deel 1:“De verdwijning van Johanna de Nigtere”, deel 2:“Waar is van Leo Halle?” en deel 3:“Het herenspel” De tekst in deel 1 is niet onderverdeeld in hoofdstukken. De verschillende stukjes tekst worden in dit deel van elkaar gescheiden d.m.v. witregels. Het 2e deel heeft ook geen onderverdeling in hoofdstukken. Wel zijn er net zoals in deel 1 veel witregels. Het 3e deel is wel onderverdeeld in verschillende hoofdstukken. Ook zijn hier witregels gebruikt. 2.2.2 Verhaallijnen
Er spelen 2 verhaallijnen in het boek. Namelijk de verdwijning van Johanna en de voetbalwedstrijd tussen Nederland en Duitsland. Nadat ik de achterkant van het boek had gelezen kreeg ik de indruk dat deze twee verhaallijnen iets met elkaar te maken zouden hebben. Uiteindelijk lijkt het enige verband tussen deze twee totaal verschillende gebeurtenissen de obsessie van de hoofdpersoon te zijn. Wat wel bij beide gebeurtenissen voorkomt is het verliezen. Bij de verdwijning van Johanna, verliest een moeder haar dochter en Johanna waarschijnlijk haar leven. Bij de voetbalwedstrijd verliest Nederland van Duitsland. Dit betekent tevens een verlies van eer. De beide verhaallijnen zijn gelijkwaardig. 2.2.3 Begin – einde
Het verhaal begint in medias res. Het begint namelijk als de hoofdpersoon al aan zijn zoektocht naar zowel Johanna als naar de voetbalwedstrijd, bezig is. Vervolgens vertelt hij hoe hij op de verdwijning van Johanna stuitte. De functie van dit verhaalbegin is het wekken van belangstelling bij de lezer. Omdat de schrijver na de eerste regel begint met “Ik ben op weg van A naar B…” vraag je jezelf meteen af waarnaar de hoofdpersoon dan wel op zoek is. 2.3 Tijd 2.3.1 Verteltijd
Het boek telt 141 pagina’s. De twee belangrijke gebeurtenissen worden erg gedetailleerd beschreven. Dit komt doordat de hoofdpersoon alle details wil weten en doordat hij de gebeurtenissen vanuit de ogen van verschillende personen bekijkt. Hij beschrijft soms meerdere dingen die op hetzelfde moment gebeuren. Ook kost het tijd om precies uit te zoeken wat er is gebeurd. Door deze redenen is de verteltijd vrij lang. 2.3.2 Vertelde tijd
De verdwijning van Johanna en de voetbalwedstrijd duren allebei maar heel kort. Namelijk een gedeelte van een dag. De zoektocht van Jan naar wat er gebeurd is duurt echter wel lang. Deze is waarschijnlijk wel gelijk aan de verteltijd. 2.3.3 Historische tijd

De zoektocht van Jan Tetteroo speelt eind jaren 90. Dit s vergelijkbaar met nu. De verdwijning van Johanna speelt in 1939. Hij stelt haar voor als een meisje dat spanning en sensatie wil. Dit zou je aan de tijd kunnen koppelen. Vroeger waren er veel meer normen en waarden. Ik denk dat de mensen uit die tijd zich soms in hun vrijheid belemmerd voelden. In die tijd mocht je ook niet zomaar met de eerste de beste jongen op stap gaan. Johanna had misschien lak aan al die ongeschreven regeltjes. Zij wilde avontuur en stapte daarom zomaar bij een jongen in de auto. De voetbalwedstrijd speelt in 1935. In die tijd speelde de eer van het vaderland waarschijnlijk een grotere rol dan tegenwoordig. De rellen rondom het voetbal waren echter veel minder groot dan tegenwoordig. 2.4 Personages 2.4.1 Hoofdpersonen – andere personen
De hoofdpersoon in Jan Tetteroo. Hij streeft een doel na. Hij wil namelijk alles te weten komen over de voetbalwedstrijd en over de verdwijning van Johanna. De andere personen in het boek zijn alleen maar de spelers in de gebeurtenissen waardoor hij is geobsedeerd. Hij leeft zich in alle andere personages in. Behalve de moeder van Johanna en Pellikaan zijn er geen andere personages die een rol speelden bij de gebeurtenissen in 1935 en 1939 die letterlijk in het verhaal voorkomen. De andere personages die bij de twee gebeurtenissen een rol speelden, leer je alleen door de ogen van Jan Tetteroo kennen. Hij leeft zich in vrijwel alle personen in die een rol hebben gespeeld bij de gebeurtenissen en invloed hadden of gehad zouden kunnen hebben op de gebeurtenissen. Omdat hij Pellikaan en de moeder van Johanna ook daadwerkelijk spreekt kan hij van hen een wat meer waarheidsgetrouwe beschrijving weergeven, dan van de personages waarvan hij met behulp van zijn fantasie een beeld probeert te construeren. 2.4.2 Karakterisering hoofdpersonen
Over Jan Tetteroo kom je in het boek niet zo heel veel te weten. Je weet als lezer alleen dat hij helemaal bezeten is van de twee gebeurtenissen. Hij wil kost wat kost zijn doel bereiken zonder daarbij afgeleid te worden. Hij is een doorzetter. Hij heeft een hekel aan onverschilligheid, want de twee gebeurtenissen uit het verleden zijn wel degelijk belangrijk. Hij kan er absoluut niet tegen dat dingen uit het verleden zomaar vergeten worden. 2.4.3 Karakter – type
De hoofdpersoon is als een type weergegeven. Bepaalde belangrijke eigenschappen en meningen zoals hierboven genoemd, komen in het boek wel aan de orde, maar je leert hem niet echt kennen als een persoon met een volledig karakter. De andere personages die hij schets zijn ook types. Hij probeert zich wel in te leven in hoe zij zijn, maar geeft ook hierbij geen volledige karakters weer. 2.5 Thematiek 2.5.1 Abstracte motieven
Wat de hoofdpersoon steeds opnieuw in zijn verhaal doet is zoeken naar details en construeren van een verhaal. Hij probeert zich steeds opnieuw in verschillende personages in te leven. Hij laat vaak merken hoe belangrijk de gebeurtenissen voor hem zijn. Hij zou zelfs wel een museum op willen richten over Johanna. 2.5.2 Leidmotieven
Er zijn me niet echt voorwerpen opgevallen die in het hele boek terugkomen. Wel is in het gedeelte over voetbal het Olympisch stadion erg belangrijk. In dit stadion speelde namelijk de interland. Dit stadion dreigt te verdwijnen en dat wil de hoofdpersoon niet. 2.5.3 Thema
Het thema is denk ik verdwijning. De hoofdpersoon kan er niet tegen dat dingen uit het verleden zomaar verdwijnen. Zo heeft hij het over het Olympisch stadion dat zomaar afgebroken zal worden. Hij vindt dit onverdraaglijk vanwege de herinneringen die het oude stadion in zich draagt. Hij kan er ook niet tegen dat een jong meisje zomaar verdwijnt en dat een voetbalwedstrijd die vroeger heel erg leefde nu wordt vergeten.
2.6 Titelverklaring Ik denk dat “De laatste Nederlandse man” voornamelijk wijst op het verdwijnen. Jan Tetteroo wil zijn aandacht richten op dingen die verdwijnen en hij probeert ervoor te zorgen dat ze toch in herinnering blijven. 3 Evaluatie 3.1 Eindoordeel over het boek Ik vond het gedeelte Over de verdwijning van Johanna wel leuk om te lezen, maar de voetbalwedstrijd vond ik niet zo interessant. Ik vind het jammer dat beide verhalen niet meer met elkaar verbonden werden. Ik had echt het idee dat ik twee losse delen aan het lezen was. Ik vond wel dat alle gebeurtenissen erg gedetailleerd beschreven werden. Dat vond ik wel mooi aan het verhaal. Het leek ooi of elk detail er werkelijk toe deed. 3.2 Oordeel over de verdiepingsopdracht Ik vond de verdiepingsopdracht af en toe wel moeilijk. Ik vond voornamelijk de thematiek moeilijk. Tijdens het lezen begreep ik soms niet waarom de schrijver iets beschreef op de manier waarop hij dat deed. Ik vroeg me af waarom de hoofdpersoon zo geobsedeerd was.

REACTIES

H.

H.

Marleen, ik neem aan, dat je Nederlands gaat studeren op een Universiteit, ergens in Nederland, ik heb je uittreksel gelezen. Ik heb op oudere leeftijd nog een HBO en WO studie geschiedenis gedaan. Volgens mij ben je geknipt voor een literatuurstudie, heel mooi, jouw boekverslag, zowel op kritische, als op inhoudelijke wijze.
Succes met je toekomstige opleiding.
Drs. HJC Stoop

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.