Analyse van 16e/17e eeuws boek; De klucht van de meulenaer(1613), geschreven door G.A. Bredero
1. Samenvatting
Trijn Jans, een getrouwde vrouw uit te stad, zoekt een slaapplaats omdat de stadspoort gesloten is. Ze heeft geen zin om in een vieze herberg te slapen dus besluit ze bij een huis aan te bellen. De molenaar Piet doet open en samen met zijn vrouw Aeltje besluit hij dat Trijntje mag blijven overnachten. Als Aeltje dan even weggaat voor wat huishoudelijke klusjes maakt Piet een afspraakje met Trijntje om die avond, als zijn vrouw Aeltje al op bed ligt, een potje te gaan rollebollen bij de molen. Als Piet die avond naar de molen vertrekt, vertelt Trijntje alles aan Aeltje. Hierop besluiten ze de kleding van elkaar aan te trekken. Zo gaat Trijntje dus in de kleding van Aeltje op bed liggen en Aeltje in de kleding van Trijntje naar de molen. Piet gaat bij de molen naar bed met zijn eigen vrouw maar heeft dat niet door. Als hij klaar is komt hij zijn knecht Joost tegen en vertelt zijn verhaal over zijn avontuurtje van zojuist. Daardoor wordt Joost zo lekker gemaakt dat hij het niet meer kan houden. Piet geeft hem daarom toestemming om ook te gaan rollebollen met Trijntje (= Aeltje). Als Aeltje Joost ziet binnenkomen wordt ze heel boos, ze wil haar man op z’n nummer zetten maar ziet niet dat het haar man helemaal niet is. Joost bekent braaf aan Piet wat er gebeurd is. Piet stuurt Joost onmiddellijk weg, omdat hij het niet kan hebben dat een ander met zijn vrouw een avontuurtje heeft beleefd. Hij heeft zijn lesje geleerd: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.’
2. Vertelwijze
Het is een toneelstuk dus er is sprake van een wisselend perspectief. De tekst is in poëzievorm geschreven en bij elke stukje tekst staat precies wie dat zegt op toneel(dramatiek).
3. Titelverklaring
De oorspronkelijke titel luidt: ‘Den Klucht Vanden Meulenaer’, in modern Nederlands dus ‘De klucht van de molenaar’. Dat is dus eigenlijk precies wat het boek inhoudt. Een klucht is volgens de Dikke van Dale een “kort toneelstuk waarin een komisch geval uit het dagelijks leven op grappige wijze wordt behandeld”.
Ondertitels heeft dit boek niet.
4. Opbouw
Het verhaal bestaat niet uit hoofdstukken, maar er zijn wel verschillende scènes aan te wijzen. Het wordt in chronologische volgorde verteld, dat komt natuurlijk omdat het een toneelstuk is.
5. Personages
o Slimme Piet: Hij is getrouwd met Aeltje en heeft kinderen met haar. Hij is molenaar en heeft een eigen molen. Hij maakt zo nu en dan een slippertje. Hij geeft meer geld uit dan hij verdient, aan vrouwen en aan drank en hij houdt zich niet zo aan de regels.
o Aeltje Melis: Ze is een degelijke vrouw die haar huishouden netjes op orde heeft. Ze is het niet eens met het gedrag van haar man maar kan hem ook niet stoppen.
o Trijn Jans: Een getrouwde vrouw uit Leiden. Ze is een echte stadsvrouw. Ze heeft haar eigen personeel. Ze is trouw aan haar man. Ze zoekt onderdak bij Aeltje en Piet omdat het niet gepast is om in een herberg te gaan slapen zonder man als je getrouwd bent.
o Joost: Hij is de knecht van Piet en werkt en woont in de molen.
6. Historische tijd
De verhaal speelt zich af rond 1600. Dat kun je opmaken aan de taal waarin het geschreven is, maar ook aan de manier van leven die beschreven wordt.
7. Plaats en ruimte
Het verhaal speelt zich in Amsterdam, maar niet het stadse gedeelte ervan. Trijn Jans komt uit Leiden maar komt naar Amsterdam. Er zijn drie verschillende plekken op te noemen waar het verhaal zich afspeelt:
o Bij de stadspoort en vervolgens voor de deur van Piets huis
o In het huis van Piet en Aeltje. o Bij de molen van Piet.
8. Tijdsduur
Het verhaal begint aan het begin van de avond en eindigt de volgende ochtend. Dus het duurt iets minder dan vierentwintig uur.
9. Tijdsvolgorde
Het verhaal speelt zich in chronologische volgorde af. Alle gebeurtenissen volgen zich direct na elkaar op, er worden dus geen tijdsprongetjes of flashbacks gemaakt. Dat zou ook niet kunnen want het is een toneelstuk.
10. Perspectief
Er is geen duidelijk perspectief aan te wijzen, want het is een toneelstuk. Er is geen alwetende verteller die dingen tussendoor vertelt, maar alles wordt gezegd door de spelers. Als ik moest kiezen tussen ik-perspectief en hij/zij-perspectief zou ik voor het tweede kiezen. Het verhaal wordt namelijk niet verteld door een persoon maar door verschillende personen. Ook is het zo dat er geen sprake is van situatiebeschrijving door de ogen van iemand. Er wordt alleen maar gesproken en er worden geen gedachten beschreven.
11. Idee
De bedoeling van de schrijver is om mannen (en misschien ook vrouwen) een lesje te leren als het om vreemdgaan gaat:
o “Al sietmen de luy, men kentse niet” : Je moet niet alles geloven wat je ziet.
o “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”: Wees goed voor een ander zoals voor jezelf.
Mijn mening
Ondanks dat er weinig gebeurt is het wel een kritisch stuk. Er wordt op een humoristische wijze kritiek geleverd op de toenmalige maatschappij,vooral op het huwelijk/relatie, vreemdgaan en drank en de problemen daaromheen. Dit zijn de leuke aspecten van het verhaaltje, de rest is nogal saai. Er wordt veel gepraat over onderwerpen die niet echt belangrijk zijn en die dan toch uitgebreid besproken en beschreven worden. Dat is volgens mij vooral bedoelt om het stuk wat langer te maken,omdat het maar een kort verhaaltje is. Wel zijn de verschillen tussen stedelingen en mensen van het platteland in die tijd goed naar voren gebracht, dat is leuk om te lezen.
o In het huis van Piet en Aeltje. o Bij de molen van Piet.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden