Volgen ‘t Hart worden de genres misdaadroman en literaire roman ten onrechte van elkaar gescheiden. Appel is het hier niet mee eens omdat het bij een misdaadroman meer gaat over feitelijke zaken als wie het gedaan heeft. Sommige schrijvers hebben het ook over sociale achtergronden omdat dat het boek interessanter maakt, maar de ‘whodunnit' is het belangrijkst. Bij een literaire roman vormen juist de feiten slechts een kapstok om iets duidelijk te maken over bijvoorbeeld menselijke relaties. Eén van de thema's in de ‘huwelijksroman' is de jaloezie van Leonie naar Jenny, ze wil weten of zij met Thomas naar bed is geweest. Kinderen zijn in De Kroongetuige voortdurend aan de orde, door middel van pasgeboren dieren in het laboratorium en de discussie over postnatale depressie in het Vrouwenhuis. Leonie kan geen kinderen krijgen, waardoor er een verwijdering tussen haar en Thomas ontstaat, waardoor zij denkt dat hij op Jenny verliefd is. Dit is de verbindingslijn tussen de roman en de thriller. En er zijn nog meer verbanden, zoals het aantal ‘kroongetuigen'. Appel vindt de kroongetuige vaak spannend, de leidende thema's worden goed uitgewerkt en met elkaar verweven. Ook de perspectief verschuiving vindt hij functioneel. Toch vindt hij het boek niet helemaal overtuigend, door de knarsende stijl waarin sommige stukken zijn geschreven, doordat roman en thriller soms op elkaar botsen omdat ze verschillende belangen en uitgangspunten hebben. Het boek mist psychologische ontwikkelingen en verwikkelingen. Omdat ‘t Hart niet zozeer iets te vertellen heeft, maar ergens mee af wil rekenen, is de spanning van de thriller nergens voelbaar in de roman. Het stukje van het Vrouwenhuis bestaat volgens Appel alleen uit clichés en de dialogen zijn onnatuurlijk. ‘T Hart had aangekondigd dat allerlei mensen aan wie hij een hekel had in het boek voor zouden komen, maar dat is niet goed gelukt. Volgens Appel is het boek voor ruim vijftig procent gelukt en heeft ‘t Hart nog eens aangetoond hoeveel een misdaadroman van een literaire roman verschilt, maar volgens hem is de Nederlandse literatuur wel een boek rijker dat in ieder geval niet saai is. Rattenvanger of vrouwenmoordenaar, Rob Schouten, Trouw, 10-2-1983
Schouten vindt De Kroongetuige een merkwaardige mengeling van misdaad- en psychologische roman, waarbij ook nog even wordt afgerekend met de vrouwenbeweging. Hij vindt het wel een spannend boek, maar niet in alle opzichten geslaagd, omdat de schrijver op teveel gedachten hinkt. Schouten vindt de clou vergezocht, maar ook dat dat hoort bij dit soort boeken. De aardigheid van een detective komt volgens hem meer voort uit de lezer op een dwaalspoor brengen.. Dit gebeurt ook wel in De Kroongetuige, maar dat heeft weinig met de detectivekant van het verhaal te maken. Volgens Schouten vertraagt de passage over het vrouwenhuis de handeling van het verhaal. Qua structuur valt het boek in twee gedeelten uiteen. Het eerste is als thriller bedoeld met Thomas als hoofdpersoon en het tweede gedeelte heeft Leonie als hoofdpersoon, waarbij de verdwijning op de achtergrond raakt. Het is Leonies dagboek, maar het lijkt niet op een dagboek, er komen veel te gedetailleerde beschrijvingen en veel te precieze dialogen in voor. Schouten vindt dat er over het algemeen te veel karakteriserende elementen in het boek voorkomen, zoals het citeren van Nietzsche. De aansluiting tussen psychologie en actie verloopt weinig geolied, er zijn twee heel verschillende soorten beschrijving. In het detective deel wordt stroever geschreven dan in het psychologische deel. Voor een detective zijn alles aan- en voorvoelende mensen een ramp en Schouten denkt dat ‘t Hart misschien juist daarom het perspectief naar Leonie verlegd. Ook al bevat het boek mooie passages, als misdaadroman en als psychologische roman rammelt het aan alle kanten. Alleen al de inzet berust op grote onwaarschijnlijkheid, want iemand kan niet voor moord gearresteerd worden als er geen lijk of harde bewijzen zijn en het slachtoffer nog maar vier dagen weg is. Een geschikt interview heb ik niet kunnen vinden. Mijn interpretatie Als misdaadroman vond ik De kroongetuige wel tegenvallen, dat ben ik met beide recensenten eens. De opzet is ongeloofwaardig en zwak, want wat Schouten opmerkt is heel juist, je kunt niet zo makkelijk gearresteerd en zeker niet zo lang vastgehouden worden, maar als het lijk tussen de zeekoeien eerder gevonden was, was er geen verhaal meer, want de misdaad is toch hetgeen waar het verhaal op rust. Maar ik vind het flauw dat Thomas niks tegen de politie zegt, terwijl hij niks met de moord te maken heeft. Dat ook Leonie niks zegt over het lijk is ongeloofwaardig, feiten achterhouden is strafbaar. En dit terwijl de politie het laboratorium doorzocht zou hebben, ze hadden het lijk allang zelf gevonden moeten hebben. Als psychologische roman vind ik het boek beter gelukt. De problemen van een onvruchtbare vrouw die kinderen wil en haar man die niet meer met haar naar bed wil komen op mij geloofwaardiger over dan het misdaadgedeelte van de roman. Alleen de redenen die Leonie geeft waarom ze kinderen wil vind ik wel wat clichématig, want welke vrouw zou toegeven dat ze kinderen wil omdat ze zo lief zijn. Tewijl ze beweert dat het kinderen willen haar niet is aangepraat laat ze zelf zien hoe goed het haar is aangepraat, al denk ik ook dat ze graag kinderen wil omdat ze ze niet kan krijgen, anders was ze er misschien helemaal niet zo mee bezig geweest. Anders dan Appel vind ik het roman deel beter gelukt dat het detective deel. In totaal zou het een goed boek geweest zijn, als juist de belangrijke dingen geloofwaardig geweest waren, en dan bedoel ik de basis van het verhaal, het misdaad gedeelte. Als je er niet op let of feiten geloofwaardig zijn, en de clichématige passage van het Vrouwenhuis buiten beschouwing laat, is het boek wel aardig gelukt. Maar ja, aan zulke dingen buiten beschouwing laten doet men natuurlijk niet binnen de literatuur.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden