Auteur
Maarten ’t Hart
Titel
De Kroongetuige
Uitgever
De Arbeiderspers
Jaar uitgave
1988
Aantal pagina’s
Het boek heeft 212 bladzijden
Jaartal eerste druk
1983
Genre
De kroongetuige is niet alleen een detectiveroman. Van groot belang is ook het huwelijk van Leonie en Thomas en de problemen die ze hebben. Daarom is dit boek ook een huwelijksroman.
Samenvatting
Thomas Kuijper onderzoekt als bioloog op een laboratorium naar het gedrag van ratten als ze uitgehongerd worden, verder is hij getrouwd met Leonie en kunnen ze geen kinderen krijgen.
Thomas heeft ook een vriendin Jenny, hij heeft haar ontmoet in de leeszaal van de bibliotheek waar ze boven woont en is toen heel erg verliefd op hem geworden. Jenny is heel anders dan zijn eigen vrouw. Jenny is een losbol, aan de drugs en aan de drank en ze heeft al meerdere keren abortus laten plegen. Zijn eigen vrouw is echter maar een trutje.
Als Leonie een weekje bij haar ouders zit gaat Thomas een keer met Jenny uit.
Op het eind van de avond vraagt Thomas aan haar om met hem mee te gaan naar zijn huis maar dat wil Jenny niet en er ontstaat een ruzie. Maar omdat hij flink aangeschoten is en er verder op een groepje jongeren staan te kijken laat hij haar verder met rust. Wel wil hij proberen via een andere weg, eerder dan zij bij haar huis te komen. Maar dan breekt er een hevig onweer los en gaat hij toch naar huis.
Een paar dagen later komen er twee politie agenten op zijn laboratorium die spoorloos is verdwenen en hij de laatste is die haar heeft gezien.
Wanneer Thomas weer in de bibliotheek komt kan hij niet laten om even naar haar kamer te gaan. Daar zit echter de rechercheur en Thomas wordt weer verhoord, de rechercheur wil hem graag geloven maar vertrouwd zijn onschuld niet helemaal. Hij wil graag een keer bij Thomas thuis komen kijken, maar omdat Thomas’ vrouw niets van zijn vriendin weet doet hij zich voor als een collega.
Bij Thomas thuis ontdekt de rechercheur bloedvlekjes op zijn kleren maar die zijn natuurlijk van de ratten, de rechercheur wordt echter steeds wantrouwiger.
Leonie is ook niet stom en ontdekt de affaire van Thomas en Jenny en ook dat hij hoofdverdachte in de zaak van haar verdwijning is. Leonie geeft haarzelf de schuld omdat ze denkt dat hij vreemd ging omdat zij geen kinderen kon krijgen. Toch besluit ze hem te helpen en gaat zelf op onderzoek uit.
Thomas’ collega vertelt dat de ratten in de kooi waarin ze uitgehongerd worden de dag na Jenny’s verdwijning geen honger meer hadden en dat was nog een nadeel voor Thomas.
Leonie gaat dan naar die collega om te vragen of de ratten een heel lijk inclusief haar en nagels kunnen opeten en ze testen het ook uit maar de twijfel of het zou kunnen of niet blijft toch.
Ook gaat Leonie naar de overbuurman van het laboratorium om te vragen of hij wat heeft gezien. Hij vertelt dat hij op de nacht van haar verdwijning wakker werd en zag dat Jenny en Thomas samen uit een auto kwamen naar binnen gingen en dat Thomas later alleen naar buten kwam. Maar omdat Thomas geen rijbewijs heeft denkt ze dat hij zich vergist.
Thomas schijnt ooit eens bij Jenny op haar kamer een andere man ontmoet te hebben, ene Robert. Leonie gaat naar zijn huis maar de buurvrouw vertelt dat ze de nacht van Jenny’s verdwijning samen met zijn vrouw vertrokken te zijn.
Dan herinnert Leonie zich opeens een filmpje die Thomas ooit eens gemaakt had over een moord in het laboratorium, daarin werd het lijk op sterk water gezet en tussen de zeekoeien verborgen. Ze gaat kijken en inderdaad vindt ze daar een lijk op sterk water en ze gaat steeds minder in Thomas’ onschuld geloven.
Tijdens de rechtszaak houdt Thomas zich van de domme hij zegt niets van haar verdwijning af te weten en ook niet van de verdwijning van de grote hoeveelheid drugs die diezelfde nacht uit het laboratorium zijn gehaald. De rechter laat Thomas vrijuit gaan wegens gebrek aan bewijs. Thuis vertelt Leonie over het lijk op sterkwater. Thomas gelooft er niets van omdat hij op weg naar zijn huis die avond Jenny en Robert samen uit zijn lab heeft zien komen met een tas vol drugs maar dat had hij niet verteld in de rechtszaal omdat hij dat te vernederend vond.
Toch gaan Leonie en Thomas samen kijken en als ze later Krijn Lambert de rechercheur er bij halen wordt het lijk geïdentificeerd als de vrouw van Robert.
Leonie weet nu hoe alles in elkaar zit. Jenny heeft toen Thomas zo dronken was zijn sleutels gestolen. Toen is ze samen met Robert naar het laboratorium gegaan waar ze zijn vrouw hebben vermoord en op sterk water gezet. Jenny had toen haar kleren uitgetrokken en in een oude wc verstopt waar een schoonmaker ze dan later zou vinden. Jenny zou de kleren van Robert’s vrouw aangetrokken hebben en dan zouden ze allebei via een andere ingang weg zijn gegaan en bij Robert thuis wat spullen hebben gepakt om naar Zuid-Amerika te gaan. Jenny zou met het paspoort van Robert’s vrouw gaan zodat ze dat van haar achter kon laten. Daarom had Jenny ook haar extreem lange nagels afgeknipt want anders zou niemand geloven dat zij Roberts vrouw was, en omdat de populier voor het huis zijn blaadjes verloor kon de buurvrouw het ook niet goed zien en omdat zij dacht dat het sneeuwde werd ze door Krijn Lambert niet geloofd. Door de verkoop van de hoeveelheid uit het laboratorium gestolen drugs zouden ze genoeg geld hebben om de rest van hun leven in het buitenland te gaan wonen.
Kerstmis staat voor de deur en Leonie treurt omdat ze geen kinderen heeft. Thomas laat haar dan een artikel lezen over reageerbuis baby’s en ze krijgt weer hoop.
Schrijfstijl
Het taalgebruik was niet moeilijk omdat er niet al te lange zinnen werden geschreven. Ik kon me alles goed voorstellen omdat de zinnen zo geschreven zijn dat alles goed voor te stellen valt. Er zijn best veel dialogen in het verhaal aanwezig, Thomas en Leonie praten toch veel met elkaar en ze praten beide ook veel met de politie.
Plaats en ruimte
De gebeurtenissen spelen zich af in Leiden. Ruimten die aan bod komen zijn: het huis van Thomas en Leonie, Jenny’s woning, het laboratorium en het politiebureau.
Tijd
De gebeurtenissen vinden in chronologische volgorde plaats en spelen zich af in de jaren ‘70. Ze worden afgewisseld met enkele flashbacks. Het verhaal begint op 31 juli (de dag van Jenny’s verdwijning) en eindigt kort voor de kerstdagen. De totale vertelde tijd komt daarmee op ongeveer 6 maanden. Het grootste deel van het boek is geschreven in de verleden tijd.
Verhaalfiguren
Leonie is een knappe, nuchtere en intelligente vrouw. Zij is 12 jaar getrouwd met Thomas. Ze kan geen kinderen krijgen en zit daar heel erg mee. Zij probeert erachter te komen of Thomas echt de moordenaar is van Jenny. Ze gelooft zelf daar niet in. Maar ze doet het vooral omdat ze jaloers is op Jenny. Ze denkt dat hij zoveel van haar hield omdat ze zich tweemaal heeft laten aborteren. Ze heeft Frans gestudeerd (doctoraal), maar door haar voorliefde voor klassieke muziek bleef ze huisvrouw, omdat ze er dan beter naar kon luisteren dan ergens anders. Er is een paar keer tegen haar gezegd dat ze wel wat wegheeft van Jenny. Arianne zegt zelfs dat ze allebei heel mooi zijn, maar dat Jenny dat meer laat zien. Leonie wil eigenlijk wel wraak nemen, maar blijft Thomas toch trouw.
Thomas was de man van Leonie en werd ervan verdacht Jenny na een ruzie te hebben omgebracht. Hij werkte op een Medisch-biologisch laboratorium (farmacoloog), waar hij bezig was met proeven met ratten. Hij hoeft niet zo nodig een kind. Hij houdt heel erg van klassieke muziek en van literatuur. Dat zijn vrouw geen kind kan krijgen is eigenlijk de aanleiding voor Thomas om met Jenny om te gaan. In de gevangenis wil hij helemaal niet praten. Wel praat hij veel in zichzelf en droomt vaak. (O.a. over een zoon)
Jenny Fortuijn is een jonge, twintigjarige vrouw die vermist wordt. Zij is een knappe bibliothecaresse. Ze woont samen met Arianne. Jenny is een feministe. Zij was aan drugs verslaafd, dit was waarschijnlijk een van de redenen dat zij wel wat zag in Thomas omdat hij op zijn werkt veel met drugs te maken had i.v.m de proefdieren. Zij is er dan ook met Robert en met de drugs vandoor gegaan. Jenny heeft twee keer abortus laten plegen.
Lambert is de politieagent die het onderzoek doet naar de verdwijning van Jenny. Hij heeft steeds wel weer een ander scenario voor de verdwijning/moord op Jenny. Hij blijft er steeds maar bij dat Thomas het gedaan heeft of er tenminste bij betrokken was. Hij heeft zelf ook een relatie gehad met Jenny mede omdat hij een goede versierder is. Leonie denkt dat hij er daarom ook zo fanatiek mee bezig is.
Meuldijk is het hulpje van Lambert, maar laat zich nooit ergens over uit. Hij doet gewoon wat Lambert zegt en bemoeit zich er verder niet echt mee.
Vertelwijze
Ik-vertelsituatie, waarbij in het eerste hoofdstuk het perspectief bij Thomas ligt. De brieven uit het tweede hoofdstuk zijn geschreven in de ik-vorm. In de laatste drie hoofdstukken ligt het perspectief bij Leonie.
Thema
Het thema is een verstoorde huwelijksrelatie en raadselachtige verdwijning van een jonge vrouw. Alles draait om het huwelijk van Thomas en Leonie. Thomas pleegt overspel, omdat hij eens met een vrouw naar bed wil die níet perse kinderen wil hebben. Leonie is jaloers op Jenny, omdat zij al twee keer een abortus heeft laten plegen en dus wel kinderen kan krijgen.
Titelverklaring
De titel is ontleend aan een citaat uit een werk van Nietzsche: ‘Zijn niet de meeste huwelijken van dien aard dat men geen derde als kroongetuige wenst?’
Hiermee wordt bedoeld dat een kind meestal in een huwelijk de beste kroongetuige is. Ook slaat het op het detectiveaspect: de kroongetuige is de oude man die tegenover het laboratorium woont. (Blz. 170: " Nu is dan toch de zaak in behandeling genomen en wat blijkt: de kroongetuige in deze zaak, de man die tegenover het laboratorium woont, verklaart met grote stelligheid dat hij mijn cliënt, nadat deze alleen uit het gebouw was gekomen, in een auto heeft horen stappen.)
De titel verwijst ook nog naar Leonie, de kroongetuige die nooit gehoord wordt.
Op de voorkant van het boek staat een foto van een schilderij van Chardin, Jongen met tol. Dit schilderij wordt door Leonie op blz. 84-85 beschreven. ( Ik dwaalde door het Louvre en dacht: 'goh, al die schilderstukken, ik begrijp er niets van, het doet me niets,' tot ik in een volle zaal, over de schouder van anderen heen, opeens een jongetje zag dat naar een tol keek. Het leek of mijn ogen vlam vatten. Snel liep ik weg - het was bijna een vlucht -.....) Ze vertelt daar dat ze door het zien van dit schilderij er geheel van overtuigd raakte dat ze nooit kinderen zou krijgen. Ze dacht toen: 'kijk, dat is nu je zoontje maar hij is toen al geboren en daarom kun je hem nu niet meer krijgen.'
Ondertitel
(geen)
Motto
(geen)
Mottoverklaring
(niet van toepassing)
Jaartal eerste druk
1983
Informatie over de auteur
Maarten ’t Hart wordt geboren op 25 november 1944 in Maassluis. Na de lagere school gaat hij naar de HBS en vervolgens studeert hij biologie in Leiden. Na het afronden van zijn studie krijgt hij een baan als etholoog aan de Leidse universiteit. In 1971 debuteert hij onder het pseudoniem Martin Hart met de roman Stenen voor een ransuil. In 1973 schrijft hij Ik had een wapenbroeder. In 1975 krijgt hij de Multatuliprijs voor zijn roman Het vrome volk. In 1978 volgt Een vlucht regenwulpen dat in 1981 verfilmd wordt. De aanleiding tot het schrijven van De kroongetuige (1982) stamt uit Maartens studententijd. Enkele medestudenten maken een film, getiteld ‘Moord in het museum’. De opnamen worden in het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie (Leiden) gemaakt, waarover het gerucht gaat dat er een lijk in een pot alcohol verborgen is geweest. Over dit gegeven besluit Maarten ooit een boek te schrijven. Maartens werk kenmerkt zich door autobiografische elementen. De gebeurtenissen spelen zich vaak af in een streng godsdienstig milieu, waaraan de hoofdfiguur moeilijk kan ontsnappen. Ook het thema ‘anders zijn’ (met name door homoseksualiteit) komt in veel van zijn romans en proza naar voren.
Overige werken:
Mammoet op zondag (1977), Laatste zomernacht (1977), De droomkoningin (1980), De ortolaan (boekenweekgeschenk in 1984), Het woeden der gehele wereld (1993), De nakomer (1996).
Stroming
Moderne Nederlandse literatuur
Beoordeling
Ik vond het wel een leuk boek, maar het klopte niet helemaal. Dat van die theeblaren kijken vond ik erg vergezocht. Het is wel toevallig dat net zij dat kan. Ook dat gedeelte met die zeekoeien vond ik erg luguber. En ook het feit dat er een boel niet klopt (zoals bijvoorbeeld dat hij in Leiden in de gevangenis zit, maar daar is geen gevangenis). En dat hij in de gevangenis geen kranten mag lezen - die wet bestaat trouwens in Nederland helemaal niet - en dan later wel een krantenknipsel heeft uitgeknipt. Ook zit Thomas vast zonder dat er een lijk is gevonden, dat wordt op den duur een beetje hinderlijk.
Ondanks dit bleef het boek me wel boeien en ik wilde ook perse weten hoe het af zou lopen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden